woensdag 29 februari 2012

6. Het vrouwtje Piggelmee-syndroom

Actualiteit - Tenenkrommende Woorden - Politiek/Macht

   

Anorexia

De afgetreden Duitse president Christian Wulff krijgt tot zijn dood € 200.000 per jaar uitgekeerd. Een vergoeding waar hij recht op zou hebben, omdat hij "om politieke redenen" is opgestapt. Wulff was verwikkeld in diverse schandalen “rondom persoonlijke financiële transacties”. Dan kun je wel raden waar het om gaat. Zoals wel vaker bij personen in hogere functies.
Ik noem dit het vrouwtje Piggelmee-syndroom*: je hebt (meer dan) genoeg om tevreden mee te zijn, maar je wil steeds meer. Rationeel slaat het nergens op, want mensen als Wulff kunnen hun geld niet eens opmaken voor hun dood. Voor een echte verklaring zul je naar de hersenen moeten kijken. Het is net als met anorexia. Je kunt wel samen met een anorexia-patiënte voor de spiegel objectief constateren dat ze toch echt te dun is, maar dat lost het probleem nog niet op. Het zit tussen de oren. 
 

Onschendbaarheid

Dat Wullf eieren voor zijn geld (!) koos, was om de eenvoudige reden dat het openbaar ministerie dreigde met het opheffen van zijn onschendbaarheid om een strafrechtelijk onderzoek te kunnen instellen.
Er zijn weinig woorden die mij pissig maken vanwege het simpele feit dat ze (nog) bestaan in deze wereld. Alhoewel. Als ik erover nadenk, kan ik wel honderden tenenkrommende woorden bedenken. Neem “martelen” of “holocaust”. “Onschendbaarheid” is ook zo’n woord. De weinige haren die ik nog heb, gaan recht overeind staan bij het horen ervan. 
Hoe is het in godsnaam mogelijk dat in deze tijd het woord “onschendbaarheid” niet alleen nog bestaat, maar ook nog in de praktijk wordt toegepast? Ja, Lodewijk XIV mocht als Zonnekoning rustig roepen: “L’état, c’est moi!”. De koning stond boven de wet en dat was al eeuwen zo. Zeker in een tijd waarin de meeste mensen niet konden lezen en schrijven en (dus) weinig mondig waren, was dat zo logisch als wat. Als plaatsvervanger van God op aarde werd elke absolute vorst gezien als onfeilbaar: “The king can do no wrong!”
 

Quelle surprise

Inmiddels leven we echter in 2012 en hebben we menig koning, keizer, dictator en president zien falen bij het leven. Zo erg zelfs dat je je kunt afvragen of dat soms een voorwaarde is om op zo’n positie terecht te kunnen komen.
Is het dan teveel gevraagd van de mensen die erover gaan om de voor de hand liggende conclusie te trekken dat blijkbaar niemand onfeilbaar is (“Quelle surprise!” zou Lodewijk XIV ongetwijfeld gedacht hebben, om er vervolgens wijselijk zijn mond bij te houden)? Van waaruit je weer verder kunt concluderen dat het dan maar beter is dat iedereen de consequenties van zijn feilbaarheid accepteert. 
Dankzij types als Silvio Berlusconi durf ik de niet gewaagde stelling te verdedigen dat hoe meer status, macht en rijkdom iemand bezit, hoe meer hij een voorstander van (zijn eigen) onschendbaarheid zal zijn. Er is maar één manier om daar vanaf te komen: afschaffen die handel! Aan het eind van het briljante boek “Animal Farm” van George Orwell zagen de varkens zichzelf ook als onschendbaar. Over Berlusconi gesproken.


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
* Deze naam komt van een bewerking van het sprookje "Van de visser en zijn vrouw" van de gebroeders Grimm. Het gaat over het arme kabouterechtpaar Piggelmee waarvan de man visser is. Op een dag vangt hij een gouden vis, maar de vis vraagt de visser hem vrij te laten in ruil voor een wens. Uit medelijden laat de visser de vis vrij zonder een wens te doen. Eenmaal thuisgekomen stuurt zijn vrouw hem echter terug om alsnog een wens door te geven aan de vis. Zij wil een groter huisje. Die wens gaat in vervulling. Maar elke keer als de visser thuiskomt, wil zijn vrouw dat hij teruggaat om méér te vragen. Eerst wil ze een kasteel, dan wil ze koningin worden, dan keizerin, dan de paus en tenslotte God. Alle wensen worden door de vis vervuld, tot de laatste over God. Na die laatste wens keert de visser huiswaarts om te zien dat de vis weer alles heeft veranderd in de oorspronkelijke staat. Ze zijn weer net zo arm als in het begin.

 

Foto: Tonko

zaterdag 25 februari 2012

5. Ik moet liedjesschrijver worden

Privé - Familie/Gezin - Liefde/Vriendschap - M/V

 

Het Goede Doel

“Vriendschap is een illusie” zong Het Goede Doel ooit. Niet beseffende, of misschien juist wel, dat dat in elk geval voor hun gold. Later kregen de oprichters ruzie en viel de band uit elkaar. Ik geloofde vroeger sterk in vriendschappen voor het leven. Inmiddels weet ik beter. Vriendschappen hebben overeenkomsten met relaties: ook zij komen en gaan.
 

Figuranten

Als gescheiden vader betrap ik mezelf er steeds vaker op dat ik mijn kinderen vooral het belang van familie meegeef. Met tegeltjeswijsheid als: “Relaties en vriendschappen komen en gaan, maar je familie blijft altijd bestaan.” Ik een familiemens? Mijn familie zal er een beetje om moeten lachen. Of beter gezegd die paar familieleden, want er zijn weinig families zo klein als de mijne. Een familiereünie bij ons heeft alleen zin als we figuranten inhuren om er nog wat van te maken. Mijn kinderen denken waarschijnlijk ook: familie, welke familie?
 

Hortend en stotend

Vriendschappen tussen mannen en vrouwen zullen het meest een illusie zijn.
Ik had ooit via de tennisclub een goede vriendin als “maatje”. We waren allebei introvert en verlegen en dat schiep een band. Totdat gebeurde waarop je kunt wachten: ik begon meer voor haar te voelen. Jarenlang hield ik het voor me, omdat ik vermoedde dat het niet wederzijds was en ik bovendien de vriendschap niet wilde verliezen. Totdat ik het echt niet meer voor me kon houden. Dus vertelde ik het haar. Tenminste dat denk ik.
Tot op de dag van vandaag staat mij alleen bij dat ik hortend en stotend iets aan haar heb verteld. Haar reactie was overigens niet veel beter. Ze reageerde (afwisselend) niet, vaag en ook klunzig. Maar de boodschap kwam over. Na die dag veranderde alles. Opeens begon ze me te ontwijken en negeren. En ik deed wat elke onzekere knul in mijn situatie zou doen: ik negeerde haar terug.
 

Echte held

Uiteindelijk heb ik onze vriendschap “uitgemaakt”. Niet direct, met praten of zo. Nee, als een echte held: met een brief. Op haar verjaardag nota bene. Ik wilde haar uitleggen waarom ik niet kwam. Alsof ze dat niet begreep. Tact is nooit mijn sterkste kant geweest. 
Een vriendschap met een vriend verwatert. Een vriendschap met een vrouw maak je uit. Bij een vrouw wil je niet altijd het maatje zijn, maar ook wel eens de geile man. Komt niet van Het Goede Doel, maar van Veldhuis en Kemper. Zij zullen ook wel uit ervaring spreken. Ik moet liedjesschrijver worden. 

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.



Foto: Tonko

donderdag 23 februari 2012

4. Het E-woord

Privé - WOII - Liefde/Vriendschap - Eigenwijs/Koppig

 

Kleurenblind

Veel mensen vinden mij eigenwijs. Ik niet. Tenminste als we het over de betekenis eens zijn. Volgens mij vindt men in de spreektaal iemand vooral eigenwijs als hij iets beweert dat niet klopt en toch bij zijn standpunt blijft.
Ik had ooit een vriend die kleurenblind was. Die ging met mij in discussie of iets zwart was of grijs. Dát vind ik dus eigenwijs. Dat is net zoiets als dat je als man met een moeder van drie kinderen gaat discussiëren over het soort van pijn dat je voelt tijdens een bevalling. Je mening slaat nergens op, maar je toont wel karakter. Want je kunt veel van die vriend zeggen, maar karakter kon hem niet ontzegd worden. 
 

Precieze definitie

Toen het E-woord onlangs opnieuw tegen me werd gebruikt, dacht ik: misschien moet ik de precieze definitie eens opzoeken. Straks luidt de officiële definitie heel anders dan ik denk. Zul je zien. Zit ik jarenlang overal te ontkennen dat ik iets ben, terwijl ik ongelijk heb. Uit onwetendheid. Kan ik iedereen weer vertellen dat ze toch gelijk hadden en ik niet. Want zo ben ik dan ook wel weer. Wat me overigens meteen terugbrengt op mijn punt waarom ik mezelf niet eigenwijs vind. Eigenwijze mensen kunnen niet (goed) hun ongelijk toegeven. Ik ben anders.
 

Kampentocht

Zo had ik ooit een discussie met een (andere) vriend. Hij was met vakantie op kampentocht geweest. Klinkt leuk. Het is maar hoe je het bekijkt. Hij had een rondje langs de bekendste concentratiekampen gemaakt. Sommige vrienden gaan op vakantie naar Ibiza. Niet de mijne. Die gaan op kampentocht.
Mijn vriend had ook het Adelaarsnest van Hitler bezocht bij de Obersalzberg. Nou had ik toevallig net de documentaire “Het Adelaarsnest. Hitlers verborgen machtscentrum.” gezien over Hitlers wereldberoemde residentie op de Obersalzberg: de Berghof. Hierdoor wist ik dat de Amerikanen de boel daar plat hadden gebombardeerd. Bovendien hadden ze later ook nog de overgebleven ruïnes opgeblazen om te voorkomen dat er een nazi-bedevaartsoord zou ontstaan.
Dus ik vroeg hem of het wel klopte dat hij het echte Adelaarsnest had bezocht. Hij lachen, want daar was weer die eigenwijze Tonko die het allemaal beter wist. Die hem ging vertellen wat hij wel en niet had gezien op vakantie. 
Uit nieuwsgierigheid heb ik opgezocht hoe het zat. Dat opblaasverhaal klopt. Maar het Adelaarsnest was een theehuisje dat lag op de top van de Kehlstein, een aan de Obersalzberg aangrenzende berg. Hitlers trouwe secretaris Martin Bormann liet het voor zijn baas bouwen. Als cadeau voor de vijftigste verjaardag van de führer en ongetwijfeld ook als investering voor zijn eigen carrière. Hij had het niet hoeven doen. Hitler is er nauwelijks geweest. Onze dappere führer leed aan hoogtevrees en claustrofobie (de plek was alleen per lift te bereiken). De Amerikanen wilden het Adelaarsnest ook vernietigen, maar de Beierse regering voorkwam dit. Wel onder voorwaarde dat alles wat aan het naziregime zou herinneren, werd uitgewist.
 

Verward met koppigheid

Ik heb het mijn vriend allemaal uitgelegd. Dat hij gelijk had en ik niet. Maar dat maakte niet uit. Voor hem ben en blijf ik de meest eigenwijze persoon die hij kent. 
Inmiddels heb ik het woord opgezocht. Eigenwijs: 1. niet luisterend naar goede raad 2. eigenaardig-grappig.
De eerste omschrijving sluit wel aan op mijn associaties met eigenwijs. Al denk ik nog steeds dat men het woord in de praktijk minder gebruikt tegen mensen die niet naar hun goede raad willen luisteren. En meer tegen mensen waarvan men vindt dat ze vast blijven houden aan een bewering die volgens hun overduidelijk niet klopt. In dat opzicht wordt eigenwijs eigenlijk enorm verward met een term die veel beter bij deze associatie - en bij mijn ex-vrouw - past: "koppigheid".
De tweede betekenis van eigenwijs kende ik echter nog niet. Nu begrijp ik het. Al die mensen die mij ooit eigenwijs noemden, bedoelden te zeggen dat ze me (eigenaardig) grappig vonden. Dat verklaart alles. Mijn excuses. Ik had ongelijk: ik ben eigenwijs! 

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
 




3. Waarom hoor je de nummers 2 nooit?

Actualiteit - Sport - Doping - Liegen en bedriegen/Hypocrisie

 

Complot

Ach, Alberto Contador twee jaar geschorst vanwege positieve test tijdens de Tour de France 2010. Daar waar mede Tourwinnaar Lance Armstrong een paar dagen ervoor de dans ontsprong, heeft arme Alberto minder geluk. Hij begrijpt er niets van en Lance en wij natuurlijk ook niet. Zal wel weer een complot zijn. 
 

Apelazerus

Leuk om te zien hoe de nummers 2 altijd reageren. Of liever gezegd: hoe ze niet reageren. In dit geval Andy Schleck. De nummer 2 van de Tour 2010, maar door deze uitspraak nu opeens de winnaar: “Geen reden tot juichen . Ik heb tegen hem gekoerst en verloren.”
Stel. Ik heb me jarenlang het apelazarus getraind om op een dag de Tour te kunnen winnen. Door “gewoon” gezond eten, een goede nachtrust en maar trainen.
Stel. Het winnen van de Tour lukt me nét niet. Ik word tweede. En niet zomaar tweede. Nee, na drie weken lang 3430 kilometers het snot voor de ogen te hebben gereden, kom ik precies veertig tellen tekort voor mijn droomwinst.
Stel. De winnaar wordt even later op doping betrapt en uit de uitslagenlijst geschrapt.
Hoe zou ik dan reageren? Ik zou zachtjes gezegd  fucking razend zijn. Ik had dus verdomme in die gele trui op de Champs-Élysées moeten worden toegejuicht! 
 

Huilebalk

Waarom hoor je de nummers 2 nooit na de diskwalificatie van de nummer 1 vanwege doping (retorische vraag)?
God, je zou je maar bezighouden met het schrijven van de Tour uitslagenlijsten van de laatste decennia. Dat is kutwerk. Wie heeft ook alweer de Tour van 1996 gewonnen? Bjarne Riis toch? Nee, die heeft later toegegeven doping te hebben gebruikt. Jan Ullrich dan, de nummer 2? O nee, die stond centraal in dat dopingschandaal rondom die Spaanse arts Fuentes. Ok, Richard Virenque de nummer 3 dus. Maar wacht, was hij niet die huilebalk die maandenlang als enige van de Festinaploeg ontkende doping te hebben gebruikt en het later toch maar toegaf toen hij de nutteloosheid van zijn “missie” inzag? 
 

Deal with it or leave it

Op de fiets mogen de wielrenners misschien ballen hebben, maar als ze afstappen vallen die er blijkbaar af. Wanneer staat er nou eindelijk iemand onder de wielrenners op die eens en voor altijd keihard hardop zegt wat we eigenlijk allemaal al weten. “Ja, wij gebruiken allemaal doping en het wordt hoog tijd dat we daar nooit meer omheen lullen. De tijd dat je de Tour op bruine boterhammen met kaas kon fietsen, ligt ver achter ons. Deal with it or leave it!" 


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Foto's Tonko (Contador links)
 

2. Net een wijf

Privé - Liefde/vriendschap - Religie/geloof - Scheiding


 

Geen type om te scheiden

Ik zag mezelf nooit als het type om te scheiden. Net als al die celebraties die ooit op hun kont een tattoo met de naam van hun geliefde lieten zetten. In de overtuiging dat alleen de dood hen kon scheiden. Helaas bleken andere factoren daarin veel sneller. Konden ze opnieuw naar de tattooshop. Dit keer om van bijvoorbeeld “Jim” “Him” te maken. Wat een geluk dat ik nooit iets met naalden heb gehad. 
Meteen nadat de kogel van mijn scheiding door de kerk vloog, belde ik mijn oudste vriend om het nieuws te vertellen. Simon en ik kenden elkaar al sinds het begin van onze puberteit van tennis. Ik was heel goed, hij niet. Een uitstekende combinatie voor een puber die niet bepaald overliep van zelfvertrouwen.
 

Buitenbeentje

Simon was net als ik een buitenbeentje. Zeg maar gerust een nerd: slim, brilletje, christelijk (ook dat nog), niet gelukkig, maar o zo verdomd aardig. Simon werd later huisarts. Hij trouwde met een meisje van de kerk (ik was getuige en hij later de mijne), kreeg zoals het hoorde vier kinderen en werd het type ideale schoonzoon. Zo iemand waarmee het altijd goed gaat en je soms stiekempjes hoopt dat dat slechts schijn is. 
Het was geen lang telefoongesprek. Hij hoorde mijn nieuws gelaten aan. Ik zat al in de fase dat ik behalve “sympathie” een ander woord had gevonden dat uitstekend bij Simon paste. God allemachtig, wat was hij gereserveerd. Alles wat hij deed, deed hij volgens het boekje: sympathiek, rustig en correct. Iets waarop ik op dat moment allerminst zat te wachten. Ik voelde me net een wijf. Met bijbehorende behoeften. Ik wilde alleen maar het gevoel hebben begrepen te worden. Ik wilde medeleven. Onnodig te zeggen dat dit niet gebeurde.
 

Tactloze directheid

Kijkend naar onze verschillen is het een wonder dat wij ooit vrienden werden. Alhoewel. Als ik weer eens mensen afstootte met mijn tactloze directheid of onbegrepen ironische humor vroeg ik me wel eens af waarom ik niet meer zoals Simon was. Wellicht benijdde hij mij andersom ook wel eens. Om het losse, het directe, het confronteren: “Als je straks dood bent en je komt daarboven en er is helemaal niets, dan baal je als christen toch enorm?”
Ik vroeg me bij hem ook altijd af hoe je als intelligente man als een mak lammetje achter de bijbel aan kon lopen zonder kritische vraagtekens te zetten. Bedenk zelf toch eens hoe groot je bootje moet zijn als je van ieder diersoort op aarde een mannetje en een vrouwtje wilt meenemen.
 

Nietszeggend kerstkaartje

Na mijn telefoongesprek met Simon brak voor mij een dramatische tijd aan. In no time had mijn aanstaande ex-vrouw een nieuw huis en vertrok ze met onze kinderen voor vier weken naar een familiereünie in Amerika. Ondertussen liep ik puin te ruimen in mijn bijna leeg geroofde huis. Toch had de scheiding nu al één voordeel. De (ex) schoonfamiliereünie bleef mij bespaard.
Zes maanden lang hoorde ik niets van Simon. Tot Kerst. Toen hij als goed christen weer aan zijn naasten dacht en mij een nietszeggend kerstkaartje stuurde. Ik heb Simon nooit meer gezien. In nood leer je je echte vrienden kennen. De ideale schoonzoon bestaat niet.
 
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Foto: Tonko

1. Slechte huisvrouw

Privé - Familie/Gezin - Feminisme

 
 

Nog niet aan kinderen toe

Wij vormden een doorsnee gezin: mijn ouders, mijn zus en ik. Mijn moeder was huisvrouw en mijn vader ging elke dag om half negen braaf naar zijn werk, zwaaide zijn lieftallige echtgenote gedag en kwam tegen zessen weer terug.
Dat zwaaien naar mijn moeder was trouwens zo’n automatisme dat hij dat zelfs deed toen zij een keer mee moest rijden. Waarop mijn moeder aan hem vroeg naar wie hij nou eigenlijk aan het zwaaien was.
Eigenlijk was mijn moeder nog niet aan kinderen toe. Echter in die tijd als 33-jarige vrouw zeggen dat je nog niet toe bent aan kinderen was natuurlijk vragen om problemen. Laten we zeggen, het was gewoon niet anders. 
 

Vrouwenpraatgroepen

Maar eind jaren zeventig tijdens de sterke opkomst van het feminisme veranderde er wat in ons gezin. Opeens wilde mijn moeder ook gaan werken en schafte ze een eigen auto aan. Overbodig te zeggen dat dit ook het einde inluidde van het tijdperk waarin mijn moeder mijn vader altijd liefkozend "Baas" had genoemd. Dat kon natuurlijk echt niet meer! Ook begon mijn moeder plotseling mee te doen aan vrouwenpraatgroepen en nam ze een abonnement op het feministische maandblad "Opzij".
Veel heb ik de Opzij niet gelezen, moet ik eerlijk bekennen. Alleen als er een artikel in stond over de strijd tegen porno wilde ik het blad wel inkijken. Met de nadruk op kijken.
Ik kon (en kan) mijn moeder altijd goed plagen. Als ze terugkwam van haar werk in de bibliotheek en het eten was nog niet klaar, riep ik altijd dingen als: "Zeg waar blijft het eten, wat ben jij toch een slechte huisvrouw!" 
Mijn moeder heeft mijn humor nooit zo goed begrepen. Ze antwoordde altijd serieus: "Jij moet later een ouderwetse vrouw trouwen!" Uiteindelijk deed ik dat natuurlijk niet. Ik trouwde juist een moderne vrouw. 
 

Emanicpatiescore

Zonder het te beseffen, heeft mijn moeder grote invloed gehad op mijn “emancipatie-score”. Want zonder te slijmen, kan ik gerust stellen dat ik een geëmancipeerde man ben.
Mijn vrouw was vooral de kostwinner. Ik werkte voor drie dagen en zorgde verder voor de kinderen. Ik heb daar nooit moeite mee gehad. Het maakt mij echt totaal niet uit hoe de rolverdeling binnen een gezin is. Zo lang als alle betrokkenen er maar achter staan.
Maar toch. Achteraf gezien had mijn moeder misschien gelijk. Want inmiddels ben ik een gescheiden man en snak ik naar een lekkere ouderwetse, zorgzame vrouw.


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.