vrijdag 30 november 2012

50. Om geluk af te dwingen, heb je geluk nodig

Actualiteit - TV/Film/Docu - Toeval/Willekeur/Synchroniciteit



De rol van toeval

"Wrong Time Wrong Place” van regisseur John Appels was de openingsfilm van het Internationale Documentaire Filmfestival Amsterdam (IDFA).
Aan de hand van verhalen van overlevenden en nabestaanden van slachtoffers van de bomaanslagen en moordpartijen van Anders Breivik in Oslo en UtØya in 2011 wil Appels iets vertellen over de rol die toeval kan spelen in een mensenleven. Soms ben je op de goede tijd op de goede plaats, maar soms geldt helaas ook het omgekeerde.

Toeval bestaat en een lot niet

Ook ik heb een enorme fascinatie voor het onderwerp toeval. Daar waar Appels echter ruimte laat voor de mogelijkheid dat er nog een soort lot is, ben ik veel gedecideerder in mijn standpunt: toeval bestaat en een lot niet. Ja, een Oudejaarslot dat ik straks ga kopen in de hoop ermee de jackpot te winnen, bestaat. Waarbij je overigens zult zien dat ik ‘m wéér niet win. Maar niet omdat ik met selffulfilling prophecy bezig ben en niet genoeg in mezelf geloof. En ook niet omdat het leven andere plannen voor me in petto heeft. Maar simpelweg omdat de kans op het winnen van de jackpot veel kleiner is dan de kans dat je ‘m niet wint.

You win some you lose some

Toeval: dat is waar het in het leven voor een groot deel om draait. Pech of geluk: you win some, you lose some. Waarbij de een wat meer zal winnen en de ander wat meer zal verliezen. Geluk kun je afdwingen, wordt wel eens gezegd. Mijn meer genuanceerde overtuiging: om geluk af te dwingen, heb je geluk nodig.
Stel, ik moet de metro halen. Ik ren de roltrap op, zie de metro klaar staan voor vertrek en sprint richting de schuifdeuren. Helaas: ik ben nét een fractie te laat. De metro verdwijnt in een tunnel, er volgt een enorme explosie waarna een allesverwoestende brand alles en iedereen in de metro vernietigt.
In grote lijnen kan ik het incident op twee manieren interpreteren. Ik kan simpelweg concluderen dat ik toevallig enorme mazzel heb gehad. Maar ik kan er ook een andere, diepere betekenis aan geven. Het was blijkbaar mijn tijd nog niet en God of welke hogere macht dan ook heeft andere plannen met me.

Deterministische variant

Diverse mensen zullen kiezen voor de laatste, deterministische variant. Het kan gewoon geen toeval zijn geweest dat ik de metro net niet haalde. Onderaan de roltrap was ik nog gestruikeld; dat moet haast wel een beschermengel zijn geweest. Afgezet tegen de vreselijke ramp is het een prachtige verklaring voor het gebeuren. Het geeft rust, troost en hoop: er is dus inderdaad meer tussen hemel en aarde!
Je kunt de situatie echter ook omdraaien. Kijk eens op een willekeurig perron naar vertrekkende metro’s en je zult bij vrijwel elke metro mensen zien die ‘m net niet halen. Oftewel: als zich ergens een metroramp voltrekt, zullen er vrijwel altijd mensen aan ontkomen simpelweg omdat ze net te laat waren. Niks geen diepere betekenis; slechts statistiek. Net zoals dat overigens voor vele rampen geldt. Zo zullen er ook in Noorwegen mensen geweest zijn die van plan waren om naar UtØya te komen maar om wat voor reden dan ook letterlijk of figuurlijk de boot misten en dus geluk hebben gehad.

Winners overwinnen kanker

Uiteindelijk draait het allemaal om de manier hoe we tegen dit soort situaties aankijken. Of beter gezegd: willen aankijken. Is het leven iets waar wij zelf, tezamen met mysterieuze krachten, volledig controle over hebben of moeten we accepteren dat die controle er vaak niet of nauwelijks is en wij het leven maar gewoon moeten nemen zoals het komt?
Voor velen is dat laatste onacceptabel. Het idee alleen al dat je op veel gebeurtenissen in je leven totaal geen invloed hebt, is heel beangstigend. Het doet mij denken aan de momenteel vooral in de Verenigde Staten zeer populaire visie dat je, gechargeerd gezegd, een “loser” bent als je dood gaat aan kanker. “Winners” overwinnen kanker. Zoals Lance Armstrong. Al kun je je bij hem afvragen of van de twee genoemde termen “winner” de juiste is. Geef mij dan maar “onze” Olympisch zwemkampioen én kankeroverlever Maarten van der Weijden, die zijn genezing volledig toeschreef aan geluk.

Eigenlijk geloof ik maar één ding

Het wel of niet geloven in toeval blijft fascinerend. Eigenlijk geloof ik zelf maar één ding: dat de mens wil geloven.


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Foto: internet
 

donderdag 29 november 2012

49. Stapels Excuses

Actualiteit - Liegen en bedriegen/Hypocrisie - Waarheid



Publieksgeile Stapel

De vanwege fraude ontslagen hoogleraar Diederik Stapel legde gisteren in een videoboodschap een verklaring af waarin hij diepe spijt betuigt voor de pijn die hij met zijn vals spelen heeft veroorzaakt: “Ik heb gefaald als wetenschapper.” Volgens mij overigens niet alleen als wetenschapper, maar wie ben ik.
Dat de publieksgeile Stapel nog niet helemaal genezen is, bewijst hij in de loop van zijn boodschap waarin hij verkondigt “op aanraden van familie en vrienden” een deel van zijn dagboekaantekeningen te hebben verwerkt tot een boek dat later deze week verschijnt. Van je familie en vrienden moet je het hebben, zullen we maar zeggen.

De waarheid was beter geweest zonder mij

Als ik de niet in de camera kijkende (durvende?) Stapel observeer, kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat hij wellicht opnieuw niet het ware verhaal vertelt. Zo kan ik mij weliswaar goed voorstellen dat zijn familie en vrienden hem hebben aangeraden om zijn ellende en frustraties van zich af te schrijven in een dagboek. Maar om dat vervolgens dan ook te gaan uitgeven en er geld mee te verdienen? Ik mag hopen dat mijn familie en vrienden me in zo’n situatie van beter advies zullen voorzien.
Hoe populair de werkwijze ook is om eerst illegale praktijken uit te voeren om ze vervolgens als "successtory" nog eens lekker uit te melken, is het niet mijn ding. Wees dan een echte vent Diederik Stapel en deel mee dat de opbrengsten van het boek zullen worden verdeeld onder de gedupeerden.
“De waarheid was beter geweest zonder mij” zegt Stapel. Een schattige uitspraak. Alsof hij aanwezig was bij de waarheid. Als ik de waarheid zou zijn en ik zie Diederik Stapel naast me staan, zou ik meteen zeggen: “Hé, wat doe jij hier? Wegwezen, jij!” Ik vermoed dat Stapel door alle stress niet goed uit zijn woorden kwam. “Met mij was de waarheid afwezig” bedoelde hij waarschijnlijk.
Na het onlangs verschenen boek “Onkruid” van Bram Moszkowicz en in afwachting van de binnenkort te verschijnen boeken “Kanker Verraders” van Lance Armstrong en “Lange Neus” van Willem Holleeder verheug ik mij al enorm op Diederiks dagboekonthullingen. Ik vraag me af hoe het boek gaat heten: “Stapels Excuses”?


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.




woensdag 21 november 2012

48. Francis is geen Galileo Galilei

Actualiteit - Eigenwijs/Koppig - TV/Film/Docu

 

Extreme opvoedmethode

Vorige week zag ik in Pauw&Witteman documentairemaakster Anneloek Sollart en moeder Francis Kenter met haar veertien jaar oude zoon Tom Watkins. Aanleiding van het gesprek was de door Sollart gemaakte documentaire “Rawer”₁ die deze week bij het Internationale Documentaire Filmfestival Amsterdam (IDFA) in première is gegaan.
Francis voedt Tom al sinds zijn vijfde jaar op met niets anders dan rauw eten: groente, fruit en noten Ze is ervan overtuigd dat je van gekookt voedsel lichaamsvreemde stoffen binnen krijgt die slecht zijn voor de mens.

Door haar extreme opvoedmethode is Francis de afgelopen jaren met diverse instanties in conflict gekomen die haar betichten van kinderverwaarlozing en -mishandeling. Na het besluit van Francis om in het belang van zijn voeding haar zoon ook nog eens van de middelbare school af te halen, bestaat er inmiddels een zeer reële kans dat Tom binnenkort uit huis wordt geplaatst.
Dit besluit van Francis komt overigens vreemd over, omdat ze aan de ene kant beweert dat ze Tom volledig vertrouwt. Het is volgens haar tenslotte ook zijn eigen “vrijwillige” keuze om raw food te eten. Maar dat het vertrouwen in haar zoon toch ook zijn grenzen heeft, blijkt wel uit het feit dat Francis tegelijkertijd aangeeft dat het volkomen onmogelijk is om zo’n kind naar de middelbare school te sturen en te verwachten dat hij daar gezond gaat eten: “Ja maar weet je, kinderen van die leeftijd willen bij de groep horen, die willen niet anders zijn dan andere kinderen.”

Eppur si muove!

Over het algemeen kan ik eigenwijze en koppige mensen best wel waarderen. Mensen die naar links gaan, terwijl de rest voor rechts heeft gekozen. Mensen die roepen “En toch draait de aarde om de zon” terwijl de rest overtuigd is van het tegenovergestelde.
Ik zeg “over het algemeen”, want ik merk dat mijn waardering toch vooral afhangt van een piepklein detail: ze moeten wel gelijk hebben! Zo had Galileo Galilei wel enig recht van spreken toen hij "Eppur si muove!"₂ tegen de Rooms Katholieke Kerk riep. Zijn op Nicolaas Copernicus gebaseerde heliocentrische visie bleek te kloppen en de kerk kon met hangende pootjes de door haar eeuwenlang aangehangen geocentrische theorie in de prullenbak gooien.

Een ernstig ondervoed kind in Afrika

Maar de situatie bij deze eigenwijze, koppige moeder is net even anders. Francis is geen Galileo Galilei. Ondanks dat er niets mis is met een op veel groente en fruit gebaseerde levensstijl, wijzen medische onderzoeken uit dat de extreme manier waarop Francis dit door“voert” in haar opvoeding van Tom ernstige gevolgen heeft voor zijn lichamelijke groei en ontwikkeling, inclusief die van zijn brein. Zo wordt Tom’s groeicurve door een kinderarts van het AMC omschreven als die van een ernstig ondervoed kind in Afrika.
Natuurlijk kun je dan lekker eigenwijs en koppig volhouden dat jij gelijk hebt en de hele medische wereld niet en laat dat nou precies zijn wat Francis doet: volgens haar hebben de doktoren geen idee waar ze het over hebben. Met een goede onderbouwde argumentatie waarom zij het wel bij het rechte eind heeft en de gehele medische wetenschap niet zou ze mijn interesse nog hebben gewekt, maar daar komt ze niet mee. 

Vreselijk dominant en manipulerend

Het allerergste van alles vind ik nog wel de reacties van Tom. Je hoeft geen professionele wetenschappelijke observator te zijn om te zien dat hij zich totaal niet op zijn gemak voelt en niet hardop durft te zeggen wat hij er werkelijk van vindt. Duidelijk verscheurd door de situatie en het vreselijke dilemma tussen óf vrijuit praten óf loyaal zijn aan zijn moeder, houdt hij zich in de discussie verlegen en klunzig zoveel mogelijk afzijdig. Wel toont hij aan dat zijn brein nog werkt door de verstandige opmerking te maken dat hij alles ook maar van twee kanten hoort (zijn moeder versus de artsen) en het dus ook niet honderd procent weet.
Verontrustend vind ik ook te zien hoe Francis zich probeert te profileren als de begripvolle moeder die haar kind alle ruimte biedt tot het maken van eigen keuzen, terwijl ze ondertussen, bewust dan wel onbewust, op een zeer subtiele manier vreselijk dominant en manipulerend bezig is. “Wil jij nog iets zeggen tegen de mevrouw van de kinderbescherming over dat zij zich er zo zorgen maakt dat je bij zo’n moeder opgroeit? (…) Dat je jezelf niet zou mogen kunnen uiten?” Waarop Tom als een volleerd toneelacteur zijn tekst opzegt: “Er wordt altijd gevraagd of ik het wel of niet wil. Ik heb ook zelf de keuze in het rauw eten. Ik heb ook zelf de keuze in de thuisschool en ik heb er alle twee voor gekozen, dus...” Francis: “Ja, was dat het?”

Persoonlijk drama

Als vader, co-ouder én mens miste ik één essentiële vraag in het gesprek: waar is Tom’s vader?
Dat na veel scheidingen vaders uit beeld verdwijnen en (haast) geen rol meer spelen in de opvoeding van hun kinderen, is blijkbaar ook in onze maatschappij dusdanig normaal dat er niet eens meer naar wordt gevraagd. Heel jammer.
Als het om de eigen keuze van een egoïstische vader gaat, kan ik daar nog mee leven. Maar het wordt een heel ander verhaal als het allemaal een stuk gecompliceerder ligt en Tom’s vader wellicht door de situatie en tegen zijn zin in is gedwongen om afstand te nemen van zijn zoon. En zien we hem straks gekleed in een Batman-pak op het Buckingham Palace om namens “Fathers 4 Justice” aandacht te vragen voor de gelijke rechten van gescheiden vaders. Hoe het ook zij: ik kan me voorstellen dat Tom's vader ook nog wel iets te zeggen wil hebben over de gezondheid van zijn zoon.
Dat hij leeft en in Engeland₃ woont, blijkt uit die ene keer tijdens het gesprek dat hij even ter sprake komt. Wanneer Francis wordt gevraagd naar de dreiging van de uithuisplaatsing van Tom zegt ze dat ze het zover natuurlijk niet laat komen. Ze heeft dan nog altijd de optie om Tom bij zijn vader in Engeland te laten inschrijven waar thuisonderwijs wel is toegestaan. Verhuist Tom dan naar Engeland? Nee, dat niet.
Ik weet niet of Francis met deze naïeve, openlijke omzeiling van de Nederlandse leerplicht weg gaat komen. Maar de vastberadenheid waarmee ze aangeeft dat ze het niet zover zal laten komen, verontrust mij. Het is een verhaal dat in mijn ogen nog wel eens in een persoonlijk drama zou kunnen eindigen. Zoals wel vaker hoop ik overigens dat ik ongelijk heb.



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


₁“Rawer” is de opvolger van de documentaire “Raw” die Sollart in 2008 maakte over Francis en Tom en die toen meteen al veel ophef veroorzaakte.
₂ Betekent: “En toch beweegt zij!” (de aarde om de zon) Deze uitspraak is overigens apocrief, wat wil zeggen dat er geen bewijzen zijn dat Galileo Gailei dit echt gezegd heeft, maar het wordt wel aan hem toegeschreven.
₃ Kijkend naar de achternamen veronderstel ik dat Francis en haar ex-man uit Engeland komen en dat Francis wellicht met Tom naar Nederland is verhuisd.


Foto: Tonko
 

woensdag 14 november 2012

47. La Chica de la Guerrilla

Actualiteit - Politiek/Macht - (On)Rechtvaardigheid 



Het begrip vrede oprekken

Zou Twan Huys al druk achter de schermen bezig zijn om na de neus dit keer “la chica de la guerrilla" Tanja Nijmeijer voor zijn programma College Tour binnen te halen? Tanja heeft aangegeven graag naar Nederland te komen om uitleg te geven over haar strijd voor de Colombiaanse guerrillabeweging FARC en waar kan ze dat beter doen dan in College Tour?
Net als dat het Nobelprijscomité al jaren het begrip “vrede” aan het oprekken is om nog winnaars voor deze prijs te kunnen krijgen, is Twan Huys met Willem Holleeder tenslotte ook al begonnen het begrip “idool” wat ruimer te interpreteren om zijn programma tot in lengte van dagen van hoge kijkcijfers te voorzien.

Rekruteren van kindsoldaten

Ik zie het al helemaal voor me: Tanja Nijmeijer in een zaal vol studenten Spaans die nog niet goed weten wat ze na hun studie willen gaan doen. Wat is er dan mooier om ze te overtuigen van de schoonheid van de gewapende strijd voor een ideaal: de arme bevolking van een land redden van de onderdrukking door een vreselijke regering.
En dan kan Tanja ook meteen aan iedereen uitleggen waarom het plegen van aanslagen, het ontvoeren en vermoorden van onschuldige mensen, het rekruteren van kindsoldaten en het participeren in drugshandel toch echt noodzakelijke activiteiten zijn om een hoger doel te dienen.

Viva la Républica!


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


 

maandag 12 november 2012

46. Opgroeien als een soort Boeddhaatjes

Privé - Drama/Tragiek - De Dood - Taboes - Familie/Gezin

 


Vreemd

Ik hoorde van mijn dochter dat er onlangs weer een jongen uit deze omgeving bij een verkeersongeval om het leven is gekomen. Was de jongen uit column 11 (klik hier) met zijn twaalf jaar even oud als mijn tweede zoon, dit jongetje was drie jaar jonger en even oud als mijn dochter nu: negen. Ze kende hem weliswaar niet, maar sommige kinderen van haar klas wel.
Mijn dochter vertelde dat een jongen uit haar klas die bevriend was met de omgekomen jongen het nieuws vertelde alsof het heel normaal was. Ze vond dat vreemd. Ik legde haar uit dat kinderen vaak niet weten hoe ze op zulk vreselijk nieuws moeten reageren en ook vaak geen besef hebben van de ernst ervan. Dat besef komt misschien pas (veel) later.

Schaamte

Ik vertelde mijn dochter dat toen ik een jaar of veertien was een moeder van een meisje bij mij op de tennisclub onverwacht overleed. Het meisje was geen vriendin, maar ik vond haar wel heel aardig. Op de club zag ik haar regelmatig, maar nadat dit gebeurde, ontweek ik haar. Ik was al een nogal teruggetrokken puber die zich vaak geen raad wist met zijn houding en bij zoiets wist ik het zeker niet. De dood stond toen ook nog heel ver van mij af. Pas op mijn drieëntwintigste had ik mijn eerste begrafenis.
Op momenten dat ik later in mijn leven ergens met de dood werd geconfronteerd, moest ik nog wel eens met schaamte over mijn toenmalige houding aan dat meisje terugdenken. Maar ik ben inmiddels veranderd. Als zoiets nu zou gebeuren, zou ik de eerste zijn die op haar af zou stappen. Ik ben daar heel open en direct in, ik doe niet aan taboes en meestal wordt dat ook gewaardeerd. Juist omdat veel andere volwassenen tot hun eigen dood moeite blijven hebben met hun houding bij dit soort situaties en daarom behoorlijk afstandelijk doen.

Nature en nurture

Dat mijn dochter blijkbaar wel de ernst van de dood van de jongen inziet, kan verschillende nature en nurture redenen hebben. Een van die nurture redenen zou kunnen zijn dat ik mijn kinderen tijdens het opvoeden niet weg houdt van onderwerpen als de dood. Als de dood om wat voor reden dan ook ter sprake komt, praat ik er open over.
Een goede vriend van me is het tegenovergestelde. Hij is in het algemeen al behoorlijk angstig ingesteld en dus heeft hij, net als velen overigens, ook een duidelijke angst voor de dood. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat hij zichzelf en zijn twee dochters zoveel mogelijk wil afschermen van dit soort vervelende, confronterende onderwerpen. Ik vertelde hem dat het voordeel hiervan is dat zijn dochters zo opgroeien als een soort Boeddhaatjes.

Prins Siddharta Gautama

Prins Siddharta Gautama werd zeer beschermd opgevoed binnen de muren van zijn paleis. Toen hij al 29 jaar was, sloop Siddharta uit nieuwsgierigheid op een nacht samen met een bediende het paleis uit. Daar werd hij al snel geconfronteerd met het lijden en de vergankelijkheid van het echte leven.
Siddharta zag achtereenvolgens een oude, zieke en dode man. Onbekend met deze fenomenen legde zijn bediende hem uit dat dit lot iedereen te wachten staat. Toen Siddharta daarna een kluizenaar zag en daar ook uitleg over kreeg, was hij om. Hij vertrok uit het paleis, liet zijn vrouw en zoon achter en begon aan een zeer ascetisch leven. Siddharta werd Boeddha en de rest is "geschiedenis".

Beter en begripvoller reageren

Iedereen moet omgaan met de dood op een manier waar hij zich het beste bij voelt. Maar ondanks dat ik hoop dat mijn kinderen niet veel gelegenheden krijgen om het te bewijzen, vertrouw ik erop dat als het moment daar is ze beter en begripvoller zullen reageren dan ik destijds met dat meisje deed.
Ik ben benieuwd of de dochters van mijn vriend in een soort Boeddhaatjes veranderen. De kinderen van mij in elk geval zeker niet. De eerste asceet die niet zonder zijn mobiel kan, moet ik nog tegenkomen.



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Foto: Tonko

donderdag 8 november 2012

45. Ik haat taboes

Actualiteit en privé - Pestgedrag - Zelfmoord - Goed/Kwaad



De mens is en blijft een sociaal wezen

Sommige onderwerpen raken mij diep. Zelfmoord is er zo eentje. Zeker als het om kinderen en jongeren gaat. Het gevoel van niet begrepen worden, anders zijn, er niet bij horen, de eenzaamheid; zowel vanuit mijn verleden als verlegen en teruggetrokken puber als vanuit het heden als ouder van bijna drie pubers kan ik me aardig in dit onderwerp inleven.
Verder heeft de zoon van een goede vriendin van mijn moeder lang geleden zelfmoord gepleegd. Iets wat die vriendin de rest van haar leven met zich zal meedragen. De mens is en blijft een sociaal wezen en als je voelt dat dat voor jou, om wat voor reden dan ook, veel moeilijker ligt dan doet dat pijn.

Tot weerziens

Momenteel is de zelfmoord van de twintigjarige Tim Ribberink veel in het nieuws. In de afscheidsbrief aan zijn ouders schreef hij: “Ik ben mijn hele leven bespot, getreiterd, gepest en buitengesloten. Jullie zijn fantastisch. Ik hoop dat jullie niet boos zijn. Tot weerziens.” 
Ondanks dat er in Nederland jaarlijks gemiddeld ongeveer zestienhonderd mensen zelfmoord plegen (bijna vijf per dag!) en wereldwijd naar schatting een miljoen (bijna twee per minuut!), haalde de zelfdoding van Tim het nieuws door de ophef die ontstond toen zijn ouders zijn afscheidsbrief in de rouwadvertentie toonden.

Angst voor de dood

Over de dood en zeker over zelfmoord bestaan nogal wat taboes. We kunnen er lang en kort over praten, maar uiteindelijk komen die taboes allemaal voort uit één ding. Hetzelfde “ding” waaruit volgens de Britse schrijver Redmond O’Hanlon alle geloven zijn ontstaan (en ik geloof hem): onze angst voor de dood.
Ik houd niet van taboes, sterker nog: ik haat taboes. En alleen daarom al vind ik het heel goed dat de ouders van Tim zijn brief hebben gepubliceerd. Rouwadvertenties waaruit je indirect kunt afleiden dat er vermoedelijk sprake was van zelfmoord vind ik vreselijk. Respectloos zelfs, aangezien het een keus van de overledene zelf is geweest. Wees open, schaam je niet, benoem het en meld eventueel de achtergrond ervan. En als dat in zo’n geval als deze leidt tot een discussie over het onderwerp pesten: prima toch. Dat kan geen kwaad. Integendeel zelfs!
Al vermoed ik dat er een aantal redenen zijn waarom je het woord "zelfmoord" nooit in rouw-advertenties ziet. Dat kan zijn 
uit schaamte. Of omdat het te hard, te direct en te pijnlijk klinkt en het mensen afschrikt. Maar het zou ook zo kunnen zijn dat het door bepaalde instanties (bijvoorbeeld hulpverleningsinstanties of uitvaartondernemingen) wordt afgeraden om het Z-woord te gebruiken, omdat het kan leiden tot kopieergedrag bij mensen met vergelijkbare gevoelens, gedachten en plannen. Men is dan bang dat rouwadvertenties waarbij zelfmoord als doodoorzaak expliciet worden vermeld, leiden tot meer (pogingen tot) zelfmoorden.   

YouTube-filmpje Amanda Todd

Recentelijk hebben meer zelfmoorden door pestgedrag het nieuws gehaald. Zo wierp een paar weken geleden een achttienjarige jongen in Duitsland zichzelf voor de trein nadat hij tijdens het versturen van zijn verjaardagsuitnodigingen via Facebook dezelfde fout had gemaakt als Merthe uit Haren. Toen hij zijn fout wilde herstellen, werd hij uitgescholden en bedreigd en kon hij de druk blijkbaar niet aan. Al lijkt het mij niet ondenkbaar dat er meer speelde.
Eind september klonk op een drukke gang in een school ergens in de Verenigde Staten een pistoolschot en vreesde men even een nieuwe moordpartij. Maar dat bleek “mee” te vallen: een elfjarige jongen had alleen zichzelf doodgeschoten. Vanwege pesterijen.
Een paar weken daarvoor had de vijftienjarige Amerikaanse tiener Amanda Todd een filmpje van zichzelf op YouTube geplaatst. Door een voor een briefjes met teksten op te houden voor de camera vertelde ze hierin het ingrijpende verhaal over de pesterijen die haar achtervolgden sinds ze een paar jaar geleden op verzoek van een “vriend” haar borsten op webcam had laten zien.
Vijf weken na plaatsing van de video hing dit mooie meisje zichzelf op. 

Sociale media zijn kweekvijver van cyber-pestkoppen

De rol van de sociale media op het gebied van pesten wordt steeds kwalijker. Ook hier geldt dat alle voordelen hun nadelen hebben. Aan de ene kant kunnen de sociale media je maken. Of beter gezegd: je door al die “vrienden” het gevoel geven dat je het sociaal gemaakt hebt. Maar aan de andere kant kunnen ze je ook letterlijk breken. Wat in de combinatie van pestgedrag met kwetsbare kinderen dus kan leiden tot zelfmoord.
Het allerergste van alles vind ik nog wel dat als ik sommige reacties op internet lees, ik misselijk word en me goed kan voorstellen wat voor effect dit soort pestgedrag via internet kan hebben op kwetsbare pubers.
Mijn plaatsvervangende schaamte voorkomt dat ik voorbeelden geef. Godallemachtig. Dat mensen zo dom, kwaadaardig en gefrustreerd kunnen zijn, is al erg genoeg. Maar dat ze daarbij ook nog de behoefte voelen om al die kwetsende onzin met iedereen te delen, is ronduit schokkend.
Cynisch bekeken zijn de sociale media een kweekvijver van een nieuw soort pestkoppen: de cyber-pestkoppen. Bovenop de “gewone” pestkoppen krijg je nu ook nog mensen die in het dagelijks leven anderen niet durven te pesten, maar die eenmaal anoniem achter de computer helemaal los gaan. Zonder enig besef van wat ze aanrichten. Met daarbij de vraag of als ze dat wel zouden weten, het iets zou uitmaken.

Trots zijn op wie je bent

De vraag hoe je notoir pestgedrag kunt tegengaan, is natuurlijk niet een-twee-drie te beantwoorden. Sterker: die vraag is eigenlijk niet de juiste. Beter kun je de vraag stellen hoe je met pestgedrag moet omgaan. Want zo lang als de mens bestaat, zal dat helaas ook gelden voor pestgedrag. Een van mijn bekendste levenslessen aan mijn kinderen sluit naadloos aan op mijn trilogie over de vraag of God goed is: “Overal waar je komt, kom je aardige mensen (goed) tegen en niet aardige (kwaad). Richt je zoveel mogelijk op de aardige en vermijd de niet aardige.”
Natuurlijk is dat veel makkelijker gezegd dan gedaan. Garanties dat je kinderen nooit worden gepest of nooit zullen pesten heeft niemand. Net als bij het voorkomen of oplossen van problemen in het algemeen, kun je ook hier volgens mij maar één verstandig ding doen: er open over zijn en het bespreekbaar maken en houden. En dan maar hopen dat dat helpt.
Zo heb ik met mijn kinderen het onderwerp pesten al vaker dan eens besproken. Uiteraard niet zonder en passant te checken of ze soms wel eens anderen pestten of zelf gepest werden.
Mijn oudste zoon wordt de laatste tijd bijvoorbeeld een beetje gepest door een oud-klasgenoot en dat bespreek ik dan met hem. Hij is een gevoelige jongen en dat speelt natuurlijk een grote rol.
Minder gevoelige kinderen zullen niet snel worden gepest. Al is het alleen maar omdat zij pestgedrag vaak niet als pestgedrag zullen ervaren en hun schouders erover ophalen. Een houding die gepesten ook zouden moeten leren: je schouders erover ophalen, weten wie het zegt en vooral trots zijn. Trots zijn op wie je bent en trots zijn op je anders zijn dan het gemiddelde. Wat - ik herhaal het maar even - uiteraard helaas veel makkelijker gezegd is dan gedaan.
Er is niets stoerder dan jezelf durven zijn ongeacht hoe de rest van de wereld erop reageert. Ik hoor mijn kinderen alweer gapen bij de zoveelste levensles van hun vader. Dat ik wederom gelijk heb, zal ze een zorg zijn. Het blijven pubers. Ach, zo lang als ze maar nooit anderen pesten en zichzelf wapenen tegen pestkoppen vind ik alles best.



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Foto: Tonko



Amanda Todd
geen woorden voor...

zaterdag 3 november 2012

44. COLUMN FILOSOFIE BEWIJS VOOR BESTAAN GOD: Is God goed? (deel III)

(zie ook column 30; en columns 42 en 43)


ONDERWERPEN: PRIVÉ - FILOSOFIE - GOD - GOED EN KWAAD

 

Een ander argument van mijn filosofievriend voor de goedheid van God is van ontologische aard en stelt “dat bepaalde zaken in objectieve zin goed of kwaad zijn.” Een soort van natuurwet zeg maar.
Volgens hem kan deze niet anders dan van de eerste veroorzaker afkomen: God. Dat je hieruit kan concluderen dat God goed moet zijn, komt volgens mijn vriend omdat het kwade immers altijd secundair is ten opzichte van het goede. “Het kwade parasiteert als begrip namelijk op het goede net zoals bijvoorbeeld (…) chaos op orde.
Dat is een aanname die je mag doen. Al komt die volgens mij, net als meer aannames, vooral voort uit een persoonlijke voorkeur. Bovendien vraag ik me af als je orde als goed beschouwt en chaos als kwaad en je bedoelt met secundair dat kwaad na goed komt (als reactie) of het dan klopt dat chaos altijd na orde komt. 
Ja, ik begrijp wel dat deze stelling voortkomt uit de tweede wet van de thermodynamica over de toenemende entropie (simpel gezegd dat vanuit orde - in een geïsoleerd systeem - entropie/wanorde/chaos ontstaat). Maar volgens mij wordt deze wet door creationisten verkeerd en in hun eigen voordeel uitgelegd, aangezien het begin van het heelal niet kan worden beschouwd als een geïsoleerd systeem terwijl dat een belangrijk uitgangspunt van deze wet is.
Ondanks dat ik in grote lijnen de tweede wet begrijp, kun je - eigenwijs als ik ben - volgens mij kijkend naar het heelal ook concluderen dat vanuit chaos soms ook weer orde ontstaat. Het is maar hoe je chaos en orde definieert. Heel simpel gezegd: zo was het heelal in het begin een zooitje met allemaal gassen, stoffen en elementaire deeltjes door elkaar en kwam er heel veel tijd later wat meer orde door het ontstaan van sterren, planeten, sterren- en zonnestelsels etc.

Maar afgezien van dit alles kan ik ook weer heel simpel denken: waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Creëer als Schepper gewoon alleen een objectief goed en geen kwaad en dan hoeven we deze hele discussie ook niet te voeren. Want met het creëren van een objectief goed en kwaad geef je mensen ook de mogelijkheid om voor het kwaad te kiezen. En wat is daar het nut van? Wordt het anders te saai of zo? Of is het een spelletje en "just for the fun"? Of is het allemaal misschien juist noodzakelijk om die harmonie in de kosmos tot stand te brengen?
Het volgende genoemde argument waarom God goed moet zijn en niet kwaad, is "dat wie diepgaande kennis heeft over het goede en kwade altijd het goede zal doen, omdat werkelijke kennis hierover tot het inzicht leidt dat kwaadaardigheid noodzakelijk op termijn zelfdestructief is."
Het is een prachtig uitgangspunt dat God met al Zijn kennis weet dat het goede op termijn altijd het kwade zal overwinnen. Maar zou de wereld er dan inmiddels niet een stuk mooier moeten uitzien? Of heeft dat met het begrip “op termijn” te maken?
Hoe graag ik dit ook wil geloven, vrees ik toch dat er genoeg voorbeelden zijn van mensen die voor het kwaad kiezen en er niet alleen goed mee wegkomen, maar er bovendien een prachtig leven aan over houden. Natuurlijk kun je daar als gelovige tegenin brengen dat je pas na je dood verantwoording aan God zult moeten afleggen en je dan tot de conclusie mag komen dat het kwaad op termijn inderdaad destructief blijkt te zijn. Toch is en blijft mijn steeds maar weer terugkomende vraag: als God bestaat en Hij is goed en goed overwint altijd over het kwaad omdat op termijn het kwaad zelfdestructief is, waarom bestaat het kwaad dan nog?
Om dit alles te kunnen begrijpen, kan ik niet om de voor mij voor de hand liggende conclusie heen dat zowel goed als kwaad in pure vorm niet bestaan. Want als er iemand zou zijn die alleen maar uit pure goedheid bestaat dan zou dat toch God moeten zijn. Maar waarom zou iemand die uit pure goedheid bestaat, excusez le mot, in godsnaam het kwaad willen scheppen? Dat gaat er bij mij echt niet in.
Alles wat geschapen is, komt van God. Dit zal elke gelovige onderschrijven. Dus ook het kwaad. De mens is volgens de bijbel geschapen naar Gods evenbeeld₁ en ik neem aan dat niemand zal ontkennen dat in ieder mens goed en kwaad zit. Dus waarom zou dat dan niet gelden voor onze Schepper. Als je van mening bent dat het kwaad niets (goeds) kan creëren, moet je dan ook niet het omgekeerde vinden: dat het goede niets kwaads kan creëren?
Maar dat is niet het geval. Wat is de logica daarachter? Het lijkt mij veel logischer te concluderen dat goed en kwaad bestaan - beide om wat voor reden dan ook geschapen door God - en dat iedereen blijkbaar de keus heeft, ook tijdens het creëren (!), waarvoor ze (het meeste) gaan. Overigens is deze keus natuurlijk niet zo zwart-wit. Maar globaal kun je vanuit de gedachtegang van een gelovige bij ieder mens op het moment van sterven wel een soort balans opmaken en kijken naar welke kant de weegschaal is doorgeslagen.
Vanuit hier kom ik bij mijn uiteindelijke eindconclusie dat goed en kwaad, om wat voor reden dan ook, blijkbaar bij elkaar horen en niet zonder elkaar kunnen.
De conclusie trekken dat God goed is, kun je tenslotte ook alleen maar doen bij de gratie van de aanwezigheid van het, door Hem zelf geschapen, kwaad. Zonder goed geen kwaad en vice versa. Zonder goed en kwaad ook geen harmonisch kosmos wellicht?
Dat deze discussie overigens al bestaat sinds de mens het begrip "God" kent, laat onderstaand argument zien van de Griekse filosooof Epicurus (341-270 v. Chr.). Of moet ik in plaats van “kent” “heeft verzonnen” zeggen? Wat mij doet denken aan die keer dat ik een poster zag van de Bond tegen het Vloeken waarop iets stond van “Vloek niet. Word geen naprater. Vloeken is aangeleerd.” Waarnaast iemand met stift had geschreven: “Geloof ook!”

Het argument van Epicurus:

"Wil God het kwaad voorkomen, maar kan Hij het niet? Dan is Hij niet almachtig.
Kan Hij het wel, maar wil Hij het niet? Dan is Hij kwaadwillig.
Kan Hij het wel en wil Hij het ook? Waar komt dan het kwaad vandaan?
Kan Hij het niet en wil Hij het niet? Waarom noemen we hem dan God?

Interessant ook om te vermelden, is dat volgens het Israëlitische geloof zowel goed als kwaad direct van Jahwe afkomstig zijn. Maar misschien berust deze hele discussie wel op een groot misverstand en wil de uitspraak van mijn filosofievriend dat God goed is helemaal niet zeggen dat er geen kwaad in Hem zit. Want anders had hij beter kunnen stellen: God is alleen maar goed. Ik hoor het graag van hem. Leuke discussie!
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
₁ "En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde …" (Genesis 1:26) “En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.” (Genesis 1:27) “Wie des mensen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, want naar het beeld Gods heeft Hij de mens gemaakt”(Genesis 9:6).
 
Foto: Tonko
 

vrijdag 2 november 2012

43. COLUMN FILOSOFIE BEWIJS VOOR BESTAAN GOD: Is God goed? (Is God goed? 2/3)

(zie ook column 30; en columns 42 en 44)

 

ONDERWERPEN: PRIVÉ - FILOSOFIE - GOD - GOED EN KWAAD


Ik zal niet ingaan op alle aangedragen argumenten van mijn filosofievriend waarom God goed is. Dan wordt het verhaal nóg langer, maar gelukkig liggen een aantal argumenten behoorlijk in elkaars verlengde.
Het eerst argument wat hij noemt, is dat God als eerste oorzaak een harmonieuze kosmos heeft geschapen en dat dat niet door een kwaad iemand gedaan kan zijn. Want zo stelt hij: “Kwaadaardigheid is slechts in staat tot destructie, tot chaos, en niet tot creatie. Alleen een goed wezen zal iets willen scheppen, een natuurlijke zijnsharmonie willen creëren.” Hier wil ik graag op reageren.
Ten eerste een opmerking over de "harmonieuze kosmos" en wat dat zou kunnen betekenen. Laat ik me voor het gemak hierbij even beperken tot onze aarde. Bij het woord "harmonieus" zullen veel mensen naar ik aanneem associaties hebben met “evenwichtig”, “eensgezind”, “met elkaar in overeenstemming” en “vredig”.
Als ik kijk naar onze aarde vind ik deze bijvoorbeeld (redelijk) harmonieus omdat er een bepaald evenwicht is in de natuur. Al doet de mens, helaas vaak niet zonder succes, erg zijn best om dat evenwicht steeds meer te verstoren. Verder kun je bij een harmonieuze wereld echter ook heel goed denken aan een bepaalde balans tussen goed en kwaad: Yin en Yang. Persoonlijk vraag ik me overigens af of die balans er werkelijk is of dat die een beetje doorslaat richting de foute kant. Wie mijn columns volgt, begrijpt wat ik bedoel. Kijk alleen maar naar onze vriend Bram (column 41) en oordeel zelf.
Nee, in een vredige, uitsluitend goede wereld leven we zeker niet. Hieruit kunnen we in elk geval de conclusie trekken dat als er een Schepper is en deze is alleen maar goed, dat dat om welke reden dan ook niet heeft geleid tot een uitsluitend goede wereld. Wellicht dat de rest van de kosmos geen kwaad kent. Maar als dat waar is dan zal dat vooral zo zijn omdat er verder geen leven is, vermoed ik. Wat ik me overigens niet kan voorstellen, want dat zou wel een hoop “waste of space”zijn. Daar waar leven ontstaat, zal vroeg of laat ook kwaad verschijnen, vrees ik. Al kun je je aan de andere kant ook serieus afvragen of het kwaad zonder de mens eigenlijk wel zou bestaan. Zit er écht kwaad in dieren of zijn zij slechts bezig met spelletjes en overleven?
Dat kwaadaardigheid niet in staat is tot creatie en alleen goede wezens iets zullen willen scheppen, vind ik een opvallende uitspraak. Is dat zo? Waarom zouden kwade wezens niet net zo goed (!) iets willen en kunnen scheppen om hun ambities te verwezenlijken?
Kijkend naar onze wereld en haar geschiedenis zullen diverse zichzelf als kwade genieën beschouwende dictatoren daar ook wel een andere mening over hebben. Velen van hen creëerden toch aardig succesvolle wereldrijken: Djenghis Khan, Mao Zedong, Jozef Stalin etc. Waarbij ze de nodige verbeteringen realiseerden op het gebied van bijvoorbeeld de economie (werkgelegenheid!), het onderwijs en de volkshuisvesing. Om nog maar niet te spreken van alle stabiliteit, rust en orde die ze daarbij en passant tot stand brachten.
Twijfelachtig? In Mongolië, China en Rusland beschouwen velen genoemde dictators tot op de dag van vandaag als grote helden. Die een voor een meer harmonie creëerden dan alle, soms "democratische", opvolgers bij elkaar.
En als we het erover eens zijn dat je jezelf tot het kwaad mag rekenen als je op weg naar de top over honderdduizenden lijken bent gegaan, dan ken ik er nog wel eentje. De grootste “creator” van allemaal: het (échte) genie Napoleon Bonaparte. Want je kunt veel van deze machtswellusteling zeggen maar voor een kleine man (wat overigens een fabel blijkt te zijn: Napoleon had een hele gemiddelde lengte) heeft hij grote daden en creaties verricht: veel, tot op de dag van vandaag nog actuele, burgerlijke wetgeving (de Code Napoléon), invoering van de burgerlijke stand, verbetering van onderwijs en gezondheidszorg, uitbreiding van de infrastructuur etc.
Andere kwaadaardige dictators creëerden weer schilderijtjes. Die echter helaas niet veel werden verkocht, waardoor de ambitie om kunstschilder te worden moest worden verlegd naar een ander eervol beroep: die van wereldveroveraar. Sehr schade, aangezien die verrassende carrièreswitsch tientallen miljoenen mensen het leven zou gaan kosten. Inclusief zijn eigen overigens.
In mijn ogen is ook kwaad wel degelijk in staat tot creatie. Of “hij” die vervolgens inzet voor het goede of kwade is echter een ander verhaal (zie ook in mijn conclusies in deel 3). Als kwade wezens niet hadden kunnen creëeren dan had de wereld van vandaag er naar mijn mening heel anders uitgezien. Denk bijvoorbeeld alleen al aan alle uitgevonden (massavernietigings) wapens, martelwerktuigen etc.
Morgen het laatste deel.

Tonko

Wie hierbij overigens denkt dat ik het opneem voor deze mannen of voor dictators in het algemeen kent mij niet. Ieder zijn eigen smaak, maar ik ben persoonlijk niet zo'n liefhebber van massamoordenaars.
Creaties van het kwaad: http://plazilla.com/top-10-wreedste-middeleeuwse-martelwerktuigen-en-martelmethoden


Foto: Tonko

donderdag 1 november 2012

42. Geloof valt niet te bewijzen (Is God goed? 1/4)

Privé - Filosofie - Religie/Geloof - Goed/Kwaad - Godsbewijs

 

Risico op tunnelvisie

De hoofdpersoon uit column 30 en lid van mijn filosofiegroep schrijft op zijn weblog een interessant stuk. Daar waar hij eerder in zijn proefschrift argumenten aandroeg voor het bestaan van God, werpt mijn gelovige (!) filosofiecollega nu de stelling op dat God goed is en dat hij ook daarvoor goede argumenten heeft.
Ervan uitgaande dat mijn filosofievriend als afgestudeerde filosoof én doctor van discussies houdt, heeft hij over dit onderwerp aan mij, jawel, een goede. Om te beginnen heb ik voor mezelf een hele simpele stelregel over personen die bezig zijn met discussies rondom het wel of niet bestaan van God en het daarbij aanleveren van argumenten en/of bewijzen.
Ik neem in deze discussie per definitie minder aan van twee soorten mensen: a. mensen die ervan overtuigd zijn dat God bestaat (gelovigen/theïsten) en b. mensen die ervan overtuigd zijn dat God niet bestaat (atheïsten).
De kans dat deze mensen een vooringenomenheid hebben en dus allesbehalve objectief zijn in het verzamelen van argumenten en bewijzen, is natuurlijk levensgroot. Het risico op een tunnelvisie loert aan alle kanten.
Een gelovige zal naarstig op zoek gaan naar argumenten en bewijzen waarom God toch echt bestaat (daarbij de overige die wat anders aantonen, bewust dan wel onbewust, zoveel mogelijk negerend), terwijl een atheïst het tegenovergestelde zal doen.
 

Agnost

In de geschiedenis van de filosofie zijn vele voorbeelden van gelovige filosofen die fanatiek bezig waren met het trachten te leveren van argumenten en “bewijzen” voor het bestaan van God (het zogenaamde "Godsbewijs"): noem bijvoorbeeld Thomas van Aquino, Blaise Pascal en René Descartes.
Nu zul je mij uiteraard niet horen zeggen dat je deze grote denkers niet serieus moet nemen, integendeel, maar ik denk wel dat we het er over eens kunnen zijn dat je hun standpunten over God in het licht moet zien van de christelijke wereld waarin zij leefden. Populair gezegd kun je stellen dat deze mannen ervan baalden dat de wetenschap veel had bewezen maar nog niet het bestaan van God en dat zij daar maar al te graag verandering in wilden brengen. Echter tegen beter weten in, want zoals ik al eerder stelde valt geloof eenvoudigweg niet te bewijzen. Wat wellicht de reden is waarom ze het “geloof” hebben genoemd…
Zonder arrogant te willen overkomen, zal ik eigenlijk het meest aannemen van een onderzoeker die er hetzelfde in staat als ik. Als ik het met mijn kinderen heb over het wel of niet bestaan van God gebruik ik altijd dezelfde zin: “Je zult mij nooit horen zeggen dat God bestaat, maar ook niet dat Hij niet bestaat.” Ik weet het gewoon niet. Net als iedereen overigens: van Dick Swaab tot de Paus. Al zullen beiden ongetwijfeld overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Daarom houd ik alle opties open. Wat mij geloof (!) ik maakt tot een agnost. 
Ter verduidelijking: ik zal nooit durven beweren dat iemand met mijn instelling de waarheid over dit onderwerp in pacht heeft. Maar ik durf wel te stellen dat bij zo iemand de kans op een objectieve kijk op het geheel vele malen groter is dan bij diep gelovigen of overtuigde atheïsten .

Wordt vervolgd 
(zie columns 43 en 44 en lees ook column 30)!
 


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.



Three Minute Philosophy: Thomas van Aquino


 
Three Minute Philosophy: René Descartes