vrijdag 21 juni 2019

305. Column over: de film "Christopher Robin" - het contact met het kind in ons kwijtraken - liefde - bindingsangst: Winnie de Poeh moet beschouwd worden als de grootste filosoof ooit

Onderwerpen: film Christopher Robin - het kind in ons kwijtraken - privé

 

Sentimentele familiefilm

Ik heb niet bepaald de uitstraling van iemand die tijdens het zien van een of andere sentimentele familiefilm in huilen kan uitbarsten. Onlangs zei een vrouw nog tegen me dat ze mij een bevroren buitenkant vond hebben met een groot verschil tussen wat ik voel en wat ik fysiek laat zien. Pijnlijk om te horen, maar ik vrees dat ik wel een beetje begrijp wat ze bedoelt.
Desalniettemin ben ik achter mijn “coole” buitenkant best wel een gevoelig - zelfs voor een deel hoogsensitief - mens. Mede waardoor precies dat mij laatst toch overkwam. Al klinkt in huilen uitbarsten misschien wat overdreven. Maar ik kan niet ontkennen dat er tranen over mijn wangen rolden bij het zien van de sentimentele familiefilm “Christopher Robin” (in het Nederlands: Janneman Robinson & Poeh).
 

Moraal van het verhaal

De film draait om het beroemde verhaal van Winnie de Poeh en zijn vriendje Christopher Robin/Janneman Robinson. Het is een zoete, sentimentele én voorspelbare familiefilm die de nodige clichés bevat. Maar bij mij werkte het in elk geval. En ik begrijp ook heel goed waarom.
Het verhaal in de film deed mij erg denken aan de film “Hook” uit 1991 en geen wonder. Het thema van beide films is hetzelfde: een man met een fantastische (of misschien beter gezegd: fantasievolle) jeugd groeit op richting volwassenheid en vergeet onderweg alles wat er zo leuk was aan het kind-zijn. Vervolgens wordt hij bezocht door karakters uit zijn jeugd die hem helpen weer contact te maken met het - blije, onbevangen, spontane - kind in hem.
Waar in “Hook” een volwassen geworden Peter Pan vergeten is dat hij ooit de jonge held Peter Pan was, is in “Christopher Robin” de volwassen geworden Janneman Robinson zijn geweldige kindertijd vergeten waarin hij zoveel mooie avonturen beleefde met Winnie de Poeh, Knorretje, Teigetje, Iejoor en al zijn andere vriendjes.
[Peter Pan en Janneman Robinsons worden in deze films overigens gespeeld door respectievelijk de veel te vroeg gestorven Robin Williams - zie ook column 149 - en Ewan McGregor, een van mijn favoriete acteurs vooral door zijn hoofdrol in de prachtige film “Big Fish” uit 2003]
De Janneman Robinson die vroeger een spontane en blije jongen was waarmee je altijd zo fijn kon spelen, is in de film een saaie, beetje chagrijnige manager geworden die alleen nog maar oog heeft voor zijn werk en amper omkijkt naar zijn vrouw en dochtertje.
De moraal van het verhaal is een inkoppertje: wij volwassenen zijn teveel het contact met het kind in ons kwijtgeraakt en zouden er goed aan doen om dat contact te herstellen waardoor we gelukkiger in het leven zouden staan.
 

Nooit uitblinkend in tact

Dat de film mij raakte, is niet vreemd. Om twee redenen.
Ten eerste stond ik zelf als jong kind best wel onbevangen in het leven: ik was spontaan, enthousiast, druk, slim, creatief, grappig (“soms té grappig” schreef een juf), had een brede belangstelling, zat vol ideeën en fantasieën en was aldus behoorlijk happy. Nog een opvallend detail is dat ik destijds best wel een leidertje was. In groepen nam ik vaak het voortouw en ik had geen enkele moeite om in het midden van de belangstelling te staan.
In de loop der tijd veranderde dit patroon echter drastisch. Zelfs zo erg dat ik in de pubertijd op school was verworden tot een stille, verlegen, teruggetrokken, nukkige, nerd-achtige jongen die regelmatig tijdens de pauzes in zijn eentje een rondje om de school liep. Waar mijn moeder - nooit uitblinkend in tact - later over opmerkte: “Ik weet niet precies waar het met jou is misgegaan.”
Pas decennia later toen ik met dank aan mijn kinderen mezelf pas écht leerde kennen, vielen met terugwerkende kracht allerlei puzzelstukjes op hun plaats en begon ik te begrijpen welke patronen zich destijds hadden afgespeeld (zie o.a. columns Privé Tonko achtluik, vanaf column 135).
De film maakte mij verdrietig door het besef dat ook ik onderweg naar volwassenheid het kind in mij grotendeels ben kwijtgeraakt. Verdrietig omdat ik ervan overtuigd ben dat de persoon die je als jong kind bent het dichtst bij jou staat en aldus het best weergeeft wie jij in de kern bent. En het liefst wil je natuurlijk je hele leven zo dicht mogelijk bij jezelf staan. 
Het goede nieuws is wel dat ik met mijn opgedane zelfkennis van de laatste jaren stap voor stap weer een beetje ben teruggekeerd naar het kind dat ik vroeger was. Ik weet nu beter dan ooit wie ik ben en waar mijn kwaliteiten liggen, waardoor ik in bepaalde opzichten zelfverzekerder geworden ben.
Ten opzichte van de volwassen Peter Pan en Janneman Robinson heb ik gelukkig twee voordelen. Ten eerste ben ik nooit een workaholic geweest. Integendeel zelfs. Wat ook weer nadelen heeft. Waar de een risico loopt op een burn-out, moet de ander uitkijken voor een bore-out (zie column 285). Ten tweede kunnen mijn kinderen niet zeggen dat ik er nooit voor ze was. Hooguit verwijten ze me later dat ik er te veel was. Nee, ik was niet bepaald het type vader dat alleen op zondag het vlees kwam snijden. Al is dat alleen al door het feit dat ik een vegetariër ben…
 

De liefde

Nog een belangrijke reden waarom de film mij emotioneel raakte, komt omdat hij me aan de liefde (lees: een vrouw) deed denken.
Bijzonder voor mij - omdat mijn (op één na) drie volwassen kinderen mij eigenlijk bijna alleen maar als single vader hebben gekend - was dat ik in de afgelopen periode een korte maar fijne relatie heb gehad met een leuke, aantrekkelijke vrouw. Een vrouw die het andersom overigens niet als een relatie wenste te beschouwen, waarmee ik in feite al meteen de belangrijkste reden verklap waarom het uiteindelijk tussen ons niet werkte en ze inmiddels mijn ex-vriendin is. Overbodig te zeggen dat zij het met deze laatste term ook niet eens zal zijn…
 

Taboe

Om diverse redenen vond ik dat wij goed bij elkaar pasten. Behalve dat ik haar qua uiterlijk aantrekkelijk vond om te zien met haar mooie bruine ogen en haren en haar alternatieve kledingstijl, hadden we de nodige overeenkomsten, konden we goed met elkaar praten over van alles en nog wat, hielden we allebei van plagen, vond ik haar (zeker voor een vrouw...) erg grappig, deden we samen leuke dingen (film, theater, wandelen, eten), had ze bovendien ook nog eens lieve kinderen en hadden we “last but not least” hele fijne seks. Misschien voor sommigen een taboe om dat zo direct te benoemen, maar ik heb niet zoveel met taboes.
Samengevat: wat wij hadden, voelde goed. Het voelde als een fijne relatie en ik weet zeker dat de meesten in mijn situatie precies hetzelfde gevoel hadden gehad.
 

Bindingsangst

Maar wat een duidelijk patroon was tijdens mijn laatste dates voltrok zich hier opnieuw (zie columns 301, 302 en 303): als een beetje aparte man trek ik vanzelf ook aparte vrouwen aan. Wat evenveel over mij zegt als over hun. Soort zoekt - én vindt - soort. Wie een redelijk gevuld rugzakje heeft en gaat daten, stuit al snel op anderen met eveneens goed gevulde rugzakjes.
Waar ik vorig jaar tijdens een date even had gezoend en geknuffeld met een vrouw die beweerde hoogsensitief te zijn maar die ik naarmate ik haar beter leerde kennen duidelijk meer borderline trekjes vond hebben, kwam mijn vriendin zelf met een nieuwe term. Ze gaf aan last te hebben van bindingsangst.
Nou ja nieuw was de term natuurlijk niet, maar in feite wist ik niets van bindingsangst af behalve dan wat het woord letterlijk betekent: je hebt angst om je (aan iemand) te binden.
Goede eigenschap van mij is dat als ik een term niet ken, ik er alles over ga opzoeken. Waardoor ik inmiddels een soort expert op het gebied van bindingsangst ben geworden, vrees ik.
Het eerste wat mij duidelijk werd, is dat je twee soorten bindingsangst hebt: serieuze bindingsangst en niet-serieuze bindingsangst. Waarbij het tweede soort te pas en te onpas gebruikt wordt door mensen als een soort excuus voor vluchtgedrag.
Serieuze bindingsangst daarentegen gaat veel dieper, komt vaak voort uit jeugdtrauma’s en wordt echt beschouwd als een psychische ziekte. Waardoor je er niet zomaar weer vanaf komt maar echt met hulp van een professional met jezelf aan de slag zult moeten gaan.
Hoe meer ik erover las, hoe verdrietiger en emotioneler ik werd aangezien ik de typische patronen en fases die bij (serieuze) bindingsangst horen, herkende bij mijn vriendin en onze relatie: in het begin van de relatie is er niets aan de hand en is het allemaal juist ontzettend leuk en opwindend, dan komt de fase waarin je van het ene op het andere moment opeens totaal onverwacht wordt afgestoten door je partner (omdat je te dichtbij komt) en krijg je vage redenen te horen waarom je toch niet bij elkaar past. De fases van afstoten kunnen nog een tijdje worden afgewisseld met fases van aantrekken waarin je partner opeens toch weer jouw kant op beweegt. Waarbij de kans groot is dat je uiteindelijk in de onvermijdelijke fase belandt waarin je moet concluderen dat het zo niet gaat werken.
Veel mensen met bindingsangst zoeken ook naar de ideale partner omdat dat veilig is. De ideale partner bestaat tenslotte niet en dus zul je je zodoende ook nooit aan iemand hoeven te binden en kom je nooit toe aan de fase waarin het draait om echte verbinding en echte liefde. Niemand is goed genoeg. Waardoor je steeds van de ene naar de andere partner hopt (mijn ex-vriendin was ook heel snel na mij weer met een andere man bezig) omdat de ideale partner er - hoe verrassend - nooit tussen zit. Doodzonde en verdrietig natuurlijk, want je hoeft geen psycholoog te zijn om te beseffen dat zo'n patroon je niet gelukkig maakt maar wel eenzaam. Diep in ons hart zoeken we tenslotte allemaal naar liefde en verbinding.  
 

Nature/nurture kwestie

Wat de film “Christopher Robin” mij duidelijk maakte, is dat het niet altijd meevalt om volwassen te zijn. Waar je als kind - als het goed is tenminste - nog behoorlijk onbevangen en onbezorgd naar het leven kunt kijken, is dat voor een volwassene veel moeilijker. Bijvoorbeeld door alle stressvolle verantwoordelijkheden waar je als volwassene mee te maken krijgt.
Uiteraard is het vanuit de nature/nurture kwestie bekeken voor een kind ook niet altijd even makkelijk. Al is het alleen al vanwege het simpele feit dat ieder kind vanaf de geboorte al begint met een in meer of mindere mate gevuld rugzakje vanuit de erfelijkheid en de genen (de “nature”).
Maar dat rugzakje wordt naarmate je ouder wordt door alle “nurture” omstandigheden en levenservaringen alleen nog maar zwaarder. Daar komt nog bij dat je als volwassene meer beseft wat er allemaal gaande is aan persoonlijke (bijvoorbeeld psychische) problemen en je daar dus waarschijnlijk ook meer over nadenkt én tobt dan een kind. En "gelukkig" maar…
Op deze wijze loop je echter wel het risico jezelf als volwassene continu in de weg te zitten wat ten koste gaat van belangrijke zaken als spontaniteit, creativiteit, speelsheid en blijheid, waardoor je vanzelf - of je wilt of niet - iets van het kind in je verliest. En dat is doodzonde omdat ik ervan overtuigd ben dat je hiermee ook wat inlevert aan je gevoel van gelukkig zijn.
 

Niet nu

In het geval van mijn ex-vriendin en mij speelden ook een aantal gecompliceerde zaken een rol waar je als volwassene meestal meer van op de hoogte bent en die je ook beter kunt begrijpen en plaatsen dan een kind: diverse angsten (bindingsangst, verlatingsangst, faalangst), ADD, hoogbegaafdheid, autisme, hoogsensitiviteit, onverwerkte traumatische gebeurtenissen et cetera.
Maar laten we hierbij meteen eerlijk zijn: wie diep graaft in ieders verleden stuit in veel gevallen vroeg of laat op bepaalde complicaties vanuit de nature/nurture achtergrond waar een volwassene in zijn leven in meer of mindere mate last van heeft gehad. Dat is volstrekt normaal.
Tijdens de film over Janneman Robinson en Winnie de Poeh moest ik regelmatig aan mijn ex-vriendin denken. Ik dacht vooral aan de pijnlijke en verdrietige wijze waarop zij onze “relatie” beëindigd had. Niet op een manier waardoor ik het kon begrijpen en een plaats kon geven, maar op een manier die pure onmacht uitstraalde. Als dat van een volwassene die zichzelf continu in de weg zit en het zelf ook allemaal niet meer weet. Als een vrouw die door allerlei gecompliceerde nature/nurture factoren maar kiest voor de weg van de minste weerstand: vluchten…
Wat mijn ex-vriendin bijvoorbeeld keer op keer in vergelijkbare woorden herhaalde was dat ik teveel aan haar trok, dat ze weer wilde ademen, dat ze rust wilde, dat ze weer vrij wilde zijn, dat ze het niet kon, niet nu althans, maar dat ik niet op haar moest wachten et cetera (bekende bindingsangst-argumenten).

Ik weet dat dit klinkt alsof ik haar lastigviel of stalkte, maar dat was absoluut niet het geval. Wat ik wel deed, was initiatieven nemen die iedereen neemt in een (LAT) relatie: je neemt eens in de zoveel tijd contact op om weer met elkaar af te spreken omdat je dat zo leuk vindt en je gewoon liefde en verbinding zoekt. That’s it. Maar op een gegeven moment - toen ik voor haar te dichtbij kwam - kon ze het gewoon niet meer: “Niet nu!”
 

Aandoenlijke scène

Tijdens het kijken van de film stelde ik mij met betraande ogen zo voor dat mijn ex-vriendin in de rol van een volwassen Janneman Robinson aan Winnie de Poeh zou moeten proberen uit te leggen waarom het tussen hun niet werkt. Ik zie het arme, verwarde gezicht van Winnie de Poeh al voor me. Waarschijnlijk zou het gesprek ongeveer als volgt verlopen:

Winnie de Poeh: "Maar vind je mij leuk?"
Janneman Robinson: "Ja natuurlijk vind ik je leuk, gekke beer. Daar hoef je nooit aan te twijfelen."
Winnie de Poeh: "Nou, ik vind jou ook leuk. Heel leuk zelfs."
Janneman Robinson: "Dat weet ik toch."
Winnie de Poeh: "Maar als ik jou leuk vind en jij mij, waarom kunnen we dan niet gewoon fijn verder met elkaar blijven spelen...?"
 
Wat een aandoenlijke scène zou dit hebben opgeleverd...
 

De wereld en filosofie van Winnie de Poeh

Ja, in tegenstelling tot de meeste volwassenen maakt Winnie de Poeh de dingen niet ingewikkelder dan ze zijn. De simpele levenshouding van de populaire beer heeft zelfs schrijvers als John Tyerman Williams en Benjamin Hoff geïnspireerd tot het schrijven van boekjes over de filosofie achter Winnie de Poeh. Wie deze boekjes leest, begrijpt meteen dat we voortaan Plato, Aristoteles en Kant kunnen vergeten omdat niet zij maar toch echt Winnie de Poeh beschouwd moet worden als de grootste filosoof ooit.
Uiteraard "wat" ver gezocht, maar desalniettemin kun je wel vaststellen dat je wat van de Zen-achtige "filosofie" van Winnie de Poeh kunt leren. Bijvoorbeeld dat het niet verstandig is om teveel aan het verleden en toekomst te denken, in plaats van je zorgen te maken over zaken die geweest zijn of nog moeten gebeuren kun je je beter richten op het hier en nu; dat je beter dingen simpel kunt houden en dat je leert om eenvoud te waarderen; dat je je beperkingen kent; dat je je kunt inleven in anderen en mededogen kent, en "last but not least" dat je niet teveel moet willen hebben (bijvoorbeeld de perfecte partner of baan) maar dat je leert om tevreden te zijn met wat je hebt.
Ik wilde eerst zeggen dat in de wereld van Winnie de Poeh geen gekke psychische afwijkingen bestaan, maar dat is natuurlijk te simpel gesteld. Ik las hierover ergens een goede opmerking dat als je naar de karakters rondom Winnie de Poeh kijkt, je kunt concluderen dat Teigetje iets van ADHD in zich lijkt te hebben, dat Knorretje vermoedelijk een of andere angststoornis heeft en dat Iejoor overduidelijk last heeft van depressies.
Maar desalniettemin spreekt de filosofie van Winnie de Poeh mij erg aan. Keken wij volwassenen maar wat meer naar de wereld zoals deze kinderlijke doch verstandige beer. Als we allemaal wat meer het kind in ons naar boven zouden kunnen brengen, zou dat een hoop ellende in de wereld schelen. 
 
En liefdesverdriet...
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie. 

 
 
 

maandag 7 januari 2019

304. Column over het overlijden van Paulien van Deutekom: De groep van mensen die deugen is weer een lid kwijt

Onderwerp: dood Paulien van Deutekom - actualiteit

 
Met goede voornemens heb ik weinig. Al is het alleen al vanwege het feit dat ik me een jaar geleden had voorgenomen om in 2018 meer columns te gaan schrijven dan in 2017 en daar om uiteenlopende redenen niets van terecht is gekomen. Toch ga ik gewoon door met het schrijven van mijn columns, maar dan wel op een meer relaxte manier: alleen als ik met een onderwerp écht een sterke emotie voel, schrijf ik het van mij af.


Trieste gebeurtenis

Al snel in het begin van 2019 voelde ik zo’n hele sterkte emotie. Helaas was het bij een trieste gebeurtenis waarvan ik tranen in mijn ogen kreeg: het moment waarop ik het nieuws hoorde van het overlijden van de wereldkampioene schaatsen van 2008, Paulien van Deutekom.
Nee, ook ik kende Paulien van Deutekom niet persoonlijk. En nee, ook ik wist dus niet dat zij ongeneeslijk ziek was. En ja, ook ik schrok er dus enorm van dat zij op 37-jarige leeftijd als gezonde, niet rokende (ex) topsportster opeens was overleden aan longkanker en ze een man en dochter van één jaar achterlaat.
 

Drie groepen mensen

Natuurlijk gebeuren dit soort drama’s helaas vaker en natuurlijk zal ik niet over elk drama een column schrijven. Dat ik die behoefte bij Paulien van Deutekom echter wel voel, heeft een reden.
Als het gaat om de eerste indruk die mensen op mij maken, deel ik mensen in drie groepen in: je hebt mensen die deugen, je hebt mensen die niet deugen en je hebt mensen die nog beide kanten op kunnen en die je dus maar voorlopig even in de neutrale hoek neerzet.
Noem het mensenkennis of - beter gezegd - kennis opgedaan door levenservaring, maar inmiddels durf ik wel te stellen dat ik de eerste twee groepen er behoorlijk goed uitpik.
Nou zullen deze drie groepen voor iedereen weer anders zijn, eenvoudigweg omdat iedereen anders is en dus ook andere normen en waarden, voorkeuren en principes zal hebben. Als voorbeeld: ik houd van bescheiden mensen terwijl anderen juist weer houden van super zelfverzekerde of zelfs arrogante mensen.
Maar mijn persoonlijke normen en waarden, voorkeuren en principes voor de mensen die deugen zijn vrij streng waardoor deze groep helaas ook verreweg het kleinst is. Zo houd ik enorm van mensen die (zacht) aardig, lief, trouw, loyaal, eerlijk en integer zijn. En ik wil niet cynisch klinken, maar dit soort mensen zijn er niet zoveel op deze wereld.
Ik zeg het altijd zo: mocht er ooit een oorlog uitbreken en ons land wordt ingenomen door een wreed totalitair regime hoeveel mensen om mij heen zal ik dan nog voor honderd procent kunnen vertrouwen? Hoeveel mensen blijven ondanks alles trouw aan hun eigen normen en waarden en principes en kunnen onder alle omstandigheden aardig, eerlijk en integer blijven? Op hoeveel mensen zal ik altijd kunnen blijven bouwen? Ik vrees dat als het punt op paaltje komt, het er niet zoveel zullen zijn…
 

Only The Good Die Young

Als groot schaatsliefhebber heb ik Paulien van Deutekom de afgelopen jaren uiteraard gevolgd. Wanneer ik haar zag tijdens interviews op schaatstoernooien of daarbuiten (bijvoorbeeld in een portret van Mart Smeets of met Wilfried de Jong in Holland Sport) of als verslaggever voor de NOS of als deelnemer en winnaar van het AVRO-televisieprogramma “Expeditie Poolcirkel” (2013) werd mij één ding snel duidelijk: Paulien behoort tot de groep mensen die deugt. Een mooie, sympathieke, lieve vrouw. Of om in de woorden van haar collega (oud) schaatser Erben Wennenmars te spreken: “Paulien was één van de goeien”.
Uit alle reacties die ik lees van mensen die Paulien van Deutekom van dichtbij hebben gekend, blijkt dat het met mijn kijk op mensen best goed zit. De wereld heeft helaas weer - en véél te vroeg - een mooi, zachtmoedig, aardig en onbaatzuchtig mens verloren.
Daar waar de wereld vol zit met mensen die we kunnen missen als kiespijn omdat de wereld er alleen maar een stukje slechter van wordt (kijk als voorbeeld alleen al naar de Verenigde Staten…), kunnen we mensen als Paulien van Deutekom juist zo goed gebruiken om de wereld een stukje beter te maken. Maar helaas, het leven is niet eerlijk. Ik ben de tel kwijt hoe vaak ik deze levensles al aan mijn kinderen heb verteld...

Billy Joel zong ooit “Only The Good Die Young". Helaas zit het leven niet zo simpel in elkaar. Helaas tenminste op voorwaarde dat het wat mij betreft andersom wél zou mogen gelden: “Only The Bad Die Young”.
 
Paulien van Deutekom: zonder dat ik je persoonlijk heb gekend, maakt jouw overlijden mij zeer verdrietig. De groep van mensen die deugen is weer een lid kwijt... 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.