maandag 19 maart 2012

8. COLUMN XENOFOBIE, GEERT WILDERS, ACTUALITEIT EN PRIVÉ: Nooit volwassen

ONDERWERP: PRIVÉ - ACTUALITEIT - XENOFOBIE


Maar wij zijn ook kinderen

Mocht ik ooit in een vlaag van verstandsverbijstering zijn vergeten waar de term “kinderachtig” vandaan komt, dan hoef ik alleen maar een tijdje mijn kinderen te observeren en ik weet het weer.
Mijn God, wat kan ik me ergeren aan dat kinderachtige geruzie en het eeuwige vergelijken met elkaar. “Ja maar hij begon.” “Nee, zij.” “Niet waar!” “Wel waar!”. “Misschien kan een van jullie de meest wijze zijn en zwijgen in plaats van steeds op de ander in te gaan.” Mijn naïeve poging om de boel te sussen. “Ja, dat kan ik wel, maar zij niet.” “O nee?” En daar gaan we weer.
“Godsamme, doe toch niet zo on-, on-, ongelofelijk kinderachtig!” roep ik dan uiteindelijk. Waarop mijn dochter van negen laatst de voor de hand liggende opmerking plaatste: “Maar wij zíjn ook kinderen!” En uitgepraat was ik.
 

Gay

Bij kinderen hoort kinderachtig gedrag. Als je daar niet tegen kunt, moet je geen kinderen nemen.
Soms is kinderachtig gedrag keihard. Zo willen kinderen die zich tekort gedaan voelen, boos of teleurgesteld (of gewoon onzeker) zijn zich nog wel eens afreageren op onschuldige buitenstaanders. Meestal kiezen ze dan een of ander kwetsbaar kind uit dat de zwakste schakel vormt, omdat het afwijkt. Het ziet er anders uit, is te dik, te arm of het is juist jaloersmakend rijk of slim. Zo’n kind wordt dan gepest en voor van alles en nog wat uitgemaakt. Bijvoorbeeld voor “gay”, want als ik mijn puberzoon van dertien beluister, is alles en iedereen tegenwoordig gay. Fijn om te horen zeg ik tegen hem. “Gay” betekent tenslotte “vrolijk” en iedere poging om wat positiviteit in deze harde wereld te verspreiden, juich ik van harte toe.
 

Blijven hangen in kinderachtig gedrag

Op de weg naar volwassenheid mag je verwachten dat kinderachtig gedrag slijt en plaats maakt voor meer volwassen gedrag. Daar waar je als kind nog wel eens geneigd bent om heel primair en impulsief te reageren, leer je als volwassene om meer na te denken voordat je handelt: hoe ouder, hoe wijzer.
Toch houd je altijd van die mensen die blijkbaar geen afscheid kunnen nemen van hun jeugd. Die blijven hangen in kinderachtig gedrag. Vooral in slechte tijden; voor hen persoonlijk of voor het hele land tijdens een slechte economie. Dan gaan ze om zich heen kijken of ze ergens zondebokken zien op wie ze hun negatieve emoties kunnen afreageren. Lekker de schuld bij een ander leggen. Het lucht op, de aandacht wordt afgeleid, je hoeft niet kritisch naar jezelf te kijken en fijne bijkomstigheid is dat je opeens immens populair wordt bij mensen met dezelfde soort frustraties.
 

Wat een achterlijke cultuur

De geschiedenis leert ons dat dit soort mensen eens in de zoveel tijd wel weer ergens opduiken. Vooral tijdens recessies wanneer de mensen behoefte hebben aan een charismatisch persoon die hun frustraties begrijpt en die komt met een geruststellende boodschap: het ligt niet aan ons, maar aan “hen”.
De een noemt de joden. Want waren zij eigenlijk niet verantwoordelijk voor het gevoelige verlies van WOI? En valt het jullie ook op dat die joden met hun maffe keppeltjes en lelijke neuzen altijd rijk zijn? De ander heeft zijn oog laten vallen op de Islam. Moeten we die mannen in die vieze jurken met hun vrouwen die, kijkend naar hun sluiers, blijkbaar iets te verbergen hebben, nou echt serieus nemen? Wat een achterlijke cultuur! En wat trouwens te denken van die criminele Polen?
 

Sommige mensen worden nooit volwassen

Dit heerlijke paranoïde, xenofobische “onbekend-maakt-onbemind gedrag” is er al zo lang als het oudste beroep ter wereld bestaat.
Natuurlijk zijn er, soms essentiële, nuanceverschillen tussen de voorbeelden. Maar kijkend naar de feiten kan geen weldenkend mens er omheen dat je hier steeds terugkerende patronen ziet. Maar o wee als je deze simpele overeenkomsten benoemt, want dan ben je opeens “niet goed bij je hoofd”. We zijn er weer. Niet tegen kritiek kunnen, ook al is die gebaseerd op harde feiten. Wat on-, on-, ongelofelijk kinderachtig! Sommige mensen worden nooit volwassen.
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Geert Wilders (foto: Wikipedia)

dinsdag 6 maart 2012

7. COLUMN BEWONDEREN, NELSON MANDELA, MAHATMA GANDHI, NATURE AND NURTURE, ACTUALITEIT : A Saint is a sinner who keeps on trying

ONDERWERP: ACTUALITEIT - BEWONDEREN


Top Celebrity Death Pool

Onlangs werd Nelson Mandela in het ziekenhuis opgenomen met een ontsteking aan de luchtwegen. Zuid-Afrika, de rest van de wereld en niet in de laatste plaats Mandela zelf konden even later gelukkig rustig ademhalen toen hij weer naar huis mocht. 
Met zijn 93 jaar en zwakke gezondheid staat Mandela ongetwijfeld hoog in de “Top Celebrity Death Pool”. De Britten wedden overal om. Zo ook op de te verwachten dood van een beroemdheid het komende jaar. Kun je lekker wedden op Fidel Castro, Margaret Thatcher of Mohammed Ali.
Verwerpelijk natuurlijk en een luguber idee dat er mensen rondlopen die om deze reden een vreugdedansje deden toen Whitney Houston overleed. Ook hierin is de gokwereld meedogenloos: "De een zijn dood...". Je zou zo als beroemdheid met voorkennis (ongeneeslijk ziek, zelfmoordplannen) overigens nog een boel geld voor je nabestaanden kunnen winnen. 
 

Praktisch een heilige

Net als dat Houston door velen werd bewonderd, geldt dat in nog veel grotere mate voor Mandela.
Over mensen bewonderen, heb ik wel eens nagedacht. Stel, ik moet één persoon opnoemen die ik bewonder, wie zou ik dan noemen? Cliché of niet, maar (ook) ik zou Nelson Mandela noemen. Een man die door zijn strijd tegen onrechtvaardigheid 27 jaar in de gevangenis heeft gezeten om daar vervolgens zonder enige wrok en vol positivisme, vergevingsgezindheid en verzoening uit te komen, is voor mij praktisch een heilige.
Als de Katholieke Kerk nog iets wil doen aan haar negatieve imago, zou ze als stunt Nelson Mandela bij leven nog (snelheid gewenst) heilig moeten verklaren. Alleen al om zijn briljante uitspraak “A Saint is a sinner who keeps on trying” verdient hij dat. 
 

Ik bewonder niemand

Toch heb ik over bewonderen eigenlijk één duidelijk standpunt: ik bewonder niemand. Om twee redenen. Ten eerste vergeten bewonderaars vaak dat hun idolen ook maar gewone mensen zijn met (ook) hun slechte kanten. 
Neem Mahatma Gandhi. Ook geen kleine man. Figuurlijk gesproken dan. Al klinkt dat hier wat ongelukkig. Vorig jaar verscheen de Gandhi-biografie “Great soul: Mahatma Gandhi and his struggle with India.” Niet geschreven door een of andere biografie-beunhaas, maar door voormalig New York Times-hoofdredacteur en Pulizer-winnaar Joseph Lelyveld.
Daar waar Gandhi vooral bekend staat als bescheiden pacifistische idealist, komt in dit boek een hele andere kant van hem naar voren. Zo bleek Gandhi volgens Lelyveld niet veel op te hebben met zijn onaanraakbare, zwarte (“Kaffers”) en islamitische medemensen; was hij een bewonderaar (!) van Mussolini; had hij een paar jaar een verhouding met een Duitse architect en bodybuilder en was enig opportunistisch en “selfpromoting” gedrag hem niet vreemd. 
Klakkeloos alles aannemen is niet mijn stijl, maar er blijken wel degelijk feiten te zijn die deze beweringen ondersteunen. Weg illusie. Weg poster van Gandhi boven mijn bed. Zonder me te hoeven verdiepen in het leven van Mandela kan ik al raden dat ook hij her en der door de mand zal vallen. Maar wat ik dan wel weer mooi vind aan die man, is dat Mandela ongetwijfeld de eerste zal zijn om dat te bevestigen. Dus toch maar een tattoo van zijn portret op mijn rug? 
 

Anders dan wij

De tweede reden waarom ik nooit iemand bewonder, heeft vooral te maken met de genen.
We bewonderen veelal mensen die heel anders zijn dan wij. Die eigenschappen hebben die wij missen. Die prestaties leveren waarvan wij enkel kunnen dromen. Die jaloezie volg ik nog wel. Maar waarom die bewondering?
Geleverde prestaties komen veelal voort uit de juiste combinatie van bepaalde genen (nature) met bepaalde omstandigheden (nurture), gecompleteerd door de niet te onderschatten factor geluk. Zo kan ik veel bewondering voor Albert Einstein hebben, maar als ik zijn genen (hersens!) had gehad en in vergelijkbare omstandigheden was opgegroeid, was het niet ondenkbaar geweest dat ik vergelijkbare prestaties had geleverd. Alleen ben ik anders. Ok, met de hersens zit het gelukkig wel goed, maar ja die omstandigheden hè…
 
Mandela zou nu ongetwijfeld met een briljante uitspraak komen. Bewonderenswaardig!

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Foto: Tonko