Privé - Familie/Gezin - Puberteit
Wakker met een kater
Mijn oudste zoon
en ik werden afgelopen weekend beiden wakker met een kater. Met één verschil:
mijn kater is rood en heet Dony en is een schatje. De kater van mijn zoon heeft
geen naam, is ook geen dier, maar betreft een treurig overblijfsel van een
avondje stoer samenzijn met wat vrienden in een huis zonder ouderlijk toezicht.
Ik werd om zaterdagnacht 00.30 gebeld door mijn zoon. Tenminste dat dacht ik, aangezien het zijn mobiele nummer was. Maar het bleek een van zijn vrienden te zijn die mij meedeelde dat mijn zoon stomdronken was en zichzelf had ondergekotst en dus niet in staat was om naar huis te fietsen. Of ik ‘m wilde komen ophalen.
Ik werd om zaterdagnacht 00.30 gebeld door mijn zoon. Tenminste dat dacht ik, aangezien het zijn mobiele nummer was. Maar het bleek een van zijn vrienden te zijn die mij meedeelde dat mijn zoon stomdronken was en zichzelf had ondergekotst en dus niet in staat was om naar huis te fietsen. Of ik ‘m wilde komen ophalen.
Ik lag al in bed en mompelde dat ik er niet bepaald blij mee
was, maar dat ik eraan kwam. Inderdaad trof ik mijn zoon ladderzat en
ondergekotst aan. Onervaren als ik ben met drank en dronkenschap (understatement)
vond ik zijn wankele toestand er zelfs een beetje eng uitzien waardoor ik me eventjes
bezorgd afvroeg of ik er niet beter aan deed om eerst met hem langs het
ziekenhuis te rijden. Aangezien hij echter gelukkig nog genoeg tekenen van
leven vertoonde, besloot ik dat toch maar niet te doen.
"Dit doe ik nooit meer"
Moeizaam liet ik mijn
strompelende zoon op de achterbank vallen alwaar hij snel duidelijk maakte dat
zijn maag nog niet helemaal leeg was en ik blij mocht zijn dat ik niet de
trotse eigenaar van een dure BMW ben. Eenmaal thuisgekomen sleepte ik hem naar
binnen, kleedde hem uit en dropte hem linea recta onder de douche. Behalve wat
laatste restjes braaksel bracht hij niet veel uit, op de overbekende woorden na
dan van een gemiddelde puber na zijn eerste dronkenschap: “Dit doe ik nooit
meer. Écht waar!”
Mijn zoon is vijftien jaar (in maart zestien) en hij mag met de net nieuw ingevoerde alcoholwet dus pas over ruim twee jaar alcohol kopen en drinken. Tenminste in openbare gelegenheden dan. Wat iemand thuis drinkt, mogen ouders en hun kinderen nog altijd zelf beslissen.
De vrienden van mijn zoon en hun “vrienden” hadden hem allerlei drankjes aangeboden. Behalve mixdrankjes had iemand ook nog ergens een wodkafles geritseld en mijn zoon zag er blijkbaar wel de lol van in. Maar zonder erbij te zijn geweest, kan ik wel raden hoe zoiets gaat: zet een groep opgeschoten puberknullen bij elkaar, geef ze alcohol (al is dat helemaal niet nodig want - wet of geen wet - dat regelen ze zelf wel) en de groepsdruk, het stoer doen en het elkaar opjutten doen de rest.
Mijn zoon is vijftien jaar (in maart zestien) en hij mag met de net nieuw ingevoerde alcoholwet dus pas over ruim twee jaar alcohol kopen en drinken. Tenminste in openbare gelegenheden dan. Wat iemand thuis drinkt, mogen ouders en hun kinderen nog altijd zelf beslissen.
De vrienden van mijn zoon en hun “vrienden” hadden hem allerlei drankjes aangeboden. Behalve mixdrankjes had iemand ook nog ergens een wodkafles geritseld en mijn zoon zag er blijkbaar wel de lol van in. Maar zonder erbij te zijn geweest, kan ik wel raden hoe zoiets gaat: zet een groep opgeschoten puberknullen bij elkaar, geef ze alcohol (al is dat helemaal niet nodig want - wet of geen wet - dat regelen ze zelf wel) en de groepsdruk, het stoer doen en het elkaar opjutten doen de rest.
Stom gedrag
Gelukkig hoop ik mijn zoon goed genoeg te kennen om te kunnen stellen dat hij
hier wel degelijk van heeft geleerd en het wellicht dus helemaal niet zo slecht
is dat hij dit heeft meegemaakt.
Een enorme donderpreek heeft hij van mij dan
ook niet gekregen, eenvoudigweg omdat het enige effect wat ik daarmee zou hebben
bereikt waarschijnlijk een averechts effect zou zijn. Van de combinatie
mixdrankjes en wodka kun je “gewoon” in coma geraken en zelfs dood gaan op een
moment dat je zulk stom gedrag te ver doorvoert en ik ben ervan overtuigd dat
mijn zoon zich daar nu ook wel iets bij kan voorstellen.
Bovendien heeft hij nog
een andere belangrijke les geleerd. Namelijk dat die leuke sociale media waar de gemiddelde puber niet zonder kan ook nadelen hebben. In deze tijd met
smartphones kun je er gif op innemen dat al jouw uitspattingen in gezelschap in
een fractie van een seconde voor eeuwig worden vastgelegd. Zo ook hier: een van
de zogenaamde “vrienden” had een foto van mijn voor pampus liggende zoon
gemaakt en op internet gezet. Mijn zoon was woest.
Gelukkig leven we hier niet in de Verenigde Staten en hoeft hij dus niet meteen bang te zijn dat een politieke carrière ambiëren vanaf nu een kansloze missie is. Al zal dat niet zijn grootste angst zijn. Ik weet niet wat mijn zoon later gaat worden, maar de kans dat hij politicus wordt acht ik even groot als dat Geert Wilders mij binnen een paar jaar presenteert als zijn opvolger lijsttrekker binnen de PVV.
Gelukkig leven we hier niet in de Verenigde Staten en hoeft hij dus niet meteen bang te zijn dat een politieke carrière ambiëren vanaf nu een kansloze missie is. Al zal dat niet zijn grootste angst zijn. Ik weet niet wat mijn zoon later gaat worden, maar de kans dat hij politicus wordt acht ik even groot als dat Geert Wilders mij binnen een paar jaar presenteert als zijn opvolger lijsttrekker binnen de PVV.
Waar mijn zoon wel mee zit, is hoe dit gaat overkomen bij bepaalde
meisjes die hij leuk vindt. Dat het incident zijn populariteit onder diverse
puberknullen in elk geval niet negatief zal beïnvloeden, is vrees ik een
understatement. Maar voor hem kan ik echter alleen maar hopen dat het bij de
meisjes die hij leuk vindt wat minder indruk zal maken. Want een vriendinnetje
dat kickt op dit soort gedrag lijkt mij niet bepaald een goede keus.
Een a-typische puber
Toch hoeft
mijn zoon zich verder geen zorgen te maken. Het voordeel van de sociale media is
weer dat er elke dag zoveel op verschijnt dat het nieuws van vandaag de
geschiedenis van morgen is. Als je er zelf niet veel aandacht aan schenkt,
waait het vanzelf wel weer over. En terecht, want als we aan elke stommiteit van
elke puber veel aandacht zouden besteden, zouden we geen tijd meer voor andere zaken
hebben.
Wie verwacht dat ik nu een lijst met stommiteiten ga opsommen uit mijn eigen puberteit, moet ik teleurstellen. Ik kan dat niet. Niet omdat ik te dronken was om ze te onthouden, maar simpelweg omdat ik ze niet heb.
Wie verwacht dat ik nu een lijst met stommiteiten ga opsommen uit mijn eigen puberteit, moet ik teleurstellen. Ik kan dat niet. Niet omdat ik te dronken was om ze te onthouden, maar simpelweg omdat ik ze niet heb.
Zoals ik al in een eerdere
column schreef, is de puberteit nooit mijn ding geweest. Afgezet tegen de gemiddelde
puber was ik een a-typische puber. Regelmatig in de weekenden uitgaan, cafés en
feesten bezoeken met groepen vrienden, beetje roken, beetje drinken, beetje
flirten met meiden, beetje zoenen en seksen; een voor een hele
normale bezigheden voor een gemiddelde puberjongen. Echter niet voor mij. Aan
niets van dit alles deed ik mee.
Met alcohol en dat vieze, bittere bier in het bijzonder had ik niets. Met ouders en een zus die rookten, vond ik roken alleen maar een smerige gewoonte. Het fenomeen groepen en groepsgedrag bekeek ik ook toen al gefascineerd van gepaste afstand, maar de behoefte om er zelf aan mee te doen heb ik nooit gevoeld. In meisjes daarentegen was ik wel altijd gewoon geïnteresseerd - en ongetwijfeld veel meer dan mijn omgeving vermoedde - maar ik was er te verlegen en onzeker voor om daar iets mee te doen.
Met alcohol en dat vieze, bittere bier in het bijzonder had ik niets. Met ouders en een zus die rookten, vond ik roken alleen maar een smerige gewoonte. Het fenomeen groepen en groepsgedrag bekeek ik ook toen al gefascineerd van gepaste afstand, maar de behoefte om er zelf aan mee te doen heb ik nooit gevoeld. In meisjes daarentegen was ik wel altijd gewoon geïnteresseerd - en ongetwijfeld veel meer dan mijn omgeving vermoedde - maar ik was er te verlegen en onzeker voor om daar iets mee te doen.
Teruggetrokken einzelgänger
Pas achteraf geconcludeerd kan ik stellen dat ik eigenlijk een soort van "nerd"
was. Iets wat in die tijd echter geen seconde in me was opgekomen. Ik vermoed om twee redenen.
Ten eerste omdat ik (gelukkig) nooit ben gepest. Als klein kind was ik niet verlegen waardoor ik met een bepaalde gezonde dosis weerbaarheid op de middelbare school terechtkwam. Waar ik het vervolgens om de een of andere manier voor elkaar kreeg om niet op te vallen en laat dat (opvallen) nou net de eerste voorwaarde zijn om gepest te worden.
Ten eerste omdat ik (gelukkig) nooit ben gepest. Als klein kind was ik niet verlegen waardoor ik met een bepaalde gezonde dosis weerbaarheid op de middelbare school terechtkwam. Waar ik het vervolgens om de een of andere manier voor elkaar kreeg om niet op te vallen en laat dat (opvallen) nou net de eerste voorwaarde zijn om gepest te worden.
De tweede reden waarom
ik mezelf nooit als nerd zag, komt omdat ik op school altijd net genoeg deed
voor het behalen van zesjes en wat zeventjes en ik dus een zeer middelmatige
leerling was. School boeide me niet en door zo efficiënt mogelijk te leren, bleef
er zoveel mogelijk tijd over voor mijn uitlaatklep: tennissen.
Pas vele jaren later kwam ik, met dank aan mijn oudste zoon die op de lagere school met een aantal problemen worstelde, erachter dat ik een stuk slimmer bleek te zijn dan ik altijd had beseft. Hierdoor vielen met terugwerkende kracht wat puzzelstukjes op zijn plaats en begrijp ik nu beter waarom ik als puber zo’n teruggetrokken einzelgänger was.
Net als ieder mens en elke ouder ben ook ik ijdel genoeg om het leuk te vinden om in mijn kinderen dingen van mezelf terug te zien en te herkennen. Maar gelukkig kent dat ook zijn grenzen. Al is het alleen maar vanwege de gezonde wens dat je als ouder je kinderen het allerbeste gunt en dus ook hoopt dat nare ervaringen die jij hebt meegemaakt je kinderen (meer) bespaard zal blijven.
Pas vele jaren later kwam ik, met dank aan mijn oudste zoon die op de lagere school met een aantal problemen worstelde, erachter dat ik een stuk slimmer bleek te zijn dan ik altijd had beseft. Hierdoor vielen met terugwerkende kracht wat puzzelstukjes op zijn plaats en begrijp ik nu beter waarom ik als puber zo’n teruggetrokken einzelgänger was.
Net als ieder mens en elke ouder ben ook ik ijdel genoeg om het leuk te vinden om in mijn kinderen dingen van mezelf terug te zien en te herkennen. Maar gelukkig kent dat ook zijn grenzen. Al is het alleen maar vanwege de gezonde wens dat je als ouder je kinderen het allerbeste gunt en dus ook hoopt dat nare ervaringen die jij hebt meegemaakt je kinderen (meer) bespaard zal blijven.
Go with the flow
Ik zal nu niet beweren dat ik hoop dat ik de komende jaren mijn kinderen nog op vele plekken mag komen ophalen op een moment dat ze te stomdronken zijn om zelf naar huis te kunnen komen, maar een beetje met vrienden experimenteren als een gemiddelde puber is sociaal gezien helemaal niet zo slecht. Zo lang als ze hun grenzen leren kennen en ervan leren, hebben ze mijn zegen: go with the flow (zie ook column 31)! Maar papa houdt het voorlopig lekker bij zijn eigen kater Dony...
Tonko
Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
Mijn kater Dony (foto: Tonko)
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten