dinsdag 30 juni 2015

201. COLUMN JEUGDSENTIMENT (DEEL 2, SLOT), TENNIS ALS UITLAATKLEP, PRIVÉ, PUBERS DIE HARDOP AANDACHT WEIGEREN, ZIJN VAAK DEZELFDE DIE ER IN STILTE HET MEEST BEHOEFTE AAN HEBBEN: Het Tennisfeestdilemma

JEUGDSENTIMENT - HET TENNISFEESTDILEMMA

 

Een typische nukkige puber

Dat mijn ouders erbij waren toen ik clubkampioen werd, was overigens bijzonder als je bedenkt dat zij nooit onderdeel waren geweest van mijn tennisleven. Als een typische nukkige puber die zich voor zijn ouders schaamt, wilde ik nooit dat zij kwamen kijken en daar hadden zij zich altijd braaf aan gehouden. Wat mij achteraf overigens bevreemdt. Nu ik inmiddels zelf vader ben, kan ik me niet voorstellen dat ik me daar veel van aan zou trekken. Ik wil tenslotte zoveel mogelijk betrokken zijn bij het leven van mijn kinderen en daar hoort het kijken naar hun sportwedstrijden vanzelfsprekend bij.
Al besef ik wel dat dat voor mij een stuk makkelijker is dan dat het voor mijn ouders was. Waar ik zelf een sportliefhebber ben, geldt dat allesbehalve voor de rest van mijn a-sportieve familie. Bovendien heb ik sportieve kinderen die het allemaal prima vinden als ik naar hun sportwedstrijden kom kijken. Dus dat ik vanuit mijn eigen jeugdfrustratie - pubers die hardop aandacht weigeren, zijn vaak dezelfde die er in stilte het meest behoefte aan hebben - al meer dan eens tegen mijn kinderen stoer heb geroepen dat ik met sportwedstrijden naar ze kom kijken of ze willen of niet, is wel heel makkelijk gezegd.
Gelukkig voelde ik me naar mijn ouders toe later wel schuldig over mijn puberale houding van toen waardoor ik ze uitnodigde om erbij te zijn als ik (hopelijk) eindelijk clubkampioen zou worden.
 

Steeds terugkerende droom

Na mijn afscheid van mijn tennisclub en jeugd gebeurde er iets wat met mijn sentimentele inslag te verwachten was: ik kreeg eens in de zoveel tijd steeds dezelfde terugkerende droom. In die droom, die tot op de dag van vandaag soms opduikt, wandel ik het laantje op richting mijn oude tennisclub alwaar ik mistroostig constateer dat alles is veranderd en ik vrijwel niets meer herken.
Hoe moeilijk droominterpretatie ook kan zijn, hoef je bepaald geen Sigmund Freud te zijn om van mijn droom chocola te kunnen maken.
Het laantje kun je zien als symbool voor het verloop van de tijd. Of - wat dramatischer gezegd - als de weg naar het einde, de dood, de hemel (?). Het nieuwe clubhuis in mijn droom (in plaats van het oude vertrouwde gebouw) staat voor het heden dat het verleden onomkeerbaar heeft afgesloten. Het maakt duidelijk dat “nothing lasts forever” of - opnieuw dramatischer geformuleerd - dat het leven vergankelijk is. De droom lijkt te suggereren dat ik iemand ben die moeite heeft met het verloop van de tijd, met het ouder worden en met het accepteren dat niets blijvend is; ik vrees dat dat allemaal klopt.


Depressieve buien

Creatieve en filosofische mensen blijken meer vatbaar te zijn voor melancholische en depressieve buien en ik geloof dat ik daarop geen uitzondering ben. Waar ik overigens zachtjes gezegd niet blij mee ben, aangezien het doodzonde is om te moeten constateren dat elke keer als ik tennis er continu door mijn hoofd heen gaat dat alles minder is geworden: de passie, de beleving, mijn niveau, de hoeveelheid tennismaatjes etc.
Genieten van tennis zoals vroeger zit er dan ook echt niet meer in. Met de weinige zelfkennis die ik toen had, wist ik als twintiger al dat dit in me zat en vertelde ik mijn tennismaatjes dat ik niet iemand was die tot mijn tachtigste door zou blijven tennissen. Op de dag dat ik merk dat het contrast met vroeger mij te groot is geworden, stop ik meteen. Dan wordt het tijd voor een nieuwe hobby; bridgen of zo.
 

Het tennisfeestdilemma

Het meeste wat ik aan tennis te danken heb, ligt denk ik op het sociale vlak. Zeker als ik terugkijk met de kennis die ik nu heb, begrijp ik meer van het sociale verkeer en van mijn rol hierin.
Het tennisfeestdilemma waar ik toen mee worstelde, is een dilemma waar ik tot op de dag van vandaag nog steeds mee worstel. In dit dilemma draait het om de keus tussen meegaan met de flow maar je er niet op je gemak voelen of je eraan onttrekken maar je daar (ook) niet gelukkig bij voelen. De interessante vraag hierbij is met welke keus je het best kunt leven.
Als er op de tennisclub een feest was, hoorde ik dat vanuit mijn bed. Zo dichtbij woonde ik. Bij het horen van de feestgeluiden kreeg ik altijd gemengde gevoelens: aan de ene kant zou ik erbij willen zijn omdat iedereen daar plezier had, maar aan de andere kant wist ik heel goed dat als ik erbij was, ik me niet op mijn gemak zou voelen met al die groepen mensen, de smalltalkgesprekken, het bier drinken en het gedans waar ik helemaal niets mee had. Uiteraard koos ik altijd voor de meest veilige weg: thuisblijven. Een keus die ik tot op de dag van vandaag ook meestal maak omdat ik ‘m de minst kwade of pijnlijke van de twee vind. Vaak is eenzaamheid in gezelschap erger dan als je alleen bent.
 

Veranderingen hebben ook voordelen

Gespannen liep ik na meer dan vijftien jaar het bekende laantje weer op in de hoop geen bekenden te treffen die me zouden confronteren met de goede oude tijd van toen. Dat viel honderd procent mee. Veranderingen hebben ook zo zijn voordelen. Het tennisledenbestand in Nederland is de laatste jaren enorm afgenomen. Daar waar vroeger op deze club overdag alle banen steevast bezet waren door dezelfde groepjes senioren was het er nu uitgestorven. Er was geen hond. Behalve dan de broer die me stond op te wachten. We hebben heel relaxed getennist en gepraat.
 
Misschien kom ik toch nog vaker terug.
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
 

maandag 29 juni 2015

200. COLUMN JEUGDSENTIMENT (DEEL 1, DEEL 2 VOLGT METEEN HIERNA), TERUG NAAR OUDE TENNISCLUB, TENNIS ALS UITLAATKLEP, PRIVÉ, TWEEHONDERDSTE COLUMN: "Zojuist heb ik afscheid genomen van mijn jeugd"

200e COLUMN - TENNIS ALS UITLAATKLEP - JEUGDSENTIMENT

 

Tweehonderdste column: reacties welkom!

Mijn tweehonderdste column alweer! Nog steeds heb ik weinig zicht op wie mijn columns precies lezen, maar kan ik uit de stijgende lezersaantallen wel concluderen dat ik inmiddels aardig wat vaste volgers moet hebben.
Hoe mooi dat ook is, kunnen mijn lezersaantallen natuurlijk altijd beter en hoop ik die stijgende lijn nog wel even vast te kunnen houden. Mijn best gelezen column (meer dan zevenduizend keer!) komt uit het afgelopen halfjaar en was die over de verdrietige zelfmoord van SCHC-hockeykeepster Inge Vermeulen (zie column 175). Wat denk ik mede aangeeft hoeveel impact haar dood in haar directe omgeving heeft gehad.
Ondanks dat ik begrijp dat lezen één ding is maar reageren iets heel anders, zou het heel leuk zijn als ik van (trouwe) lezers hoor wat zij van mijn columns vinden en of ze op- of aanmerkingen of adviezen voor me hebben. Dus ben je een trouwe lezer en wil je dat wel laten weten dan hoop ik hieronder op een reactie!
 

Een rondje om het schoolgebouw

Voor het eerst in meer dan vijftien jaar was ik laatst weer op mijn oude tennisclub. Ik had er afgesproken met een jongere broer van mijn beste jeugdvriend. Het contact met zijn grote broer was ongeveer tien jaar geleden geëindigd (zie column 2), terwijl ik hem al meer dan twintig jaar niet zal hebben gezien. Hij bleek sinds kort weer lid te zijn van onze oude club.
Afspreken op je oude tennisclub klinkt misschien niet bijzonder, maar voor mij was dat het zeker wel. Vooral tijdens mijn puberteit was tennis mijn leven. Mijn redding zou ik zelfs durven beweren. Waar ik op school een teruggetrokken loner was die tijdens pauzes in zijn eentje een rondje om het schoolgebouw placht te lopen (mijn moeder moest ooit huilen toen ze dat toevallig een keer zag), was op de tennisclub alles anders. Daar was ik iemand en werd ik gezien en gewaardeerd. In de eerste plaats omdat ik de beste junior was en niemand om mij heen kon.
Tegen een goede vriendin (zie columns 5 en 78) sprak ik toen al het vermoeden uit dat als ik een matige tennisser was geweest niemand mij zou hebben zien staan. Waar een kern van waarheid in zit: als je wint, heb je vrienden. 

Weemoed

Iemand na meer dan twintig jaar spreken vanuit de kennis die je nu hebt, is boeiend. Je kunt vragen stellen waar je vroeger niet op kwam of toen niet durfde te stellen. Wat ik al vermoedde, klopte: voor de broer bleek tennis als uitlaatklep dezelfde betekenis te hebben gehad als voor mij. Voor hem was het vooral een vlucht van zijn thuissituatie waarin hij een moeizame relatie had met zijn inmiddels overleden vader.
Dat wij beiden gevoelens van jeugdsentiment hebben, is niet vreemd. Een verschil tussen ons is echter dat hij mede daardoor weer is teruggekeerd, terwijl ik dat nooit zal doen vanuit het besef dat het toch nooit meer wordt zoals het was. Een terugkeer zou dat alleen maar pijnlijk bevestigen.
Al in de loop der jaren dat ik lid was van de club, voelde ik dat alles geleidelijk aan minder werd. Op een dag kwam er een nieuw clubhuis en kon ik mijn tennisleven symbolisch in tweeën delen: in de (mooie) periode vóór en de (mindere) periode ná plaatsing van dit gebouw.
Vooral tijdens mijn laatste jaren op de club betrapte ik mezelf steeds vaker op gevoelens van weemoed als ik het laantje richting de tennisbanen op kwam lopen. Ik voelde me net een oude lul die denkt aan de goede oude tijd dat alles beter was.
Gelukkig duurde het niet lang meer alvorens ik de laatste drempel die mij nog op de club hield, had overschreden: ik werd clubkampioen (zie column 194). Toen ik na mijn afscheidsspeech het bekende laantje weer afliep, voelde ik mij verdrietig en leeg. "Zojuist heb ik afscheid genomen van mijn jeugd", zei ik tegen mijn vader die naast me liep. En zo was het.

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 

woensdag 24 juni 2015

199. COLUMN PRESIDENT OBAMA, CHARLESTON SCHIETDRAMA, RACISME, LEGENDARISCHE SPEECHES: Obama treedt af met legendarische speech

ONDERWERPEN: SCHIETDRAMA VS - LEGENDARISCHE SPEECHES

 

Zoveelste dodelijke schietdrama

Afgelopen week was het weer zover in de Verenigde Staten: het zoveelste dodelijke schietdrama. Een 21-jarige blanke, racistische knul schoot in een Afro-Amerikaanse kerk in Charleston negen zwarte mensen dood.
Op foto’s op internet is de dader te zien met de vlaggen van het Zuid-Afrika tijdens het apartheidsregime, van het toentertijd door een blanke minderheid geregeerde Rhodesië (nu Zimbabwe) en van de Geconfedereerde Staten van Amerika. Over de laatste “Southern Cross” vlag is inmiddels een discussie opgelaaid. De oorlogsvlag, die afstamt uit de jaren 1861-1865 waarin het Zuiden als voorstander van de slavernij zich had afgescheiden van de Verenigde Staten, hangt nog steeds in veel Zuidelijke overheidsgebouwen maar is tevens voor veel racisten een symbool voor hun visie.
 

Afschuw

Om moe van te worden moest president Obama opnieuw komen opdraven om voor de zoveelste keer zijn afschuw te uiten over een schietdrama in zijn land. “Ik heb te vaak dit soort toespraken moeten houden. Weer zijn mensen het slachtoffer geworden omdat mensen die kwaad wilden gewoon aan vuurwapens wisten te komen. Nu is een tijd om te rouwen, maar we moeten erkennen dat dit soort moordpartijen niet plaatsvinden in andere ontwikkelde landen. We kunnen hier iets aan doen. Het Amerikaanse volk zal hier over na moeten denken.”
Een mooie speech, maar geen legendarische. We weten tenslotte allemaal hoe het verder afloopt: Obama heft het glas, doet een plas en alles blijft zoals het was. Nadenken is één, maar er echt iets aan doen is een heel ander verhaal.
Wel vallen mij twee zaken positief op. Ten eerste laat Obama voorzichtig doorschemeren dat hij het kwalijk vindt dat iedereen in zijn land zomaar aan wapens kan komen. Ten tweede neemt de president hier niet de in zijn land zo ingeburgerde superieure houding aan van dat America the greatest country of the world is, maar merkt hij juist nederig op dat in andere ontwikkelde landen dit soort moordpartijen niet plaatsvinden.
Of dat laatste helemaal klopt, vraag ik me af. Maar wat ik wel weet is dat het jaarlijks aantal dodelijke slachtoffers door vuurwapens in de Verenigde Staten in vergelijking met andere ontwikkelde landen al heel lang buitenproportioneel hoog is. En dat is inclusief de ontwikkelde landen waarin ze ook een liberaal wapenbeleid hebben zoals bijvoorbeeld Canada, Zwitserland, Noorwegen en Zweden. Hierdoor kunnen vriend noch vijand in de Verenigde Staten er omheen dat zij een serieus probleem met wapens hebben. 
 

Gemiste kans

Hoe goed de speech er ook mee door kan gaan, vind ik dit voor Obama de zoveelste gemiste kans om een toespraak te houden die de wereldgeschiedenis in zal gaan als een legendarische die de mensheid aan het denken heeft gezet . Maar ter geruststelling voor Obama: daarmee kan hij aansluiten in de eindeloze rij van politieke leiders die in een positie verkeerden waarin ze probleemloos een legendarische speech hadden kunnen houden maar dat om wat voor reden dan ook nalieten.
De interessante vraag hier draait natuurlijk om de zinsnede “om wat voor reden dan ook”, want waarom kent de wereld eigenlijk zo weinig legendarische speeches zoals die van bijvoorbeeld Obama’s illustere landgenoten Abraham Lincoln (“Gettysburg Address”₁) en Martin Luther King (“I Have a Dream”₂)?
Waarom is er bijvoorbeeld vanuit het Israëlische of Palestijnse kamp nooit iemand opgestaan die een weergaloze speech hield waarin hij uitlegde dat als de wereldgeschiedenis ons iets heeft geleerd dat dat is dat koppigheid en wraak nooit iets productiefs hebben voortgebracht en deze wijze van politiek bedrijven compleet zinloos is? En dat een wijs mens zijn emoties loslaat en zijn verstand gebruikt omdat hij beseft dat water bij de wijn doen om verder bloedvergieten te voorkomen duidt op kracht in plaats van op zwakte. 


Persoonlijke ambitie

Omdat er geen onderzoeken zijn gedaan op dit terrein kan ik alleen maar gissen naar de reden. Ik vermoed dat het simpelweg komt doordat de meest idealistische en wijze mensen aan wie je het schrijven van een waanzinnig inspirerende speech wel kunt overlaten nou juist niet aan de top te vinden zijn. Om aan de top te komen (en te blijven) zijn andere factoren dan idealen vaak belangrijker: een persoonlijke drang naar status, macht en rijkdom bijvoorbeeld. Zo maakt niemand mij wijs dat Obama’s vermoedelijke opvolger Hillary Clinton meer gedreven wordt door idealen dan door persoonlijke ambitie om een van de machtigste posities ter wereld in te nemen.
Natuurlijk zijn er ook hele idealistische leiders als uitzonderingen die de regel bevestigen en ironisch genoeg zou je daar ook Adolf Hitler onder kunnen scharen. Al waren zijn idealen godzijdank niet de idealen van mij en de overgrote meerderheid van de mensheid. Bovendien kun je je bij Hitler natuurlijk ook afvragen of hij nou echt zo door idealen werd gedreven of dat het meer draaide om de combinatie van persoonlijke ambitie met gevoelens van haat, wraak en frustratie die hem tot die “idealen” brachten en hem het ideale excuus bezorgden om de wereld te willen gaan veroveren... 


Wijdverbreide misverstand

Helaas heeft Obama niet veel tijd meer om met een legendarische toespraak in de voetsporen te treden van zijn grote voorbeelden Abraham Lincoln en Martin Luther King.
“Met onmiddellijke ingang treed ik af als president. Ik weiger nog langer als leider machteloos te moeten toezien hoeveel onschuldige burgers er hier jaarlijks door vuurwapens sterven. En dit alles door het in dit land wijdverbreide misverstand dat meer wapens meer veiligheid brengen. Ik zeg u: dit klopt niet. Het tegendeel is waar. We leven in een samenleving waar angst overheerst en de wapens voor het oprapen liggen. Wie ontkent dat dit een dodelijke combinatie is die onvermijdelijk leidt tot een enorme toename in de onveiligheid is of niet eerlijk of heeft belang bij het handhaven van de status quo. Ik wens dit land en mijn opvolger alle wijsheid toe om het tij te keren. Lever uw wapens in en leef verder in vrede. God Bless America.”
 
"Obama treedt af met legendarische speech"; hoe mooi zou dat zijn in een wereld van de gemiste kansen op gedenkwaardige toespraken.
Te mooi vrees ik.  
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
“Fourscore and seven years ago our fathers brougth forth on this continent a new nation, conceived in liberty and dedicated to the proposition that all men are created equal”. (Abraham Lincoln - Gettysburg Address 1863)
“I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: "We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal." I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood. I have a dream that one day even the state of Mississippi, a state, sweltering with the heat of injustice and sweltering with the heat of oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice. I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character. I have a dream today.” (Martin Luther King - Washington 1963)

Afbeelding: Tonko

woensdag 17 juni 2015

198. COLUMN ACROGYM, DEMOWEDSTRIJD, ONTROERING, BRITSE FILM WHAT WE DID ON OUR HOLIDAY, PRIVÉ: Niet perfectie, maar imperfectie ontroert

ONDERWERPEN: ACROGYMWEDSTRIJD - IMPERFECTIE ONTROERT

 

Overmand door emotie

Soms word ik op een onverwacht moment overmand door emoties, al zullen sommige ouderwetse mensen/mannen het gebruik van het woord “overmannen” hier niet op zijn plaats vinden.
Vroeger overkwam mij dat nooit, maar ik begrijp die verandering wel. Het is gewoon een kwestie van ouder worden, meer levenservaring krijgen, meer naast de ups ook de downs van het leven leren kennen. Zoals bijvoorbeeld het geworstel met levensissues als relaties, vriendschappen, scheiden, werk, ontslagen, financiële crisis, de dood en het als co-ouder alleen opvoeden van (inmiddels puberende) kinderen.
Essentieel verschil met vroeger is ook de constatering dat ik mezelf nu veel beter ken. Zo durf ik gerust te stellen dat het mij inmiddels aan zelfkennis niet (meer) ontbreekt. Wat mij aan de ene kant een stuk sterker heeft gemaakt, maar aan de andere kant ook weer een stuk kwetsbaarder. Meer mens zou je ook kunnen zeggen.
 

What we did on our holiday

Het plotseling overmand raken door emoties overkwam mij van de week twee keer.
De eerste keer kreeg ik tranen in mijn ogen tijdens het kijken van de heerlijke Engelse feelgoodmovie “What we did on our holiday”. Het zal de combinatie zijn geweest van de thema’s scheiding, kinderen en de dood (feelgood? Jawel!) met de geweldige Engelse sfeer en humor, het prachtige Schotse platteland en “last but not least” een zeer aantrekkelijke actrice. Het, voor mij niet storende, ietwat sentimenteel en moralistisch einde deed de rest.


Acrogym demowedstrijd

Afgelopen weekend was ik opnieuw tot tranen toe ontroerd. Mijn dochter deed met bijna al haar acrogymcollegaatjes mee aan een demowedstrijd (zie ook column 147).
Waar het bij gewone acrogymwedstrijden draait om door twee- of drietallen uitgevoerde oefeningen op muziek van ongeveer tweeënhalve minuut was dit een ander soort wedstrijd. Diverse turn-/acrogymverenigingen vanuit het hele land hadden één lange demonstratieoefening bedacht waaraan vrijwel al hun acrogymnasten als één team meededen. Van jong (ongeveer zes jaar) tot “oud” (ongeveer vijfentwintig jaar), heel veel meisjes, een paar jongens en diverse jong volwassenen; allen deden aan de demo van hun club mee.
 

I will kill you!

Wat hier de truc deed om mij kippenvel en betraande ogen te bezorgen, was de combinatie van mooie muziek en visueel aantrekkelijke oefeningen waarbij de een na de andere acrogymnast werd weggegooid en weer opgevangen.
Hoogtepunt van de avond was - uiteraard - de oefening waaraan mijn dochter met haar team meedeed. Schitterend opgebouwd aan de hand van een verhaal over een meisje dat liggend in haar bed een nachtmerrie krijgt waarin ze wordt lastiggevallen door enge zwarte zombies die haar met een onheilspellende stem toefluisteren: “I will kill you!”
Gelukkig is behalve het kwaad ook het goede in het verhaal vertegenwoordigd in de vorm van een aantal schattige witte engeltjes die het meisje beschermen. Gooi hier vervolgens een sausje overheen van prachtige op elkaar afgestemde en in elkaar overlopende muziekstukken met als fantastische uitsmijter het mystiek zeer aantrekkelijke “Carmina Burana, O Fortuna” van Carl Orff en ik zal niet zeggen dat je me kunt wegdragen, maar de tranen springen mij wel onvermijdelijk spontaan in de ogen.
 

Echte emotie

Kijken naar passie, naar kinderen die zo enorm hun best doen, die van jong tot oud met elkaar samenwerken als team, naar coaches die uit hun dak gaan na het slagen van de oefening en enthousiast high fives aan de kinderen uitdelen en waarbij men links en rechts elkaar in de armen vliegt, dát ontroert mij. En niet omdat al die oefeningen helemaal perfect en vlekkeloos zijn uitgevoerd, want laat het nou juist de imperfectie zijn die mij altijd raakt. Niet perfectie, maar imperfectie ontroert.
Een professionele, gladde en vlekkeloze oefening door vergevorderde sporters kan ik probleemloos met droge ogen aanzien. Maar op momenten dat je zoals op deze avond oefeningen ziet passeren waarbij kinderen zo ontzettend hun best doen en door de spanning en de grote groep soms niet meer weten waar ze heen moeten lopen, tegen elkaar opbotsen of van de mensentorens afvallen, dan pas voel ik echte emotie.
 

Haast spiritueel

Het doet me denken aan mijn puberteit waarin tennis mijn grote passie was. Als je nu aan mij vraagt wat ik toen de mooiste tijd vond, zeg ik dat dat de tijd was waarin ik merkte dat ik vooruitging. De stappen in de richting van je einddoel zijn vaker mooier dan het bereiken van dat einddoel. Ik klink zowaar spiritueel.
Haast overbodig te zeggen dat het team van mijn dochter de wedstrijd (verdiend) won. Door de juiste combinatie van een goed verhaal, de bijpassende goed in elkaar overlopende muziekstukken en de geweldige uitvoering viel alles uitstekend op zijn plaats.

Uitstekend, maar (gelukkig) niet perfect...
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 

 
Carl Orff
Carmina Burana (1936)
O Fortuna (lyrics)
James Levine en Chicago Symphony Orchestra
Bron: YouTube