ONDERWERPEN: KRABBÉ ZOEKT VAN GOGH EN PICASSO - SCHILDEREN
Beste tekenaar van de klas
Met dank aan Jeroen Krabbé en zijn prachtige series “Krabbé zoekt Van Gogh/Picasso” zit ik er voorzichtig aan te denken om komend jaar iets op te gaan pakken wat ik in geen 35 jaar meer heb gedaan: tekenen en schilderen.
Vroeger als kind was ik een goede tekenaar en kreeg ik veel complimenten. Ooit won ik een kindertekenwedstrijd in het Singer Museum in Laren en kreeg ik als prijs het boek “Sjakie en de Chocoladefabriek” van Roald Dahl, wat een van mijn favoriete kinderboeken zou worden.
Op mijn basisschool stond ik bekend als de beste tekenaar van de klas. Als de leraar jarig was en er moest iets op het schoolbord worden getekend, riep men tegen mij dat ik dat moest doen. Een vriend van me kon ook heel goed tekenen. Waar ik vooral portretten maakte en bekende werken van bijvoorbeeld Rembrandt en Van Gogh natekende, maakte hij prachtige tekeningen van vooral paarden en andere dieren.
Na de basisschool werd tijdens mijn puberteit tennis echter mijn grote passie en stopte ik met tekenen en schilderen, tot op de dag van vandaag.
Vroeger als kind was ik een goede tekenaar en kreeg ik veel complimenten. Ooit won ik een kindertekenwedstrijd in het Singer Museum in Laren en kreeg ik als prijs het boek “Sjakie en de Chocoladefabriek” van Roald Dahl, wat een van mijn favoriete kinderboeken zou worden.
Op mijn basisschool stond ik bekend als de beste tekenaar van de klas. Als de leraar jarig was en er moest iets op het schoolbord worden getekend, riep men tegen mij dat ik dat moest doen. Een vriend van me kon ook heel goed tekenen. Waar ik vooral portretten maakte en bekende werken van bijvoorbeeld Rembrandt en Van Gogh natekende, maakte hij prachtige tekeningen van vooral paarden en andere dieren.
Na de basisschool werd tijdens mijn puberteit tennis echter mijn grote passie en stopte ik met tekenen en schilderen, tot op de dag van vandaag.
Sterren op het doek met Hanneke Groenteman
Jaren geleden belde mijn zus me op een avond op dat ik de televisie moest aanzetten. Het ging om het programma “Sterren op het doek” (MAX) waarin presentatrice Hanneke Groenteman bekende Nederlanders interviewde terwijl zij poseerden voor drie kunstenaars. Als de schilderijen af waren, mocht de BN’er (Frans Bauer in deze uitzending) er eentje uitkiezen om zelf te houden. De andere twee schilderijen werden dan verkocht voor een goed doel.
Mijn schoolvriend bleek in deze uitzending een van de drie kunstenaars te zijn en wat het verhaal nog mooier maakt, is dat zijn schilderij inmiddels thuis bij Frans Bauer aan de muur hangt. Frans had hem als “winnaar” uitgekozen.
Mijn schoolvriend bleek in deze uitzending een van de drie kunstenaars te zijn en wat het verhaal nog mooier maakt, is dat zijn schilderij inmiddels thuis bij Frans Bauer aan de muur hangt. Frans had hem als “winnaar” uitgekozen.
Ik ga het anders doen
Op internet kon ik achterhalen dat die vriend oorspronkelijk aan een ander soort carrière was begonnen. Een carrière die je van een nette Gooische knul wel mag verwachten met eerst een dure opleiding op een internationale businessschool en daarna een hoge functie als financieel adviseur.
Zeker achteraf verbaast het mij overigens hoe ik destijds als vreemde eend in de bijt toch gewoon een leuke basisschooltijd heb kunnen hebben. Waar de meeste van mijn vrienden gerust konden worden bestempeld als enorme “kakkers” was ik op veel punten anders: waar zij op hockey zaten, zat ik in die tijd op voetbal; waar zij elk jaar op wintersport gingen, had ik nog nooit geskied; waar zij kortgeknipt waren, had ik vrij lang haar en waar hun ouders VVD stemden, kozen mijn ouders voor het “linkse” D66.
Kennelijk bereikte mijn schoolvriend tijdens zijn eerste carrière op een dag een punt waarop hij dacht van hier word ik niet gelukkig van, ik ga het anders doen. Voor dit soort beslissingen, waarbij men meer luistert naar het eigen gevoel dan naar bijvoorbeeld de directe omgeving die andere verwachtingen van/voor jou heeft, kan ik altijd veel respect opbrengen.
Mede daarom liet ik op de sociale media ergens een bericht voor mijn jeugdvriend achter waarin ik hem liet weten het mooi te vinden om te horen dat hij van zijn hobby zijn beroep had gemaakt en dat ik hem daarin best wel een beetje benijdde. Een bericht waarop ik overigens helaas nooit antwoord kreeg.
Zeker achteraf verbaast het mij overigens hoe ik destijds als vreemde eend in de bijt toch gewoon een leuke basisschooltijd heb kunnen hebben. Waar de meeste van mijn vrienden gerust konden worden bestempeld als enorme “kakkers” was ik op veel punten anders: waar zij op hockey zaten, zat ik in die tijd op voetbal; waar zij elk jaar op wintersport gingen, had ik nog nooit geskied; waar zij kortgeknipt waren, had ik vrij lang haar en waar hun ouders VVD stemden, kozen mijn ouders voor het “linkse” D66.
Kennelijk bereikte mijn schoolvriend tijdens zijn eerste carrière op een dag een punt waarop hij dacht van hier word ik niet gelukkig van, ik ga het anders doen. Voor dit soort beslissingen, waarbij men meer luistert naar het eigen gevoel dan naar bijvoorbeeld de directe omgeving die andere verwachtingen van/voor jou heeft, kan ik altijd veel respect opbrengen.
Mede daarom liet ik op de sociale media ergens een bericht voor mijn jeugdvriend achter waarin ik hem liet weten het mooi te vinden om te horen dat hij van zijn hobby zijn beroep had gemaakt en dat ik hem daarin best wel een beetje benijdde. Een bericht waarop ik overigens helaas nooit antwoord kreeg.
Van zijn hobby zijn beroep maken
Ja, ik benijd een ieder die erin is geslaagd van zijn hobby zijn beroep te maken. Al besef ik daarbij heel goed dat als een hobby eenmaal werk wordt alles verandert en het in de praktijk lang niet zo romantisch blijkt te zijn als dat je van tevoren had gehoopt.
Voor iemand die enigszins met schaamte moet bekennen dat hij om uiteenlopende redenen in zijn werk nooit gelukkig is geweest (zie ook Label: Privé Tonko achtluik), is dit benijden natuurlijk niet zo vreemd. Als ik de keus opnieuw zou mogen maken, was ik als jonge knul nooit met tekenen gestopt. Simpelweg omdat daar waar ik van tennis toch nooit mijn beroep had kunnen maken dat voor tekenen en schilderen wellicht - zie mijn schoolvriend - een ander verhaal was geweest.
Voor iemand die enigszins met schaamte moet bekennen dat hij om uiteenlopende redenen in zijn werk nooit gelukkig is geweest (zie ook Label: Privé Tonko achtluik), is dit benijden natuurlijk niet zo vreemd. Als ik de keus opnieuw zou mogen maken, was ik als jonge knul nooit met tekenen gestopt. Simpelweg omdat daar waar ik van tennis toch nooit mijn beroep had kunnen maken dat voor tekenen en schilderen wellicht - zie mijn schoolvriend - een ander verhaal was geweest.
Echt uniek en niet compleet vervangbaar
Bovendien heeft het even geduurd, maar heb ik de afgelopen tien jaar zoveel zelfkennis opgedaan dat ik inmiddels weet dat met mijn ietwat (?) eigenzinnige en afwijkende persoonlijkheid een creatief - én eenzaam - beroep als bijvoorbeeld schrijver of schilder het best bij mij zou passen. Waarbij ik zelf, in het meest gunstige geval, zoveel mogelijk in mijn eentje kan bepalen wat ik wil maken.
Al realiseer ik me hierbij maar al te goed dat zo’n scenario op dit moment niet erg waarschijnlijk meer is. Maar dromen van een betaalde functie als columnist zal ik voorlopig wel stiekem blijven doen. De hoop op een dag "ontdekt te worden" is ook mij niet vreemd.
Voor mij is een puur creatief beroep ook het enige beroep ter wereld waarin je echt uniek bent en niet compleet vervangbaar zoals bij vrijwel alle overige beroepen wel het geval is (en waarbij in vrijwel alle gevallen de kans groot is dat ik me eerder vroeg dan laat enorm zou gaan vervelen, want ik raak snel uitgekeken en zeker op saai werk).
Het maakt mij denk ik mens dat ook ik de behoefte voel om uniek te willen zijn. Of moet ik zeggen: om niet te worden vergeten. Je kunt er tenslotte lang of kort over praten, maar ik ben ervan overtuigd dat achter dit soort behoeftes - net als bij religie - uiteindelijk gewoon de angst voor de dood schuilgaat. Maar dat is een andere (overigens zeer boeiende) filosofische discussie.
Al realiseer ik me hierbij maar al te goed dat zo’n scenario op dit moment niet erg waarschijnlijk meer is. Maar dromen van een betaalde functie als columnist zal ik voorlopig wel stiekem blijven doen. De hoop op een dag "ontdekt te worden" is ook mij niet vreemd.
Voor mij is een puur creatief beroep ook het enige beroep ter wereld waarin je echt uniek bent en niet compleet vervangbaar zoals bij vrijwel alle overige beroepen wel het geval is (en waarbij in vrijwel alle gevallen de kans groot is dat ik me eerder vroeg dan laat enorm zou gaan vervelen, want ik raak snel uitgekeken en zeker op saai werk).
Het maakt mij denk ik mens dat ook ik de behoefte voel om uniek te willen zijn. Of moet ik zeggen: om niet te worden vergeten. Je kunt er tenslotte lang of kort over praten, maar ik ben ervan overtuigd dat achter dit soort behoeftes - net als bij religie - uiteindelijk gewoon de angst voor de dood schuilgaat. Maar dat is een andere (overigens zeer boeiende) filosofische discussie.
Deel 2 volgt hierna.
Tonko
Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
Tekeningen van Tonko toen hij 8/9/10 jaar was
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten