dinsdag 8 maart 2016

237.COLUMN SVEN KRAMER, COLUMN VOOR SCHAATSLIEFHEBBERS, WK SCHAATSEN, ACHT KEER WERELDKAMPIOEN, WIE IS DE GROOTSTE SCHAATSER OOIT, SVEN KRAMER VS. ERIC HEIDEN, ACTUALITEIT: Waarom niet Sven Kramer maar Eric Heiden de grootste schaatser aller tijden is

SVEN KRAMER VS. ERIC HEIDEN - GROOTSTE SCHAATSER OOIT

 

Grootste schaatser ooit

Sven Kramer wint zijn achtste WK Allround titel. Zeer indrukwekkend, na ook al acht keer Europees kampioen te zijn geweest. Op televisie wordt de vraag opgeworpen of Sven Kramer nu de grootste schaatser ooit kan worden genoemd. Rintje Ritsma kan zich er wel in vinden, maar Erben Wennenmars gaat toch voor Eric Heiden.
Vergelijken wie de grootste is op welk terrein dan ook is leuk maar ook vaak zinloos. Zeker in de sport waarin prestaties meestal gewoon meetbaar zijn en het nu eenmaal een feit is dat de mens en zijn sportprestaties evolueren. Hierdoor is vergelijken met vroeger per definitie een soort vergelijking tussen appels en peren.
 

Vrouwen nu even snel als mannen midden jaren tachtig

Dat de schaatsers van nu veel harder rijden dan vroeger lijkt me duidelijk. De schaatsers trainen langer, harder en professioneler, de materialen zijn beter (schaatspakken, klapschaats etc.), de schaatsbanen zijn naar binnen verplaatst waar ze een stuk sneller zijn en wedstrijden op buitenbanen zijn bijna verdwenen.
Kijkend naar de huidige wereldrecords bij de vrouwen kun je concluderen dat zij nu ongeveer even snel schaatsen als de mannen in midden jaren tachtig, ruim dertig jaar geleden. Toen Eric Heiden overigens al vijf jaar daarvoor (1980) was gestopt.
Wil je tot een redelijke vergelijking komen dan zul je altijd de betreffende sporter moeten afzetten tegen de tijd waarin hij sportte en tegen de sterkte van zijn concurrenten. De tijden van nu worden per definitie in de toekomst weer verbeterd en dat zal altijd zo blijven, hooguit zullen de verschillen waarmee de wereldrecords worden verbeterd steeds kleiner worden. 
 

Jeugdsentiment

Het willen maken van vergelijkingen, rijtjes en top tienen wordt natuurlijk vooral ingegeven door emoties en jeugdsentiment. Het zal zelden voorkomen dat als je iemand van zestig vraagt naar zijn helden uit de sport of muziek dat hij dan met namen komt van de laatste tien jaar. Meer voor de hand ligt dat zijn helden komen uit de tijd dat hij nog puber was of in de periode daarna. Oftewel uit de jaren waarin je het meest beïnvloed bent door je omgeving en je je nieuwe ervaringen heel bewust hebt meemaakt. 
Met op zijn tijd een gezonde hang naar vroeger hebben, is natuurlijk niets mis. Zo lang als het maar niet te erg wordt, want als je erover gaat doordenken is de kans groot dat je vroeg of laat terechtkomt bij achterliggende motieven als moeite hebben met ouder worden of zelfs een angst voor de dood.
 

Mijn schaatsheld Eric Heiden

Ja, ik besef dat het een soort appels met peren vergelijken is. En ja, ik besef ook dat ik nu misschien een beetje tegen mijn principes inga (ik bewonder tenslotte niemand - zie column 7). Maar toch ga ik met deze column als een verongelijkt kind vanuit mijn eigen jeugdsentiment eens en voor altijd duidelijk maken waarom niet Sven Kramer maar mijn schaatsheld Eric Heiden natuurlijk de onbetwiste beste schaatser aller tijden is.
Hoe subjectief ik hierin ook ben, kan ik me overigens niet voorstellen dat een ieder die hiernaar "objectief" (niet makkelijk!) onderzoek verricht tot een andere conclusie zal komen. 
 

Carrière van elf jaar en nog niet afgelopen

Waar moet ik beginnen? Heel flauw - maar niet ten onrechte - zou ik kunnen beginnen met te stellen dat de beste schaatser ooit eigenlijk ook de meest complete schaatser zou moeten zijn. Oftewel iemand die alle afstanden beheerste en zelfs kon domineren, vanaf de 500 meter sprint tot aan de tien kilometer.
Flauw hieraan is dat als we het hier over eens zouden zijn, we snel zijn uitgepraat. Want waar Heiden in zijn carrière alle afstanden domineerde, heeft Kramer dat nooit gedaan. In feite domineerde Kramer gedurende zijn carrière slechts twee afstanden: de vijf en de tien kilometer. Waarbij hij incidenteel ook een 1500 meter wist te winnen.
Fans van Kramer en ook andere schaatskenners zullen hier tegenin kunnen brengen dat we inmiddels leven in een tijd dat niemand meer kan heersen op alle afstanden. Het schaatsen is mede door de invoering van de WK afstanden en door het belang van de Olympische Spelen veel gespecialiseerder geworden. Topschaatsers kunnen nog wel meerdere afstanden domineren maar die moeten dan wel bij elkaar in de buurt liggen, zoals bijvoorbeeld de combi's 500/1000m, 1000/1500m, 1500/5000m en 5000/10.000m.
Het sterkste punt van Sven Kramer is natuurlijk dat hij al zo lang zo sterk én zo ambitieus is en blijft. Zijn carrière duurt nu al elf jaar (2005-heden) en is nog niet afgelopen. Hierdoor is zijn erelijst qua hoeveelheid titels zeer indrukwekkend geworden.

Tegen de acht WK- (negen inclusief één WK Allround bij de junioren) én EK-titels Allround kan ook zelfs Eric Heiden niet op. Al moet daarbij natuurlijk vermeld worden dat als de Amerikaan Heiden Europeaan was geweest er naar alle waarschijnlijkheid vier EK-titels op zijn palmares bij hadden gestaan. 
 

Unieke prestatie: vijf gouden medailles

De carrière van Heiden duurde kort (1975-1980) maar was des te imposanter. Niet alleen won hij in die jaren drie keer het WK Allround maar ook nog eens vier keer het WK Sprint én twee keer het WK-Allround voor junioren (negen WK’s in totaal dus!).
Heiden deed twee keer mee aan de Olympische Spelen. Eerst in 1976 in Innsbruck (Oostenrijk) waarbij hij als zeventienjarige knul 7e op de 1500 en 19e op de 5000 meter werd. Vier jaar later in 1980 in Lake Placid (Verenigde Staten) leverde hij op zijn hoogtepunt een unieke prestatie: hij deed mee aan alle vijf de afstanden en won ze alle vijf (500 - 1000 - 1500 - 5000 en 10.000 meter). Iets wat daarvoor nog nooit was gepresteerd en daarna - naar mijn overtuiging - ook nooit meer zal worden gepresteerd.
Ter vergelijking: Kramer deed mee aan drie Olympische Spelen waarbij hij startte op acht individuele afstanden en hij vier individuele medailles behaalde (twee gouden en twee zilveren). Bovendien deed Kramer nooit mee aan een WK-sprint, laat staan dat hij er één won. 
 

Winnaar alle afstanden

Van zijn zeven gewonnen senioren WK’s won Heiden maar liefst 20 van de 28 afstanden, waarbij hij in 1979 zowel van het WK allround als van het WK sprint winnaar was van alle afstanden!
Ter vergelijking: Kramer won bij geen van zijn acht gewonnen senioren WK’s alle afstanden. Van de 32 afstanden won hij er precies de helft (16), oftewel steeds de 5000 en 10.000 meter.
 

Wereldrecords

Wat wereldrecords betreft valt op dat in vergelijking met bijvoorbeeld Ard Schenk (18x: 1000/3, 1500/3, 3000/4, 5000/2, 10.000/2, grote vierkamp/4 ) zowel Sven Kramer (6x: 5000/3 en 10.000/3) als Eric Heiden (9x: 1000/3, 1500/1, 3000/2, 10.000/1, grote vierkamp/1 en sprint vierkamp/1) relatief weinig wereldrecords hebben verbroken.
Waar voor Kramer hier geen “excuus” geldt, is die er voor Heiden nog wel. In zijn tijd werden vrijwel alle wereldrecords gehaald op de Medeo-baan in Alma Ata (in de toenmalige Sovjet-Unie en het huidige Kazachstan) die op een hoogte van 1691 meter gelegen was in een dal tussen de bergen. Van deze wonderbaan werd gezegd dat je er onder ideale omstandigheden met twee keer wind mee je rondjes kon schaatsen.
Zover ik weet (ik hoor graag van degene die het precies weet!) heeft Heiden nooit in Alma Ata gereden, maar wat ik wel zeker weet is dat de Russen de wonderbaan bewust behoorlijk afgesloten hielden voor buitenlanders om (vaak ook nog onbekende) landgenoten in de gelegenheid te stellen daar ongestoord wereldrecords te kunnen verbreken. Ooit gehoord van Dimitri Ogloblin? Dat was die ene Sovjet-Rus die een maand na het fabuleuze wereldrecord van Heiden op de 10.000 meter in Lake Placid (sportcommentator Mart Smeets: "Dit kan helemaal niet wat deze man doet. Dit wordt een tijd die echt nooit meer verbeterd gaat worden!") het record alweer terug naar Alma Ata bracht. Wat door Mart Smeets voor onmogelijk werd gehouden, werd op de Medeo-baan door onbekende Russen met de wind in de rug probleemloos gedaan. Pikant detail: in Lake Placid - waar ook wind tegen voorkwam - was Heiden op de 10.000 meter bijna een minuut (52 seconden!) sneller geweest dan deze Ogloblin...  

Met een Eric Heiden die regelmatig toegang had gehad tot wedstrijden
op de Medeo-baan had ik wel eens willen zien hoeveel wereldrecords hij er nog bij had geschaatst en hoeveel tijd hij er nog af had gehaald.
Naschrift: op een site kwam ik de onderstaande zeer boeiende passage tegen die aangeeft dat Eric Heiden vermoedelijk aan het prille begin van zijn indrukwekkende carrière in elk geval één keer in Alma Ata heeft geschaatst. Blijkbaar schaatste hij er toen meteen een officieus wereldrecord op de 1000 meter. Te lezen is dat het record echter niet is erkend noch gedocumenteerd (! - heel jammer, de tijd en datum staan er dan ook niet bij vermeld), wat het mysterie rondom Alma Ata en de Russen natuurlijk alleen maar vergroot. Het lijkt mij niet gewaagd ervan uit te gaan dat de Russen na deze voor hun vervelende ervaring Eric Heiden nooit meer hebben uitgenodigd op hun wonderbaan in Alma Ata. Wat heel jammer is voor de geschiedenis van de schaatsport!
 
"Heiden was one of the first American skaters invited to the Russian Cup competition at the Medeo Sports Center at Alma Ata, one of the world's fastest rinks. Though it was not documented, Heiden set a new record for the 1,000 meter event. The world speed-skating community was shocked that an American speed skater could perform so well."
 
 

De concurrenten van Eric Heiden en Sven Kramer

Ook kijkend naar de sterkte van de concurrenten in het allrounden kun je constateren dat Eric Heiden er veel beter afkomt dan Sven Kramer. Heiden had zowel meer als (voor die tijd uiteraard) betere concurrenten dan Kramer.
Natuurlijk zou je daar tegenin kunnen brengen dat dit gewoon zo lijkt door de suprematie van Kramer. Maar als je gewoon simpel naar de statistieken kijkt, kun je zien dat Heiden juist (nóg) meer superieur was ten opzichte van zijn concurrenten dan Kramer. Zo staat Heiden op de ranglijst met het grootste verschil met de nummer twee bovenaan bij zowel het WK Allround Junioren, het gewone WK Allround (bijna vijf punten!) als het WK Sprint!
Onder Heidens concurrenten zaten bepaald geen kleine jongens in de allroundwereld. Neem alleen al bijvoorbeeld de beroemde vier S’en uit Noorwegen: Sten Stensen (1x wereldkampioen, 1x Europees kampioen, 1x Olympisch goud 5000m), Jan Egil Storholt (2x Europees kampioen, 1x Olympisch goud 1500m), Kay Arne Stenshjemmet
(2x Europees kampioen) en Amund Sjøbrend (1x wereldkampioen, 1x Europees kampioen). En wat te denken van “onze” Piet Kleine (1x wereldkampioen, 1x Olympisch goud 10.000m) en "last but not least" de droogkloot, over vogelpoep uitglijdende en rondjes te vroeg stoppende Hilbert van der Duim (2x wereldkampioen, 2x Europees kampioen).
In vergelijking met Heiden heeft Sven Kramer veel minder serieuze concurrenten (gehad). Wie kent bijvoorbeeld Jonathan Kuck nog (nummer 2 WK 2010 achter Kramer)? Wat echter ook komt door het simpele feit dat het allrounden van nu lang niet meer zo populair is als vroeger en het bestaansrecht ervan soms zelfs ter discussie wordt gesteld.

Tegenwoordig is- zoals hiervoor al eerder vermeld - specialisatie het sleutelwoord waar alles om draait. Wat behalve te verklaren is door de focus op de Olympische Spelen ook komt door de invoering van de WK Afstanden.
De grootste namen onder Kramers concurrenten waren vooral Shani Davis (2x wereldkampioen Allround én 1x wereldkampioen Sprint - zeker in deze moderne tijd een grootse prestatie die Kramer hem niet nadoet - en 2x Olympisch goud, op 1000 en 1500m) en Enrico Fabris (1x Europees kampioen, 1x Olympisch goud 1500m). Onder de overige concurrenten zitten geen namen die de geschiedenisboeken in zullen gaan als grote allroundkampioenen. Alleen door afwezigheid van Kramer wisten bijvoorbeeld Jan Blokhuijsen (1x Europees kampioen), Koen Verweij (1x wereldkampioen) en eenjaarsvlieg Ivan Skobrev ((1x wereldkampioen, 1x Europees kampioen) titels te pakken.  
 

Eén klein smetje op palmares

Eigenlijk heeft Eric Heiden maar één klein smetje op zijn indrukwekkende palmares: precies een week na zijn gouden triomftocht tijdens de Spelen in zijn land (Lake Placid, VS) vond alweer het WK Allround plaats, op de toenmalige buitenbaan in Heerenveen.
Uiteraard was Heiden de meer dan torenhoge favoriet maar moe en uitgeput van alle huldigingen en feesten en met een mindere motivatie werd hij verrassend slechts tweede en liep zodoende zijn tiende wereldtitel mis. Verrassende winnaar werd Hilbert van der Duim, die zijn eerste WK-titel behaalde en die in de weken ervoor er op de Spelen nog finaal door Heiden was afgereden.
Pikant detail is overigens dat het slechte, stormachtige weer van dat weekend een grote rol speelde en in het nadeel van Heiden werkte. De toenmalige ijsmeester in Heerenveen heeft later ook verklaard dat hij met de dweilpauzes had gemanipuleerd waardoor Van der Duim de afsluitende tien kilometer op goed ijs kon rijden en Heiden het op aangeslagen ijs moest doen.
 

Slot: meest indrukwekkende argument

In zoverre het niet al duidelijk is waarom Eric Heiden de grootste schaatser aller tijden is, sluit ik af met het meest indrukwekkende argument dat iedereen zal overtuigen: Eric Heiden stopte na het WK in Heerenveen met onmiddellijke ingang met schaatsen. Om de eenvoudige reden dat hij alles gewonnen had wat er te winnen viel en er eenvoudigweg geen uitdagingen meer overbleven.
Driemaal raden hoe oud Eric Heiden toen was? Heiden was toen … eenentwintig, jawel 21 jaar oud! Op de leeftijd dat Sven Kramer zijn tweede WK-titel en zijn eerste gouden medaille nog moest winnen, was Heiden al gestopt met zijn carrière omdat hij geen uitdagingen meer zag. De lol was er vanaf. Waar over een schaatser van nu van 23 wordt gezegd dat het een jonge belofte is, was Heiden op die leeftijd al twee jaar met pensioen met negen wereldtitels in de pocket.
Stel je toch eens voor hoeveel titels Heiden nog zou hebben gewonnen als hij ambitieus was gebleven en zijn ambities gewoon had verlegd richting “het in zo'n lang mogelijke periode behalen van zoveel mogelijk titels”. Dan was deze column helemaal totaal overbodig geweest.
 
Jeugdsentiment of niet, voor mij is en blijft niet Sven maar Eric Heiden The Man.
 

Tonko


Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Sven Kramer (foto: Wikipedia) en Eric Heiden (uiteraard met handtekening)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten