dinsdag 31 juli 2018

300. Column over ouderdom: Oud worden en vooral oud zijn is niet leuk

Onderwerp: oud worden - Alzheimer - dualisme in filosofie - privé

 

Ouderdom komt met gebreken

Ouderdom komt met gebreken is vooral zo’n vreselijk cliché omdat het klopt als een bus. In mijn werk ontmoet ik regelmatig (zeer) oude mensen met uiteenlopende gebreken die mij meer dan eens toevertrouwen dat oud worden en vooral heel oud zijn niet leuk is. Voor het geval ik nog niet besef wat mij nog te wachten staat mocht ik net zo oud worden, zullen we maar zeggen. Wat meteen een van de redenen is om mij serieus af te vragen of ik niet ander werk moet gaan doen. Bijvoorbeeld met een doelgroep die nog optimistisch kan uitkijken naar de toekomst: kinderen en jongeren.
 

Mensonterend tafereel

Van de week moest ik voor de zoveelste keer weer aan het cliché denken toen ik met mijn hoogbejaarde moeder van 88 jaar op bezoek was bij mijn inmiddels zwaar demente oom van 75 die sinds kort permanent in een verpleeghuis is opgenomen.
Mijn oom is de vijftien jaar jongere broer van mijn in 2010 overleden vader die toen ook dementerende was (Alzheimer). Daar waar mijn vader destijds nog het “geluk” had dat hij overleed op een moment dat hij ons nog herkende en er met hem nog vrij normale gesprekken konden worden gevoerd - en hij bovendien nog niet in een verpleeghuis was opgenomen (wat hij absoluut had gehaat) - heeft mijn oom dat geluk niet.
Met de voor mij bekende verwarde blik van een dementerend persoon was mijn oom continu in zichzelf aan het praten en vrijwel alles wat hij zei, raakte kant noch wal. Tegen beter weten in hoopte ik dat mijn tante nog wel ergens chocola kon maken van wat hij zei (als een ouder bij de brabbeltaal van zijn peuter), maar dat bleek niet zo te zijn.
 

Understatement van jewelste

Triest maar waar moet ik concluderen dat er van mijn ooit zo grappige, intelligente en scherpzinnige oom weinig tot niets meer over is. Dat ouderdom met gebreken komt, is in dit geval een understatement van jewelste.
Alle respect trouwens voor mijn tante. Waar mijn moeder het absoluut niet kon handelen dat haar man/mijn vader dementerende was (met als verzachtende omstandigheid dat ze, laat ik het zo zeggen, geen ideaal huwelijk hadden), zorgt mijn tante zonder enig geklaag in alle voor- en nu vooral tegenspoed voor mijn oom.
Zelfs in dit verpleeghuis wijkt ze het grootste deel van de dag niet van zijn zijde. Iets wat nog versterkt wordt door haar constatering dat de zorg in dit tehuis rampzalig is. Mede door het bekende personeelsgebrek in de zorg blijken ze daar de patiënten het grootste deel van de dag aan hun lot over te laten met alle voorspelbare onhygiënische situaties tot gevolg. Een mensonterend tafereel wat je niet in Nederland zou verwachten. 
 

Dualisme lichaam versus ziel

Filosofisch gezien doet de situatie van mijn oom me meteen denken aan het dualisme van bekende filosofen als Plato, Aristoteles en Descartes waarmee zij al eeuwen geleden onderscheid maakten tussen lichaam/materie en ziel/geest. Tot op de dag van vandaag gelooft een grote meerderheid van de mensheid nog steeds dat de mens bestaat uit een lichaam en een ziel waarbij het lichaam op een dag doodgaat maar de ziel elders zal blijven voortbestaan. Zelf ben ik daarentegen meer een aanhanger van het fysisch monisme dat er van uitgaat dat alles wat is, bestaat uit materie.
Bij dementerende mensen zie ik voor mijn fysisch monistisch standpunt al een bewijs: de persoon die jij bent met al jouw goede en slechte karaktereigenschappen ligt vast in jouw brein (lees “Wij zijn ons Brein” van Dick Swaab). Als er wat in je brein verandert of beschadigt - door bijvoorbeeld een ongeluk of een ziekte als Alzheimer - kan dat grote gevolgen hebben voor jouw hele persoonlijkheid. Een lief, zachtaardig persoon kan opeens veranderen in een vervelend en agressief persoon en vice versa. Materie bepaalt wie je bent.
Aanhangers van het dualisme zullen hier waarschijnlijk
iets tegenin brengen in de richting van dat een mooie ziel door een ongeluk of ziekte nog steeds mooi is, maar dat dit niet meer “doorkomt” omdat er in het lichaam iets stuk is gegaan waardoor er ruis is ontstaan. Maar persoonlijk vind ik het nogal zwak om er wel van uit te gaan dat materie ogenschijnlijk iets stuk kan maken aan iemands persoonlijkheid. Terwijl je er andersom geen rekening mee wenst te houden dat materie in staat is tot het mede (nature/genen én nurture) creëren van iemands persoonlijkheid.
Hoe je het ook wendt of keert is de wetenschap inmiddels al lang zover dat het bewezen is dat de persoonlijke eigenschappen die iemand heeft door een combinatie van erfelijkheidsfactoren (die vanzelfsprekend al een rol spelen vóór het moment van de geboorte) en nurture-omstandigheden zich genesteld en verder ontwikkeld hebben in bepaalde gebieden in de hersenen.
Daar waar vroeger wetenschappers verketterd werden op een moment dat ze durfden te beweren dat de hersens van zware criminelen toch echt significant anders waren dan die van een gemiddeld mens, weten we inmiddels gelukkig wel beter. Nee, we komen niet - zoals vroegere filosofen als Thomas van Aquino en John Locke dachten - op de wereld als een ongeschreven blad (tabula rasa). Met dank aan de materie verschillen we al bij geboorte van elkaar en kunnen we alleen maar hopen dat we niet de hersenen van bijvoorbeeld een seriemoordenaar of pedofiel hebben.
 

Een zeer realistisch scenario

Terugkomend op mijn arme oom kan ik alleen maar hopen dat hij snel vredig in zijn slaap sterft. Maar wat er ook gebeurt, ik zal hem in elk geval herinneren zoals hij was en niet zoals hij nu geworden is.
Mijn kinderen weten overigens al dat ik het proces van dementeren nooit wens mee te maken. Iets wat kijkend naar mijn vader en oom en de statistieken helaas een zeer realistisch scenario is. Dus rest mij niets anders dan mijn hoop te vestigen op een nabije toekomst waarin in dergelijke situaties een pilletje heel snel (legale) uitkomst biedt. Ik blijf het absurd vinden dat ik mijn kat kan laten inslapen als hij op is en lijdt, maar dat dat voor een naaste een heel ander, ingewikkeld verhaal is.
Ja, de oude mensen van mijn werk hebben natuurlijk helemaal gelijk: zo oud worden is niet leuk. Met een oom aan de ene kant die alleen maar in zichzelf zit te brabbelen en een moeder aan de andere kant die allemaal triviale verhalen over zichzelf vertelt die ik al voor de tiende keer hoor omdat zij inmiddels ook al zover is dat ze niet meer weet wat ze gisteren of vijf minuten geleden heeft gezegd, werd me dat voor de zoveelste keer weer duidelijk.
En mocht ik ooit worden verweten dat ik tactloos ben, dan weet ik weer van wie ik het heb. Mijn moeder: “Ik weet nog goed dat ze vroeger op de kleuterschool zeiden dat je zoveel kwaliteiten had… Tja, dat is er niet helemaal uitgekomen hè?”  
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.