Privé - De Dood - Dieren
Mijn favoriete kattenkoppel is niet meer
Met Kerst ben ik alleen, maar helaas wat “allener” dan
verwacht. Na bedriegen is nu liegen ook dood (zie column 72). Ik heb mijn poes
Ly begraven in het rijtje waar ook mijn vier eerder overleden katten liggen:
Stan (1996), Dagobert en Simba (2009) en zusje Cheet (2013). Ik heb nu alleen nog
Ollie en Dony over, die tot overmaat van ramp ook nog eens niet met elkaar
overweg kunnen. Al komt dat vooral door de prikkelbare Ollie. Mijn favoriete kattenkoppel,
de zachtaardige zusjes Cheet en Ly, is niet meer. Het leven is hard, maar de
dood is nog altijd ietsje harder.
Vorige week was ik nog met Ly naar de dierenarts geweest. Ze was oud (zestien jaar), zwak en dun en had verschillende ouderdomskwaaltjes. Het bezoek aan de dierenarts had ik uitgesteld omdat ik al voelde aankomen wat de dierenarts zou gaan opperen: je kunt haar ook laten inslapen. Omdat Ly echter nog geen tekenen van lijden vertoonde en ze ondanks haar krakkemikkige toestand thuis nog steeds hartstikke lief liep te spinnen, ging ik met wat extra blikjes kattenvoer om aan te sterken weer naar huis. Misschien tegen beter weten in. Mijn ervaring met katten zei me al dat Ly niet lang meer te leven zou hebben.
Vorige week was ik nog met Ly naar de dierenarts geweest. Ze was oud (zestien jaar), zwak en dun en had verschillende ouderdomskwaaltjes. Het bezoek aan de dierenarts had ik uitgesteld omdat ik al voelde aankomen wat de dierenarts zou gaan opperen: je kunt haar ook laten inslapen. Omdat Ly echter nog geen tekenen van lijden vertoonde en ze ondanks haar krakkemikkige toestand thuis nog steeds hartstikke lief liep te spinnen, ging ik met wat extra blikjes kattenvoer om aan te sterken weer naar huis. Misschien tegen beter weten in. Mijn ervaring met katten zei me al dat Ly niet lang meer te leven zou hebben.
Ly gaat maar één keer dood
Net als met haar zusje Cheet was het van de ene op de andere dag afgelopen.
Zaterdag at ze nog gewoon en lag ze spinnend bij me op de bank; een dag later was
ze op. Ze kon niet meer op haar pootjes staan, piepte heel zielig en wilde niet
meer eten. Ik belde meteen de dierenarts waar ik gelukkig een uurtje later
terecht kon. Omdat mijn kinderen bij mijn ex waren, belde ik hen ook op.
Alle
drie hebben ze Ly hun hele leven meegemaakt dus kon ik wel op de nodige steun
rekenen. Zeker van mijn dochter die net als ik van dieren houdt en dan met name
van katten en tijgers. Mijn dochter wist echter nog niet of ze bij het moment
van inslapen aanwezig wilde zijn; iets wat ze negen maanden geleden bij Cheet
ook niet had aangekund. Ondanks dat mijn tweede zoon niet zoveel met dieren
heeft, voelde hij de plicht om ook mee te gaan.
Mijn oudste zoon liet echter weten dat hij liever even wilde gaan sporten, want ik moest wel beseffen hoe belangrijk dat voor hem was. Mijn opmerking dat Ly maar één keer dood gaat in haar leven en hij nog genoeg kon sporten, mocht niet baten. Ondanks dat ik besef dat ik hier met een puber(reactie) te maken heb, deed zijn reactie me erg denken aan die van zijn moeder een paar jaar geleden.
Mijn oudste zoon liet echter weten dat hij liever even wilde gaan sporten, want ik moest wel beseffen hoe belangrijk dat voor hem was. Mijn opmerking dat Ly maar één keer dood gaat in haar leven en hij nog genoeg kon sporten, mocht niet baten. Ondanks dat ik besef dat ik hier met een puber(reactie) te maken heb, deed zijn reactie me erg denken aan die van zijn moeder een paar jaar geleden.
Denken aan een assertiviteitscursus
Mijn vader was net als Ly oud, krakkemikkig en dement (Ly poepte de laatste
weken in huis, net als Cheet aan het eind van haar leven) en ik werd op een zaterdagochtend
vroeg door mijn zus gebeld dat mijn vader in de nacht opnieuw een beroerte had
gehad en hij met spoed naar het ziekenhuis was gebracht.
Mijn vader had al een
paar keer eerder een beroerte gehad en omdat we natuurlijk niet wisten wanneer
het echt afgelopen was, wilde ik er zo snel mogelijk heen. Omdat de kinderen
bij mij waren, belde ik mijn ex om de situatie uit te leggen en te vragen of
zij de kinderen kon opvangen zodat ik naar het ziekenhuis kon gaan. Mijn ex
reageerde nuchter als altijd door te zeggen dat ze in de ochtend eerst nog een uurtje wilde sporten
en dat ik de kinderen daarna naar haar kon brengen.
Omdat ik toen al wel zat te
denken aan een assertiviteitscursus maar ik - niet gek natuurlijk - nog niet zo
assertief was geweest om me er ook echt voor op te geven, hing ik op voordat ik
goed en wel besefte wat er net was gebeurd. Toen ik een paar uur later dan
eindelijk naar het ziekenhuis reed, kwamen mijn gevoelens van assertiviteit en
boosheid opeens op als mosterd na de maaltijd. Net als dat er een dag na een vervelende opmerking van
iemand je opeens een “ad rem” antwoord te binnen schiet. Met mijn sterk
ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel realiseerde ik me maar al te goed dat als
dit andersom zou zijn gebeurd, ik tegen mijn ex had gezegd dat ze meteen moest
gaan en dat ze zich over de kinderen geen zorgen hoefde te maken omdat ik er aan
kwam.
Meer kwaad in de mens
Heel zielig was te zien hoe Ly bij de dierenarts weer begon te spinnen waardoor
ik haast de neiging kreeg om te spreken van een vergissing en haar snel weer
mee naar huis te nemen. Maar Ly was op, ze kon niet meer staan en dus restte
ons niets anders dan afscheid van haar te nemen.
Ging mijn “Ach Gossie” bij de dood van Nelson Mandelan nog gepaard met wat tranen in mijn ogen, bij Ly’s heengaan moest ik net als mijn dochter gewoon huilen. Wat tevens het verschil aangeeft tussen het overlijden van een oude wijze doch onbekende man op tienduizend kilometer afstand en het overlijden van je eigen vertrouwde poes.
Ging mijn “Ach Gossie” bij de dood van Nelson Mandelan nog gepaard met wat tranen in mijn ogen, bij Ly’s heengaan moest ik net als mijn dochter gewoon huilen. Wat tevens het verschil aangeeft tussen het overlijden van een oude wijze doch onbekende man op tienduizend kilometer afstand en het overlijden van je eigen vertrouwde poes.
Later had ik het met mijn kinderen nog over dit soort verschillen. Ik
vertelde ze dat ik als kind meer moest huilen toen mijn kat overleed dan toen
mijn oma dood ging en dat dat niet vreemd is of iets om je over te schamen. Je kat
is elke dag bij je thuis terwijl je je oma of opa maar eens in de zoveel tijd ziet
en dat is toch een groot verschil. Bovendien kun je van een dier net zoveel
houden als van een mens. Ik kan me ook best iets voorstellen bij mensen die
meer van dieren houden dan van soortgenoten in die zin dat veel dieren trouwer en
liever zijn en ze niet doen aan bijvoorbeeld liegen, bedriegen en hypocriet gedrag.
De vraag of dat ook zou gelden als we met de dieren konden communiceren, is uiteraard
een interessante. Maar dat er meer kwaad zit in de mens dan in welk ander dier
ook staat voor mij als een paal boven water. Ik heb altijd al een
zwak voor de (kwetsbare) dieren op aarde gehad wat ook mede verklaart waarom ik al
heel lang vegetariër ben.
Wat gebeurt er na onze dood?
De dood, ik zal er nooit aan wennen. Ik kan er uren over nadenken. Zo erg zelfs
dat ik me er oprecht over kan verbazen dat iedereen op deze aarde maar zo druk
bezig is met al die triviale dingen terwijl er al die tijd zo’n enorm groot mysterie
boven ons hoofd zweeft waar niemand enig benul van heeft: wat gebeurt er na
onze dood?
Hoe intelligent wij ook zijn en hoeveel genieën wij ook nog mogen
voortbrengen, zal deze vraag (naar alle waarschijnlijkheid) altijd
onbeantwoord blijven voor de levenden. In dat opzicht heb ik iets van de
filosoof in me waar Theo Maassen ooit over zei: “Filosofen zijn mensen die de
hele dag nadenken over de zin van het leven. Ik weet niet wat de zin van het
leven is, maar volgens mij in elk geval niet iets om de hele dag over na te
lopen denken.” Ik snap Theo helemaal, maar dat zit in je of niet.
Mijn God, wat ben ik jaloers op overtuigde gelovigen die denken dat ze hun geliefden straks weer gaan terugzien. Ik wou dat ik zo was. Maar mijn analytisch vermogen en rationaliteit voorkomen dat helaas. Ik vrees echter dat ik gelijk heb dat ik geen van mijn overleden geliefden, mens of kat, ooit nog zal terugzien. Maar God, wat hoop ik dat ik het mis heb. Eén ding weet ik zeker: als er een hemel is dan liggen Cheet en Ly daar nu ergens heerlijk op een wolk te slapen…
Mijn God, wat ben ik jaloers op overtuigde gelovigen die denken dat ze hun geliefden straks weer gaan terugzien. Ik wou dat ik zo was. Maar mijn analytisch vermogen en rationaliteit voorkomen dat helaas. Ik vrees echter dat ik gelijk heb dat ik geen van mijn overleden geliefden, mens of kat, ooit nog zal terugzien. Maar God, wat hoop ik dat ik het mis heb. Eén ding weet ik zeker: als er een hemel is dan liggen Cheet en Ly daar nu ergens heerlijk op een wolk te slapen…
Tonko
Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
Ly (foto: Tonko)
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten