ONDERWERPEN: KRABBÉ ZOEKT VAN GOGH/PICASSO - AMY (2015)
Krabbé zoekt Van Gogh en Picasso
Via uitzending gemist en televisie heb ik afgelopen maanden
de mooie AVRO/TROS-series “Krabbé zoekt Van Gogh” en “Krabbé zoekt Picasso” bekeken.
In deze series vertelt acteur én kunstschilder Jeroen Krabbé boeiende anekdotes over de markante levens van Vincent van Gogh en Pablo Picasso terwijl hij de plekken bezoekt waar deze kunstenaars hebben gewoond en gewerkt.
In deze series vertelt acteur én kunstschilder Jeroen Krabbé boeiende anekdotes over de markante levens van Vincent van Gogh en Pablo Picasso terwijl hij de plekken bezoekt waar deze kunstenaars hebben gewoond en gewerkt.
De groten van alle tijden
Onvermijdelijk moest ik tijdens het kijken, denken aan mijn jeugd. Als kind had
ik al een brede interesse. Of het nou ging om het heelal, wetenschap, dieren of
om grootheden uit de wereldgeschiedenis, het fascineerde mij allemaal.
Over die grootheden verzamelde ik zelfs een boekenserie: “De groten van alle tijden”. Naast de grote componisten, geleerden, geestelijke leiders, veroveraars en staatslieden zaten daar uiteraard ook grote schilders bij zoals bijvoorbeeld Rembrandt, Leonardo da Vinci en Rubens.
Dat ik als jonge tekenaar graag met mijn ouders het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum of het Kröller-Müller Museum bezocht, mag dan ook geen verrassing zijn. En uiteraard rekende ik als Nederlands kunstenaartje in de dop Rembrandt van Rijn en Vincent van Gogh tot mijn favoriete schilders.
Over die grootheden verzamelde ik zelfs een boekenserie: “De groten van alle tijden”. Naast de grote componisten, geleerden, geestelijke leiders, veroveraars en staatslieden zaten daar uiteraard ook grote schilders bij zoals bijvoorbeeld Rembrandt, Leonardo da Vinci en Rubens.
Dat ik als jonge tekenaar graag met mijn ouders het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum of het Kröller-Müller Museum bezocht, mag dan ook geen verrassing zijn. En uiteraard rekende ik als Nederlands kunstenaartje in de dop Rembrandt van Rijn en Vincent van Gogh tot mijn favoriete schilders.
Wrang maar waar: tragiek boeit
Wellicht dat dit kleine beetje chauvinisme ook heeft meegespeeld in mijn mening
dat Krabbé’s zoektocht naar Van Gogh (nog!) boeiender was dan zijn zoektocht naar
Picasso. Maar eerlijk gezegd is dat niet de hoofdreden voor mijn voorkeur voor
het levensverhaal van Van Gogh. Wrang maar waar komt het kort gezegd hierop
neer: tragiek boeit.
Waarmee ik overigens absoluut niet wil zeggen dat het leven van Picasso tragiek ontbeerde. Met de dood van zijn jonge zusje, de zelfmoord van een goede vriend, het vroeg overlijden van zijn geliefde Eva en het breken van de vele relaties met zijn talrijke muzen (overigens meer tragisch voor de vrouwen dan voor de egocentrische Picasso die zelf de breuken veroorzaakte) had Picasso over gebrek aan tragiek bepaald niet te "klagen". En dan heb ik het nog niet eens over alle ellende na de dood van Picasso: veel geruzie en drama's rondom de verdeling van zijn erfenis, een kleinzoon en twee van zijn voormalige muzen die zelfmoord pleegden etc.
Ondanks dat ik terdege besef dat het van een enorm gebrek aan inlevingsvermogen en respect zou getuigen om de tragiek in iemands leven als mooi te omschrijven, is het wel een feit dat tragiek mij raakt en ontroert en in die hoedanigheid dus ook iets moois in zich herbergt.
Bovendien kan ik tragiek moeilijk los zien van romantiek. En ergens onder mijn soms wat cynische buitenkant zal altijd een romanticus schuilen. Wat vrij logisch is als je bedenkt dat een bekende uitspraak luidt dat cynici in feite gefrustreerde romantici zijn…
Net als dat in de mooiste liefdesfilms tragiek en romantiek vaak nauw verweven zijn, spreken levensverhalen als die van Vincent van Gogh waarin dezelfde combinatie voorkomt mij het meeste aan. Al valt er natuurlijk een hoop te discussiëren over de vraag of het leven van Vincent van Gogh nou wel zo romantisch genoemd mag worden. Waar je dan weer tegenover kunt stellen dat het leven van kunstenaars uit de negentiende eeuw die ongeacht hun moeilijke omstandigheden en problemen hun passie bleven volgen, per definitie veel romantiek bevatten. Laten we maar zeggen dat het allemaal afhangt van hoe je het begrip “romantiek” precies definieert.
Waarmee ik overigens absoluut niet wil zeggen dat het leven van Picasso tragiek ontbeerde. Met de dood van zijn jonge zusje, de zelfmoord van een goede vriend, het vroeg overlijden van zijn geliefde Eva en het breken van de vele relaties met zijn talrijke muzen (overigens meer tragisch voor de vrouwen dan voor de egocentrische Picasso die zelf de breuken veroorzaakte) had Picasso over gebrek aan tragiek bepaald niet te "klagen". En dan heb ik het nog niet eens over alle ellende na de dood van Picasso: veel geruzie en drama's rondom de verdeling van zijn erfenis, een kleinzoon en twee van zijn voormalige muzen die zelfmoord pleegden etc.
Ondanks dat ik terdege besef dat het van een enorm gebrek aan inlevingsvermogen en respect zou getuigen om de tragiek in iemands leven als mooi te omschrijven, is het wel een feit dat tragiek mij raakt en ontroert en in die hoedanigheid dus ook iets moois in zich herbergt.
Bovendien kan ik tragiek moeilijk los zien van romantiek. En ergens onder mijn soms wat cynische buitenkant zal altijd een romanticus schuilen. Wat vrij logisch is als je bedenkt dat een bekende uitspraak luidt dat cynici in feite gefrustreerde romantici zijn…
Net als dat in de mooiste liefdesfilms tragiek en romantiek vaak nauw verweven zijn, spreken levensverhalen als die van Vincent van Gogh waarin dezelfde combinatie voorkomt mij het meeste aan. Al valt er natuurlijk een hoop te discussiëren over de vraag of het leven van Vincent van Gogh nou wel zo romantisch genoemd mag worden. Waar je dan weer tegenover kunt stellen dat het leven van kunstenaars uit de negentiende eeuw die ongeacht hun moeilijke omstandigheden en problemen hun passie bleven volgen, per definitie veel romantiek bevatten. Laten we maar zeggen dat het allemaal afhangt van hoe je het begrip “romantiek” precies definieert.
Borderline-stoornis
In elk geval mag duidelijk zijn dat in het leven van Van Gogh veel tragiek zat.
De man had een zeer gecompliceerde persoonlijkheid, die achteraf gezien veel
symptomen van een borderline-stoornis vertoonde. Van Gogh had last van impulsiviteit, stemmingswisselingen,
zelfdestructief gedrag, verlatingsangst, een onevenwichtig zelfbeeld en autoriteitsconflicten.
Wat uiteraard leidde tot grote problemen in zijn sociale contacten en relaties.
Ondanks (of door) zijn genialiteit werd Van Gogh - in tegenstelling tot Picasso die bij leven al een stinkend rijke legende was - niet begrepen door zijn omgeving en verkocht hij gedurende zijn leven slechts één schilderij: De rode wijngaard. Het is dat zijn loyale broer Theo - die zelf kunsthandelaar was - zich altijd over hem en zijn schilderijen ontfermde want anders zou Vincent het al helemaal niet hebben gered.
Dat Vincent uiteindelijk - na nog de nodige ellende als het fameuze oor-afsnijden-incident na een ruzie met collega schilder Paul Gauguin of de opname in het psychiatrisch ziekenhuis Saint-Paul-de-Mausole - op 29 juli 1890 op 37-jarige leeftijd stierf twee dagen nadat hij zichzelf met een revolver door de borst had geschoten, is algemeen bekend.
Iets minder bekend is dat Theo een paar maanden na de dood van zijn grote broer werd opgenomen in een krankzinnigengesticht om daar een halfjaar na Vincent op 25 januari 1891 op 33-jarige leeftijd te overlijden aan waarschijnlijk syfilis. En nog minder bekend is dat het jongere broertje van Vincent en Theo, Cor van Gogh, op 14 april 1900 in Zuid-Afrika op 32-jarige leeftijd ook (vermoedelijk) door zelfmoord om het leven kwam. Het hier nog aan toevoegen dat een van Vincents zussen, Wil van Gogh, meer dan veertig jaar van haar leven zou doorbrengen in een krankzinnigengesticht lijkt haast overbodig. De tragiek druipt er van alle kanten vanaf.
Ondanks (of door) zijn genialiteit werd Van Gogh - in tegenstelling tot Picasso die bij leven al een stinkend rijke legende was - niet begrepen door zijn omgeving en verkocht hij gedurende zijn leven slechts één schilderij: De rode wijngaard. Het is dat zijn loyale broer Theo - die zelf kunsthandelaar was - zich altijd over hem en zijn schilderijen ontfermde want anders zou Vincent het al helemaal niet hebben gered.
Dat Vincent uiteindelijk - na nog de nodige ellende als het fameuze oor-afsnijden-incident na een ruzie met collega schilder Paul Gauguin of de opname in het psychiatrisch ziekenhuis Saint-Paul-de-Mausole - op 29 juli 1890 op 37-jarige leeftijd stierf twee dagen nadat hij zichzelf met een revolver door de borst had geschoten, is algemeen bekend.
Iets minder bekend is dat Theo een paar maanden na de dood van zijn grote broer werd opgenomen in een krankzinnigengesticht om daar een halfjaar na Vincent op 25 januari 1891 op 33-jarige leeftijd te overlijden aan waarschijnlijk syfilis. En nog minder bekend is dat het jongere broertje van Vincent en Theo, Cor van Gogh, op 14 april 1900 in Zuid-Afrika op 32-jarige leeftijd ook (vermoedelijk) door zelfmoord om het leven kwam. Het hier nog aan toevoegen dat een van Vincents zussen, Wil van Gogh, meer dan veertig jaar van haar leven zou doorbrengen in een krankzinnigengesticht lijkt haast overbodig. De tragiek druipt er van alle kanten vanaf.
Het is eenzaamheid
Het mooiste en meest ontroerende moment van de serie is zonder twijfel het slotfragment
waarop Jeroen Krabbé wordt gevraagd wat hem het meeste heeft geraakt aan Vincent
van Gogh. Hierop laat Krabbé een foto zien van een zelfportret van Van Gogh als
man met een schilderij onder zijn arm. Hij vertelt dat niemand dit schilderij
kent omdat het tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog is vernietigd.
“Het is eenzaamheid”, zegt Krabbé die vervolgens zichtbaar emotioneel wordt en er alles aan doet om zijn tranen te bedwingen. "En dat is het. Je bent sowieso eenzaam als schilder. Altijd." Wat mij uiteraard meteen doet afvragen of, en zo ja in hoeverre, de hier getoonde emoties van kunstschilder Jeroen Krabbé iets te maken hebben met eigen ervaringen en gevoelens van eenzaamheid.
Met moeite sluit Krabbé af met een quote van Vincent van Gogh die volgens hem de kern is: “Als ik later iets waard zou zijn dan zou ik het nu ook waard zijn. Want koren is koren, ook al denkt de stedeling aanvankelijk dat het onkruid is.” Einde verhaal, aldus Krabbé.
Prachtig! Ook ik kreeg bij dit fragment tranen in mijn ogen omdat ik het net als Jeroen Krabbé begrijp. Het gevoel van eenzaamheid is voor mij het toppunt van tragiek en ontroering.
“Het is eenzaamheid”, zegt Krabbé die vervolgens zichtbaar emotioneel wordt en er alles aan doet om zijn tranen te bedwingen. "En dat is het. Je bent sowieso eenzaam als schilder. Altijd." Wat mij uiteraard meteen doet afvragen of, en zo ja in hoeverre, de hier getoonde emoties van kunstschilder Jeroen Krabbé iets te maken hebben met eigen ervaringen en gevoelens van eenzaamheid.
Met moeite sluit Krabbé af met een quote van Vincent van Gogh die volgens hem de kern is: “Als ik later iets waard zou zijn dan zou ik het nu ook waard zijn. Want koren is koren, ook al denkt de stedeling aanvankelijk dat het onkruid is.” Einde verhaal, aldus Krabbé.
Prachtig! Ook ik kreeg bij dit fragment tranen in mijn ogen omdat ik het net als Jeroen Krabbé begrijp. Het gevoel van eenzaamheid is voor mij het toppunt van tragiek en ontroering.
Amy Winehouse en de keerzijde van roem
Het deed me allemaal erg denken aan de tranen in mijn ogen die ik kreeg tijdens het zien
van de documentaire “Amy” (2015) over het tragische leven van zangeres Amy
Winehouse. Een documentaire die in mijn beleving het verhaal vertelt van een
lief en naïef meisje dat gek is op zingen, maar die ten onder gaat vanaf het moment
dat haar muziek immens populair wordt en ze in contact komt met allemaal foute
mensen (inclusief haar eigen vader!) die alleen maar in haar zijn
geïnteresseerd vanwege haar roem en geld. Een documentaire ook die als geen ander de keerzijde van roem toont.
Met geen mogelijkheid kan ik begrijpen waarom niemand uit Amy’s directe omgeving heeft ingegrepen om haar in bescherming te nemen tegen al het kwaad om haar heen. Zeker van een ouder zou je toch mogen verwachten dat als je ziet dat je dochter met haar lieve, naïeve en goedgelovige inslag niet bestand is tegen de keiharde wereld van de muziekindustrie waarin zij zich bevindt, dat je er dan alles aan doet om haar daar onmiddellijk weg te halen.
Een dag voordat Amy op 27-jarige leeftijd definitief ten onder gaat aan haar roem en jarenlange drugs- en alcoholverslaving (zeker hier zeer begrijpelijk omdat drugs uitermate geschikt is om trachten te ontsnappen aan de o zo vervelende werkelijkheid) zegt ze iets tegen een vriend wat mij minstens zo ontroert als het citaat van Vincent van Gogh: “Als ik 'het' kon teruggeven (= het talent om te zingen zoals zij deed) en gewoon weer op straat kon lopen zonder gedoe, zou ik het zo doen.”
Voor mij is dat het toppunt van ontroering en eenzaamheid: een jonge vrouw horen zeggen dat ze haar passie zo zou inleveren om maar weer gelukkig te kunnen zijn zoals vroeger voordat ze beroemd was. Want dat is in feite wat Amy hier zei. Het zou hetzelfde zijn geweest als Vincent van Gogh zou hebben verklaard bereid te zijn om al zijn schildersspullen, oftewel zijn alles, in te leveren om maar een doodnormale en vooral gelukkige man te kunnen zijn.
Met geen mogelijkheid kan ik begrijpen waarom niemand uit Amy’s directe omgeving heeft ingegrepen om haar in bescherming te nemen tegen al het kwaad om haar heen. Zeker van een ouder zou je toch mogen verwachten dat als je ziet dat je dochter met haar lieve, naïeve en goedgelovige inslag niet bestand is tegen de keiharde wereld van de muziekindustrie waarin zij zich bevindt, dat je er dan alles aan doet om haar daar onmiddellijk weg te halen.
Een dag voordat Amy op 27-jarige leeftijd definitief ten onder gaat aan haar roem en jarenlange drugs- en alcoholverslaving (zeker hier zeer begrijpelijk omdat drugs uitermate geschikt is om trachten te ontsnappen aan de o zo vervelende werkelijkheid) zegt ze iets tegen een vriend wat mij minstens zo ontroert als het citaat van Vincent van Gogh: “Als ik 'het' kon teruggeven (= het talent om te zingen zoals zij deed) en gewoon weer op straat kon lopen zonder gedoe, zou ik het zo doen.”
Voor mij is dat het toppunt van ontroering en eenzaamheid: een jonge vrouw horen zeggen dat ze haar passie zo zou inleveren om maar weer gelukkig te kunnen zijn zoals vroeger voordat ze beroemd was. Want dat is in feite wat Amy hier zei. Het zou hetzelfde zijn geweest als Vincent van Gogh zou hebben verklaard bereid te zijn om al zijn schildersspullen, oftewel zijn alles, in te leveren om maar een doodnormale en vooral gelukkige man te kunnen zijn.
De tragiek en eenzaamheid van genialiteit, dat is wat Vincent van Gogh en Amy Winehouse met elkaar verbindt.