woensdag 24 december 2014

170. COLUMN DOPING, RUSLAND, ASTANA WIELERPLOEG, NEDERLANDSE TOPATLEET UIT JAREN 70, ERIC HEIDEN, JOHAN OLAV KOSS, BEN JOHNSON, CARL LEWIS (DEEL 2/2 - SLOT): "If You Don't Take It, You Won't Make It."

ONDERWERPEN - DOPING - BEROEMDE NEDERLANDSE TOPATLEET

 

Beroemde Nederlandse topatleet

Een Jaar of zes geleden had ik een beroemde Nederlandse topatleet uit eind jaren zeventig in de spreekkamer van de woningcorporatie waar ik toen werkte. Nieuwsgierig als ik ben greep ik de gelegenheid aan om hem wat vragen over zijn carrière te stellen en uiteindelijk durfde ik het ook aan om het onderwerp doping in de sport te berde te brengen.
Zonder expliciet in te gaan op zijn eigen rol hierin (later las ik dat hij ooit door een openhartige ex-collega-atleet was beschuldigd van het gebruik van anabole steroïden) maakte hij mij duidelijk dat doping in de sport veel voorkomt en veel meer dan men denkt. En ook al in zijn tijd, afgezien nog van de bekende dopingpraktijken achter het IJzeren Gordijn.

Jeugdheld Eric Heiden

Gefascineerd nam ik wat sporten en namen met hem door, waarbij hij verrassend aangaf ervan overtuigd te zijn dat voormalige topschaatsers als bijvoorbeeld Eric Heiden en Johan Olav Koss doping hadden gebruikt. Dat zij beiden uit een artsenfamilie kwamen, zei hem genoeg. Ondanks dat het allemaal slechts speculatie betrof, vond ik het toch zeer boeiend zoiets uit de mond van een ex-topsporter te horen.
Bij Koss kan ik me er nog wel iets bij voorstellen, al is het alleen al vanwege het feit dat er rondom hem en andere Noren al langer geruchten over (bloed)doping de ronde gaan. Maar dat mijn jeugdheld Eric Heiden doping zou hebben gebruikt?
Wat gelukkig voor mij en vooral voor Heiden zelf spreekt, is dat Heiden vijftien jaar voor Koss schaatste in een tijd dat het nog een echte amateursport was. Bovendien was algemeen bekend dat Heiden qua professionaliteit en trainingsuren zijn tijd ver vooruit was. Zo waren de concurrenten die een keer met hem hadden mogen meetrainen tot de conclusie gekomen dat hun eigen training gelijk stond aan de warming-up van Heiden.
 

De mens wil geloven 

Speculatie of niet, het gesprek bevestigde iets dat ik al langer vermoedde namelijk dat ik het dopinggebruik in de sport, ondanks mijn voornemen om daarin niet naïef te zijn, waarschijnlijk nog steeds enorm liep te onderschatten. Trap ik dan zelf als sportliefhebber regelmatig in de valkuil waarvoor ik in mijn columns zo vaak waarschuw: de mens wil geloven?
De mens wil geloven dat we bij de grote sportevenementen allemaal geweldige sporters zien die enkel door hard en eerlijk werk de lof en beloningen krijgen die ze verdienen.
 

Illusie van een integer sportland

Welke Nederlander is nou bereid te geloven dat onze sympathieke sporthelden van vroeger en nu zoals bijvoorbeeld schaatsers Marianne Timmer, Gianni Romme en Sven Kramer, zwemmers Inge de Bruijn, Pieter van den Hoogenband en Ranomi Kromowidjojo of atleten Ellen van Langen en Dafne Schippers hun successen wellicht mede te danken hebben aan doping?
Nee, ik wil dat ook niet geloven. Terwijl ik er aan de andere kant nota bene van overtuigd ben dat zelfs in schaatsen (waar minder geld in omgaat), maar honderd procent zeker in zwemmen en atletiek doping wordt gebruikt.
Dat is toch eigenlijk vreemd? Dus ik zou bijvoorbeeld wel bereid zijn de geruchten rondom het dopinggebruik van de Australische zwemheld Ian Thorpe te geloven. Maar dat “onze” Pieter, die als grote concurrent Thorpe een paar gevoelige nederlagen bezorgde tijdens de Olympische Spelen, misschien ook wel eens uit het verkeerde potje heeft gesnoept, zou er dan weer niet bij me in gaan?
Terecht, of ben ik op dit punt gewoon een van de vele naïeve, koppige Hollanders die de illusie van een integer sportland in stand wil houden? Ik vrees het laatste, aangezien het me inmiddels wel duidelijk is geworden dat hoe meer je je in het onderwerp doping gaat verdiepen, hoe meer dingen en personen je rondom de sporters tegenkomt die je aan het denken zetten (verdachte blessures, verdachte begeleiders/sportartsen etc.).
 

Vuilste finale ooit

Behalve dat kennis macht is, vermindert het ook naïviteit. Neem als voorbeeld de finale honderd meter mannen tijdens de Olympische Spelen in Seoul in 1988. Weer was ik een illusie armer toen eenmaal bekend werd dat tijdens deze “vuilste finale ooit” zondebok Ben Johnson - om maar een understatement te gebruiken - “bepaald niet de enige” valsspeler bleek te zijn van de acht finalisten: “If You Don’t Take It, You Won’t Make It.”
Carl Lewis, als nummer twee van deze race na de diskwalificatie van Johnson uitgeroepen tot winnaar (een van zijn negen gouden Olympische medailles), had normaal gesproken niet eens mogen meedoen aan deze Spelen. Voorafgaande aan de Spelen bleek hij al tijdens de Olympic Trials in de Verenigde Staten op doping te zijn betrapt, maar dat was subtiel door de Amerikaanse Atletiekbond in de doofpot gestopt. Lewis moest hoe dan ook winnen en zo geschiedde. Behalve als winnaar van vele wedstrijden kan ik me Carl Lewis vooral nog herinneren als die sporter die altijd zo fel van leer trok tegen van doping verdachte concurrenten. Over hoe hypocriet een mens kan zijn…
 

Nummer acht als enige dopingvrij?

Het lastigste aan doping is en blijft dat je nooit zult weten wie je kunt vertrouwen en wie niet. En je zult van veel sportwedstrijden dus nooit weten wie de meest terechte winnaar was. Was dat gewoon de nummer één omdat ze allemaal schoon waren? Of was het gewoon de nummer één omdat ze allemaal doping gebruikten? Of was het misschien toch die onbekende nummer acht omdat die als enige dopingvrij bleek te zijn? Zelfs als alle deelnemers nooit “positief” zijn getest op doping weet je het niet. Dat zegt helemaal niets. Theoretisch kunnen het allemaal Lance Armtsrongetjes of Carl Lewisjes zijn, met of zonder extra bescherming van een corrupte sportbond achter de hand. Voor het leven in de sportwereld geldt hetzelfde als voor het leven erbuiten: het is niet rechtvaardig. 
 

Speculaties

Om een column vol speculaties in stijl af te ronden: ik kijk in elk geval niet gek op als ik later te horen krijg dat topsporters als bijvoorbeeld Usain Bolt (atletiek), Michael Phelps (zwemmen), Cristiano Ronaldo (voetbal) of Rafael Nadal (tennis) wat extra pillen tijdens hun carrière blijken te hebben geslikt.
En hoe zit het dan met de Nederlanders? Met onze zwemmers en schaatsers? Wie het weet, mag het zeggen. Maar als zou blijken dat al onze toppers ook doping gebruik(t)en, kijk ik niet (meer) gek op. Hoe graag ik ook wil geloven. Dat dat niet zo is.
 

Tonko

 

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


 
De vuilste finale ooit: 100 meter Seoul 1988, Ben Johnson (159) "wint" voor Carl Lewis (102).
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten