dinsdag 25 februari 2014

117. COLUMN SOTSJI OLYMPISCHE SPELEN 2014, SCHAATSEN, DE ZIN EN ONZIN VAN DE VALSE START, JUDITH HESSE: Doodstil staan op twee flinterdunne ijzertjes

SOTSJI 2014 - SPORTREGELS - VALSE START BIJ SCHAATSEN

 

Blijven verbazen over regels

De Olympische Winterspelen 2014 in Sotsji zitten erop. Dat het enorme succes van Nederland (8 gouden medailles en 24 in totaal) waarschijnlijk nooit meer zal worden overtroffen, is geen gewaagde uitspraak. Van de 32 beschikbare medailles in het schaatsen won Nederland er maar liefst 23. Slechts zeven schaatsers uit zes andere landen wisten de overige negen medailles te winnen.
Ik kijk graag naar sport, maar bij sommige sporten blijf ik me verbazen over bepaalde regels waarvan ik denk: ligt het nou aan mij of slaat dit helemaal nergens op? Zo werd op de 500 meter schaatsen bij de dames de Duitse Judith Hesse na een tweede valse start gediskwalificeerd. In tranen was ze. Niet dat ze een favoriet voor een medaille was, maar ook zij zal vier jaar lang hard hebben getraind met als doel haar beste prestatie op de Spelen te leveren.
 

Schlemielige val

Qua leedvermaak zal ik nooit vergeten dat ik ooit baanwielrenner Shane Kelly uit Australië zag die als wereldrecordhouder en grote favoriet aan de 1000 meter tijdrit van de Olympische Spelen in Atlanta 1996 van start ging. Nou ja, van start ging. Die start verliep helaas voor hem niet zo soepel: zijn voet gleed uit het pedaal en binnen een fractie van een seconde was zijn droom op een gouden medaille voorbij.
Je zal maar vier jaar lang keihard hebben getraind voor die ene droom en dan op het moment suprême meteen uit je toeclip schieten. Flink balen lijkt me dan een understatement.
Veelvuldig wereldkampioen sprint en wereldrecordhouder 500 en 1000 meter schaatsen Jeremy Wotherspoon overkwam in 2002 tijdens de Winterspelen van Vancouver iets vergelijkbaars: als huizenhoge favoriet ging hij van start op de 500 meter om binnen tien meter voorover met zijn neus op het ijs te vallen. De enorme druk om in zijn thuisland Canada de verwachte gouden plak binnen te slepen bracht hij over op zijn schaatsen waardoor die teveel  in het ijs drukten met de schlemielige val als resultaat.
Te graag willen heet dat en dat is nooit goed, want ontspannen is het toverwoord. Stefan Groothuis deed in Sotsji op de 500 meter overigens nog een geslaagde Wotherspoon-imitatie; hij viel op precies dezelfde manier. Gelukkig voor hem was de 500 meter niet zijn favoriete afstand en leerde hij van de val om twee dagen later alsnog Olympisch kampioen te worden op zijn afstand, de 1000 meter. Iets wat Wotherspoon nooit meer zou lukken. In een ultieme poging om de verloren gouden medaille alsnog te winnen probeerde hij zich onlangs op 37-jarige leeftijd nog te kwalificeren voor Sotsji, maar die poging tot een comeback strandde zoals te verwachten jammerlijk.
 

Een start is vals als die voordeel oplevert

Vroeger mochten de twee schaatsers die in de wedstrijd tegen elkaar reden ieder twee keer vals starten. Pas bij een derde valse start werd de betreffende schaatser gediskwalificeerd. Dat moet efficiënter kunnen, moet men hebben gedacht en daarom geldt tegenwoordig een veel strengere regel: er mag slechts één valse start plaatsvinden. Ongeacht wie van de twee die veroorzaakt, wordt de schaatser die vervolgens nog een (tweede) valse start veroorzaakt meteen gediskwalificeerd.
Iets wat op mij overigens als een beetje oneerlijk overkomt, want dat houdt dus in dat als je tegenstander tevergeefs in het startschot probeert te vallen, hij het over mag doen. Terwijl als jij daarna hetzelfde doet, je meteen wordt gediskwalificeerd. Maar goed, deze discussie zal ik hier verder niet voeren.
Nou zou ik er niet zo’n moeite mee hebben als mevrouw Hesse (of welke schaatser dan ook) wordt gediskwalificeerd als zij twee keer voordat het startschot klinkt met haar schaatsen al haar eerste stap(pen) naar voren heeft gezet en dus eerder is vertrokken dan haar tegenstander. Want daarmee zou ze voordeel behalen ten opzichte van haar concurrent(en) én de klok en laat dat, naar ik aanneem, nou net de reden zijn waarom een valse start in het leven is geroepen.
Een start is vals als die voordeel oplevert voor de schaatser die in “overtreding” gaat en om dat te voorkomen wordt hij teruggefloten. Anders ontstaat er een oneerlijke wedstrijd en dat is wel het laatste wat wij echte sportliefhebbers willen, nietwaar?
 

In schaatsport gelden andere wetten

Hoe logisch deze redenering voor mijn gevoel ook is, gelden in de schaatssport echter blijkbaar andere wetten en hebben ze een hele andere definitie van een valse start dan ik.
Bij schaatsen is een start namelijk ook vals als je even beweegt voordat de starter het startschot geeft. Dat kan een korte beweging zijn met je arm of been, maar het kan ook gewoon zijn dat je even trilt. Nu lijkt mij een beetje trillen persoonlijk erg  moeilijk om te voorkomen, maar dat kun je in mijn geval nog wegwuiven met de terechte constatering dat ik een zeer matige schaatser ben. Desalniettemin lijkt het mij eerlijk gezegd voor niemand makkelijk om een paar seconden doodstil op twee flinterdunne ijzertjes op het ijs te staan. En zeker als je een starter hebt die lang wacht met schieten (wellicht in de hoop dat er dan iemand toch stiekem gaat bewegen?).
Samengevat: bij de start van een schaatswedstrijd mag door een deelnemer niet worden bewogen, punt. Wie dat wel doet, heeft pech en krijgt een valse start toegewezen.
 

De logica ontgaat mij volledig

Het mooie van dit alles is dat de logica hiervan mij volledig ontgaat. Helaas is het overzichtelijk op internet zetten van de schaatsregels niet aan de KNSB (schaatsbond) besteed en moet ik dus zelf maar naar een verklaring zoeken.
De enige mogelijke verklaring die ik kan bedenken is dat je met het bewegen van je lichaam je tegenstander afleidt wat nadelig is voor hem en jou dus een voordeel oplevert. Tot zover kan ik deze redenering volgen. Zo kan ik me heus wel voorstellen dat als je braaf op het startschot wacht het hoogst irritant is als je tegenstander ondertussen naast of voor je (als het achter je gebeurt, merk je het niet lijkt me) druk heen en weer aan het bewegen is. Hetzelfde zou zijn als je tegenstander opeens allemaal geluiden zou gaan maken om jou af te leiden; ook dat zal niet toegestaan zijn en terecht.
Maar nu komt mijn punt: er is natuurlijk wel een groot verschil tussen iemand die expres druk heen en weer aan het bewegen is met als doel om de tegenstander af te leiden en iemand die per ongeluk en onbewust wat trilt of een beetje met zijn arm of been beweegt. De logica van zo iemand bestraffen met een valse start ontgaat mij compleet en wel om twee essentiële redenen:  a. die persoon heeft daar geen enkel voordeel van en b. de tegenstander ondervindt daar noch last noch nadeel van.
Ik ben geen topschaatser, maar je maakt mij echt niet wijs dat als een topschaatser geconcentreerd in de starthouding staat hij op kleine (tril)bewegingen van zijn tegenstander even verderop let. Volgens mij zal hij zich alleen maar focussen op zijn eigen start.
 

Conclusie

Mijn conclusie: het geven van een valse start bij schaatsen door kleine lichaamsbewegingen bij een deelnemer slaat helemaal nergens op. Iemand kan trillen of bewegen wat hij wil achter de startlijn, maar daar zal hij geen duizendste van een seconde harder door schaatsen. Het feit dat Judith Hesse een beetje bewoog tijdens de tweede start had daarom nooit reden mogen zijn om haar te diskwalificeren. Een start behoort pas vals te zijn als je er voordeel uit haalt, punt.
 

Regels zijn nu eenmaal regels

Natuurlijk kan ik het hierbij laten. Maar mijn trouwe lezers zullen niet verbaasd zijn dat ik er nog een prikkelend schepje bovenop doe door nog even door te denken over de mogelijke achterliggende motieven voor een starter om toch schaatsers als Judith Hesse valse starts toe te kennen of zelfs te diskwalificeren.
Ervan uitgaande dat de regel inderdaad is ingevoerd om te voorkomen dat bewegingen worden uitgevoerd om de tegenstander af te leiden en er voordeel uit te halen dan nog is het aan de starter om te bepalen hoe hij deze regel in de praktijk interpreteert en (eventueel) toepast.
Als het gaat om de wijze waarop mensen met regels omgaan heb je denk ik globaal met drie soorten mensen te maken. Je hebt een kleine groep a(nti)sociale mensen die zich weinig van regels aantrekt. Dan heb je een grotere maar nog steeds selecte groep die kritisch naar regels kijkt en niet alles klakkeloos wenst aan te nemen en zich soms geroepen voelt om er tegenin te gaan en bepaalde regels ter discussie te stellen. Maar verreweg de grootste groep mensen wordt gevormd door mensen die als uitgangspunt hebben dat regels nu eenmaal regels zijn en aldus dienen te worden opgevolgd.
Deze mensen kijken niet naar het hoe en waarom van de regels, maar richten zich slechts op het uitvoeren ervan. Waarbij het een prettige, veilige en geruststellende gedachte is dat wat er ook gebeurt zij zich altijd achter die regels kunnen verschuilen. Mensen die hierin uitblinken zijn in feite ideaal omdat ze multi-inzetbaar zijn op heel veel plekken in de maatschappij en dan met name in streng hiërarchische organisaties met veel regeltjes als bijvoorbeeld het leger, de politie, de kerk, de juridische wereld etc.
 

Een lekker gevoel van macht

De gemiddelde starter bij een schaatswedstrijd schaar ik bij de laatste groep. Hij is een scheidsrechter die met een reglementboekje onder zijn arm de wedstrijd tegemoet gaat en zich voorneemt om zo consequent mogelijk de regels te gaan toepassen.
Nadenken over het hoe en waarom van de regels is niet zijn ding. Diep in zijn hart moet hij eerlijk toegeven dat de functie hem ook wel een lekker gevoel van macht geeft. Dat hij en niemand anders de baas is over het verloop van de start van zo’n belangrijke wedstrijd geeft tenslotte een kick. Net als dat er ongetwijfeld heel stiekempjes een prikkelend gevoel door hem heen zal gaan op het moment dat hij iemand betrapt op een kleine beweging tijdens de start, waarvan zijn reglementboekje toch o zo duidelijk zegt dat dat niet is toegestaan. Goed gedaan!
 

Overeenkomst tussen scheidsrechters en juristen

Om even te chargeren zie ik wel een overeenkomst tussen scheidsrechters en de juristen uit mijn vorige column: zoals sommige aanklagers vergeten dat rechtspraak hoort te draaien om rechtvaardigheid vergeten sommige starters dat een valse start hoort te draaien om het voorkomen van een voordeel voor de “overtreder”. Met daarbij de kleine kanttekening dat het bij de een kan gaan om een verschil tussen leven en dood en bij de ander om het verschil tussen (hooguit) een medaille of met lege handen blijven staan.
Toch had ik te doen met Judith Hesse en het onrecht dat haar in mijn ogen werd aangedaan. Al kan ze zich getroosten met de gedachte dat de tijd dat Duitsland grossierde in (vrouwen) schaatsmedailles bij de Olympische Winterspelen voorgoed dan wel voorlopig voorbij is en zij daar op de 500 meter ook geen verandering in had gebracht.
Eindstand schaatsmedailles Sotsji 2014 Nederland-Duitsland: 23-0.    

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.



zondag 23 februari 2014

116. COLUMN DOODSTRAF, NCRV-DOCUMENTAIRE CODE ROOD, JESSICA VILLERIUS, ROL JURISTEN: Screw the truth and justice

ONDERWERPEN: DOCU OVER DE DOODSTRAF - JESSICA VILLERIUS

 

Documentaire Code Rood: de doodstraf

Afgelopen week kondigde de democratische gouverneur van Washington Jay Inslee aan dat hij niet langer opdracht zal geven om de doodstraf uit te laten voeren. Hij kwam tot dit opvallende en moedige besluit omdat hij over de doodstraf was gaan twijfelen nadat hij met juristen en familieleden van slachtoffers had gesproken. “Er zitten gebreken in ons strafrecht. We kunnen niet met de doodstraf doorgaan als het systeem niet perfect is.”, aldus Inslee.
Een paar weken geleden zag ik bij de NCRV de documentaire “Code Rood: de doodstraf” van Jessica Villerius, die de dag ervoor ook te gast was geweest in de RTL Late Night show met Humberto Tan. In de documentaire praat Villerius met advocaten en aanklagers, familieleden van slachtoffers en ter dood veroordeelden die op hun executie zitten te wachten over de zin en onzin van de doodstraf in de Verenigde Staten. Om ter dood veroordeelden te kunnen interviewen, had Villerius toegang gekregen tot Death Row in Texas, de gevangenisplek waar deze mensen zitten te wachten op het moment dat ze worden geëxecuteerd.  Texas is op het gebied van de doodstraf een beruchte staat binnen de Verenigde Staten. Sinds 1976 zijn daar inmiddels meer dan 500 mensen geëxecuteerd en wachten nog bijna driehonderd mensen in Death Row hetzelfde lot.
 

Een beschaafd land kent geen doodstraf

Zoals wel vaker verkies ik ook voor het bepalen van mijn visie op de doodstraf mijn verstand boven mijn gevoel. Gevoelsmatig kan iedereen wel voor de doodstraf zijn en zeker als de veroordeelde iemand is die een van jouw dierbaren heeft omgebracht.
Hoe ontzettend begrijpelijk dat standpunt ook is, is het natuurlijk geen wijs standpunt. De wereld wordt er geen haar beter van als we iedereen executeren die een of meer moorden heeft gepleegd. Je afkeur tonen over moord door het zelf nog eens dunnetjes over te doen, lijkt me niet bepaald het geven van een goed en wijs voorbeeld. Dat is net zoiets als een kind slaan omdat hij zijn zusje heeft geslagen.
Een gepaste gevangenisstraf na een eerlijk en rechtvaardig verlopen proces beschouw ik nog steeds als het meest voor de hand liggende goede voorbeeld. Een beschaafd land kent in mijn ogen dan ook geen doodstraf. Waarmee ik overigens meteen mijn oordeel over de Verenigde Staten verklap. Met eerdere kritische columns over dit land behoud ik zo de hoop levend ooit op een dag ook te worden afgeluisterd, want anders hoor ik er in deze tijd natuurlijk niet bij.
 

Falende mensen

Nog een belangrijke reden om sowieso principieel tegen de doodstraf te zijn, is dat we ook in de rechtspraak te maken hebben met falende mensen. En dan praat ik helaas niet alleen over mensen die onbewust en onbedoeld fouten hebben gemaakt, maar ook over mensen die vanuit puur egoïstische motieven heel bewust hebben gefaald.
Door dit falen worden alleen al in de Verenigde Staten jaarlijks gemiddeld vier personen geëxecuteerd die later aantoonbaar (bijvoorbeeld door DNA) onschuldig bleken te zijn. Voorstanders van de doodstraf doen dit soort “incidenten” af als risico van het vak of “casualties of war” (slachtoffers die tijdens oorlogen nu eenmaal altijd vallen).
Leuk geredeneerd, maar ik vraag me af of je het ook bereid bent zo te zien op een moment dat een van je dierbaren “per ongeluk” wordt geëxecuteerd. Ermee kunnen leven dat iemand wordt geëxecuteerd die aantoonbaar schuldig is aan moord is één, maar hoe kun je als maatschappij in godsnaam leven met het idee dat je iemand hebt laten ombrengen die later onschuldig blijkt te zijn?
 

Geen cent

In de documentaire komt een man aan het woord die Death Row na elf jaar levend heeft mogen verlaten, omdat in zijn geval “op tijd” werd bewezen dat hij onschuldig was. Hij is niet de enige in de Verenigde Staten die nu vrij rondloopt na in Death Row onschuldig te hebben vastgezeten. Met ongeveer 150 andere mensen kan hij een leuk Facebook-account aanmaken voor ex-Death Rowers.
In het land waar je je buurman voor tonnen kunt “sue-en” (voor het gerecht dagen) omdat je zoon ernstige psychische schade heeft geleden nadat hij in zijn huis over een kleedje was gestruikeld en zijn arm brak, mag je toch verwachten dat deze ten onrechte tot dood veroordeelde man na elf jaar cel wel recht heeft op een schadevergoeding van enkele miljoenen dollars. Maar niets is minder waar. De man kreeg geen cent. Sterker: hij ontving van de staat een rekening van 58.000 dollar voor kinderbijslag die was betaald, omdat hij tijdens zijn verblijf in de gevangenis niet in staat was geweest om voor zijn kinderen te zorgen.
 

Vreselijke rol van menselijk ego

De discussie over de doodstraf bestaat natuurlijk al heel lang en dat geldt ook voor mijn nooit gewijzigde standpunt hierover. Veel boeiender vind ik echter het aangaan van de discussie over de kwalijke rol die de juristen ook in deze documentaire innemen (zie mijn columns 87, 98, 101 en 102).
Ook hier draait het wederom om de vreselijke rol van het menselijk ego; overigens niet die van de advocaten dit keer, maar om die van de openbare aanklagers. Aanklagers die gedrag vertonen waarvan je je serieus mag afvragen wat hen - die toch de “good guys” in het verhaal verondersteld worden te zijn - in godsnaam onderscheidt van de “bad guys” die zij zo dolgraag geëxecuteerd willen zien.
Wat ik al in genoemde columns concludeerde, wordt hier opnieuw bevestigd: het draait bij (te)veel rechtszaken totaal niet om het achterhalen van de waarheid. Terwijl dat toch nog altijd dé voorwaarde is/zou moeten zijn voor het behalen van rechtvaardigheid. Wat vaak centraal lijkt te staan, is niets anders dan een spelletje tussen twee partijen die beide kosten wat het kost willen winnen om hun ego’s te strelen en daarbij voor het gemak even vergeten waarom justitie ook alweer justitie heet (justitie/“justice” = rechtvaardigheid).
 

Achterhouden bewijzen

Zo horen we van Villerius dat het voor ambitieuze juristen in de Verenigde Staten belangrijk is voor het verloop van hun carrière om zoveel mogelijk veroordelingen tot de doodstraf “achter hun naam” te hebben staan. Dat staat goed op je curriculum vitae en vergroot je carrièremogelijkheden.
Twee advocaten die zich als felle tegenstanders van de doodstraf inzetten voor Death Row-veroordeelden vertellen dat het vanuit dit soort egoïstische motieven ook regelmatig voorkomt dat aanklagers bewust bewijzen achterhouden die in het voordeel van verdachten zijn of soms zelfs hun onschuld aantonen. Dit alles met als enige doel  om te scoren: de zaak winnen en weer een doodstraf op je curriculum vitae kunnen toevoegen. Dus op zijn Amerikaans gezegd: “screw the truth and justice” en zorg dat je als aanklager zoveel mogelijk van die “bastards” de dood(straf) in jaagt. Het is slechts een kwestie waar je je prioriteit legt: bij de waarheid en gerechtigheid of bij je eigen ego.
 

Scheidslijn tussen jurist en misdadiger soms flinterdun

Een ander voorbeeld van verwerpelijk gedrag van aanklagers dat door genoemde twee advocaten wordt genoemd, is dat bij zaken waar meerdere mensen met elkaar verdacht worden van het plegen van een moord het regelmatig voorkomt dat de aanklagers met een van deze verdachten een regeling treffen (“plea bargain”). Ze pikken dan de meest beïnvloedbare verdachte eruit en doen hem een voorstel: in ruil voor een lage straf of vrijspraak getuigt hij dat een van de anderen de dader is waardoor ze tegen die persoon de doodstraf kunnen eisen.
Pikant detail: of de verklaring van deze uitgekozen verdachte waar is of niet, is niet relevant. Wat relevant is, is dat ze iemand als dader kunnen aanwijzen en tot de doodstraf kunnen veroordelen. “Justice or a perpetrator (dader), that is the question.” Dat het doel van rechtspraak bij moordzaken nou juist het vinden van beide behoort te zijn (rechtvaardigheid en DE dader(s)) wordt door de aanklagers voor het gemak even vergeten. Liever snel weer een doodstrafje op je curriculum vitae erbij kunnen schrijven dan kostbare tijd verspelen aan futiliteitjes als de waarheid of rechtvaardigheid.
Zoals helaas wel vaker voorkomt in de juridische wereld is de scheidslijn tussen jurist en misdadiger soms flinterdun. Want wat is in godsnaam het verschil tussen een moordenaar en iemand die willens en wetens een onschuldig persoon tot de doodstraf weet te veroordelen? Wie het weet, mag het zeggen.
Net als ieder ander die zit opgescheept met een sterk rechtvaardigheidsgevoel heb ik de geruststellende gedachte dat ik gelukkig in de juiste wereld leef; hier kan ik er tenminste wat mee. Rondlopen met gevoelens waar je niets mee kunt, lijkt me vreselijk frustrerend. God Bless America (and humankind). Again!

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Cartoon: internet