donderdag 27 november 2014

161. Some are more equal than others (1/3)

Actualiteit - Arm-Rijk verschillen - Nature-Nurture 

 



Dagoberducktaks

Bij DWDD gisteravond ging het over de tien woorden die Van Dale Uitgevers weer heeft genomineerd voor de titel "Woord van het jaar". Eén van die woorden is “dagobertducktaks”, de extra belasting voor heel rijke mensen. Natuurlijk kan dit woord niet los worden gezien van de wereldberoemde Franse econoom Thomas Piketty die een paar weken geleden nog op uitnodiging van de Tweede Kamer in ons land was om zijn belangrijkste conclusies uit zijn bestseller “Le Capital du XXI siècle” te bespreken (een commercieel slimme knipoog naar “Das Kapital” uit 1867 van Karl Marx).
Waarom Thomas Piketty in tegenstelling tot veel collega-economen wél internationaal is doorgebroken met een bestseller over economie, komt vooral omdat Piketty niets aan het toeval heeft overgelaten door zijn stellingen in zijn boek stevig te onderbouwen met uitgebreide data, feiten, analyses en statistieken. Daar waar andere economen al decennialang uiteenlopende beweringen plegen te doen die regelmatig meer op gevoelens dan op feiten lijken te zijn gebaseerd, zijn vriend en vijand het erover eens dat Piketty meer recht van spreken heeft door zijn uitvoerig onderbouwd onderzoek.
Wat Piketty samengevat in zijn boek aantoont, is dat het rendement op vermogen groter is dan de groei van de economie. Afgezien nog van de (enorme) verschillen in lonen wereldwijd, is hierdoor een situatie ontstaan waarin de tot stand gekomen inkomensverschillen tussen rijk en arm in de toekomst alleen maar groter en groter zullen worden waardoor het op den duur zelfs een gevaar zal gaan vormen voor de democratie. De kern van democratie is tenslotte dat iedereen een gelijke stem heeft, maar in een samenleving waarin een kleine groep de volledige financiële macht heeft, is dat een illusie. Waardoor de kans op onvrede, instabiliteit en oorlogen zal toenemen.
Een mogelijkheid die Piketty aandraagt om de ongelijkheid te verkleinen, is het zwaarder belasten van de vermogens: de dagobertducktaks.    
 

Steeds terugkerende patronen

Ik ben geen econoom. Sterker, hoe breed ik ook geïnteresseerd ben, heeft het onderwerp economie mij altijd weinig kunnen boeien. Dat zal ermee te maken hebben dat als ik aan economie denk, ik meteen aan geld denk en dat vind ik een vervelend onderwerp. Ook al besef ik heel goed dat ook ik geld nodig heb om (fijn) te kunnen leven. Desalniettemin zou geld in mijn "ideale" (niks is ideaal) samenleving helemaal niet bestaan, omdat het in mijn ogen meer kwaad dan goed doet in deze wereld. Ik ben ervan overtuigd dat mensen gelukkiger zouden zijn in een samenleving zonder geld. Maar goed, dat is een andere discussie.
Hoe langer ik leef en leer, hoe meer ik erachter kom dat het leven op een aantal punten een stuk simpeler in elkaar steekt dan ik altijd dacht. Als je op zoek naar de waarheid alles in het leven door en door gaat analyseren kom je uiteindelijk uit op een aantal steeds terugkerende patronen die de werkelijkheid een stuk duidelijker en verklaarbaarder maken. 
Als je bijvoorbeeld kijkt naar een willekeurig mens en je gaat bepaald gedrag van hem analyseren in een poging het te verklaren, dan is de kans groot dat je door alle ruis heen uiteindelijk gewoon zal stuiten op het ego. Deze ruis kan bijvoorbeeld bestaan uit een vlotte babbel die verhullend werkt voor allerlei achterliggende angsten, onzekerheden en ware (veelal egocentrische en egoïstische) motieven. De mens is en blijft gewoon een dier dat voor alles gaat voor de primaire, vanuit het ego ontsprongen behoeftes.
 

Twee groepen mensen

Dus zonder vanuit het perspectief van een econoom in te gaan op details kan ik vanuit mijn analyserend vermogen kijkend en zoekend naar patronen en de waarheid wel iets vertellen over de essentie van het boek van Thomas Piketty en over de reden waarom er (vooral onder de rijken) zoveel ophef over is ontstaan.
Om mijn punt duidelijk te maken, zal ik het een en ander simplificeren en chargeren. Bijvoorbeeld door te stellen dat je mensen op basis van hoe ze in het leven staan - en dan met name op het gebied van hun omgang met geld en middelen - in twee groepen kunt indelen. 
 

Survival of the fittest groep

Aan de ene kant heb je de mensen die bewust dan wel onbewust het uitgangspunt hanteren dat ze in een harde wereld leven en ze dus in de eerste (en soms zelfs laatste) plaats aan zichzelf en hun familie moeten denken om te overleven.
Het is ieder voor zich, je moet hard werken en pakken wat je pakken kan, want het leven is al zo kort. Wil je gelukkig worden dan moet je in elk geval zien te krijgen wat je hebben wilt. Zonder daarbij rekening te houden met wat de rest wilt. Noem het de “survival of the fittest” groep. 

Sociale groep

Aan de andere kant heb je de mensen die bewust dan wel onbewust als uitgangspunt hebben dat - wellicht juist omdat het een harde wereld is - ze niet (willen) vergeten dat ze met andere mensen samenleven en ze dus behalve aan zichzelf en hun familie ook aan (delen met) anderen denken. Om gelukkig te worden, kijken ze niet alleen naar zichzelf en hun eigen behoeften, maar ook naar anderen en het groter geheel. Omdat zij ervan uitgaan dat het fijner is te leven in een samenleving waarin zoveel mogelijk mensen het goed hebben, dan in een samenleving waarin er enorme verschillen zijn tussen rijk en arm. Noem dit de sociale groep.
 

Kapitalisme vs. socialisme en communisme

Zwart-wit bekeken kun je stellen dat het kapitalisme is voortgevloeid uit het eerste uitgangspunt en het socialisme en communisme uit het tweede.
Het kapitalisme wil zo min mogelijk bemoeienis van de overheid, omdat het recht van de sterkste moet gelden: je hebt zelf in de hand wat er van je terechtkomt en als je maar hard genoeg werkt, kun je bereiken wat je wilt. Arm of rijk worden: het is aan jou de keuze. Precies hetzelfde principe geldt vaak ook voor religies, zoals bijvoorbeeld het christendom: hemel of hel, het is aan jou de keuze waar je straks heen wilt gaan. 
Het socialisme en het communisme willen ter bescherming van alle burgers juist bemoeienis van een overheid die erop toeziet dat alles (vrij) eerlijk wordt verdeeld. Waarbij het belangrijk is te benadrukken dat het communisme in de praktijk al snel behoorlijk begon af te wijken van het oorspronkelijke communisme uit de theorie.
De reden waarom de communistische leiders in de praktijk begonnen af te wijken van de oorspronkelijke communistische theorie, beschreef George Orwell voortreffelijk in zijn meesterlijke persiflage op de Russische Revolutie “Animal Farm”. De reden kan worden samengevat in een aantal woorden: egoïsme, hebberigheid en de behoefte aan macht. Leuk en aardig het idee dat “Everyone is equal” zo lang als we daarbij maar niet vergeten dat “Some are more equal than others.”
Karl Marx en Friedrich Engels zouden zich ongetwijfeld hebben omgedraaid in hun graven als ze hadden gezien op welke manier met name de Sovjet-Unie en China met hun respectievelijke dictators Lenin en Stalin en Mao Zedong aan de haal gingen met hun communistisch gedachtegoed, beschreven in het in 1848 uitgebrachte pamflet "Manifest der Kommunistischen Partei". Marx en Engels zagen het communisme als een klasseloze samenleving  zonder onderdrukking of overheersing waarin de staat uiteindelijk overbodig zou worden en zou afsterven...

Rekening houden met verschillen tussen mensen

Wat de twee groepen naar mijn mening vooral onderscheidt, is dat de sociale groep meer rekening lijkt te houden met de verschillen tussen mensen, terwijl de survivalgroep daar geen boodschap aan lijkt te hebben.
Als iemand die “de waarheid” poogt te zoeken, ben ik gek op feiten. Een van de feiten in dit verhaal is dat mensen bij leven door alle uiteenlopende nature en nurture omstandigheden per definitie (bij de geboorte én erna) ongelijk zijn, waardoor de factoren geluk en pech een belangrijke rol spelen in hoe hun leven verder zal verlopen.
Geluk of pech kan bijvoorbeeld net dat verschil maken tussen geboren worden in een rijk land in West-Europa of geboren worden in een arm land in Afrika. Een miljonair uit een welgestelde familie in de Verenigde Staten zal een overtuigd kapitalist zijn, maar de interessante vraag is of hij dat ook zou zijn geweest als hij als bijvoorbeeld als zoon van onaanraakbaren (de laagste kaste, zeg maar de kanslozen) in India zou zijn geboren.
Afgezien nog van de locatie waar je geboren wordt, heb je natuurlijk met nog veel meer factoren te maken die ongelijkheid veroorzaken. Vat het simpel samen in de eerder genoemde nature- (genen, intelligentie, fysieke en geestelijke gesteldheid etc.) en nurture-factoren (opvoeding, sociale omgeving, peergroepen etc.).  
 

Tabula rasa

Stel dat iedereen op deze wereld op het gebied van de "nature" wordt geboren zoals filosofen als Aristoteles, Thomas van Aquino en John Locke vroeger dachten: als ongeschreven blad (“tabula rasa”: ongeschreven, blanco plank). En daar bovenop groeit iedereen ook nog eens op in precies dezelfde nurture-omstandigheden. In dat geval zou ik de grootste voorstander van het kapitalisme zijn: je begint allemaal vanuit precies hetzelfde startpunt en dus is het helemaal aan jou wat je er verder van maakt. Eerlijker kan niet. Succes ermee!
Maar de werkelijkheid is natuurlijk compleet anders. Ieder mens is verschillend waardoor voor de één de kans op succes en rijkdom per definitie veel groter zal zijn dan voor de ander. Wie weet loopt er op het moment dat ik dit schrijf wel ergens in een of ander piepklein plaatsje in the middle of nowhere in Afrika een arm doch briljant jongetje/meisje met een IQ waar Einstein een jaloers op zou zijn geweest naar water en voedsel te zoeken. Hoe briljant dit jongetje/meisje precies is, zullen we echter nooit weten, aangezien zijn/haar enige doel en prioriteit in het leven is om water en voedsel te vinden voor haar familie die moeite heeft om te overleven.
Cynisch aan dit voorbeeld is dat het door de ongelijkheid in de wereld niet eens een realistisch voorbeeld is. De kans dat dat arme jongetje/meisje in the middle of nowhere in Afrika een hoger IQ dan Einstein heeft, is heel erg klein. Niet omdat hij/zij zwart is uiteraard, maar simpelweg omdat als je ergens opgroeit waarin je cognitieve vaardigheden weinig (kunnen) worden uitgedaagd en ontwikkeld (minder/slechte voeding, gebrekkig onderwijs, stress door de armoede) je brein en dus ook je IQ achterblijft bij rijke mensen in rijke landen die wél alle mogelijkheden hebben om hun cognitieve vaardigheden te ontwikkelen.
Dus zo lang als er niks wordt gedaan aan het verkleinen  van de wereldwijde 
verschillen tussen arm en rijk, zullen deze verschillen  óók op het gebied van cognitieve vaardigheden en IQ niet alleen blijven bestaan, maar automatisch alleen maar steeds groter worden.

Triest maar waar...






Tonko

 

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.Tonko


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten