Actualiteit - Tenenkrommende Woorden - Politiek/Macht
Anorexia
De afgetreden Duitse president Christian Wulff krijgt tot zijn dood € 200.000 per jaar uitgekeerd. Een vergoeding waar hij recht op zou hebben, omdat hij "om politieke redenen" is opgestapt. Wulff was verwikkeld in diverse schandalen
“rondom persoonlijke financiële transacties”. Dan kun je wel raden waar het om
gaat. Zoals wel vaker bij personen in hogere functies.
Ik noem dit het vrouwtje Piggelmee-syndroom*: je hebt (meer dan) genoeg om tevreden mee te zijn, maar je wil steeds meer.
Rationeel slaat het nergens op, want mensen als Wulff kunnen hun geld niet
eens opmaken voor hun dood. Voor een echte verklaring zul je naar de
hersenen moeten kijken. Het is net als met anorexia. Je kunt wel samen met een
anorexia-patiënte voor de spiegel objectief constateren dat ze toch echt te dun
is, maar dat lost het probleem nog niet op. Het zit tussen de oren.
Onschendbaarheid
Dat Wullf eieren
voor zijn geld (!) koos, was om de eenvoudige reden dat het openbaar ministerie
dreigde met het opheffen van zijn onschendbaarheid om een strafrechtelijk
onderzoek te kunnen instellen.
Er zijn weinig woorden die mij pissig maken
vanwege het simpele feit dat ze (nog) bestaan in deze wereld. Alhoewel. Als ik
erover nadenk, kan ik wel honderden tenenkrommende woorden bedenken. Neem
“martelen” of “holocaust”. “Onschendbaarheid” is ook zo’n woord. De weinige
haren die ik nog heb, gaan recht overeind staan bij het horen ervan.
Hoe is het
in godsnaam mogelijk dat in deze tijd het woord “onschendbaarheid” niet alleen
nog bestaat, maar ook nog in de praktijk wordt toegepast? Ja, Lodewijk XIV
mocht als Zonnekoning rustig roepen: “L’état, c’est moi!”. De koning stond boven
de wet en dat was al eeuwen zo. Zeker in een tijd waarin de meeste mensen niet
konden lezen en schrijven en (dus) weinig mondig waren, was dat zo logisch als
wat. Als plaatsvervanger van God op aarde werd elke absolute vorst gezien als
onfeilbaar: “The king can do no wrong!”
Quelle surprise
Inmiddels leven we echter in 2012 en
hebben we menig koning, keizer, dictator en president zien falen bij het leven.
Zo erg zelfs dat je je kunt afvragen of dat soms een voorwaarde is om op zo’n
positie terecht te kunnen komen.
Is het dan teveel gevraagd van de mensen die erover
gaan om de voor de hand liggende conclusie te trekken dat blijkbaar niemand onfeilbaar
is (“Quelle surprise!” zou Lodewijk XIV ongetwijfeld gedacht hebben, om er vervolgens wijselijk zijn mond bij te houden)? Van waaruit je weer verder kunt concluderen dat
het dan maar beter is dat iedereen de consequenties van zijn feilbaarheid accepteert.
Dankzij types als Silvio Berlusconi durf ik de niet gewaagde stelling te verdedigen
dat hoe meer status, macht en rijkdom iemand bezit, hoe meer hij een
voorstander van (zijn eigen) onschendbaarheid zal zijn. Er is maar één manier
om daar vanaf te komen: afschaffen die handel! Aan het eind van het briljante
boek “Animal Farm” van George Orwell zagen de varkens zichzelf ook als
onschendbaar. Over Berlusconi gesproken.
Tonko
Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
* Deze naam komt van een bewerking van het sprookje "Van de visser en zijn vrouw" van de gebroeders Grimm. Het gaat over het arme kabouterechtpaar Piggelmee waarvan de man visser is. Op een dag vangt hij een gouden vis, maar de vis vraagt de visser hem vrij te laten in ruil voor een wens. Uit medelijden laat de visser de vis vrij zonder een wens te doen. Eenmaal thuisgekomen stuurt zijn vrouw hem echter terug om alsnog een wens door te geven aan de vis. Zij wil een groter huisje. Die wens gaat in vervulling. Maar elke keer als de visser thuiskomt, wil zijn vrouw dat hij teruggaat om méér te vragen. Eerst wil ze een kasteel, dan wil ze koningin worden, dan keizerin, dan de paus en tenslotte God. Alle wensen worden door de vis vervuld, tot de laatste over God. Na die laatste wens keert de visser huiswaarts om te zien dat de vis weer alles heeft veranderd in de oorspronkelijke staat. Ze zijn weer net zo arm als in het begin.