ONDERWERPEN: ZELFMOORD DICHTER EN PRESENTATOR WIM BRANDS
Zappend op de zondagochtend
Zappend vanuit mijn bed op de zondagochtend heb ik de
afgelopen jaren diverse programma’s gezien, variërend van Taarten van Abel
(column 190), Dus ik ben Junior (column 54) tot aan die Halleluja programma’s
met van die gladde Amerikaanse dominees (column 104).
Soms stuitte ik op het
VPRO-programma Boeken dat werd gepresenteerd door een rustige, bescheiden, vanzelfsprekend
erudiete en intellectuele man met halflange grijze haren. Hoe hij heette wist
ik niet. Tot eergisteren. Toen verscheen hij vanuit het niets opeens in het nieuws
omdat hij onverwacht op 57-jarige leeftijd was overleden: dichter en presentator
Wim Brands. Zonder te weten waaraan hij was overleden, had ik al een triest vermoeden:
zelfmoord. En dat bleek te kloppen.
Samenspel tussen nature en nurture
Ondanks dat ik goed besef dat het nogal simpel is om te veronderstellen dat de doodsoorzaak
van elke 57-jarige onverwacht overleden erudiete man zelfmoord moet zijn, leg ik
die link toch sneller door een bepaalde achterliggende logica in mijn hoofd. Het
draait hierbij allemaal om kennis en om wat kennis met een mens kan doen.
Voordat ik hierover doorga, wil ik benadrukken dat depressie natuurlijk een gecompliceerde ziekte is. Zo bestaat de verleiding om te denken dat als je bijvoorbeeld een of twee ouders met depressieve klachten hebt (gehad), de kans groot is dat jij dus ook vroeg of laat dergelijke klachten gaat krijgen.
Maar genen werken (gelukkig) gecompliceerder dan dat. Je kunt biologisch en erfelijk gezien zeker een bepaalde aanleg voor depressie hebben, maar dat wil nog niet zeggen dat jij dan dus ook op een dag depressief gaat worden. Het is altijd een samenspel tussen nature en nurture.
Voordat ik hierover doorga, wil ik benadrukken dat depressie natuurlijk een gecompliceerde ziekte is. Zo bestaat de verleiding om te denken dat als je bijvoorbeeld een of twee ouders met depressieve klachten hebt (gehad), de kans groot is dat jij dus ook vroeg of laat dergelijke klachten gaat krijgen.
Maar genen werken (gelukkig) gecompliceerder dan dat. Je kunt biologisch en erfelijk gezien zeker een bepaalde aanleg voor depressie hebben, maar dat wil nog niet zeggen dat jij dan dus ook op een dag depressief gaat worden. Het is altijd een samenspel tussen nature en nurture.
Simpel gezegd: als je een
genetische aanleg tot depressie hebt maar je leidt een leven dat best wel op
rolletjes verloopt (leuke baan, partner, kinderen, vrienden etc.) dan zul je
niet snel depressief worden en kun je gewoon als gelukkig mens sterven. Mocht je
daarentegen in je leven echter te maken krijgen met de nodige tegenslagen (trauma’s,
vroeg overlijden van geliefden, langdurige werkloosheid, een pijnlijke scheiding
etc.) dan worden die depressiegenen - heel simpel gezegd - getriggerd of “aangezet”
en hopla, daar komen de onvermijdelijke depressies.
Verband tussen het hebben van veel kennis en depressies
Zelf vermoed ik dat er wel eens een verband zou kunnen zitten tussen het hebben van veel kennis en het hebben van sombere gevoelens en depressies.
Ik baseer dit onder andere op mijn eigen ervaringen. De afgelopen tien jaar heb ik op het gebied van kennis vergaren een enorme inhaalslag gemaakt ten opzichte van alle jaren daarvoor. Maar ondanks dat dat mij heel veel - onder andere zelfvertrouwen - heeft gebracht, heeft het mij niet gelukkiger gemaakt om de eenvoudige reden dat het mij in de eerste plaats vooral heeft doen beseffen dat de wereld (en vooral de mensheid) veel harder is dan ik altijd heb gedacht.
Mijn vermoeden van een verband tussen kennis en depressie is echter pure speculatie aangezien er op dit gebied naar mijn weten nog geen grondig onderzoek is verricht wat hierover iets zinnigs kan zeggen.
Ik baseer dit onder andere op mijn eigen ervaringen. De afgelopen tien jaar heb ik op het gebied van kennis vergaren een enorme inhaalslag gemaakt ten opzichte van alle jaren daarvoor. Maar ondanks dat dat mij heel veel - onder andere zelfvertrouwen - heeft gebracht, heeft het mij niet gelukkiger gemaakt om de eenvoudige reden dat het mij in de eerste plaats vooral heeft doen beseffen dat de wereld (en vooral de mensheid) veel harder is dan ik altijd heb gedacht.
Mijn vermoeden van een verband tussen kennis en depressie is echter pure speculatie aangezien er op dit gebied naar mijn weten nog geen grondig onderzoek is verricht wat hierover iets zinnigs kan zeggen.
Existentiële depressie
Wat je volgens mij echter wel als feit kunt aannemen, is dat naarmate iemand slimmer is hij meer risico loopt op het belanden in een existentiële depressie (somber worden door het worstelen met de grote levensvragen). Simpelweg omdat een slimmer iemand meer dan een minder slim persoon nieuwsgierig is, (kritische) vragen stelt en doorvraagt en doordenkt en analyseert waardoor hij dus ook eerder zal uitkomen op existentiële vraagstukken met als risico dat hij erover zal gaan piekeren.
Cynisme als valkuil van realisme
Dat meer kennis leidt tot meer sombere gevoelens hoeft natuurlijk niet. Wie bijvoorbeeld veel kennis opdoet over hoe een auto in elkaar zit, zal daar verder geen last van ondervinden; integendeel, het zal hem alleen maar profijt opleveren.
Het wordt echter een heel ander verhaal als dezelfde persoon ook veel kennis wil gaan opdoen over het hele proces rondom de fabricage en verkoop van auto’s. In dat geval loopt hij het risico te stuiten op Volkswagen-achtige sjoemel- en zelfverrijkingspraktijken en wordt zijn kijk op de mensheid wellicht ineens een stuk negatiever en cynischer. Tenminste op de belangrijke voorwaarde dat zijn normen en waarden hoger liggen en hij zaken als eerlijkheid en integriteit hoog in het vaandel heeft staan. Er zijn op deze wereld tenslotte genoeg mensen voor wie dergelijke normen en waarden totaal onbelangrijk zijn.
Het wordt echter een heel ander verhaal als dezelfde persoon ook veel kennis wil gaan opdoen over het hele proces rondom de fabricage en verkoop van auto’s. In dat geval loopt hij het risico te stuiten op Volkswagen-achtige sjoemel- en zelfverrijkingspraktijken en wordt zijn kijk op de mensheid wellicht ineens een stuk negatiever en cynischer. Tenminste op de belangrijke voorwaarde dat zijn normen en waarden hoger liggen en hij zaken als eerlijkheid en integriteit hoog in het vaandel heeft staan. Er zijn op deze wereld tenslotte genoeg mensen voor wie dergelijke normen en waarden totaal onbelangrijk zijn.
Wie hoge normen en waarden en bijpassende idealen heeft en veel kennis opdoet over de mens en zijn gedrag zal eerder een negatiever dan een positiever beeld van de wereld krijgen. Wat hij er vervolgens mee doet en of hij er (on)gelukkiger van wordt, is aan hem.
Dit sluit ook aan op mijn beeld van filosofen die op zoek gaan naar de waarheid: de waarheid (en/of werkelijkheid) zoals die tot ons komt is altijd mooier dan de echte waarheid/werkelijkheid en dus liggen ook hier negativisme, pessimisme en cynisme continu op de loer. Niet voor niets wordt in de lijst van voorbeelden van het kernkwadrantenmodel van Ofman cynisme als valkuil van realisme genoemd. Want hoe dichter je bij de realiteit komt, hoe groter de kans op cynisme.
Potentiële depressie-opwekkers
Natuurlijk weet ik niet of en zo ja in hoeverre mijn verhaal hier op Wim Brands van toepassing was, aangezien ik hem niet kende, laat staan dat ik op de hoogte was van zijn nature en nurture omstandigheden.
Maar dat een slimme, veelbelezen dichter en presentator tijdens zijn leven meer dan een gemiddelde hoeveelheid kennis heeft vergaard over de schaduwkanten van het leven lijkt mij niet ondenkbaar. Zo mag ik aannemen dat Brands alle grote klassiekers van aan depressie lijdende auteurs als bijvoorbeeld Ernest Hemingway, F. Scott Fitzgerald, Fjodor Dostojevski en Mark Twain heeft gelezen en dan beschik je toch over een aardige stapel met existentiële levensvraagstukken en potentiële depressie-opwekkers.
Al blijft hierbij natuurlijk altijd de kip-ei-vraag interessant of mensen nou depressief worden van veel lezen en schrijven of dat het juist zo is dat mensen met een aanleg voor depressiviteit eerder geneigd zijn om veel te lezen en te schrijven.
Maar aan de opmerking van de Vlaamse schrijver Ward Ruyslinck dat je in onwetendheid compleet gelukkig kunt zijn wil ik in elk geval toevoegen dat een te grote hoeveelheid aan kennis wellicht het gevaar in zich kan herbergen dat je er cynisch en ongelukkig van wordt.
Hoe het bij Wim Brands zat, zal waarschijnlijk niemand ooit precies weten. Maar een zelfmoord is en blijft altijd een zeer trieste aangelegenheid. De zondagmorgen zal voor veel lezers nooit meer hetzelfde zijn.
Tonko
Maar dat een slimme, veelbelezen dichter en presentator tijdens zijn leven meer dan een gemiddelde hoeveelheid kennis heeft vergaard over de schaduwkanten van het leven lijkt mij niet ondenkbaar. Zo mag ik aannemen dat Brands alle grote klassiekers van aan depressie lijdende auteurs als bijvoorbeeld Ernest Hemingway, F. Scott Fitzgerald, Fjodor Dostojevski en Mark Twain heeft gelezen en dan beschik je toch over een aardige stapel met existentiële levensvraagstukken en potentiële depressie-opwekkers.
Al blijft hierbij natuurlijk altijd de kip-ei-vraag interessant of mensen nou depressief worden van veel lezen en schrijven of dat het juist zo is dat mensen met een aanleg voor depressiviteit eerder geneigd zijn om veel te lezen en te schrijven.
Maar aan de opmerking van de Vlaamse schrijver Ward Ruyslinck dat je in onwetendheid compleet gelukkig kunt zijn wil ik in elk geval toevoegen dat een te grote hoeveelheid aan kennis wellicht het gevaar in zich kan herbergen dat je er cynisch en ongelukkig van wordt.
Hoe het bij Wim Brands zat, zal waarschijnlijk niemand ooit precies weten. Maar een zelfmoord is en blijft altijd een zeer trieste aangelegenheid. De zondagmorgen zal voor veel lezers nooit meer hetzelfde zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten