maandag 16 juli 2012

20. Verwende snotaap

Actualiteit en privé - Familie/Gezin - Sport



Geweldig om beroemd te zijn

Net als bijna de helft van alle gestarte Nederlandse wielrenners hield ook Robert Geesink het onlangs in de Tour de France voor gezien. Waardoor de Tour van Geesink net als die van een jaar geleden eindigde in een deceptie. Een glimlach kon ik niet onderdrukken bij het horen van dit nieuws. Maar dat heeft een reden.
Twee jaar geleden begon de Tour in Nederland en werd Geesink knap zesde in het eindklassement. Of vijfde moet ik nu zeggen, want inmiddels is de toenmalige winnaar Contador door dopinggebruik uit de uitslagenlijst geschrapt (zie column 3). En wellicht wordt Geesink op deze manier zelfs ooit - met terugwerkende kracht - Tourwinnaar. Je weet maar nooit. 
Met mijn jongste zoon was ik destijds naar de Tour-proloog in Rotterdam geweest. Na die Tour van 2010 besloot ik met mijn oudste zoon naar het wielercriterium in Stiphout te gaan. Niet dat hij een groot liefhebber van wielrennen is. Zeker niet. Maar hij heeft iets met beroemde mensen. Het lijkt hem geweldig om beroemd te zijn zoals zijn voorbeeld Johnny Depp: “Dan ben je rijk en vindt iedereen je aardig.”

Als je wint, heb je vrienden

Ik zou Tonko (en zijn vader) niet zijn als ik hem niet zou vertellen dat dat niet zo simpel ligt en dat beroemd zijn ook zijn nadelen heeft.  Tenslotte heeft ieder voordeel ook zijn nadelen en is bewonderen sowieso niet mijn ding (zie column 7).
Niets is zo betrekkelijk en vergankelijk als faam en roem: “What goes up, must go down.” Dus vertel ik hem bijvoorbeeld het verhaal van de niet zo snuggere bokser Mike Tyson. Ik vermoed trouwens dat Tyson al niet snugger was voordat hij ging boksen. Wat niet handig is, aangezien de klappen die je incasseert bij boksen je IQ nou ook niet bepaald verhogen. Op het toppunt van zijn carrière had Tyson een enorme vriendenkring waarnaar hij ontzettend gul was. Toen hij echter een paar jaar later aan de grond zat, bleken tot zijn grote verbazing al zijn “vrienden” opeens als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen. Hij begreep er helemaal niets van. Over hoe naïef een mens kan zijn... “Als je wint, heb je vrienden” zongen Herman Brood en Henny Vrienten niet voor niets al in 1984.
 

Harry Potter

Ik sla wel eens door in mijn verhalen. Dan vertel ik mijn zoon dat je om beroemd te worden behalve talent en doorzettingsvermogen ook nog geluk nodig hebt. En dat er achter elke Johnny Depp tien andere “Johnny Depps” zitten die het niet gered hebben. Niet omdat ze minder talent en doorzettingsvermogen hadden dan de echte Johnny Depp, maar simpelweg omdat ze net even dat geluk ontbeerden dat nodig was om eruit gepikt te worden.
Zo vermoed ik dat er momenteel ergens in Engeland een onbekend jongetje rondloopt dat tijdens de auditie voor de hoofdrol van de Harry Potter-films de nummer twee was na de uiteindelijke winnaar Daniel Radcliffe. Of hoe klein het verschil tussen onbekend en beroemd soms kan zijn (in euro’s echter - op dit moment - ongeveer veertig miljoen).
 

Anti-climax van hier tot gunter

“Het lijkt wel of je niet wilt dat ik fan ben van Johnny Depp” riep mijn zoon een keer. Hij had gelijk. In mijn enthousiasme sla ik soms door met mijn “levenslessen” en vergeet ik hem gewoon lekker kind te laten zijn.
Toen ik mijn zoon verteld had over Geesink en zijn prestaties wist hij dat dat de "beroemdheid" was waarvan hij een handtekening wilde hebben. Na de wielrenners een aantal uren saai om de kerk te hebben zien fietsen, was het moment eindelijk daar. Mijn zoon stond met pen en papier klaar om voor het eerst van zijn leven een handtekening van een “beroemdheid” te krijgen.
Daar kwam Geesink aan op zijn fiets… daar passeerde hij ons... en daar verdween hij als een fietsende dief in de nacht heel snel uit zicht. Zonder in de remmen te knijpen. Zonder enige aandacht te schenken aan het groepje kinderen dat de hele avond op dit ene moment had gewacht. Een anti-climax van hier tot gunter.
 

Mijn broek zakte af

Mijn zoon kreeg tranen in zijn ogen. Mijn broek zakte af van de arrogantie van deze verwende snotaap. Wat dacht ie wel. Ik weet ongeveer wat een bekende wielrenner vangt per criterium en het minste wat je daarvoor van zo’n geldwolf terug mag verwachten is dat hij zijn jonge fans bedankt met wat aandacht en handtekeningen.
Het heeft ook met (een gebrek aan) inlevingsvermogen te maken. Van iemand als Geesink mag je toch verwachten dat hij zelf als klein jongetje ook wielerhelden had waartegen hij opkeek. Hoe zou hij het hebben gevonden als zijn idool zo deed?  
Ik schrijf nooit klachten naar instanties, maar voor alles is een eerste keer. Op mijn boze mail reageerde de Rabobank met het sturen van een stom PR-pakketje.  Maar het maakt niet uit. Als gerechtigheid bestaat, zal Geesink  het weten. Nooit meer zal hij het niveau van toen halen. Nooit meer komt hij zelfs in de buurt. Altijd zal hij zich blijven afvragen waar het mis is gegaan…
 
Alleen ik weet het. Stiphout, dinsdag 27 juli 2010 rond 22.40. De fout van zijn leven. 

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Foto: Tonko
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten