Actualiteit - Sport - Toeval/Willekeur/Synchroniciteit
Simplistische gedachte
Nieuwtjes dat ex-topvoetballers ergens bij een topclub trainer worden, komen vaker voor. Onlangs kwam het nieuws dat ex-topvoetballer Clarence Seedorf zonder enige trainerservaring of –diploma de nieuwe trainer wordt van het kwakkelende AC Milan waar hij zelf jarenlang succesvol voetballer is geweest.
Ik verbaas me al jaren over de simplistische gedachte dat als je een topsporter bent geweest je meteen ook een toptrainer zult zijn. Het is een fout die in vergelijkbare vormen behalve binnen de sportwereld ook bij veel andere bedrijven wordt gemaakt.
Ik verbaas me al jaren over de simplistische gedachte dat als je een topsporter bent geweest je meteen ook een toptrainer zult zijn. Het is een fout die in vergelijkbare vormen behalve binnen de sportwereld ook bij veel andere bedrijven wordt gemaakt.
Een win-win situatie
Zo werkte ik jarenlang bij een woningcorporatie waar op een gegeven moment van bovenaf werd besloten dat er tussen de leidinggevenden en de werkvloer extra coördinatoren moesten komen die ook voortaan de beoordelings- en functioneringsgesprekken zouden gaan voeren.
Hierbij werd gehandeld zoals dat bij zoveel bedrijven gaat: men kijkt wie op de werkvloer het meeste ervaring heeft en/of de beste is en die wordt als coördinator aangewezen.
Hierbij werd gehandeld zoals dat bij zoveel bedrijven gaat: men kijkt wie op de werkvloer het meeste ervaring heeft en/of de beste is en die wordt als coördinator aangewezen.
Hoe logisch dit ook in eerste instantie klinkt, is dat het natuurlijk niet. Voor de functie van coördinator heb je hele andere kwaliteiten nodig dan voor de functie van een uitvoerder. Het kan dus zomaar zijn dat er op uitvoerend niveau mensen rondlopen die lang niet de beste zijn, maar die met hun kwaliteiten wel het meest geschikt zijn voor een coördinerende, leidinggevende functie. Net als dat de aangewezen coördinator een kei kan zijn op uitvoerend niveau, maar niet beschikt over eigenschappen die voor een goede leidinggevende essentieel zijn, zoals bijvoorbeeld: visie (met een helicopterview), besluitvaardigheid, motiverend en probleemoplossend vermogen etc.
Een onverwachte wending
Onnodig te zeggen dat een aantal coördinatoren op mijn werk faalden en door de mand vielen. Zo ook mijn coördinator. Ik vond haar uitstekend als uitvoerder maar slecht als coördinator.
Daar kwam bij dat ik inmiddels genoeg zelfkennis had ontwikkeld om te beseffen dat ik juist iemand ben die in grote lijnen denkt, maar die veel minder geschikt is voor gedetailleerdere taken op uitvoerend niveau. Deze conclusie kwam overigens niet voort uit (misplaatste) ambitie, want macht, status en geld interesseren mij niet. Maar als je ouder wordt, leer je jezelf en je kwaliteiten (normaal gesproken) beter kennen.
Dat deze toegenomen én gedeelde zelfkennis leidde tot de nodige fricties met mijn coördinator zal niemand verbazen en de rest laat zich raden. Nadat een door mijn coördinator notabene zelf aangeboden loopbaanadviestraject (een valse, tactische zet!) mijn zelfkennis had bevestigd, kreeg alles opeens een onverwachte wending. Nou ja, vooral onverwacht voor mijn toen zeer naïeve ik.
Eén van de adviezen die mijn loopbaanadviescoach in haar rapport schreef, was dat mijn kwaliteiten beter tot zijn recht zouden komen in een beleidsmatige functie. Zonder het rapport inhoudelijk met mij te bespreken - wat me wel was toegezegd - kreeg ik onmiddellijk te horen dat de conclusies dus inhielden dat ik niet geschikt was voor mijn uitvoerende functie. En "helaas" hadden ze geen andere functie voor me... maar "gelukkig" waren ze wel bereid om me wat geld mee te geven.
Na dit gesprek met een aangekondigd ontslag zonder dat woord te horen, dacht ik in mijn naïviteit nog dat ze mij toch nooit zouden kunnen ontslaan Eenvoudigweg omdat ik nog nooit een onvoldoende beoordeling had gehad. Een illusie waar een advocaat me even later hardhandig uit weg trok met de mededeling dat ook al had ik tien jaar lang zeer goede beoordelingen gehad, ze me nog steeds moeiteloos hadden kunnen ontslaan. Gewoon onder de noemer van een "verstoorde arbeidsrelatie". Ik was kansloos en even later stond ik op straat.
Eén van de adviezen die mijn loopbaanadviescoach in haar rapport schreef, was dat mijn kwaliteiten beter tot zijn recht zouden komen in een beleidsmatige functie. Zonder het rapport inhoudelijk met mij te bespreken - wat me wel was toegezegd - kreeg ik onmiddellijk te horen dat de conclusies dus inhielden dat ik niet geschikt was voor mijn uitvoerende functie. En "helaas" hadden ze geen andere functie voor me... maar "gelukkig" waren ze wel bereid om me wat geld mee te geven.
Na dit gesprek met een aangekondigd ontslag zonder dat woord te horen, dacht ik in mijn naïviteit nog dat ze mij toch nooit zouden kunnen ontslaan Eenvoudigweg omdat ik nog nooit een onvoldoende beoordeling had gehad. Een illusie waar een advocaat me even later hardhandig uit weg trok met de mededeling dat ook al had ik tien jaar lang zeer goede beoordelingen gehad, ze me nog steeds moeiteloos hadden kunnen ontslaan. Gewoon onder de noemer van een "verstoorde arbeidsrelatie". Ik was kansloos en even later stond ik op straat.
Ironisch genoeg kreeg mijn coördinator niet lang na mijn vertrek zelf (wél) een slechte beoordeling, bleef ze maandenlang ziek thuis en mocht ze later terugkeren in haar oude functie op de "werkvloer". Waar ze gewoon thuishoorde en zich ook het prettigst voelde.
Moraal van het verhaal is natuurlijk: zet mensen neer op die plekken waar ze kwalitatief thuishoren en je hebt een win-win situatie.
Moraal van het verhaal is natuurlijk: zet mensen neer op die plekken waar ze kwalitatief thuishoren en je hebt een win-win situatie.
Duits onderzoek naar effecten van trainerswisselingen
Een groot onderzoek in Duitsland naar de effecten van trainerswisselingen in meer dan dertig jaar tijd in de Bundesliga (Duitse eredivisie) toonde aan dat het door de club vervangen van een trainer na een serie slechte resultaten geen zin had. Daar waar de vervanging van een trainer op korte termijn soms eventjes een (schok)effect leek te hebben, bleek het op de lange termijn voor de resultaten allemaal niets uit te maken. Wat ik hierbij erg boeiend vind, is de vraag wat dit precies zegt.
Omdat hierover in de onderzoeksresultaten niets terug te vinden is, kan ik gerust mijn eigen theorie hierop loslaten. Heel simpel en zwart-wit gezegd kan het twee dingen betekenen: a) alle trainers waren even goed/slecht en daardoor waren de resultaten hetzelfde of b) de trainers hadden weinig tot geen invloed op het team, de resultaten werden bijna volledig door de spelers bepaald en daardoor zag je geen verschillen in de resultaten.
Omdat hierover in de onderzoeksresultaten niets terug te vinden is, kan ik gerust mijn eigen theorie hierop loslaten. Heel simpel en zwart-wit gezegd kan het twee dingen betekenen: a) alle trainers waren even goed/slecht en daardoor waren de resultaten hetzelfde of b) de trainers hadden weinig tot geen invloed op het team, de resultaten werden bijna volledig door de spelers bepaald en daardoor zag je geen verschillen in de resultaten.
Als ik er zo naar kijk, lijkt mij a onwaarschijnlijker dan b. Dat alle trainers toevallig even goed/slecht bleken te zijn, klinkt wel heel toevallig. Dat de trainers weinig tot geen invloed hadden en het gewoon vooral afhing van de spelers waardoor je geen verschil in resultaten zag, klinkt een stuk aannemelijker en minder toevallig.
De mens heeft veel minder controle dan hij denkt
Als ik echter dieper op deze materie inga, kom ik weer uit bij een overtuiging die mijn trouwe lezers van mij kennen: de mens heeft veel minder controle over de wereld dan hij denkt. Natuurlijk wil de mens graag geloven dat hij veel invloed heeft op zijn omgeving en op alles wat hij doet. Dat geeft een fijn en geruststellend en machtig gevoel.
Zoals ik al in mijn vorige column schreef (110), heeft de mens nu eenmaal de neiging om op het moment dat hij resultaten boekt ze geheel toe te schrijven aan zijn eigen verdiensten, maar wanneer hij faalt zal hij dat veelal wijten aan factoren die zich (helaas) buiten zijn invloedssferen bevinden.
Zoals ik al in mijn vorige column schreef (110), heeft de mens nu eenmaal de neiging om op het moment dat hij resultaten boekt ze geheel toe te schrijven aan zijn eigen verdiensten, maar wanneer hij faalt zal hij dat veelal wijten aan factoren die zich (helaas) buiten zijn invloedssferen bevinden.
Beleggers die veel geld winnen, zijn ervan overtuigd dat ze er feeling voor hebben en ze hun winst geheel te danken hebben aan hun eigen kwaliteiten. Verliezen ze echter dan zijn ze van mening dat ze pech gehad hebben.
Een chimp als topbelegger
Terwijl er op het gebied van beleggen in het verleden experimenten zijn gedaan met gorilla's en chimpansees die "belegden" door het willekeurig uitkiezen van bananen en het gooien van pijltjes naar een dartbord, waarbij uitkwam dat de apen niet minder bleken te presteren dan hun "collega" topbeleggers.
Sterker nog, de chimpansee Raven deed het met zijn dartpijltjes zo goed dat als hij op Wall Street zou hebben gewerkt hij nummer 22 zou zijn geweest op de lijst met de zesduizend beste moneymakers van de Verenigde Staten. Of de chimp vervolgens als topbelegger werd aangesteld, vertelt het verhaal helaas niet.
Nou zal ik hier niet beweren dat dit bewijst dat een willekeurige chimp slimmer is dan de meeste beleggers (al zal hij ook niet de domste zijn vermoed ik zomaar). Maar het is natuurlijk niets meer en niets minder dan het bewijs dat beleggen puur en alleen maar draait om toeval en geluk/pech.
Het zou mij overigens wel aan het denken zetten als ik werk deed waarbij ik wist dat als ik morgen zou worden vervangen door een aap er helemaal niets zou veranderen. Met hooguit een kans dat die verdomde aap mijn nooit uitgekomen droom wel opeens zou weten te verwezenlijken: doorbreken tot de absolute top van 's lands beste beleggers.
Geluk met vakmanschap verwarren
Wie twijfelt over deze rol van toeval in het leven moet maar eens het boek "Misleid door toeval" (2009) van voormalig Wall Street beurshandelaar Nassim Nicholas Taleb lezen. Hierin vertelt Taleb hoe hij door eigen ervaring en met hulp van beroemde filosofen als Immanuel Kant en Karl Popper is gekomen tot zijn (en ook mijn) filosofische overtuiging dat mensen geluk - uiteraard uit eigen belang - vaak met vakmanschap verwarren.
Bij beleggen is verder ook nog bekend dat als je winst wilt maken je beter vrouwen kunt laten beleggen. Niet omdat vrouwen er meer verstand van hebben, maar simpelweg omdat mannen meer dan vrouwen geneigd zijn om irrationele risico’s te nemen en vrouwen meer voor safe gaan en daardoor op de lange duur gemiddeld beter scoren dan de mannen. Om dezelfde reden zullen vrouwen ook minder geld verliezen in casino’s dan mannen.
Bij beleggen is verder ook nog bekend dat als je winst wilt maken je beter vrouwen kunt laten beleggen. Niet omdat vrouwen er meer verstand van hebben, maar simpelweg omdat mannen meer dan vrouwen geneigd zijn om irrationele risico’s te nemen en vrouwen meer voor safe gaan en daardoor op de lange duur gemiddeld beter scoren dan de mannen. Om dezelfde reden zullen vrouwen ook minder geld verliezen in casino’s dan mannen.
Niet in vorm
Om terug te gaan naar de sport en even te chargeren: laat mij een jaar trainer van Barcelona zijn en ook dan bestaat de kans dat het team gewoon weer landskampioen wordt. Als dat gebeurt, ben ik in één klap opeens een goede en beroemde trainer en kan ik bij elke andere topclub miljoenen gaan verdienen. Terwijl de buitenstaanders op dat moment niet weten dat ik alleen maar in het begin tegen de spelers van Barcelona heb gezegd dat ze de lijn van vorig jaar moeten doortrekken en ik er alle vertrouwen in heb dat het ze weer gaat lukken.
De rol van toeval en geluk is ook in de trainerswereld een niet te onderschatten factor. Leo Beenhakker behaalde met Real Madrid diverse landstitels maar degradeerde ook gewoon met Volendam uit de eredivisie. Voor Frank Rijkaard geldt hetzelfde verhaal met Barcelona en Sparta. Ook onze grote held Guus Hiddink wist zich met Rusland gewoon niet te kwalificeren voor het EK van 2012.
Waren deze trainers een paar keer niet in vorm of werden ook zij geconfronteerd met het simpele feit dat de factor geluk in de vorm van goed (spelers) materiaal toch belangrijker blijkt te zijn dan algemeen wordt aangenomen?
Veel meer inzicht
Toch zul je mij nooit horen zeggen dat trainers en coaches geen enkele kwaliteit behoeven te bezitten en nooit bepalend kunnen zijn voor prestaties van hun teams en spelers.
Ik was vroeger op regionaal niveau een aardige tennisser op B1 niveau. Voor landelijk topniveau (A) was ik niet goed genoeg. Dan had ik eerder met tennis moeten beginnen, op een veel betere tennisclub moeten zitten en “last but not least” een veel betere mentaliteit moeten hebben.
Op mijn club zat een jongen en die was tennisleraar. Maar hij was een paar niveaus minder dan ik. In partijtjes tegen hem won ik regelmatig met 6-0, 6-0. Als we echter beiden naar een tenniswedstrijd keken, kon hij spelers technisch analyseren op een manier die mijn pet ver te boven ging. Hij zag dingen die ik totaal niet zag.
Ik vond vooral tennissen leuk en hield me totaal niet bezig met het technisch analyseren van tegenstanders. En toch, als wij beiden hadden gereageerd op een vacature voor een tennisleraar bij een grote club dan waren mijn kansen door ons niveauverschil groter geweest. Ten onrechte. Net zoals veel mensen zullen denken dat als Roger Federer straks stopt met tennissen en coach wordt hij ook daarin meteen automatisch een topper zal zijn. Terwijl een onbekend trainingsmaatje van hem wellicht veel meer inzicht heeft als coach dan de grote Federer ooit zal hebben.
De gave om een teamspirit te creëren
Ondanks mijn verhaal over de rol van toeval en geluk ben ik ervan overtuigd dat echt goede trainers en coaches die het verschil kunnen maken, bestaan. Zeker bij hele technische sporten als bijvoorbeeld schaatsen en zwemmen kunnen technisch sterke trainers doorslaggevend zijn in de prestaties (bijvoorbeeld zwemcoach Jacco Verhaeren).
Voor de rest denk ik dat factoren als het kweken van een goede sfeer en mentale kracht in het algemeen nóg belangrijker zijn. Zo bestaan er ook trainers die bij verschillende matige clubs steeds weer dezelfde prestatie voor elkaar krijgen: een team neerzetten dat boven zichzelf uitstijgt. Wat ik persoonlijk een grotere prestatie vind dan van een topteam met topspelers (opnieuw) een kampioen te maken.
Naar mijn mening draait het hier vooral om de gave om een teamspirit te creëren wat de sfeer en dus ook de prestaties ten goede komt. Ook hierbij kan ik putten uit eigen ervaring door te denken aan de twee tennistrainers die ik vroeger had. Daar waar ik de ene een dertien-in-het-dozijn-tennisleraar vond, had de ander iets speciaals in zich waarmee hij een generatie tennissers creëerde die vooral heel veel plezier aan het spelletje beleefde en er enorm fanatiek in werd.
Dat onder zijn leiding de beste jeugdgeneratie werd voortgebracht die de club ooit had gekend, beschouw ik dan ook niet als toeval. Niet zozeer zijn technische kwaliteiten als wel zijn motiverende spirit deden die truc.
Dat onder zijn leiding de beste jeugdgeneratie werd voortgebracht die de club ooit had gekend, beschouw ik dan ook niet als toeval. Niet zozeer zijn technische kwaliteiten als wel zijn motiverende spirit deden die truc.
De “op-het-goede-moment-op-de-goede-plaats-factor”
Toch zijn echte toptrainers en -coaches naar mijn mening de uitzonderingen op de regel, waarbij het behalen van succes voor een groot deel gewoon blijkt af te hangen van factoren die zij niet in de hand hebben: toeval en geluk, met als mooi voorbeeld de “op-het-goede-moment-op-de-goede-plaats-factor”.
Van Clarence Seedorf wordt gezegd dat hij zich als speler al gedroeg als een soort betweterige trainer; de toekomst zal uitwijzen of hij bij die uitzonderingen hoort.
Misschien heeft hij geluk…
Misschien heeft hij geluk…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten