zondag 22 mei 2016

249. COLUMN DOOD ERIC ARNOLD, BERGBEKLIMMER, MOUNT EVEREST, TRAGIEK EN HEROÏEK, BREAK FREE (BNN/VARA), DOOD VAN ALPINIST MARTIJN SEUREN, DE EINZELGÄNGER, HIER RUST IEMAND DIE LANG HEEFT GELEEFD EN JONG IS GESTORVEN, ACTUALITEIT: Sterven op een moment dat je doet wat je het allerliefste doet, is maar weinigen gegeven

DOOD BERGBEKLIMMER ERIC ARNOLD OP MOUNT EVEREST

 

De top van de Mount Everest

“Bergbeklimmer Eric Arnold (35) is overleden kort nadat hij de top van de Mount Everest had bereikt. (…) Arnold overleed in zijn slaap aan hoogteziekte.”
Arnold was bij vier eerder mislukte pogingen om de top van de Mount Everest te behalen al door het oog van de naald gekropen toen hij in 2015 aan de klim bezig was op het moment dat Nepal door een zware aardbeving werd getroffen waardoor er in de bergen levensgevaarlijke lawines ontstonden.
Over deze ervaring zou Arnold later opmerken: “Ik heb een engelbewaarder die zijn werk meer dan goed heeft gedaan.” Een opmerking die nu natuurlijk extra wrang is om te horen.
 

Tragiek en heroïek

Het overlijden van Eric Arnold vind ik een goed voorbeeld van een drama waarin tragiek en heroïek elkaar ontmoeten. Het is tragisch omdat een man zo jong al aan zijn einde komt, maar het heeft aan de andere kant ook iets moois en heroïsch. Zonder Eric Arnold te hebben gekend, weet ik al dat deze man is gestorven zoals hij zou hebben gewild. Al had hij dit moment uiteraard liever nog heel veel langer uitgesteld.
Sterven op een moment dat je doet wat je het allerliefste doet in het leven, is maar weinigen gegeven. Ook simpelweg omdat het maar weinigen gegeven is om een échte passie te hebben.
Ja hobby’s hebben de meeste gewone stervelingen wel, maar een passie is toch een heel ander verhaal. Bergbeklimmers zoals Eric Arnold, dát zijn echt mensen met een passie, met een droom. En als zo iemand als Eric als kind al droomde om de Mount Everest te beklimmen en het lukt hem uiteindelijk bij zijn vijfde poging, waarna hij vervolgens meteen tijdens de afdaling sterft, dan heeft dat behalve iets verdrietigs ook iets moois en ontroerends. Ik zal niet zeggen dat Eric Arnold van tevoren voor dit tijdstip zou hebben getekend, maar waarschijnlijk wel voor de manier waarop.   
 

Break Free: de dood van Martijn Seuren

Verhalen van bergbeklimmers of vergelijkbare avonturiers die vanuit hun passie hun grenzen opzoeken en er soms zelfs te ver overheen gaan met alle dramatische gevolgen van dien, raken mij altijd.
Toevallig zag ik een paar weken terug een aflevering van de interessante BNN/VARA-reeks “Break Free” over mensen die op tragische wijze in het buitenland zijn omgekomen. In deze aflevering stond alpinist Martijn Seuren centraal die bij de beklimming van de 4208 meter hoge bergkam Grandes Jorasses in de Alpen in juli 2015 op 32-jarige leeftijd omkwam.
Ook hier gaat het net als bij Eric Arnold om een tragisch/heroïsch verhaal aangezien deze beklimming voor Martijn de laatste zou zijn geweest waarmee hij zijn ultieme doel zou hebben verwezenlijkt: de eerste Nederlander worden die alle 82 toppen boven de vierduizend meter van de Alpen heeft beklommen.

Wat mij vooral enorm ontroerde aan het verhaal van Martijn is dat hij een hele sympathieke, zachtaardige, eerlijke, integere, behulpzame vent bleek te zijn en niet een of andere meedogenloze, ongevoelige, egocentrische, streberige bergbeklimmer zoals je die ook tegenkomt in de keiharde top van het alpinismewereldje. Qua profiel zou Martijn zomaar een goede vriend van me kunnen zijn geweest.
 

Kleine hobby

Behalve dat ik ontroerd kan raken van (verhalen van) gepassioneerde alpinisten benijd ik hen ook. Waar tennis vroeger een echte passie van me was, is dat inmiddels niet meer dan een kleine hobby geworden. Nadenken en filosoferen over het leven en hierover kennis opdoen (en deze in columns verwerken), zou je nu als een soort passie van me kunnen noemen. Maar ik vind dat toch wat breder en vager en dus ook minder concreet dan gewoon tennis of bergbeklimmen.
 

De Kilimanjaro: samen uit, samen thuis

Nog een reden waarom gepassioneerde alpinisten mij met hun verhalen kunnen raken, komt voort uit herkenning.
Overigens niet omdat ik zelf nou zo’n avonturier ben. Veel verder dan vermelden dat ik ooit bijna de top van de Kilimanjaro in Tanzania (5895 meter) heb beklommen, kom ik niet. Een top die bovendien door elke gezonde en fitte lezer van mijn column ook kan worden gehaald. Al heb ik gelukkig wel een goed excuus: als ik toen geweten had wat ik nu weet, was ik wel degelijk boven gekomen.
Ik klom destijds namelijk met mijn aanstaande vrouw en zij kreeg bij het laatste kamp voor de eindbeklimming richting de top last van hoogteziekte waardoor ze onmiddellijk weer naar beneden moest (de enige remedie tegen hoogteziekte, wat in het ergste geval - zie Eric Arnold - dus zelfs dodelijk kan zijn). Inmiddels ben ik echter van haar gescheiden, maar toen vertoonde ik mede door mijn verliefdheid een sterke “samen uit, samen thuis” solidariteit met als gevolg dat ik braaf met haar ben afgedaald en mijn “droom” om de top van de Kilimanjaro te halen, moest laten varen.
 

De einzelgänger

De belangrijkste overeenkomst tussen een topalpinist en mij zit ‘m erin dat wij beiden een beetje apart zijn en afwijken van het gemiddelde. Wat iedere fanatieke alpinist in meer of mindere mate in zich zal moeten hebben, zit ook in mij: de einzelgänger. Of anders gezegd: de behoefte om op zijn tijd alleen te zijn er daar ook van te kunnen genieten.
Als ik ergens middenin de bossen van de Ardennen ben waar ik helemaal niets van de menselijke beschaving om me heen zie, gaat er een gelukzalig gevoel door mij heen wat ongetwijfeld te vergelijken zal zijn met dat van een alpinist op de top van een berg.
 

Hier rust iemand die lang heeft geleefd en jong is gestorven

Ik hoop en ga daar ook maar vanuit dat zowel Eric Arnold als Martijn Seuren ondanks hun omstandigheden nog iets van dit gevoel hebben meegekregen op de top van respectievelijk de Mount Everest en de bergkam van de Grandes Jorasses.
Mannen benijden die op jonge leeftijd gestorven zijn op een moment dat ze deden wat ze het allerliefste deden, ik weet niet of dat gepast is maar de Duitse dichter Albert Roderich (1846 – 1938) had mij wel begrepen:
 
“Ik hoop dat mijn grafschrift zal mogen luiden: hier rust iemand die lang heeft geleefd en jong is gestorven.”
 

Tonko


Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 

vrijdag 20 mei 2016

248. COLUMN SPOTPRENTENWEDSTRIJD IN IRAN OVER DE HOLOCAUST, REACTIE OP CHARLIE HEBDO, VRIJHEID VAN MENINGSUITING, METEN MET TWEE MATEN, HYPOCRISIE, ACTUALITEIT: Vrijheid van meningsuiting werkt twee kanten op

HOLOCAUST SPOTPRENTENWEDSTRIJD IN IRAN - HYPOCRISIE

 

Spotprenten Holocaust als reactie op Charlie Hebdo

Momenteel is er in de Iraanse hoofdstad Teheran een tentoonstelling en wedstrijd te zien met spotprenten over de Holocaust. De wedstrijd is georganiseerd als reactie op de spotprenten over Mohammed door Charlie Hebdo van afgelopen jaar.
Ironisch genoeg (en uiteraard mede ingegeven door schuld- en schaamtegevoelens vanuit een historisch besef) heeft nou juist Duitsland de wedstrijd in felle bewoordingen veroordeeld. Een woordvoerder van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken, met wellicht (groot) ouders die het nazibeleid destijds steunden en dus direct dan wel indirect medeverantwoordelijk waren voor alle ellende, verklaarde: "De moord op zes miljoen mannen, vrouwen en kinderen tijdens de Holocaust mag geen onderwerp zijn van spot." 
 

Meten met twee maten

OK, dus als ik het goed begrijp mogen we wel de spot drijven met Mohammed, maar niet met de Holocaust. De Holocaust is heilig en daar moeten we vanaf blijven, maar Mohammed is dat blijkbaar niet en dus mogen we ons daar lekker op blijven uitleven.
Dat is net zoiets als dat Geert Wilders wel vindt dat hij alles over Marokkanen mag zeggen, maar dat als iemand hem met Adolf Hitler vergelijkt hij hem onmiddellijk voor de rechter zal slepen.

Ja, het zou een “mooie” wereld zijn als ik alles mocht zeggen wat ik wil, maar dat dat andersom niet voor anderen zou gelden naar mij toe en zij zich alleen mogen uiten op een manier die mij bevalt en die voor mij niet gevoelig of beledigend overkomt. Als ik dat zo graag wil, moet ik maar snel gaan solliciteren op een vacature voor dictator of lijsttrekker worden van een partij voor de "vrijheid".
Een klassiek voorbeeld van meten met twee maten. Joden mogen gevoelig zijn over de Tweede Wereldoorlog, maar moslims moeten niet zo aanstellerig en overdreven reageren op spotprenten over hun heilige profeet. Wat een vreselijke hypocrisie.
 

Van mij mag je spotprenten maken

Vrijheid van meningsuiting werkt twee kanten op. Of je bent voor (een vergaande vorm van) vrijheid van meningsuiting voor iedereen ongeacht over wat voor soort mening het gaat (over grenzen hierin kom ik terug) of je bent tegen vrijheid van meningsuiting maar dan ook consequent voor iedereen. Op een moment dat je voor een selectieve, inconsequente vorm van (wel of geen) vrijheid van meningsuiting bent, ben je in mijn ogen per definitie fout bezig, punt.
Voordat er een misverstand ontstaat, benadruk ik nog maar eens dat ik zelf voor een zeer vergaande vrijheid van meningsuiting ben. Oftewel, van mij mag je spotprenten maken van Mohammed, Jezus, Allah/God, Boeddha, de Holocaust, Obama, Adolf Hitler, Nelson Mandela, de Verenigde Staten, I.S., negers, blanken, indianen, Aziaten, moslims, joden, christenen, Zwarte Piet, Sinterklaas, columnisten enz. Het maakt mij werkelijk helemaal niets uit.
Zeg ik hiermee dat ik beledigen OK vind? Beweer ik nu dat ik me niet kan voorstellen dat bepaalde uitingen beledigend en kwetsend kunnen zijn? Nee, natuurlijk niet. Waar het mij echter om gaat, is dat bij de vrijheid van meningsuiting nu eenmaal hoort dat je daarbij ook de vrijheid hebt om dingen te zeggen die een ander niet kan bevallen of die zelfs als beledigend kunnen worden ervaren.
 

Gebied van beledigen is enorm grijs gebied

Natuurlijk zou ik ook wel in een wereld willen wonen waarin iedereen lief en eerlijk en integer tegen elkaar is en er nooit iemand wordt beledigd of gekwetst, maar laten we eerlijk zijn: dat is niet bepaald realistisch. Kijk maar naar de social media waarin dagelijks heel veel mensen druk bezig zijn met het over en weer beledigen van elkaar. Opvallend hierbij is dat waar de een zich bij het minste geringste meteen enorm gekwetst en beledigd voelt, de ander zijn schouders erover ophaalt en zich nergens iets van aantrekt. Het gebied van beledigen en kwetsen is dan ook een enorm groot grijs, subjectief gebied wat je juridisch gezien op geen enkele manier kunt dichttimmeren.
Zijn er dan geen grenzen? Ja, natuurlijk stuit zelfs de grootste voorstander van vrijheid van meningsuiting vroeg of laat op een grens (zie ook column 245). En ik besef heel goed dat die grens per persoon verschilt waardoor het moeilijk, zeg maar gerust ondoenlijk is om één gezamenlijke grens vast te stellen. Iets wat per wet uiteraard wel is getracht te doen bij bijvoorbeeld haat zaaien, discriminatie en bedreiging van de veiligheid.
 

Wisselwerking tussen pesters en gepesten

Kijkend naar de gevoeligheid rondom de Holocaust spotprentenwedstrijd in Iran kun je denk ik een vergelijking trekken met pestgedrag. Als iedereen die gepest wordt, de kracht zou hebben om het te negeren of zijn schouders erover op te halen, zou er een stuk minder worden gepest.
Het probleem is echter dat het gaat om een wisselwerking tussen de pesters en de gepesten waarbij beide groepen met elkaar het patroon in stand houden. Pesters door vaak vanuit een of andere vorm van frustratiegedrag steeds maar weer opnieuw kwetsbare slachtoffers uit te kiezen en gepesten door vanuit hun meestal gevoelige inslag (waar ze uiteraard niets aan kunnen doen) zo ongelukkig op het pestgedrag te reageren dat het de pesters alleen maar aanmoedigt om er mee door te gaan omdat het blijkbaar “succes” heeft. 
 

Wat is de lol van provoceren als niemand hapt?

Daar waar het zeker voor gevoelige, kwetsbare kinderen bij face-to-face contact op een schoolplein helaas vrijwel onmogelijk is om pestgedrag te negeren, zijn de mogelijkheden voor volwassenen als het gaat om bijvoorbeeld kwetsende mails, telefoontjes, apps, tweets, spotprenten, boeken, (internet) artikelen en televisieprogramma’s natuurlijk veel groter. Mails, telefoontjes, apps en tweets kun je negeren, verwijderen of blokkeren en spotprenten, boeken, (internet) artikelen en televisieprogramma’s hoef je niet te bekijken als het je niet bevalt. Hierdoor heb je vanzelf invloed als het gaat om het doorbreken van een negatief patroon.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat als niemand aandacht besteedt aan het nieuws van een spotprentenwedstrijd over de Holocaust het veel minder impact zal hebben dan als iedereen er kwaad en beledigd op gaat reageren. Wat is tenslotte de lol van provoceren (vergelijk het met pesten)  als niemand hapt? Om die reden vermoed ik dat de tentoonstelling in Iran door de internationale ophef alleen maar meer kijkers zal trekken. De afkeurende reactie van Duitsland en - uiteraard - ook Israël vind ik dan ook niet bepaald slim. 
 

We leven in een harde wereld

Overigens geef ik onmiddellijk toe dat als Teheran om de hoek was geweest ik wellicht ook even een kijkje was gaan nemen. Ten eerste gewoon uit nieuwsgierigheid en daarnaast vanwege het feit dat ik om de spotprenten over Mohammed tenslotte ook best kon lachen. Dus waarom zou dat niet kunnen bij spotprenten over de Holocaust?
Dat ik me hierover niet schuldig zou voelen, komt voort uit een simpele reden: we leven in een harde wereld en als je niet af en toe ook mag lachen om de hardheid ervan wordt het allemaal zo’n trieste bedoeling.
Daar komt nog bij dat niemand mij hoeft bij te spijkeren over (de ernst van) de Holocaust, want er zijn genoeg joden die daar minder over weten dan ik. Mijn fascinatie voor de tweede Wereldoorlog en het bijbehorende thema goed en vooral kwaad, heb ik aan mijn vader te danken. Net als mijn humor overigens, al zou mijn vader uiteraard (net als ik) een sterke voorkeur hebben gehad voor spotprenten over Hitler.
 

Tonko

 

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Tekening: Carlos Latuff (2006)
 

maandag 16 mei 2016

247. COLUMN EUROVISIE SONGFESTIVAL, OPHEF OVER "1944" VAN WINNARES JAMALA UIT OEKRAÏNE, LIED OVER DEPORTATIE 200.000 KRIM-TATAREN TIJDENS BEWIND VAN STALIN, KRIM-VEROVERAAR POETIN, ÉÉN DODE IS EEN TRAGEDIE, EEN MILJOEN IS EEN STATISTIEK, SLOW DOWN ZINGEN VOOR STALIN, ACTUALITEIT: De enige politiek die binnen het Eurovisie Songfestival is toegestaan, is vriendjespolitiek

EUROVISIE SONGFESTIVAL - OPHEF OVER LIED WINNARES JAMALA

 

Geen lyrisch verhaal

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Songfestivalfanaten die vol enthousiasme nu toevallig op mijn column zijn gestuit, moet ik teleurstellen. Dit wordt geen lyrisch verhaal over Douwe Bob en zijn “Slow Down” lied/boodschap of over welke andere feestelijk uigedoste deelnemer ook.
Eerlijk gezegd heb ik helemaal niets met het Eurovisie Songfestival. Ik vind het allemaal één groot circus dat in de loop der tijd ook nog eens steeds meer is gaan draaien om randzaken als vriendjespolitiek en - zo extravagant en overdreven mogelijk - gezien worden.
 

Is het lang geleden?

Niet dat de liedjes van vroeger een niveau hadden om over naar huis te schrijven, maar volgens mij is het alleen maar erger geworden. Waarmee ik verklap dat ik vroeger dus blijkbaar wél naar het Songfestival keek en dat klopt. Maar ter verdediging van mezelf: dat was vooral uit een combinatie van verveling en een groot gebrek aan televisiezenders. Is het lang geleden? Ja, ik ben zelfs al zo oud dat voorgaande zin mij eraan herinnert dat ik behoor tot die generatie Nederlanders die ons land ooit nog het Eurovisie Songfestival heeft zien winnen.
Toch heb ik ook nog wat positiefs te melden: met dank aan Anouk komt Nederland de laatste jaren in elk geval met inzendingen waarin men de muziek centraal wenst te stellen in plaats van al die opsmuk er omheen.
 

Ophef over "1944"

Dat deze column toch over het Songfestival gaat, heeft natuurlijk alles te maken met de ophef over het winnende lied “1944” van de Oekraïense, Krim-Tataarse zangeres Jamala.
Wie in deze tijd op het Eurovisie Songfestival met een kritisch lied komt over de behandeling van Krim-Tataren door de Sovjet-Unie kan natuurlijk ophef verwachten. Dan kun je daar nog wel tegenin brengen dat het lied gaat om een persoonlijk verhaal over je overgrootmoeder die in 1944 met haar vijf kinderen (en nog tweehonderdduizend andere Krim-Tataren) in opdracht van Stalin werd geporteerd naar andere delen van het Sovjetrijk, maar de vergelijking met Stalin-bewonderaar en Krim-veroveraar Vladimir Poetin is natuurlijk snel gemaakt.
 

Liggen slapen tijdens beoordeling

Wat ik interessant vind aan de ophef, is de vraag wat de organisator van het Eurovisie Songfestival, de EBU (Europese Broadcasting Union), ertoe besloten heeft om het lied van Jamala toch goed te keuren ondanks dat teksten met een politieke lading niet zijn toegestaan. De enige politiek die binnen het Eurovisie Songfestival is toegestaan - en die dan ook veelvuldig wordt toegepast - is tenslotte vriendjespolitiek.
Volgens mij kunnen er maar twee redenen zijn waarom de EBU het lied “1944” heeft goedgekeurd. Of men heeft liggen slapen tijdens de beoordeling van het lied waardoor de gevoeligheid ervan hen totaal is ontgaan. Of men wist drommels goed hoe politiek gevoelig dit lied zou kunnen liggen bij Rusland, maar besloot men om wat voor vage doch boeiende reden dan ook toch maar een oogje dicht te knijpen.
Uiteraard is Rusland overtuigd van de laatste variant. De Russische autoriteiten beschouwen het hele incident als één groot complot tegen hun land en beschuldigen nu alles en iedereen om zich heen van anti-Russische activiteiten.
Ikzelf geloof niet zo in complottheorieën en ben bij een oppervlakkig evenement als het Eurovisie Songfestival dan ook eerder geneigd te geloven in een domme, naïeve actie van de EBU.
 

Historische feiten

Voordat er een misverstand ontstaat: ik juich liedjes als die van Jamala uiteraard alleen maar toe omdat ze inhoud hebben en kunnen aanzetten tot nadenken en het opdoen van (historische) kennis.
Of Rusland het nou wil of niet, het gaat hier om historische feiten. Stalin heeft vele misdaden begaan tegen de mensheid, waaronder dus ook tegen honderdduizenden Krim-Tataren.
De extreem paranoïde dictator zag links en rechts overal vijanden en wist niets beters te bedenken dan deze ofwel te deporteren ofwel om te laten brengen. Wat gelukkig voor hem ook vaak samen ging: tijdens de deportaties kwamen heel veel mensen om door kou, uitputting, honger, ziektes, etc.
Niet voor niets vinden we Stalin steevast op de tweede plaats op de eeuwige ranglijst van “Dictatoren verantwoordelijk voor de meeste moorden”. Wie de nummer één weet, mag het zeggen. En nee, dat is niet Adolf Hitler (nummer drie). Daarvoor leefde hij (gelukkig) te kort.
 

Eén dode is een tragedie, een miljoen is een statistiek

Of Stalin nou verantwoordelijk is geweest voor de dood van tien of zestig miljoen inwoners van zijn Sovjetrijk is moeilijk te zeggen, maar dat het ergens tussen deze twee getallen in ligt, staat vast. En wat maakt het ook uit? Was het niet Stalin himself die hierover ooit zei:  “Eén dode is een tragedie, een miljoen is een statistiek.” En ja het moge duidelijk zijn dat Stalin echt een man van de statistieken was.
Laten we het zo zeggen: als Douwe Bob in die tijd voor massamoordenaar Stalin “Slow Down” zou hebben gezongen, de dictator hem snel een toontje lager had laten zingen. Ook Jamala met haar "1944" zou Stalin heel snel aan de statistieken hebben toegevoegd.

Zo bekeken, is die Poetin zo slecht nog niet...
 

Tonko

 

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 

donderdag 12 mei 2016

246. COLUMN NATIONALE NATUUR QUIZ (BNN), PASSIE VOOR NATUUR, DE GEVLEKTE SCHEERLING PLANT VAN SOCRATES, WINNAAR RUBEN SMIT, BRITT DEKKER, MOOIE LES OVER NATUUR ÉN VOOROORDELEN, ACTUALITEIT: Vanaf dat moment was ik meteen voor Britt

NATIONALE NATUUR QUIZ - LES OVER NATUUR EN VOOROORDELEN

 

Nog een hoop te winnen

Gisteren stuitte ik tijdens het zappen op de Nationale Natuur Quiz van BNN. Tijdens het beantwoorden van de multiple choice vragen over de Nederlandse natuur werd bevestigd wat ik al wist: op het gebied van kennis over de natuur heb ik nog een hoop te winnen.
Ik weet wel hoe dit komt. In elk geval gelukkig niet omdat de natuur mij niet zou interesseren. Het probleem is dat ik me voor zoveel dingen interesseer dat ik gewoon prioriteiten moet stellen.
Als visueel ingesteld persoon - ik kijk liever naar een documentaire dan dat ik een boek lees - kun je aan mijn grote stapel nog ongeziene DVD’s en opgenomen televisieprogramma’s zien dat ik een voorkeur heb voor onderwerpen als het heelal, wetenschap of geschiedenis boven de natuur. Wat overigens ook komt door het feit dat ik iemand ben die in zo’n kort mogelijke tijd zoveel mogelijk kennis wenst op te doen en natuurdocumentaires wat dat betreft niet het meest efficiënt zijn. Daarin draait het vaak om de prachtige beelden en zou er wat mij betreft tussendoor juist veel meer informatie mogen worden gegeven. Want over één ding zijn de allergrootste natuurliefhebbers en ik het eens: wie zich in natuur en dier verdiept, stuit op de meest fascinerende dingen en mysteriën.
 

Socrates en het gif van de gevlekte scheerling

Qua kennis ben ik nu overigens al zover dat ik soms het idee heb dat ik in mijn leven meer bezig ben met het verzamelen van kennisbronnen - met als doel die op een later tijdstip te gebruiken - dan met het daadwerkelijk opslurpen van kennis. Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat ik inderdaad slechts één ding weet en dat is dat ik (vrijwel) niets weet. Een bekende uitspraak van filosoof Socrates die van mening was dat ware kennis bestaat uit het weten dat je niets weet.
Over Socrates kwam ik tijdens de Natuur Quiz trouwens nog te weten dat hij is omgekomen door gif van de gevlekte scheerling plant. Dat filosofie en Socrates niet behoren tot de favoriete onderwerpen van presentator Sophie Hilbrand maakte ze wel duidelijk door zich hardop verbaasd af te vragen waarom zo’n superintelligente man toch aan zo’n giftig plantje had zitten knibbelen. Voor wie het niet weet: Socrates kreeg vanwege zijn kritische houding tegen de Atheense autoriteiten en “slechte invloed op de jeugd” de doodstraf die werd voltrokken door het leegdrinken van de gifbeker.
 

Britt Dekker en vooroordelen

De beste les die ik van de BNN-quiz meekreeg, ging opvallend genoeg niet eens over de natuur maar vooral over het hebben van vooroordelen over mensen.
Van de 75 mensen die in de studio meededen aan de quiz (BNN’ers samen met onbekende - soms professionele - natuurkenners en -liefhebbers) ging Britt Dekker lang aan kop. Pas in de finale met vijf overgebleven kandidaten moest zij het maar net afleggen tegen een boswachter en de uiteindelijke winnaar Ruben Smit, ecoloog, fotograaf en regisseur van de mooie Nederlandse natuurdocumentaire “De Nieuwe Wildernis”. Wat uiteraard allesbehalve een schande was, want Britt was dus mooi wel “The best of the rest”.
Ik ken Britt Dekker vooral als dat blonde meisje dat vroeger wel eens bij DWDD aanschoof en die op mij altijd vrij simpel en naïef (maar overigens niet onsympathiek) overkwam. Wat niet zo gek is aangezien ik op Wikipedia lees dat ze bekend is geworden door deelname aan een aantal simpele  RTL-programma’s en door een optreden in de Playboy. Die ik beide uiteraard niet heb gezien (en wat nog echt waar is ook).
Britt gaf zelf meteen aan dat ze dan weliswaar als dom (blondje) bekend mag staan, maar dat ze gek is op natuur en dieren en dat je haar daarover alles kunt vragen. Vanaf dat moment was ik meteen voor Britt. Wat voor een deel ook zal zijn voortgekomen uit schuldgevoel over mijn vooroordeel over haar. Ik mag dan rationeel gek genoeg prima op de hoogte zijn van het gevaar om iemand op basis van uiterlijk en gebrekkige kennis in een hokje te stoppen omdat je daardoor het risico loopt je enorm in mensen te vergissen, maar ik doe er ondertussen dus wel vrolijk aan mee.
 

Een mooie les

Waar ik dat van tevoren nooit zou hebben gedacht, weet ik vanaf nu dus dat een gesprek met Britt Dekker over natuur en dier een boeiende ervaring zal opleveren. Sowieso heb ik al een zwak voor mensen met een passie, maar zeker als het gaat om iemand met een passie waar ik ook wel iets mee heb en die daar veel meer kennis over heeft dan ik en waar ik dus een hoop van kan leren. Mocht ik Britt Dekker ooit een keer tegen het lijf lopen dan zal ik haar zeker hierover aanspreken.
Met dank aan de BNN-quiz ga ik binnenkort wellicht doen wat ik me al een tijd voorneem: mijn grote stapel ongeziene natuurdocumentaires bekijken. Dat ik daarmee nog niet op het natuurkennisniveau van Britt Dekker geraak, zal ik moeten accepteren. Een mooie les...
 
 

Tonko

 

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Socrates drink beker met gif van gevlekte scheerling (Jacques-Louis David - 1787)