zondag 30 september 2012

31. Go with the flow!

Actualiteit en privé - Familie/Gezin - Psychologie

 

Sweet Forty Sixth Birthday Party

Wat een geluk. Dat ik als fervent feestbeest en fanatieke Facebooker met een vriendenkring waar je u tegen zegt niet in een impulsieve bui al mijn Facebook”vrienden” heb uitgenodigd voor mijn Sweet Forty Sixth Birthday Party.  Met mijn chaotische inslag was de kans groot geweest dat ook ik (googel naar project X Haren) per ongeluk op het verkeerde knopje had gedrukt. De gevolgen waren niet te overzien geweest. Want stel je eens voor dat ze alle vijftien op waren komen dagen. Ik moet er niet aan denken.
 

Bystander Effect

Groepsgedrag is en blijft een raadselachtig psychologisch fenomeen. Zet iemand ’s avonds laat met een baksteen voor een gesloten supermarkt en hij vraagt zich af wat ie ermee moet doen.  Doe hetzelfde bij een groep, geef ze wat biertjes en ze weten er wel raad mee. Binnen no time is de supermarkt geplunderd.
Andere varianten heb je ook. Zet iemand bij een rivier, gooi er een kind in dat niet kan zwemmen en de kans is groot dat hij het gaat proberen te redden. Zet er in dezelfde situatie een groep neer en de kans is aanwezig dat het kind verdrinkt.
Het Bystander Effect heet dat. Onlangs zag je hiervan nog een treurig voorbeeld in China. Een busje reed op straat over een tweejarig meisje heen. Vervolgens liepen achttien mensen het zwaargewonde meisje op de grond achteloos voorbij, werd ze bovendien tot overmaat van ramp nog door een tweede busje overreden (!) en niemand die ook maar een poot naar haar uitstak. Het meisje overleed een paar dagen later aan haar verwondingen.
 

Ware aard

In het verleden zijn een aantal beroemde experimenten gedaan over wat groepsdruk met mensen kan doen. Mensen waarvan je het niet verwachtte, gingen zich tijdens zo’n experiment bijvoorbeeld opeens heel vervelend, dominant, superieur en soms zelfs sadistisch gedragen tegenover anderen.
Interessant hierbij vind ik de vraag waarom ze dit nou precies deden. Was dat omdat ze dachten dat dit, onder invloed van de groepsdruk, van hun verwacht werd of was het gewoon omdat ze nu eindelijk een keer los konden gaan in het vertonen van gedrag waar ze stiekem wel eens van hadden gedroomd? Waardoor het experiment dus in feite niets anders deed dan het naar boven brengen van hun ware aard. Duidelijk antwoord op deze vraag heb ik overigens helaas niet kunnen vinden.
 

Erbij willen horen

Ik weet niet precies hoe het komt, maar ik ben altijd behoorlijk wars geweest van groepsgedrag. Als puber ergerde ik me al enorm aan die constante behoefte van kinderen om erbij te willen horen met bijbehorend irritant gedrag. “Ha, hoorde je wat hij bestelde toen we uit gingen? Een cola, ha, ha, dat geloof je toch niet!”
Even terzijde: hoe bier de populairste alcoholistische drank ter wereld is geworden, zal mij altijd een raadsel blijven. Van de smaken zoet, zuur, zout en bitter heeft de mens een aangeboren voorkeur voor de eerste en een afkeer van zuur en bitter. Het is dan ook niet heel gewaagd om te veronderstellen dat vrijwel niemand zijn eerste (bittere) biertje lustte. Maar waarom dan toch een tweede nemen?
Het antwoord ligt, net als bij bijvoorbeeld roken, voor de hand: om erbij te willen horen. Noem mij maar weer koppig of eigenwijs, maar toen ik voor het eerst bijvoorbeeld koffie dronk, vond ik het smerig en een tweede is er nooit gekomen.
 

Een manier van overleven

Toch begrijp ik inmiddels heel goed dat je conformeren aan de groep een belangrijke functie heeft. Iets sterker en Darwinistisch uitgedrukt: het is een manier van overleven. De mens is tenslotte een sociaal wezen zoals Aristoteles al meer dan tweeduizend jaar terecht concludeerde.
Kijkend naar mijn puberzoons van veertien en twaalf kan ik dan ook niets anders dan tevreden constateren dat zij gewoon meegaan met de “flow”. Ik ben alleen maar blij dat ze niet zo’n verlegen, teruggetrokken en “einzelgängerige” puber zijn als hun vader was.
Hoe authentiek en mezelf ik misschien ook was, kan ik niet om het feit heen dat als je om wat voor reden dan ook afwijkt, het leven er niet gemakkelijker op wordt. Dus heb ik één goede raad aan mijn lieve zoons (mijn dochter houd ik voorlopig liever nog in een doosje): “Go with the the flow” en geniet ervan! Geef feesten. Nodig al je vrienden via Facebook uit. Maak daarbij fouten, want dat hoort er alleen maar bij.

Zo lang op de uitnodiging het adres van jullie moeder staat, vind ik alles best. Have fun!

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie. 

 
₁ Om uiteenlopende redenen voelt niemand van de groep zich geroepen om in actie te komen. Men ziet bijvoorbeeld niemand anders reageren en acht het dus niet nodig. Of men gaat ervan uit dat een ander wel in zal ingrijpen. Of men is bang om op te vallen of af te gaan.
₂ Experimenten van bijvoorbeeld Ron Jones (“Third Wave” experiment – 1967), Jane Elliott (“Brown eyes, blue eyes” experiment – 1970) en Philip Zimbardo (Stanford gevangenisexperiment – 1971).

zaterdag 29 september 2012

30. God heeft een cursus Woedbeheersing gevolgd

ONDERWERP: ACTUALITEIT - CHRISTENDOM



Jager doodgeschoten

Vorige week gelezen: “In Drenthe is gisteravond een jager doodgeschoten door een collega-jager.” De man zag de ander vermoedelijk aan voor een dier (is te hopen althans). Drievoudig Tour de France winnaar Greg Lemond had in 1987 wat dat betreft meer geluk: zijn zwager kon minder goed mikken. Het jachtongeluk kostte hem bijna twee jaar van zijn carrière, waarna Lemond in 1989 terugkwam om meteen opnieuw de Tour te winnen.
 

Keer uw zwaard weder in zijne plaats

Hoe triest ook voor de nabestaanden van de betreffende jager is het eerste wat mij altijd te binnen schiet (!) bij dit soort incidenten een bekende uitspraak uit de bijbel: wie het zwaard (lees: wapen) grijpt, zal door het zwaard vergaan.
Officieel staat het er zo (Matheüs 26:52): "Toen zeide Jezus tot hem: Keer uw zwaard weder in zijne plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan.” Dit zei Jezus op het moment dat hij in de hof van Getsemane werd opgepakt na het verraad van Judas en zijn discipel Petrus met een zwaard het oor van een slaaf van de hogepriester afhakte. Jezus genas het oor en sprak toen deze beroemde woorden. 
 

Cursusje angermanagement

Verder doet het incident me denken aan mijn eigen - jammer genoeg iets minder bekende - uitspraak: “Daar waar geen vuurwapens zijn, wordt niemand doodgeschoten.” (zie column 21)
Ik mag dan wel geen christen zijn, maar dat neemt niet weg dat ik me behoorlijk kan vinden in veel normen en waarden van Jezus in het Nieuwe Testament. Iets wat ik overigens niet kan zeggen van het Oude Testament. Is de God van Jezus in het Nieuwe Testament vooral goed, vredig en vergevingsgezind; in het Oude Testament is Hij juist vaak boos, gewelddadig en wraakzuchtig. Wie van moord, doodslag en wraak houdt, zal vooral van het Oude Testament smullen.  
Dit geeft meteen ook (mede) aan waarom ik nooit christen zal worden. In mijn ogen kan geen enkel mens met gezond verstand met goed gevolg de stelling verdedigen dat de God uit het Oude Testament en de God uit het Nieuwe Testament een en dezelfde “persoon” zijn. Dat gaat er bij mij echt niet in. Alhoewel, tenzij... we rekening houden met een scenario waarin God na Zijn wilde jeugdjaren en -eeuwen inzag dat Hij echt zo niet langer door kon gaan. En dat Hij het hoog tijd vond voor een positieve verandering. Noem het een soort midife crisis. Waar helemaal niks mis mee is natuurlijk.
Zelfs niet voor God. Dus kijkend naar de enorme verschillen tussen het Oude en het Nieuwe Testament houd ik er rekening mee dat God ergens in de overgang tussen beide Testamenten met goed gevolg een cursus “anger management” heeft gevolgd. God die woede leert beheersen, waarom niet? Hoe ouder hoe wijzer toch?


Wel jammer overigens dat kijkend naar de gewelddadige geschiedenis van zowel de christenen - met hun heilige boek de Bijbel dat het Oude én Nieuwe Testament bevat - als de joden - met hun heilige boek de Tenech dat alleen de teksten van het Oude Testament bevat - je kunt concluderen dat beide hun conflicten vooral zijn aangegaan - en nog gaan - in de geest van (de teksten van) het Oude Testament...    



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Foto: Tonko
 

29. Ja-knikkende meelopers

ONDERWERP: PRIVÉ - Familie/Gezin - Politiek/Macht

 

Frustratiegedrag

Mijn jongste zoon vertelde me dat hij best wel populair is in zijn nieuwe klas op de middelbare school. Ik zei hem dat ik heel blij voor hem was dat hij het daar zo naar zijn zin heeft. Want dat scheelt een slok op een borrel.
Je middelbare schooltijd goed doorkomen is niet onbelangrijk in een mensenleven. Voordat je het weet loop je er trauma’s op voor de rest van je leven. Dan zie je jezelf vijftien jaar later terug in een of ander televisieprogramma waarin mensen die vroeger werden gepest, worden “herenigd” met hun pestkoppen van toen. Pestkoppen die zich meestal maar weinig van het pesten kunnen herinneren en zich vaak van geen kwaad bewust zijn. Jaja, waarschijnlijk omdat ze hetzelfde frustratiegedrag inmiddels botvieren op onschuldige collega’s op hun werk.
 

Tenenkrommende woorden

Ik zal niet meteen beweren dat ik het woord “populair” schaar onder de tenenkrommende woorden. Dus deel drie wordt dit niet (zie columns 6 en 10). Maar het is wel een woord dat bij mij meer negatieve dan positieve associaties oproept.
In mijn ogen klinkt “populair” heel wat populairder dan het naar mijn bescheiden mening zou moeten klinken. Mijn vriend uit column vier gaat nu zeker glimlachen, want noem me koppig of eigenwijs maar de omschrijving van het woord “populair” in de Van Dale klopt niet. Of laat ik het beter zeggen: is niet volledig. “Populair: 1. Bij veel mensen geliefd: populaire muziek 2. Al te joviaal; strevend naar populariteit: populair doen.”
De meeste mensen zullen bij het woord populair denken aan de eerst genoemde omschrijving: wie populair is, is geliefd. Dat mag misschien vaak waar zijn, maar het is minstens zo vaak niet waar.
 

Antisociaal en agressief gedrag

Zo wijzen onderzoeken uit dat populair zijn op de middelbare school iets heel anders betekent dan leuk gevonden worden. Wie populair op de middelbare school is, heeft weliswaar een bepaalde status binnen de groep verworven, maar dat wil nog niet zeggen dat hij ook als leuk wordt ervaren.
Ben je op de basisschool een aardig, behulpzaam en sociaal vaardig kind, dan is de kans aanwezig dat je er populair bent. Populair en geliefd betekenen hier nog hetzelfde.
Op de middelbare school gelden echter andere wetten. Ik zal niet meteen zeggen dat je met dezelfde eigenschappen moet uitkijken dat je er niet wordt gepest. Maar feit is wel dat daar waar je op de basisschool vooral populair wordt door het hebben van positieve eigenschappen, dit op de middelbare school verandert. Andere factoren, zoals bijvoorbeeld het vertonen van antisociaal en agressief gedrag, worden steeds bepalender voor de mate van populariteit.
 

Manipulatief gedrag

Populaire pubers vertonen regelmatig manipulatief gedrag waarbij ze met behulp van een soort verdeel-en-heers tactiek de macht en status verkrijgen die ze willen hebben. Dit soort pubers weten precies hoe ze zich tegen uiteenlopende kinderen moeten gedragen om hun populariteit te vergroten. Waar ze tegen het ene kind bewust heel aardig zullen doen, zullen ze net zo gemakkelijk een ander kind juist weer gaan pesten om op die manier een schare trouwe volgers en ja-knikkende meelopers te vergaren. Dat dit patroon ook bij volwassenen te zien is, lijkt mij een overbodige opmerking. Kijk als voorbeeld maar eens naar populaire (!) populistische (!!) politici of naar enge dictatoren uit verleden en heden.
Waren Hitler en Stalin populair? Jazeker. Waren zij geliefd? Dat is een heel ander verhaal en wisselt enorm. Zeker als je daarbij onderscheid maakt tussen vriend en vijand. Maar ook als je alleen maar naar de “vrienden” kijkt!
Vooral naarmate hun macht groter werd, is het niet gewaagd te veronderstellen dat Hitler en Stalin behalve populair in hun directe omgeving toch vooral meer gevreesd dan geliefd waren onder alle jaknikkers om ze heen. En terecht! Met een extreem paranoïde populaire leider als Stalin hoefde je maar een klein foutje te maken (en zelfs dat was niet eens nodig) en voordat je het wist was je leven voorbij. Waarna andere doodsbange medewerkers dan druk aan de slag moesten gaan om met terugwerkende kracht jouw leven letterlijk en figuurlijk uit te wissen. Dat deden ze door jouw beeltenis op alle relevante foto’s, en dan vooral die waarop je samen met Stalin te zien was, vakkundig weg te gummen. Mijn God, wat zullen die arme stakkers hebben gebaald dat er nog geen Photoshop bestond.  
 

Toestemming om geliefd te worden

Verhalenverteller als ik ben, heb ik mijn zoon natuurlijk het een en ander over het bovenstaande verteld. Hij weet het nu. Hij krijgt van mij toestemming om geliefd te worden, maar ik sta niet toe dat hij populair wordt.
Voor mijn geruststelling: vorig jaar nog noemde zijn juf op de basisschool mijn zoon geliefd in zijn klas. En dat begrijp ik, want hij heeft gelukkig een te lief karakter om een gemene manipulator te zijn dan wel te worden. Dus ik ga er vooralsnog maar van uit dat ook mijn zoon de vergissing maakte door de termen "geliefd" en "populair" over één kam te scheren.

Ja, ik weet het: ik ben een strenge doch rechtvaardige vader. Ik zal ongetwijfeld zeer populair zijn bij mijn kinderen…

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 

zondag 23 september 2012

28. Eventjes bewijzen dat God bestaat

Privé - Filosofie - Religie/Geloof - Godsbewijs

 

Filosofiegroep

Een paar jaar geleden heb ik een filosofiegroep opgericht. Vorige week hadden we weer een bijeenkomst. Op het strand van Zandvoort sprak ik met een van de vrouwelijke leden over de mannelijke promovendus in ons midden die de week daarop doctor in de Filosofie zou gaan worden. Om die titel definitief te pakken, moet hij alleen nog maar eventjes bewijzen dat God bestaat. Althans dat - het leveren van een godsbewijs - is het centrale onderwerp van zijn proefschrift dat hij moet gaan verdedigen. Een makkie!
Het gesprek op het strand leidde tot een hevige discussie met genoemde vrouw. Zij was van mening dat er een dag zou kunnen komen waarop de mens door de toename van al zijn kennis en techniek daadwerkelijk in staat zou zijn om de oorzaak van ons bestaan te bewijzen. Ik was, en ben, het daar absoluut niet mee eens. 
 

Grootvaderparadox

Er zijn de afgelopen tijd uitvindingen gedaan die vroeger niemand ooit voor mogelijk had gehouden en waarom zou dit dan niet kunnen, lichtte ze haar mening toe. Ik vind die vergelijking niet opgaan. Net als dat elektriciteit en al haar mogelijkheden vroeger moeilijk voorstelbaar waren voor in de toekomst, zijn bijvoorbeeld tijdreizen en onsterfelijk worden dat voor nu ook. En toch acht ik beide in de toekomst niet uitgesloten.
Tijdreizen naar het verleden is waarschijnlijk een ander verhaal gezien de wetenschappelijke problemen die dat met zich meebrengt door de grootvaderparadox: je gaat terug in de tijd en doodt je grootvader voordat die je vader/moeder heeft kunnen verwekken, waardoor jij nooit geboren kan worden, laat staan dat je ooit in een tijdmachine zou kunnen klimmen.
Maar tijdreizen naar de toekomst dan? Ok, daarvoor zal men met hulp van de LHC’s ₁ van de toekomst eerst nog wel de nodige hobbels moeten nemen, maar wie weet. Waarom niet?
Onsterfelijk worden? “Gewoon” een kwestie van een manier vinden waardoor we afkomen van die vervelende (?) limiet aan de celdeling in ons lichaam: de Hayflick-limiet. Als we dan ook meteen voorkomen dat de onsterfelijke cellen kankerachtige cellen worden dan zijn we er. Voilà: onsterfelijkheid is geboren (om nooit meer te sterven)!
 

De eerste veroorzaker

Maar de oorzaak van ons bestaan bewijzen, dat is toch wel even andere koek. Al is het alleen maar omdat je hierbij vroeg of laat ook met een paradox₂ wordt geconfronteerd. Er zal ongetwijfeld een officiëlere naam voor zijn, maar ik noem ‘m hier voor het gemak even de kip-ei paradox: de kip komt uit het ei (“oorzaak” van de kip) net als dat het ei uit de kip komt (“oorzaak” van het ei).
Zelf zeg ik hierover altijd het volgende: het kan nooit zo zijn dat als ik dood ga en ik kom boven en zie dat er inderdaad een hemel is en een God die me staat op te wachten, dat Hij me dan gaat uitleggen hoe alles is ontstaan en dat ik dan vervolgens zeg: “Aha bedankt, nu snap ik het allemaal!” Dat kan nooit.
Niet omdat ik nou zo dom ben. Maar gewoon omdat ons menselijk denkvermogen zijn beperkingen heeft. De mens denkt in oorzaak en gevolg. Alle gevolgen, alles wat is of wat gebeurt, heeft een oorzaak en/of is veroorzaakt. En als je alles logisch gaat door beredeneren en deduceren totdat je bij de laatste oorzaak komt (noem het voor het gemak: de eerste veroorzaker) dan nog ben je er niet, want dan rest nog één “simpele” vraag: hoe is die eerste veroorzaker dan weer veroorzaakt? In feite dezelfde vraag die ik als kind al aan mijn ouders stelde: “Maar wie heeft God dan gemaakt?”
Daar kom je niet uit. Dus moet je op dat punt stoppen. Dat doe je met behulp van een premisse: die eerste (onveroorzaakte!) veroorzaker₃ is er. Punt. Dat nemen we gewoon als waarheid aan. “No questions asked!” Prima. Ik begrijp dat je dat moet doen. Anders kom je er niet uit en blijf je eeuwig hangen in een vicieuze cirkel. Maar hoe logisch deze aanpak ook is, de vraagstelling “Hoe zijn wij ontstaan?” los je er natuurlijk niet mee op. Dat is een illusie.  
 

Geen bewijs maar een argumentatie

Mijn mannelijke Filosofiegroep-collega ontkende dit overigens ook niet. In een interview dat Andries Knevel van de EO onlangs met hem afnam over zijn proefschrift, zei hij meteen: “Het is geen bewijs. Het is een argumentatie.” Iets wat ik persoonlijk "nogal" (understatement) een enorme afknapper en anti-climax vind. Dan ga je dus beweren dat je voor iets - en niet zomaar iets maar voor het bestaan van God - een bewijs hebt gevonden, dan word je vervolgens uitgenodigd voor een interview en dan nog voordat de eerste vraag wordt gesteld, vermeld je terloops dat je eigenlijk geen bewijs hebt gevonden maar wel argumenten. Dat vind ik net zoiets als dat ik ga roepen dat ik bewijs heb gevonden voor het bestaan van bigfoot en dat als eenmaal de wereldpers zich heeft verzameld ik heel droogjes zeg: "Nou ja bigfoot, ik bedoel eigenlijk een gorilla..."    
Maar goed, laat ik echter vooropstellen dat ik het heel goed én noodzakelijk vind dat er mensen zoals hij zijn die dergelijke pogingen ondernemen om zo dicht mogelijk bij “de waarheid” te komen. Zonder deze mensen zouden er tenslotte geen ontwikkelingen in de wetenschap en filosofie zijn. Mij rest dan ook niets anders dan een diepe buiging maken voor deze zwaargewicht in onze filosofiegroep. Bovendien: als er iemand van ons het bewijs voor het bestaan van God zou kunnen vinden dan is hij het wel. 
 

Prachtige illusie

Inmiddels is de promovendus geen promovendus meer, maar een doctor. De verdediging van zijn proefschrift op de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft hij met goed gevolg afgerond. Een prachtige ceremoniële gebeurtenis overigens die mij enerzijds deed denken aan de zeer grappige Laurel en Hardy-film “A Chump at Oxford” (1940) en anderzijds aan een begrafenis. Laat ik het zo zeggen: ik heb begrafenissen meegemaakt die levendiger waren.
Zoals verwacht, werd het bewijs dat God bestaat niet geleverd. De Nobelprijs kon in de kast blijven. Hoe voorspelbaar deze uitkomst ook was, bekroop mij toch een teleurstellend gevoel. Jammer dat deze prachtige illusie (opnieuw) een illusie zou blijven.
Mijn God, wat was ik graag spontaan een overtuigd christen geworden. Met de geruststellende gedachte dat ik straks na mijn dood tot in de eeuwigheid in de hemel zou verblijven met mijn familie, vrienden en partner. Een partner die ik voor mijn dood dan nog wel even snel moet zien te vinden, maar dat terzijde. Jammer dat de haast die ik altijd voel om nog zoveel mogelijk uit mijn leven te halen tot mijn dood onverminderd groot zal blijven. Ook dit proefschrift heeft niets kunnen veranderen aan de wankele status van de zekerheid dat mijn "leven" na mijn dood nog ergens doorgaat.
Eigenlijk geloof ik maar één ding. De Belgische mediapersoonlijkheid Wiet van Broeckhoven verwoordde het ooit prachtig als volgt: “Ik geloof dat er leven is na de dood. Maar ik geloof niet dat ik het nog zal meemaken.” 
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
₁ Large Hadron Collider: de grootste deeltjesversneller van dit moment, gelegen in de buurt van Genève in Zwitserland.
₂ Nog een leuke, misschien wat flauwe paradox over het bestaan van God: Als Hij bestaat, dan is Hij almachtig. Maar dan is Hij in staat een steen te maken die Hij zelf niet kan opheffen. In dat geval bestaat er een steen die Hij niet kan opheffen en dus is Hij niet almachtig. God bestaat daarom niet…
₃ Of je die eerste veroorzaker dan God moet noemen, is overigens een heel ander verhaal. En als je dat dan toch doet, moet je eigenlijk een definitie geven van wat je onder God verstaat. Iets wat mij geen gemakkelijke opgave lijkt.
 
 

donderdag 13 september 2012

27. Stelletje marionetten

Actualiteit - Politiek/Macht - Liegen en bedriegen/Hypocrisie

 

Geschreven en ongeschreven wetten

Kijkend naar het hele circus rondom de verkiezingen ontkom ik er niet aan dat mijn cynisme weer vrolijk komt bovendrijven. Ik besef maar al te goed dat ik daarin niet alleen sta. Al wil ik wel benadrukken dat het om een heel ander soort cynisme gaat dan waar die typische vervelende notoire klagers zich altijd van bedienen om hun onvrede over de politiek te uiten: “Het maakt toch allemaal niets uit op wie ik stem, het zijn allemaal graaiers” etc.
Mijn cynisme betreft een punt waarvan ik niet zal beweren dat ik er alleen in sta, maar mijn mening wijkt waarschijnlijk wel af van het gemiddelde. Ik heb het over alle geschreven en ongeschreven “wetten” die gelden op het gebied van de persoonlijke presentatie van politici tijdens verkiezingen.
 

Spindoctors en mediatrainers

Vraag een politicus naar een reactie op de negatieve peilingen van zijn partij en je kunt al raden wat voor soort antwoord je krijgt. “Het is maar een peiling, de echte verkiezing komt nog; we zullen zien, er kan nog van alles gebeuren; wacht het debat van vanavond maar af.” etc.
Natuurlijk is er een theoretische kans dat als je in de peilingen op vier zetels staat je op de verkiezingsdag toch nog uitkomt op twintig zetels. Maar dat geldt ook voor de theoretische kans dat op 21 december van dit jaar de wereld inderdaad vergaat.
Dat dit soort antwoorden keer op keer gegeven worden, komt natuurlijk doordat uitvoerig is onderzocht welke tactiek je het best kunt hanteren bij het beantwoorden van kritische vragen. Zonder dat ik precies op de hoogte ben van de belangrijkste regels en adviezen van de spindoctors en mediatrainers rondom politici, kan ik wel raden waar het ongeveer op neerkomt. Blijf altijd positief en optimistisch, straal zelfvertrouwen en kracht uit, laat nooit iets van twijfels merken, vermijd negatieve uitspraken over verlies, teleurstelling enz.
 

Kolder

Toen CDA-lijsttrekker Sybrand van Haersma Buma in een interview met de NRC even eerlijk zijn twijfels uitte over het behalen van een goede verkiezingsuitslag werd hij meteen door zijn spindoctors tot de orde geroepen. Vervolgens liet Buma snel weten dat het kolder was dat hij zich bij een verkiezingsnederlaag zou neerleggen en dat hij juist zeer optimistisch en gemotiveerd was om een goed resultaat te boeken.
Maar het kwaad was al geschied. Het beeld van een lijsttrekker die zijn kwetsbare kant toont, is niet het beeld dat mensen willen zien. De meeste mensen althans. Ik ben daar anders in.
Laat mij sollicitatiegesprekken voeren en ik kies eerder voor die kandidaat die gevraagd naar zijn negatieve kanten eerlijk zegt dat hij een ontzettende chaoot is dan dat ik ga voor de kandidaat die het sociaal wenselijke antwoord geeft dat hij zo perfectionistisch is. Want oh, oh, je zou maar per ongeluk op zo'n vraag écht je negatieve kanten opnoemen. Dat zou nog eens een tactische blunder zijn zeg!
Zet een gladde verkoper in driedelig pak tegenover me die met een grote glimlach alle voordelen van zijn product opsomt en en passant meldt dat hij ‘m zelf ook heeft en hij is volstrekt kansloos. De verkoper die mij daarentegen eerlijk vertelt dat er ook nadelen aan het product kleven, vindt bij mij een ingang.
 

Vooral altijd jezelf blijven

Het grappige is dat ik zeker weet dat ergens in die advieslijstjes van mediatrainers en spindoctors ook het advies zal staan om "vooral altijd jezelf te blijven". Prachtig natuurlijk, maar ook behoorlijk hypocriet en tegenstrijdig met al die andere adviezen.
Het draait er voor de lijsttrekkers tijdens de verkiezingen tenslotte niet zozeer om dat ze zichzelf moeten zijn, als wel dat ze zichzelf op een manier moeten presenteren die het best en meest geloofwaardig overkomt.
Natuurlijk zal elke mediatrainer me nu vertellen dat het om beide gaat: de wijze waarop je jezelf presenteert moet precies aansluiten op wie je écht bent anders werkt het niet. Maar laten we eerlijk zijn: dat is een illusie. En die illusie wordt met de dag groter in een tijd waarin de (sociale) media steeds belangrijker worden en we ook op het gebied van de verkiezingen meer en meer op de Verenigde Staten beginnen te lijken.
 

Ingestudeerd toneelstukje

Wanneer ik naar de debatten kijk, zie ik geen enkele lijsttrekker waarvan ik denk dat hij zich precies zo presenteert als hij is.
Als ik bijvoorbeeld Jolande Sap van GroenLinks voor de tiende keer optimistisch hoor vertellen dat die voor haar partij zo negatieve peilingen niets zeggen en het alleen maar draait om die ene peiling op 12 september, dan geloof ik haar niet. Wat ik zie, is een vrouw die een ingestudeerd toneelstukje aan het spelen is waar ze zelf niet eens in gelooft. Wat ze zegt, blijkt iets heel anders te zijn dan wat ze uitstraalt en dat werkt, bij mij althans, ergernis op. Maar laat ik voorop stellen dat dit in meer of mindere mate voor elke lijsttrekker geldt. Al vrees ik dat Geert Wilders misschien nog het meest zichzelf is.
 

Nu doen jullie het weer

Vrijwel niets in de huidige debatten wordt aan het toeval overgelaten. Vrijwel alles is tot in het kleinste detail voorbereid: de kleding, het haar, de teksten, de grappen, de timing, de mimiek, de handgebaren etc. Ruimte voor enige spontaniteit is er amper; laat staan voor oprechte uitingen van twijfel of eerlijkheid (!).
Wie van deze stijl van debatteren de overtreffende trap wilt zien, moet straks in november maar eens de heren Obama en Romney observeren tijdens hun debatten om het Amerikaanse presidentschap. Het lijkt bij dit soort verkiezingen steeds meer te gaan om een strijd tussen de wederzijdse spindoctors, waarbij de president en zijn uitdagers zijn verwoorden tot een stelletje marionetten. Eerlijkheid, integriteit, ECHTheid zijn ver, heel ver te zoeken.    
Hopelijk staat er in Nederland op een dag een nieuw soort politicus op die tijdens een debat de lijsttrekkers op niet mis te verstane wijze confronteert met hun steeds weer terugkerende van A tot Z ingestudeerde toneelstukjes: “Nu doen jullie het weer!” Zul je echter zien dat ook dat van tevoren is ingefluisterd door een spindoctor. Moeilijk hoor, jezelf zijn…


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Afbeelding: Tonko
 

woensdag 12 september 2012

26. Jezus, wat een giga zwaktebod God! (SGP, deel 2/2)

Actualiteit - Religie/Geloof - Verkrachting

 

Een prachtige uitspraak

Over de aanleiding van de ophef over de heer Van der Staaij in mijn vorige column (25) wil ik nog wat kwijt. Die aanleiding was de bewering van het Republikeinse congreslid Todd Akin dat zwangerschap door een verkrachting echt zeldzaam is “omdat het vrouwelijk lichaam manieren heeft om ‘dat hele ding’ (?) uit te schakelen.”
Een prachtige uitspraak die nadere bestudering verdient. Al is het alleen maar omdat de logica ervan mij volledig ontgaat. Waarbij ik er overigens van uitga dat de streng gelovige Akin met deze bewering bedoelt dat God de drijvende kracht is achter genoemde manieren om “dat ding” uit te schakelen.
 

A peace of cake

Stel,  ik geloof net als Akin heilig in God en ben ervan overtuigd dat Hij het beste met de mens voor heeft, dus ook als het gaat om het lot van verkrachte vrouwen. Eigenlijk vind ik dat het hier al mis gaat, want als je zo begaan bent met de mens waarom sta je dan toe dat verkrachtingen voorkomen denk ik dan? Maar goed, laat ik voor mijn verhaal deze simpele gedachtegang even opzij schuiven. Ik neem als startpunt dat het kwaad, om wat voor reden dan ook, al is geschied. Er zijn diverse vrouwen verkracht en het is aan God om iets aan het leed te doen.
Het minste wat God volgens mij kan doen, is ervoor zorgen dat de vrouwen niet zwanger raken. Voor Hem “a peace of cake” zou ik denken. Het zou mij in elk geval bijzonder tegenvallen als God er slechts in zou slagen om de kans op zwangerschap hier heel klein en “echt zeldzaam" te maken.
Een honderd procent score, dat is: niemand van de verkrachte vrouwen raakt zwanger, lijkt mij toch niet teveel gevraagd van de Almachtige. Maar toch is dat niet wat er volgens Akin gebeurt. God schakelt “dat hele ding” weliswaar vaak uit, maar niet altijd.
 

Niet perfect

Hoe zit dat dan? Moet ik hieruit de conclusie trekken dat God niet perfect is en dat zelfs Hij fouten maakt? Voor mij klinkt dit, in tegenstelling tot voor diepgelovige mensen, overigens heel plausibel aangezien wij toch uit Zijn evenbeeld zijn gemaakt en ons vermogen tot falen Hem dus niet compleet vreemd moet zijn.
Of heeft God misschien andere redenen om niet elke verkrachte vrouw te beschermen tegen, naar ik mag aannemen, een ongewenste zwangerschap? Misschien omdat er vrouwen bijzitten voor wie het kind juist wel, bewust dan wel onbewust, degelijk welkom is? Of misschien omdat sommige vrouwen dit lot, om wat voor vage reden dan ook, hebben verdiend? Of zullen we het er maar simpelweg op houden dat het gewoon de wil van God is? Deze zin doet het altijd goed bij fanatieke gelovigen op een moment dat ze het zelf ook even niet weten en iets recht moet worden gepraat wat zo krom is als een banaan.

Pikant detail

Hoe het ook zij, de bewering van Akin is volgens mij een poging om de suprematie en goedheid van God te benadrukken, maar als je erover nadenkt is dat het allesbehalve. Jezus, wat is dit een giga zwaktebod God! Een beetje God moet dat toch beter kunnen, lijkt me. 
Pikant detail is overigens dat als je je verder in de materie verdiept, je kunt lezen dat de kans op een zwangerschap bij verkrachtingen juist groter is vanwege een aantal factoren. Bijvoorbeeld om de eenvoudige reden dat de meeste verkrachte vrouwen relatief jong en vruchtbaar zijn. Misschien de aanleiding voor de volgende oerdomme opmerking van een (republikeinse) politicus? “Tip voor vrouwen die het niet lukt om zwanger te raken: laat je verkrachten want dat vergroot je kansen.”


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
 

Foto: Tonko