dinsdag 31 december 2013

108. Diepzinnige gesprekken tussen seks door

Privé - Vriendschap/Liefde - Plato

 

Romantisch droombeeld

Met dank aan een Amerikaanse dominee  kondigde ik kort geleden (column 99) aan dat ik mij voorgenomen had om de romanticus in me te temperen en voor 2014 geen verwachtingen meer te hebben. Slechts een paar weken later betrapte ik me alweer op een romantisch droombeeld dat ik juist kosten wat het kost wilde zien te vermijden.
Zoals Marco Borsato ooit zong zijn de meeste dromen bedrog. Al vervolgde hij het lied dan wel romantisch met “Maar als ik wakker word naast jou dan droom ik nog (...) Je bent een droom die naast me ligt… etc.” Ik weet niet hoe Marco nu naast vrouwlief Leontine wakker wordt, maar na al die huwelijksjaren denkt hij misschien wel van Jezus, ik wou dat ik nog sliep.
Het romantische beeld ontstond toen ik bij een goede vriendin was en zij mij vertelde dat ze verliefd was geworden op een man die ze nog maar net had ontmoet, maar waarmee ze op de een of andere vreemde manier een enorme klik voelde.
Nou klinkt dat voor veel mensen misschien niet heel bijzonder, ware het niet dat deze vriendin net als ik zelden tot nooit verliefd wordt. Een vriendin, midden veertig, die vanuit het niets opeens geconfronteerd wordt met een verliefdheidsgevoel dat ze nog nooit eerder heeft ervaren, is natuurlijk prachtig nieuws. Niet alleen voor haar maar ook voor het geloof in de liefde in het algemeen. Voor het in slaap gevallen romantische engeltje op mijn schouder was het in elk geval reden om meteen wakker te worden en mij een “zie je nu wel dat het nog mogelijk is”-preek te geven.
 

De menselijke neiging om zo graag te willen geloven

Of het nou komt door mijn eigen scheiding, observaties van relaties om me heen of mijn interesse in wetenschappelijke onderzoeken₁ maakt niet uit, maar uit realiteitsbesef en zelfbescherming weet ik inmiddels dat ik er goed aan doe om de romanticus in me zoveel mogelijk in te dammen. Zoals de Amerikaanse dominee al terecht constateerde, leiden (te) hoge verwachtingen tot teleurstellingen en word je er alleen maar ongelukkig van. Toch is dat indammen makkelijker gezegd dan gedaan, want ik blijf van nature toch behoorlijk romantisch en idealistisch ingesteld.
Zelfs na mijn scheiding is mijn hoop nooit helemaal vervlogen dat ik op een dag iemand zal tegenkomen waarbij ik meteen voel dat zij “het is”. Waar ik deze hoop in hemelsnaam op baseer, weet ik ook niet. Nee, dat is niet waar. Ik lieg. Eigenlijk weet ik het maar al te goed. Ik baseer het op een menselijk trekje dat ik nota bene in meer van mijn columns expliciet heb vermeld en waartegen ik me zelfs afzet: de menselijke neiging, of moet ik zeggen zwakte, om zo graag te willen geloven.
De romanticus in me wil blijkbaar zo graag geloven dat daar ergens buiten die ene vrouw rondloopt die mijn "soulmate" is. Iets wat ik meteen voel als ik haar ontmoet en wat uiteraard geheel wederzijds is zucht...
De analytische wetenschapper in me is echter er heilig van overtuigd dat dit allemaal slechts “wishful thinking” is. Niet dat er op deze aarde geen vrouw kan bestaan die (bijna) perfect bij mij past, maar ik moet dan wel verdomd veel geluk hebben om die toevallig tegen het lijf te lopen. Voor hetzelfde geld loopt zij op dit moment ergens in het dunbevolktste land ter wereld, Groenland, ijs te krabben of zo.

Plato als grondlegger voor het bestaan van een soulmate

Tussendoor heb ik nog een leuk weetje over de grondlegger van het idee van het bestaan van een soulmate. Deze komt van de Griekse filosoof Plato die in zijn werk Symposium (± 385 v. Chr.) een dialoog schrijft over de liefde.
In Symposium laat Plato beroemde mannen uit en voor zijn tijd aan het woord over hun visie op de liefde. Een van hen is de beroemde Griekse schrijver Aristophenes die een mythe introduceert waarin hij stelt dat de eerste mensen op aarde bolvormige wezens waren met vier armen, vier benen en twee gezichten. Uit angst voor hun kracht splitste Zeus deze wezens echter in twee. En sindsdien zoekt elke helft zijn andere helft om weer heel en compleet te worden: de soulmate! Aristophenes beschrijft de liefde aldus als een verlangen naar eenheid.
 

Zoeken naar die ene soulmate

Als er van de honderd stellen tien tussen zitten die oprecht het gevoel hebben dat zij in de ander hun ware, hun soulmate hebben gevonden dan is dat veel. Voor alle duidelijkheid: dan praat ik dus over langdurige relaties, want al die schattige mensen die in de beginjaren van hun relatie de naïeve overtuiging hebben dat ze hun soulmate al hebben getroffen, geloof ik wel. Of geloof ik niet, beter gezegd.
Pas als al die stofjes die opborrelen bij verliefdheid na een aantal jaren helemaal uit het lichaam zijn verdwenen, kun je langzaam maar zeker gaan beoordelen of je met een echte soulmate te maken hebt of dat ook jij niet onder de conclusie uit kan dat je in een hele gemiddelde relatie bent terechtgekomen. Zo eentje dus waarvoor je gewoon hard moet werken om 'm in stand te houden.
Mocht ik besluiten om als romanticus door te gaan met zoeken naar die ene soulmate, dan kan ik er alvast rekening mee houden dat ik tot mijn dood tevergeefs zal blijven zoeken. In dat geval kan ik er natuurlijk altijd nog een mooie spirituele draai aan geven door te stellen dat de zoektocht naar de ware mooier is geweest dan haar te vinden. Albert Einstein zei ooit over de waarheid overigens precies hetzelfde.
 

Spirituele datingsite

Over spiritualiteit gesproken: als ik ooit die ware via een datingsite hoop te vinden dan zal dat op dit moment moeten gebeuren via een spirituele datingsite.
Ooit heb ik een paar datingsites uitgeprobeerd, maar daar ben ik al jaren geleden mee gestopt omdat ik het maar niets vond. Bij één site bleef ik echter ingeschreven staan en dat was nota bene een spirituele datingsite. Niet omdat ik spiritueel ben overigens (wat de trouwe lezer al vermoedt - zie columns 39 en 40), maar omdat het toch gratis was en de profielen vergeleken met andere datingsites veel uitgebreider waren en ik niet zo’n liefhebber ben van al die oppervlakkige datingsites waarop het profiel van een vrouw soms beperkt is tot de mededeling “leuke, spontane vrouw zoekt dito man om gezellige dingen mee te doen”.
Ik ken mijn ware (nog) niet, maar ik mag toch hopen dat als ze opeens opduikt ze iets meer te melden heeft dan dat. Ja, ik begrijp dat het oog ook wat wil, maar dat geldt minstens net zo goed voor mijn brein. Noem me veeleisend, maar tussen de seks door zou ik graag ook af en toe nog diepzinnige gesprekken willen voeren. 
 

De gemiddelde spirituele vrouw

In al die jaren heb ik maar een aantal keren gereageerd op een vrouw. Helaas voordat ik de speech van de Amerikaanse dominee gezien had waardoor ik nog heel naïef bepaalde verwachtingen had van de spirituele vrouw. Kijkend naar de profielen presenteert de gemiddelde spirituele vrouw zich als gevoelig, empathisch, lief, eerlijk, creatief en houdt ze van een open communicatie met haar partner. Vaak is “De Alchemist” van Paulo Coelho haar favoriete boek en “Le Fabuleux Destin d’Amélie Poutain” haar favoriete film. Allemaal prima, al haak ik eerlijk gezegd af als het te zweverig en occult wordt en ze bijvoorbeeld waarde hecht aan nonsens als astrologie, numerologie of reiki. Ik blijf daarvoor teveel het type wetenschapper en filosoof.
Dat ik een aantal keren besloot om te reageren op een vrouw kwam omdat ik in de combinatie van de getoonde foto’s en het profiel genoeg aantrekkingskracht en vooral overeenkomsten zag om de sprong te wagen. Nooit schreef ik daarbij een standaardberichtje. Altijd nam ik er ruim de tijd voor om te reageren op een aantal concrete punten uit haar profiel die mij aantrokken en altijd gebruikte ik daarbij en passant voorzichtig mijn humor om af te tasten of ze die begreep en, liefst, waardeerde.
Hoezeer ik me ook altijd voornam om relaxt en zonder enige verwachting de reactie van deze eerlijke, inlevende, gevoelige vrouwen af te wachten, was het toch altijd spannend. Zou ze op zo’n manier reageren dat je meteen voelde dat het klikte en dat de romanticus in me wel degelijk een reden tot bestaan bleek te hebben?

Helaas.
 

Meer empathie in mijn vinger dan zij in hun hele lichaam

Zoals wel vaker bleek ook hier de werkelijkheid minder mooi dan gepresenteerd en gehoopt. Over de vrouwen die keurig kort lieten weten dat ze om wat voor reden dan ook geen klik zagen, niets dan respect: that’s all in the game van de datingwereld en zo hoort het ook. Maar voor al die vrouwen die niet eens de moeite namen om iets terug te schrijven, heb ik geen goed woord over.
Wie in haar profiel eerlijk schrijft dat ze attentheid en inlevingsvermogen niet tot haar sterkste kwaliteiten rekent, mag niets van zich laten horen. Maar wie niet reageert op attente berichtjes en zich op haar profiel ondertussen wel presenteert als lieve, gevoelige en inlevende spirituele vrouw doet er goed aan om deze begrippen eens in het woordenboek op te zoeken alvorens ze te gebruiken. Ik heb meer empathie in mijn vinger dan zij in hun hele lichaam. Eén keer kon ik het niet laten en schreef ik zo’n zogenaamd lieve, integere, spirituele muts dat ze haar profiel moest aanpassen omdat het niet klopte. Uiteraard reageerde ze zoals verwacht: (opnieuw) niet.

Ontsnappen aan de werkelijkheid

Door mijn goede vriendin blijf ik echter de hoop op romantiek behouden. Misschien tegen beter weten in. Ook voor mijn goede vriendin geldt dat haar romantisch droombeeld helaas vooralsnog een droom blijft: haar prins op het witte paard zit al in een relatie. In een moeizame weliswaar, maar blijkbaar nog te waardevol om te laten schieten voor een of andere soulmate. Als het een (romantische) film was geweest, had ik wel geweten hoe die was afgelopen. Maar niet voor niets kijken we graag naar films om voor even te ontsnappen aan de werkelijkheid.
Hopelijk levert haar onbereikbare liefde in 2014 haar, en in één moeite door mij ook, alsnog het bewijs voor het bestaan van echte romantiek. Ik gun het mijn goede vriendin van harte.
Ze heeft het al heel lang erg moeilijk gehad met het feit dat ze altijd graag kinderen wilde, maar het er om diverse redenen niet van kwam. Waaronder dus vanwege het simpele feit dat zij de juiste partner maar niet wist te vinden. Haar hoop is nu gericht op adoptie, maar dat blijkt als alleenstaande vrouw niet bepaald een makkelijk traject.
Dat ze af en toe last heeft van dipfases kan ik goed begrijpen. Die heb ik zelf ook, wat ons als vrienden bindt en wat soms ook leidt tot grappige momenten. Zo gingen we ooit een keer onvoorbereid naar een filmhuisfilm waar de ellende aan alle kanten van het doek af droop (We Need to Talk about Kevin). Het ging over een depressieve moeder met een depressieve zoon die op een dag met een voor zijn verjaardag gekregen pijl en boog zijn vader, zus en een aantal kinderen op school doodschoot. "Echt een film voor ons", zei ik lachend. Zoals je bij 3D-films een 3D-brilletje bij de ingang krijgt, was bij deze film een stuk touw en een krukje op zijn plaats geweest.
Als echte romantiek bestaat, meldt de man van de geheimzinnige klik zich snel bij mijn goede vriendin. Het lijkt me wel wat: wakker worden na een mooie droom, naast je kijken en dan denken dat je nog droomt.
Maar of daar in mijn geval dan een lieve, gevoelige, spirituele vrouw ligt, betwijfel ik ten zeerste...
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

₁ De “opposites attract”-theorie klinkt bijvoorbeeld heel leuk, maar onderzoeken wijzen uit dat je voor een langdurige en harmonieuze relatie je toch echt op zoek moet naar iemand die op je lijkt.
Foto: Tonko
 

donderdag 26 december 2013

107. Lang leve de westerse beschaving!

Actualiteit - Moord en doodslag/Verkrachting - Goed/Kwaad

 


Misplaatst superioriteitsgevoel

De westerse beschaving is voor ons een begrip. Er bestaat ook een oosterse beschaving al zou het mij niet verbazen als ze in het oosten nog steeds opkijken tegen het westen en onze "beschaving". Bewust dan wel onbewust hebben veel van ons in het rijke westen een soort van superioriteitachtig gevoel over al die "minder beschaafde" landen ver weg van ons.
Kijkend naar alle internationale problemen op het gebied van bijvoorbeeld armoede, oorlog en politieke instabiliteit kunnen wij met een gerust hart constateren dat wij het gelukkig een stuk beter voor elkaar hebben. Ook het gevoel dat hoe armer een land is, hoe groter de natuurrampen zijn die het overkomt, is heel geruststellend. Wat boffen wij toch maar weer met onze westerse beschaving.
Dat het westen voor een groot deel medeverantwoordelijk is voor het in stand houden van deze scheve verhouding en ons superioriteitsgevoel dus eigenlijk hartstikke misplaatst en hypocriet is, vergeten we voor het gemak maar even. Als wij consumenten alle kennis zouden hebben over hoe we precies aan al onze mooie en goedkope producten komen dan zouden we ons al snel een stuk minder beschaafd voelen. Dan zien we namelijk opeens dat er een lineair verband is tussen hoe goed het met ons gaat en hoe slecht met de rest. Een manier bedenken waarop we het met z’n allen goed kunnen hebben op deze aarde is blijkbaar nog te hoog gegrepen voor de (egoïstische) mens.
 

Negatieve associaties met Afrika

Desalniettemin betrap ik mij soms ook op een gevoel dat ik blij ben dat ik in het westen woon, omdat het hier beschaafder is dan op veel andere plekken in de wereld. Zo las ik vorige week een klein berichtje dat ergens in Congo twintig mensen waren vermoord waaronder vrouwen en kinderen. “Drie meisjes waren verkracht en onthoofd.”  
Dat het hier gaat om een klein berichtje is veelzeggend. Dit soort praktijken komt helaas vaker voor in Afrika waardoor het blijkbaar amper het nieuws haalt. Hard om te zeggen maar dit “incident” past geheel in het rijtje van negatieve associaties dat ik helaas met Afrika heb: armoede, honger, dictators, kindsoldaten, burgeroorlogen, geweld, moordpartijen, machetes (met als dieptepunt de genocide in Rwanda in 1994).
Stel je eens voor dat ergens in Nederland drie meisjes worden verkracht en onthoofd. Ik denk niet dat dat als klein berichtje op pagina vier van de krant terecht komt. Integendeel, dat nieuws zal nog heel lang ons land beheersen. En terecht.
Ik kan niet ontkennen dat toen ik het bericht las er een woede over me heen kwam tegen die onbeschaafde wilden daar in Afrika die dit gedaan hebben. Natuurlijk kan men mij nu betichten van racisme, maar wie in deze tijd meisjes verkracht en onthoofdt is voor mij niets anders dan een primitieve wilde, en dan zeg ik het nog aardig. Of je nu uit Afrika komt - waar overigens de anatomisch moderne mens is ontstaan - of niet.
 

Barbaarse methode

Het meest cynisch aan dit alles is nog wel de constatering dat mijn verontwaardiging vooral voortkomt uit de barbaarse methode van onthoofding die hier is toegepast. Dat zowel in het westen als elders in de wereld regelmatig vrouwen en meisjes worden verkracht en vermoord, is blijkbaar niet genoeg reden voor een vergelijkbare hoeveelheid woede en verontwaardiging. Zelfs in een “beschaving” wordt ook “gewoon” gevochten, gemoord, verkracht, gestolen en bedrogen. Dat is inherent aan de mens en hoort dus ook tot vervelens toe in onze nieuwsberichten.
Hoe hypocriet de westerse beschaving ook mag zijn, ben ik toch blij dat ik leef in een werelddeel waarin we met elkaar van mening zijn dat de barbaarse tijd ver achter ons ligt waarin mensen nog werden onthoofd, geradbraakt, gekliefd, gevierendeeld, gekruisigd, gestenigd, gevild, gespietst en levend verbrand. Al verlang je er misschien stiekem naar terug op het moment dat men de daders van deze verschrikkelijke misdaad zou pakken. Wie zich als nabestaande op zo'n moment wijselijk weet te beheersen, is een bewonderenswaardig persoon zoals wijlen Nelson Mandela was.

Lang leve de westerse beschaving!



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


 

woensdag 25 december 2013

106. Tien keer liever verstandig dan koppig

Actualiteit en privé - Familie/Gezin - Scheiden 



Tien jaar dood in je eigen woning

Vlak voor Kerst vorig jaar schreef ik mijn kortste column (57) over de eenzame parachutist die negen dagen dood in een weiland had gelegen voordat hij toevallig door een paar jagers werd gevonden. Omdat het hier naar alle waarschijnlijkheid om zelfmoord ging en tot dat moment niemand de man blijkbaar had gemist, omschreef ik hem als een soort van symbool van onze steeds individualistischer wordende maatschappij.
Negen dagen onopgemerkt dood in een weiland liggen is één, maar tien jaar dood in je eigen woning liggen zonder dat er ook maar één haan naar kraait, is toch hele andere koek. Als die parachutist al een symbool genoemd mag worden, hoe moeten we de vrouw die een paar weken geleden werd gevonden na tien jaar dood in haar woning in Rotterdam te hebben gelegen dan wel niet omschrijven? Een levende legende lijkt me niet de juiste benaming, maar bijzonder (triest en eenzaam) is het wel.
Zoals te verwachten, lag er een enorme stapel post achter de voordeur van de vrouw. “Zelfs met een TV-gids waar Katja Schuurman nog op de cover stond”. Katja zal dit leuk vinden om te horen. Als ze al twijfel had over het verloop van haar carrière dan is deze opmerking wel de doodsteek. Misschien lag er ook nog een blad tussen waar PSV met de kampioensschaal, een trotse Lance Armstrong met zijn zeven gele truien of Theo van Gogh met zijn gast Antonie Kamerling de cover sierden.
De 84-jarige - toen ze dood gevonden werd - dan wel 74-jarige vrouw - toen ze moet zijn overleden - bleek in elk geval nog een dochter te hebben. Deze inmiddels 68-jarige dochter meldde zich even later met de mededeling dat ze een paar jaar geleden met Moederdag nog tevergeefs met een bosje bloemen voor haar moeders deur had gestaan. Ze bleek ondanks diverse toenaderingspogingen al twintig jaar geen contact meer met haar moeder te hebben. Haar moeder was van haar zwanger geraakt toen ze pas zestien was. “Ik was een ongewenst kind.”
 

Breuken binnen families eerder regel dan uitzondering

Zonder de details te (hoeven) kennen over hun relatie weet ik wel hoe ongelofelijk vaak het voorkomt dat directe familieleden onderling geen contact meer hebben. Of het nou gaat om broers en zussen die elkaar niet meer kunnen luchten of zien of om ouders en kinderen die elk contact met elkaar hebben verbroken, breuken binnen families lijken soms eerder regel dan uitzondering in deze wereld.
Reden ook waarom TV-programma’s als “Het Familiediner” (EO) zo succesvol kunnen bestaan. Het programma waarin mensen directe familieleden die onderling het contact hebben verbroken weer bij elkaar pogen te brengen.
Volgens mij zouden we schrikken als we statistieken zouden hebben over hoe vaak breuken binnen families voorkomen. Zelf heb ik regelmatig dit soort verhalen om me heen gehoord, tot aan mijn directe omgeving toe. Niet binnen mijn eigen familie overigens, maar die is zo klein dat er weinig aan valt te breken. Maar mijn ex-vrouw had bijvoorbeeld al voordat ik haar leerde kennen iets van vijftien jaar geen contact meer met haar vader, waardoor ik mijn schoonvader nooit heb gekend.
 

Schreeuwend om een assertiviteitscursus

Op een dag lag er een rouwkaart in de bus. Ik moest even goed kijken voordat ik besefte om wie het ging. “Ik heb slecht nieuws voor je, want je vader is overleden”, zei ik tegen mijn vrouw toen ze thuiskwam. Ze reageerde kort maar veelzeggend: “Ach, voor mij was hij toch al lang dood” en dat was het dan. Maar nee, natuurlijk was dat het niet.
In de twee jaar daarna ging het in ons huwelijk steeds slechter en kon ik voor mijn gevoel niets goed doen bij mijn vrouw, omdat ze in mijn beleving continu boos en chagrijnig was. Ik reageerde zoals de lieve Leonard uit de comedyserie The Big bang Theory ook zou doen: denken dat het aan jou ligt en proberen het beter te doen ook al weet je niet precies wat je nou eigenlijk fout doet. Ontzettend slap en soft en schreeuwend om een assertiviteitscursus kortom. Waarbij je dan ongetwijfeld het advies zou krijgen om je vrouw duidelijk te maken dat ze onmiddellijk moet stoppen met haar onredelijk gedrag en je niet zo behandeld wenst en verdient te worden.
Pas toen we waren gescheiden, liet ze ooit los dat haar kwaadheid begonnen was met de dood van haar vader. Ik voelde me dom, omdat ik dat verband nooit gezien had. De dood van haar vader had haar aan het denken gezet, zo ook over haar huwelijk en de scheiding was een van de gevolgen hiervan.
Niet dat ik nu mijn wijlen schoonvader onze scheiding verwijt noch mijn ex-schoonmoeder waarmee hij jarenlang in en buiten de rechtszaal een (v)echtscheiding uitvocht, want mijn ex-vrouw en ik pasten gewoon niet bij elkaar en dan is een scheiding vroeg of laat onvermijdelijk. Tenzij je er natuurlijk voor kiest om nog lang en ongelukkig bij elkaar te blijven, iets waar veel stellen door gewenning of angst ook voor kiezen. Bovendien had ik kunnen weten dat toen ik een kind van gescheiden ouders trouwde mijn eigen kans op een scheiding in een klap werd verdubbeld; een statistiek die helaas nu ook voor mijn kinderen zal gelden.
 

Pure koppigheid

Iemand met een verbroken relatie met een direct familielid maakt veel kans om de rest van zijn leven bewust dan wel onbewust een hoop verdriet, woede en frustratie met zich mee te dragen met alle ellende van dien.
We kunnen er lang of kort over praten, maar ik denk dat bij dit soort drama’s vooral één karaktereigenschap een groot deel van deze ellende veroorzaakt: koppigheid. Je kosten wat het kost willen blijven vasthouden aan je eigen gelijk en daardoor niet open staan voor het standpunt van de ander. En ook al heb je gelijk dan niet in het belang van de relatie bereid zijn om water bij de wijn doen en het los te laten, al is het alleen maar omdat dat het allemaal niet waard is.  
Koppigheid stond ook centraal in het familiedrama rondom mijn ex-vrouw. Ongetwijfeld zullen er mensen zijn die mij behalve eigenwijs ook koppig zullen noemen (wellicht door het verschil niet te kennen: zie column 4), maar mijn ex-vrouw heeft mij qua koppigheid altijd met speels gemak overtroffen. Niet dat ik hiermee een geheim verklap, want zij was de eerste die dit hardop erkende. Zo beweerde ze ooit dat als ze net als mijn zoon zich als kind zou hebben voorgenomen om uit pure koppigheid een paar jaar niet te praten, ze dit ook zou hebben gedaan en ik heb geen reden om haar niet te geloven (zie ook column 16).
Luisterend naar de verhalen over haar vader vrees ik dat hij op het gebied van koppigheid zijn dochter op zijn beurt weer de baas was. Wat ook meteen verklaart waarom een verzoening tussen die twee altijd is uitgebleven. Ondanks een paar dappere pogingen van mijn ex-vrouw waarin ze haar hand uitstak en ze moest constateren dat die steeds opnieuw hardhandig werd weg geduwd.
Het is dat “Het Familiediner” toen nog niet bestond anders had ik misschien serieus overwogen om het in te schakelen. Met als risico dat deze inmenging mijn scheiding een aantal jaren had vervroegd en ik nu een of twee kinderen minder had gehad.
 

Liever verstandig dan koppig

Als je als familieleden teveel op elkaar lijkt, kan dit onvermijdelijk tot botsingen leiden en zeker daar waarbij wederzijdse koppigheid in het spel is, is een breuk dan snel gemaakt.
Met mijn “geloof” in de grote rol van erfelijkheid en genen heb ik me wel eens afgevraagd of het risico op breuken bij mijn kinderen ook aanwezig zal zijn. Zeker in die fases waarin ze onderling vaak heftige ruzie hadden en ze duidelijk maakten totaal geen klik met elkaar te voelen.
Gelukkig is het aantal ruzies de afgelopen jaren behoorlijk afgenomen, wat mede komt doordat mijn zoons inmiddels pubers zijn geworden en meer hun eigen levens leiden en minder op elkaars lip zitten. Maar ik heb het onderwerp niet voor niets tegenover mijn kinderen wel eens ter sprake gebracht aan de hand van “Het familiediner”.
Dan gaf ik bijvoorbeeld aan dat ik het onbegrijpelijk en doodzonde vind als mensen blijven hangen in hun koppigheid waardoor bepaalde familiecontacten worden verbroken. Waarna ik de hoop uitsprak dat zij, ongeacht wat er gebeurt, wel altijd een goede familieband met elkaar zullen behouden.
Mijn kinderen weten ook dat mijn zus en ik elkaar vorig jaar een paar maanden niet hebben gesproken (wat meevalt als je bedenkt dat we elkaar hooguit eens per maand zien) na een onbenullige ruzie waar overigens, zoals altijd het geval is, dieperliggende gevoeligheden achter lagen. Maar ze weten ook dat ik al die tijd heus wel besefte dat het tijdelijk was. Om één simpele reden: ik ben tien keer liever verstandig dan koppig. Hoe gelijk ik in de ruzie met mijn zus “uiteraard” ook had…
Misschien lezen mijn kinderen deze column ooit in de toekomst een keer terug en schiet het ze te binnen dat ze hun broer of zusje weer eens moeten bellen na die laatste ruzie. Of bedenken ze opeens dat ze hun vader alweer tien jaar niet meer hebben gesproken en dat het hoog tijd wordt voor een bosje bloemen op Vaderdag...



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Afbeelding: internet
 

dinsdag 24 december 2013

105. De dood, ik zal er nooit aan wennen...

Privé - De Dood - Dieren

 

Mijn favoriete kattenkoppel is niet meer

Met Kerst ben ik alleen, maar helaas wat “allener” dan verwacht. Na bedriegen is nu liegen ook dood (zie column 72). Ik heb mijn poes Ly begraven in het rijtje waar ook mijn vier eerder overleden katten liggen: Stan (1996), Dagobert en Simba (2009) en zusje Cheet (2013). Ik heb nu alleen nog Ollie en Dony over, die tot overmaat van ramp ook nog eens niet met elkaar overweg kunnen. Al komt dat vooral door de prikkelbare Ollie. Mijn favoriete kattenkoppel, de zachtaardige zusjes Cheet en Ly, is niet meer. Het leven is hard, maar de dood is nog altijd ietsje harder.
Vorige week was ik nog met Ly naar de dierenarts geweest. Ze was oud (zestien jaar), zwak en dun en had verschillende ouderdomskwaaltjes. Het bezoek aan de dierenarts had ik uitgesteld omdat ik al voelde aankomen wat de dierenarts zou gaan opperen: je kunt haar ook laten inslapen. Omdat Ly echter nog geen tekenen van lijden vertoonde en ze ondanks haar krakkemikkige toestand thuis nog steeds hartstikke lief liep te spinnen, ging ik met wat extra blikjes kattenvoer om aan te sterken weer naar huis. Misschien tegen beter weten in. Mijn ervaring met katten zei me al dat Ly niet lang meer te leven zou hebben.

Ly gaat maar één keer dood

Net als met haar zusje Cheet was het van de ene op de andere dag afgelopen. Zaterdag at ze nog gewoon en lag ze spinnend bij me op de bank; een dag later was ze op. Ze kon niet meer op haar pootjes staan, piepte heel zielig en wilde niet meer eten. Ik belde meteen de dierenarts waar ik gelukkig een uurtje later terecht kon. Omdat mijn kinderen bij mijn ex waren, belde ik hen ook op.
Alle drie hebben ze Ly hun hele leven meegemaakt dus kon ik wel op de nodige steun rekenen. Zeker van mijn dochter die net als ik van dieren houdt en dan met name van katten en tijgers. Mijn dochter wist echter nog niet of ze bij het moment van inslapen aanwezig wilde zijn; iets wat ze negen maanden geleden bij Cheet ook niet had aangekund. Ondanks dat mijn tweede zoon niet zoveel met dieren heeft, voelde hij de plicht om ook mee te gaan.
Mijn oudste zoon liet echter weten dat hij liever even wilde gaan sporten, want ik moest wel beseffen hoe belangrijk dat voor hem was. Mijn opmerking dat Ly maar één keer dood gaat in haar leven en hij nog genoeg kon sporten, mocht niet baten. Ondanks dat ik besef dat ik hier met een puber(reactie) te maken heb, deed zijn reactie me erg denken aan die van zijn moeder een paar jaar geleden.
 

Denken aan een assertiviteitscursus

Mijn vader was net als Ly oud, krakkemikkig en dement (Ly poepte de laatste weken in huis, net als Cheet aan het eind van haar leven) en ik werd op een zaterdagochtend vroeg door mijn zus gebeld dat mijn vader in de nacht opnieuw een beroerte had gehad en hij met spoed naar het ziekenhuis was gebracht.
Mijn vader had al een paar keer eerder een beroerte gehad en omdat we natuurlijk niet wisten wanneer het echt afgelopen was, wilde ik er zo snel mogelijk heen. Omdat de kinderen bij mij waren, belde ik mijn ex om de situatie uit te leggen en te vragen of zij de kinderen kon opvangen zodat ik naar het ziekenhuis kon gaan. Mijn ex reageerde nuchter als altijd door te zeggen dat ze in de ochtend eerst nog een uurtje wilde sporten en dat ik de kinderen daarna naar haar kon brengen.
Omdat ik toen al wel zat te denken aan een assertiviteitscursus maar ik - niet gek natuurlijk - nog niet zo assertief was geweest om me er ook echt voor op te geven, hing ik op voordat ik goed en wel besefte wat er net was gebeurd. Toen ik een paar uur later dan eindelijk naar het ziekenhuis reed, kwamen mijn gevoelens van assertiviteit en boosheid opeens op als mosterd na de maaltijd. Net als  dat er een dag na een vervelende opmerking van iemand je opeens een “ad rem” antwoord te binnen schiet. Met mijn sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel realiseerde ik me maar al te goed dat als dit andersom zou zijn gebeurd, ik tegen mijn ex had gezegd dat ze meteen moest gaan en dat ze zich over de kinderen geen zorgen hoefde te maken omdat ik er aan kwam.
 

Meer kwaad in de mens

Heel zielig was te zien hoe Ly bij de dierenarts weer begon te spinnen waardoor ik haast de neiging kreeg om te spreken van een vergissing en haar snel weer mee naar huis te nemen. Maar Ly was op, ze kon niet meer staan en dus restte ons niets anders dan afscheid van haar te nemen.
Ging mijn “Ach Gossie” bij de dood van Nelson Mandelan nog gepaard met wat tranen in mijn ogen, bij Ly’s heengaan moest ik net als mijn dochter gewoon huilen. Wat tevens het verschil aangeeft tussen het overlijden van een oude wijze doch onbekende man op tienduizend kilometer afstand en het overlijden van je eigen vertrouwde poes.
Later had ik het met mijn kinderen nog over dit soort verschillen. Ik vertelde ze dat ik als kind meer moest huilen toen mijn kat overleed dan toen mijn oma dood ging en dat dat niet vreemd is of iets om je over te schamen. Je kat is elke dag bij je thuis terwijl je je oma of opa maar eens in de zoveel tijd ziet en dat is toch een groot verschil. Bovendien kun je van een dier net zoveel houden als van een mens. Ik kan me ook best iets voorstellen bij mensen die meer van dieren houden dan van soortgenoten in die zin dat veel dieren trouwer en liever zijn en ze niet doen aan bijvoorbeeld liegen, bedriegen en hypocriet gedrag. De vraag of dat ook zou gelden als we met de dieren konden communiceren, is uiteraard een interessante. Maar dat er meer kwaad zit in de mens dan in welk ander dier ook staat voor mij als een paal boven water. Ik heb altijd al een zwak voor de (kwetsbare) dieren op aarde gehad wat ook mede verklaart waarom ik al heel lang vegetariër ben.
 

Wat gebeurt er na onze dood?

De dood, ik zal er nooit aan wennen. Ik kan er uren over nadenken. Zo erg zelfs dat ik me er oprecht over kan verbazen dat iedereen op deze aarde maar zo druk bezig is met al die triviale dingen terwijl er al die tijd zo’n enorm groot mysterie boven ons hoofd zweeft waar niemand enig benul van heeft: wat gebeurt er na onze dood?
Hoe intelligent wij ook zijn en hoeveel genieën wij ook nog mogen voortbrengen, zal deze vraag (naar alle waarschijnlijkheid) altijd onbeantwoord blijven voor de levenden. In dat opzicht heb ik iets van de filosoof in me waar Theo Maassen ooit over zei: “Filosofen zijn mensen die de hele dag nadenken over de zin van het leven. Ik weet niet wat de zin van het leven is, maar volgens mij in elk geval niet iets om de hele dag over na te lopen denken.” Ik snap Theo helemaal, maar dat zit in je of niet.
Mijn God, wat ben ik jaloers op overtuigde gelovigen die denken dat ze hun geliefden straks weer gaan terugzien. Ik wou dat ik zo was. Maar mijn analytisch vermogen en rationaliteit voorkomen dat helaas. Ik vrees echter dat ik gelijk heb dat ik geen van mijn overleden geliefden, mens of kat, ooit nog zal terugzien. Maar God, wat hoop ik dat ik het mis heb. Eén ding weet ik zeker: als er een hemel is dan liggen Cheet en Ly daar nu ergens heerlijk op een wolk te slapen…
 


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Ly (foto: Tonko)
 

zondag 15 december 2013

104. "Anger? I've seen him in a rage!"

NELSON MANDELA - ZELFBEHEERSING - WIJSHEID - BJÖRN BORG

 


Nelson Mandela overleden

“Ach gossie” was mijn eerste reactie toen ik hoorde dat Nelson Mandela was overleden. Ik kon gemakkelijk huilen, maar beheerste me toch maar om het beperkt te houden tot wat tranen in mijn ogen. Wat me overigens meteen brengt tot een van de grootste kwaliteiten van Mandela, maar daar kom ik op terug.
Natuurlijk zou ik deze column geheel kunnen wijden aan lofuitingen aan deze bijzondere man waarbij alle superlatieven tekort zouden schieten. Maar dat doe ik niet. Niet omdat ik dat niet zou kunnen of omdat Mandela dat niet zou verdienen, maar gewoon omdat bewonderen niet mijn ding is (
zie column 7).
Al schreef ik in deze column ook dat als ik dan toch ooit één iemand als mijn held zou moeten aanwijzen het dan - cliché of niet - Mandela zou zijn. Hiervoor is één simpele reden: Mandela is veruit de meest wijze persoon die ik ken uit mijn tijd. Als het om wijsheid gaat, ken ik niemand die ook maar enigszins in zijn buurt komt.

Persoonlijke definitie wijsheid

Voor mij is wijsheid het ultieme niveau dat je als mens kunt bereiken. Dat ontstijgt alles. Mensen kunnen alle succes, roem, geld, status, en macht van de wereld hebben, maar dat doet mij helemaal niets. Wijsheid staat daar ver boven.
Intelligentie daarentegen kan mij wel boeien. En zeker als het gaat om (zeer) hoge intelligentie. Al is ook intelligentie uiteindelijk maar een relatief begrip dat zijn beperkingen heeft en aldus lang niet altijd zo interessant is als het lijkt. Om te beginnen zijn er al veel verschillende soorten intelligentie: cognitieve, sociale, emotionele, creatieve, praktische etc. Daarnaast bestaan er in deze wereld "briljante" mensen die voor een standaard IQ-test weliswaar super hoog zullen scoren maar die tegelijk op het gebied van rationele intelligentie (= logische weloverwogen beslissingen nemen op basis van redenering en feiten) juist weer laag scoren, waardoor ze bijvoorbeeld allerlei idiote complottheorieën kunnen aanhangen die kant noch wal raken (zie column 93). Iets wat een wijs persoon nooit zal doen. 
Samengevat kun je denk ik stellen dat alhoewel een algemene hoge intelligentie wel een voorwaarde voor wijsheid is, dat wijsheid veel verder gaat dan dat. 
Natuurlijk rijst hierbij de vraag wat wijsheid dan eigenlijk precies is. “Wijs” is nou typisch zo’n woord waar iedereen wel een beeld bij heeft, maar waar niet snel een consensus over zal bestaan, vermoed ik. Volgens de Van Dale betekent het: “verstandig, door ervaring geleerd”.
Mijn persoonlijke definitie van wijsheid gaat verder en luidt als volgt: “eventueel (ik houd er ergens voorzichtig rekening mee dat iemand van nature heel wijs kan zijn) mede door ervaring opgedane intelligentie waarmee iemand in staat is om objectief en los van het ego naar de wereld te kijken en op basis van redenering en feiten tot verstandige inzichten en beslissingen te komen.”
 

Uiterst domme opmerking

Deze kwaliteit is maar zeer weinigen gegeven en dan vooral omdat er behalve een objectieve ook een los van het ego staande kijk voor is vereist. Om deze reden vond ik het ook een uiterst domme opmerking van cabaretier Hans Dorrestijn om tijdens de uitzending van Pauw&Witteman op donderdag 5 december president Obama te omschrijven als een soort opvolger van Nelson Mandela. Wie die mening is toegedaan, begrijpt er werkelijk helemaal niets van.
Behalve dat Obama en Mandela beiden een donkere huidskleur hebben en leiders van hun land zijn (geweest), zie ik weinig overeenkomsten. Ik ben haast geneigd om deze opmerking van Dorrestijn te omschrijven met het in deze tijd o zo populaire woord “racistisch”, maar positief discriminerend is natuurlijk veel beter verwoord. Als Obama een blanke president zou zijn geweest, had Dorrestijn deze vergelijking tenslotte nooit gemaakt.
Kijkend naar het beleid waar Obama voor staat, zie ik echter allesbehalve een beleid dat de voor Mandela zo kenmerkende wijsheid en verzoening uitstraalt. Kijk alleen al naar de grote toename van drone-aanvallen onder Obama’s beleid en het aantal onschuldige burgers dat daarbij jaarlijks wordt gedood. Het enige doel dat hiermee wordt bereikt, is dat het een voedingsbodem creëert voor een nieuwe generatie van terroristen. Nou ja “enige” doel, er is natuurlijk een ander doel dat wel degelijk wordt gehaald: wraak. Als dat wijsheid is, was president Nixon zeker een van de voorgangers van Mandela...
 

Temperamentvolle en driftige kant

Wat ik bij Mandela fascinerend vind, is te achterhalen hoe deze man zo’n unieke persoonlijkheid is geworden. Ik heb daar wel mijn eigen eenvoudige theorie over.
Voorop staat bij mij dat Mandela van nature natuurlijk helemaal niet die lieve, zachtaardige, rustige, beheerste  man was waarvoor velen hem - zeker in de laatste fasen van zijn leven - aanzagen. Zo had ik Mandela wel eens van dichtbij willen meemaken vlak voor zijn gevangenschap in 1963 en vlak daarna in 1990. Namelijk in zijn rol van respectievelijk vrijheidsstrijder voor het ANC tijdens hun sabotageacties en van de man van zijn vrouw Winnie tijdens hun huwelijkscrisis die uiteindelijk uitmondde in een scheiding.
Zonder erbij aanwezig te zijn geweest, is het niet gewaagd te veronderstellen dat Mandela in beide situaties vaker dan eens ook zijn harde, temperamentvolle en driftige kant zal hebben getoond. Het zou mij in elk geval niet verbazen als er tijdens de ruzies tussen Nelson en Winnie de nodige borden zijn gesneuveld. En voor alle duidelijkheid: dan bedoel ik niet alleen door de felle Winnie.
 

Monumentale zelfbeheersing

Dat Nelson Mandela wel degelijk een driftige kant bezat, was ook te zien in de documentaire “De magie van Mandela” (2011) van Astrid Joosten waarin filmmaker Jo Menell een interessante anekdote over hem vertelt.
Voor zijn documentaire “Mandela” (1996) mocht Menell de levende legende acht maanden lang volgen met zijn camera en zo ook tijdens zijn voorbereiding op het in ontvangst nemen van de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo in 1993. Vlak voordat Mandela samen met de toenmalige Zuid-Afrikaanse president De Klerk de prijs in ontvangst zou nemen, ontving hij een telegram waarin een bewijs werd vermeld van iets wat Mandela al vermoedde. Namelijk dat de steeds ontkennende De Klerk wel degelijk afwist van het door zijn geheime dienst manipuleren van bloedige rellen in Zuid-Afrika.
 “Anger? I’ve seen him in a rage”, aldus Menell over Mandela. “His face went black and he stormed off into his bedroom and slammed the door.” Ondanks dat driftkikker Mandela als een dwars kind aankondigde niet naar de prijsuitreiking te zullen gaan, stond hij een uur later dankzij zijn “monumentale zelfbeheersing” alweer breed glimlachend naast De Klerk op het podium. Omdat dat nu eenmaal het beste voor de toekomst van Zuid-Afrika was. En dát noem ik dus wijsheid…
 

Net een sprookje

Het levensverhaal van Mandela is natuurlijk net een sprookje: van levenslang opgesloten terrorist tot president van Zuid-Afrika.
Het ironische aan dit verhaal is dat je achteraf kunt concluderen dat Mandela’s grootste tegenslag in de vorm van zijn veroordeling tot levenslange gevangenschap wellicht het beste is wat hem in zijn leven is overkomen. Ik zal niet zeggen dat zonder deze gebeurtenis het apartheidsregime in Zuid-Afrika nog zou hebben bestaan, maar het zou er zeker heel anders hebben kunnen uitzien.
De basis van de wijsheid van Mandela werd gelegd op Robbeneiland waar hij het merendeel van zijn 27 jaar durende gevangenschap vast zat. We weten dat Mandela zich daar intellectueel flink ontwikkelde door veel te lezen, waaronder het dagboek van Anne Frank. Bovendien nam hij er het verstandige besluit  om zich te gaan verdiepen in de geschiedenis van de Afrikaners (boeren); de blanke Afrikaanstalige heersende minderheid in Zuid-Afrika. Zo leerde hij hun taal en probeerde hij de mentaliteit van de Afrikaners te doorgronden.
 

A saint is a sinner who keeps on trying

Toch vermoed ik dat niet zozeer zijn intellectuele als wel zijn geestelijke ontwikkeling de grootste prestatie van Mandela is geweest op Robbeneiland. Vanuit een mooie combinatie van verstand en een sterk karakter en met behulp van dagelijkse meditatie wist Mandela in deze periode de innerlijke kracht naar boven te krijgen die noodzakelijk was om te komen tot zijn verstandige (wijze) inzichten: behoud onder alle omstandigheden je waardigheid, laat je niet leiden door haat en verbittering, wees altijd dankbaar en nederig, toon respect voor je tegenstanders, beheers je emoties wanneer de situatie erom vraagt etc.
De kunst van Mandela om zijn innerlijke woede als een volleerd acteur te verbergen achter zijn glimlach om een hoger doel te dienen, kan natuurlijk ook negatief worden uitgelegd. Als iedereen wijs zou zijn die zichzelf dagelijks inhoudt en toneel loopt te spelen dan zou het hier tenslotte stikken van de wijze mensen.
Maar er is één significant verschil: die mensen doen dat vanuit hun ego geheel uit eigen belang, terwijl Mandela zichzelf wegcijferde voor een hoger doel in de vorm van een meer rechtvaardige en vredelievende maatschappij. Empathisch, nederig en bescheiden als een ware held; dat onderscheidt een wijs man van een gewone sterveling.
Prachtige woorden, al zou Mandela de eerste zijn die ze zou relativeren: “A Saint is a sinner who keeps on trying.” Hem als held vereren, was wel het laatste wat Mandela wilde.
 

Hét geheim achter Mandela's zelfbeheersing

Mijn visie op (het bereiken van) wijsheid zal een schop tegen het zere been zijn van al die mensen die gevoel verkiezen boven verstand: wijsheid kun je alleen maar bereiken vanuit het verstand.
Een niveau halen waarin je in staat bent om geheel objectief en los van het ego naar zaken te kijken door puur en alleen uit te gaan van je gevoel en bijbehorende emoties is naar mijn mening onmogelijk. Ieder mens heeft tenslotte een ego. En ieder ego kan behalve gestreeld ook geprikkeld en uit zijn tent gelokt worden.
Alleen door jarenlange lichamelijke en (vooral) geestelijke training in zelfbeheersing zal een mens in staat zijn om dat ego op elk gewenst moment opzij te zetten ten faveure van het gezonde verstand. Wie daar 27 jaar gedisciplineerd de tijd voor neemt, kan een eind komen en dat zal dus ongetwijfeld hét geheim achter Mandela’s (monu)mentale zelfbeheersing zijn geweest.
 

De Zweedse tennisheld Björn Borg

De zelfbeheersing van Mandela doet me denken aan een verhaal op een heel ander niveau, namelijk dat van de Zweedse tennisheld uit de jaren zeventig Björn Borg.
Als jonge knul was ik fan van Borg. Wat vooral aansprak, was de rust die Borg uitstraalde in zijn spel. Of Borg voor of achter stond, kon je niet aan hem zien. Zonder enige emotie te tonen, won hij zijn potjes. Tegenpool en grote concurrent van Borg was de temperamentvolle driftkikker John McEnroe (VS) die uit respect voor Borg zich overigens nooit misdroeg als ze tegen elkaar speelden. “Sommige mensen noemen mijn gedrag abnormaal, maar kijk eens naar Borg; dat gedrag noem ik pas echt abnormaal!”, aldus McEnroe. En natuurlijk had hij gelijk.
Zijn stoïcijnse gedrag leverde Borg de bijnaam “IceBorg” op (ijsberg). Ooit las ik in een interview met Borg dat hij niet altijd zo was geweest. Als jonge knul was Borg zelfs een enorme driftkikker die regelmatig vloekte en met zijn rackets smeet. Pikant detail is dat precies hetzelfde geldt voor de huidg tenniswereldtopper Roger Federer.
Op een dag besloot zijn tennisclub Borg voor zijn wangedrag een halfjaar te schorsen. Erger hadden ze de jonge Björn niet kunnen straffen, want tennis was alles voor hem. Toen Borg na een halfjaar terugkeerde, deed hij precies wat hij zich plechtig had voorgenomen: hij beheerste zich.
De rest is geschiedenis. De mensen die hem vol bewondering zo rustig bezig zagen op de tennisbaan beseften niet dat hij van binnen kookte van woede als hij een eenvoudige bal miste. Zijn coach Lennart Bergelin verklaarde ooit: “I think Björn's greatest victory was not the way he came to master his ground strokes, but the change he underwent, with terrible determination, to tame his passionate spirit.”
Hoe Borg was geworden als hij 27 jaar zou zijn geschorst, zullen we nooit weten. Maar om als IceBorg in een column te worden vergeleken met de grote wijze Madiba is ook niet mis natuurlijk. Hij zal er trots op zijn. 
Ik hoop dat mijn kinderen ooit ook een wijze man als Mandela als grote held kunnen gaan zien.
 
Ik doe mijn best…
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
 
Foto: internet

Foto: Tonko
 

zaterdag 30 november 2013

103. De waarheid ligt vaak dichterbij dan we denken

Actualiteit - Liegen en bedriegen/Hypocrisie - Waarheid 



Zonder toezicht

Aansluitend op mijn vorige column (klik hier) heb ik nog een ander voorbeeld van een drama waarbij de waarheid wel eens veel meer voor de hand en (letterlijk) dichter bij huis zou kunnen blijken te liggen dan men wenst te geloven: de verdwijning van de toen bijna vier jaar oude Madeleine/Maddie McCann in mei 2007 uit een vakantieappartement in het Portugese vakantieoord Praia da Luz.
De ouders, Gerrie en Kate McCann, beweren dat hun dochter in de avond is ontvoerd toen zij met vrienden aan het dineren waren in een tapasbar terwijl Maddie en haar twee jaar oude tweelingbroertje en -zusje op iets van honderd meter afstand in het appartement sliepen.
Dat alleen laten van hun drie kinderen onder de vier jaar zonder toezicht om rustig te kunnen dineren, deden de McCanns vaker deze vakantie. Ze waren hier al eerder door het personeel van het complex over aangesproken, omdat een van hun kinderen (vermoedelijk Maddie) op een avond meer dan een uur had geweend en om papa geroepen.  
In oktober was de zaak weer in het nieuws omdat de politie nieuwe feiten zou hebben. Er werden zelfs twee compositiefoto’s verspreid van een en dezelfde man die erbij betrokken zou kunnen zijn. Waarom de politie van deze twee zeer vage, amateuristische compositiefoto’s niet gewoon één professionele compositiefoto heeft gemaakt - al is het alleen maar om verwarring te voorkomen - is mij een raadsel en vind ik zelfs een beetje verdacht.
 

Wind maken

Ik kende de zaak van Maddie net als de meeste mensen globaal uit het nieuws, maar ik raakte nieuwsgierig door wat Peter R. de Vries op 16 oktober in DWDD aan Matthijs van Nieuwkerk hierover wist te melden.
Doordat de politie in zijn ogen met niets nieuws kwam, was zijn vermoeden dat de politie met deze actie slechts bezig was om “wind te maken”. Dit doet men bij een zaak die potdicht zit maar waarbij men wel verdachten op het oog heeft. Door het brengen van een soort nepnieuws wil men dan de zaak weer in beweging krijgen in de hoop dat de verdachten hierover bijvoorbeeld met elkaar gaan communiceren, waardoor ze zichzelf wellicht verraden via afluistermethoden.
Mocht De Vries hierin gelijk hebben dan rest de vraag waarom deze ijdele man het nodig vindt om dit hardop op televisie te verkondigen, want dat lijkt mij belemmering van het onderzoek.
 

Schichtige man

Peter R. de Vries suggereerde in zijn verhaal indirect maar wel duidelijk dat deze verdachten wel eens de ouders van Maddie zouden kunnen zijn. Zo zou de ontvoerder volgens Maddie’s moeder het raam van buitenaf hebben geforceerd maar dat klopt niet. Er zat een rolluik voor waarop geen inbraaksporen te vinden waren. Onderzoek wees uit dat het rolluik slechts van binnenuit was geopend en de enige vingerafdrukken die daarbij werden aangetroffen, waren die van de moeder.
Ook vertelde De Vries dat de vage compositiefoto’s betrekking hebben op een schichtige man die al wandelend met een jong kind in zijn armen door een Ierse toerist op de avond van Maddie’s verdwijning was gezien. Vreemd hieraan is dat deze getuige een paar maanden later terug in Ierland de vader van Maddie voor het eerst op televisie zag en toen de politie belde met de mededeling dat hij hem herkende als de bewuste man met het kind in zijn armen. Maar dat lijkt de politie inmiddels weer te zijn vergeten.
 

Tegenstrijdige verklaringen

Ondanks dat je in dit soort situaties uiterst voorzichtig moet zijn met het doen van uitspraken, klopt de uitspraak van De Vries dat de statistieken in deze zaak in het nadeel van de ouders uitvallen. Er absoluut rekening mee houdend dat niet alles waar is wat je over deze zaak op internet vindt, durf ik wel te stellen dat als slechts tien procent hiervan waar is alles erop wijst dat de ouders van Maddie, heel voorzichtig gezegd, wel eens meer zouden kunnen afweten van haar “verdwijning”.
Hoe meer ik me in de zaak verdiep, hoe interessanter het wordt: twee getrainde honden, een lijkenhond en een bloedhond, die respectievelijk lijk- en bloedsporen hebben geroken in het vakantieappartement van de McCanns en in de door de ouders drie weken later (!) gehuurde auto, waarin ook DNA-sporen van Maddie ontdekt werden (!); het door de ouders weigeren van het beantwoorden van vragen waar elke gemiddelde ouder in zo’n zaak complete medewerking zou verlenen; het weigeren van een leugendetectortest; het geven van tegenstrijdige en steeds wijzigende verklaringen; het continu opnieuw benadrukken van de ontvoeringtheorie in plaats van het uiten van schuldgevoelens over het onbeheerd laten van hun kinderen; het vertonen van vreemd narcistisch gedrag tijdens hun mediacampagne wat volgens diverse professionals niet strookt met het beeld dat je mag verwachten van oprecht ongeruste ouders die de waarheid vertellen etc.
Volgens de ouders zouden de speurhonden niet betrouwbaar zijn of zou de lijkengeur afkomstig zijn van de werkplek van de moeder in Engeland die daar als arts een paar weken eerder in aanraking was gekomen met een aantal lijken.
Over het rolluik wijzigden de ouders hun eerdere verklaring en beweerden ze opeens dat ze dan blijkbaar toch de terrasdeuren open hadden laten staan en moet de ontvoerder zo binnengekomen zijn om vervolgens met Maddie in zijn armen weer uit het smalle raam te vertrekken in plaats van dezelfde route terug te nemen via de deuren. Hoe logisch klinkt dit?
 

Meest stuitend

Wat ik zelf het meest stuitend vond in wat ik las, was dat de moeder nog voordat de politie arriveerde om de verdwijning van Maddie te onderzoeken haar dochters favoriete knuffel Cuddle Cat (samen met kleding van Maddie en haar roze dekentje) in de wasmachine had gedaan omdat die vies zou zijn geworden door zonnecrème.
Ik weet het niet hoor, maar als mijn dochter net verdwenen is, zou mijn prioriteit niet liggen bij het draaien van een wasje. En ik zou zeker niet op zo’n moment haar favoriete knuffel die nog naar haar ruikt in de was doen. Ik zou die knuffel zo lang als zij niet wordt teruggevonden ongewassen blijven koesteren.
Pikant detail hierbij is dat de getrainde lijkenhond zelfs aan de gewassen knuffel nog lijkengeur rook. Volgens de moeder kon dit worden verklaard doordat ze het knuffeltje een keer voor de vakantie naar haar werk had meegenomen alwaar het dus blijkbaar in contact moet zijn gekomen met een aantal lijken daar. Je dochters knuffel meenemen naar je werkplek waar je met lijken werkt, hoe waarschijnlijk klinkt dat?
 

Niet geloven in ontvoeringstheorie

Is de zoektocht naar de objectieve waarheid bij de moord op Kennedy vooral een “Whudunit” (wie heeft het gedaan?), bij de verdwijning van Maddie lijkt het toch meer een kwestie te zijn van een “Whathapned” (wat is er gebeurd?).
Onder de mensen die niet geloven in de ontvoeringtheorie van Gerrie en Kate McCann, zullen er weinigen zijn die denken dat zij Maddie bewust om het leven hebben gebracht. De meest gehoorde theorie aan die kant is dat Maddie, wel of niet onder invloed van door de ouders toegediende slaappillen (wat zij de kinderen vaker gaven), half wakker moet zijn geworden en tijdens het wandelen ongelukkig met haar hoofd ergens tegenaan is gevallen.
Een andere theorie is dat Kate kwaad op Maddie zou zijn geworden en haar daarbij een klap zou hebben gegeven met de ongelukkige fatale val als gevolg. Uiteraard zijn deze theorieën bij gebrek aan een objectieve waarheid niets meer en niets minder dan pure speculatie.
Uit angst voor de juridische consequenties zouden de ouders de ontvoering hebben bedacht en toen eenmaal die keus was gemaakt, was er geen weg meer terug.
 

Meer grip op werkelijkheid

De overeenkomst met de moord op Kennedy is dat in beide drama’s mensen geneigd zijn om wilde, spectaculaire verklaringen te geloven.
Behalve pure sensatielust is een andere reden hiervoor dat deze ver-van-mijn-bed-achtige verhalen, hoe gek dat ook klinkt, geruststellender zijn dan de meer voor de hand liggende waarheid. Door zo te denken, ga je ervan uit dat deze negatieve gebeurtenissen niet zonder reden gebeuren en ervaar je meer grip en controle op/over de werkelijkheid, wat een prettig en geruststellend gevoel geeft.
 

Filosofe Hannah Arendt: de banaliteit van het kwaad

Het is eigenlijk gewoon een zelfbeschermingsmechanisme. Om dergelijke drama’s emotioneel te kunnen verwerken is het makkelijker te accepteren dat ergens ver weg “daarbuiten” ondefinieerbare (groepen) mensen zijn met kwade bedoelingen dan dat je er rekening mee moet houden dat die aardige buren van je in staat zijn om hun dochter om te brengen of onze koning dood te schieten.
Niks is bedreigender dan de gedachte dat het kwaad in ons allen (om ons heen) zit. De Duitse filosofe Hannah Arendt noemde dit verschijnsel de banaliteit van het kwaad.
 

Kritische kijk niet misplaatst

Uitgezonderd Peter R. de Vries zag ik op televisie over de zaak Maddie alleen maar zogenaamde deskundigen die helemaal meegingen in deze veilige manier van denken en die verklaarden volop mee te leven met de ouders.
Terwijl voor een ieder die zich een beetje verdiept in de zaak het in elk geval duidelijk mag zijn dat een kritische kijk richting de ouders bepaald niet misplaatst is. Al is het alleen maar om het simpele statistische feit dat bij dit soort misdrijven in ongeveer 80% van de gevallen mensen uit de directe omgeving schuldig blijken te zijn.
Ja, de waarheid ligt vaak dichterbij dan we denken en willen geloven. Ik vraag me af of een van beide zaken dit ooit gaat bevestigen en zo ja, welke als eerste: de “Whudunit” van Kennedy of de “Whathapned” van Maddie. Zul je net zien dat achter beide zaken toch gewoon de maffia zit…




Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Vage, afgeraffelde compositiefoto's van man die wellicht meer weet van verdwijning Maddie (vreemd, want waarom twee foto's terwijl het om een en dezelfde man gaat; waarom niet gewoon één goede, scherpe compositiefoto?)

Madeleine ("Maddie") McCann (foto: internet)

donderdag 28 november 2013

102. Soms is de leugen wel degelijk te snel...

Actualiteit - Moord en doodslag/Verkrachting - Waarheid

 


Op zoek naar de waarheid

De filosoof in me blijft altijd gefascineerd op zoek naar “de waarheid”. Meestal zit de waarheid verscholen achter de leugens en ego’s van mensen met gebrek aan lef en zelfkritiek.
Maar soms is de waarheid dichterbij dan je denkt, maar kan of wil je ‘m om de een of andere reden niet zien. Bijvoorbeeld omdat je ‘m te saai en oninteressant vindt en een alternatieve, spectaculaire “waarheid” veel aantrekkelijker is om aan te hangen. Of misschien omdat je de naar voren geschoven waarheid teveel voor de hand liggend vindt om ‘m te kunnen en willen geloven.
Natuurlijk kan ik nu de discussie beginnen over wat “de waarheid” precies is en of die überhaupt bestaat en natuurlijk kan iemand dan het standpunt innemen dat de waarheid niet bestaat en dat we bijvoorbeeld allemaal in een Matrix-achtige schijnwereld leven (zie filmtrilogie: The Matrix I-III 1999-2003). Heel interessant, maar iets te lang en gecompliceerd voor een column.
 

Objectieve en subjectieve waarheid

In mijn ogen bestaat er in elk geval ook “gewoon” een objectieve waarheid die naakt en ontdaan van alle ruis mij intrigeert. Neem als simpel voorbeeld: man A zegt dat hij net geslagen is door man B die juist het omgekeerde beweert. Wat beiden echter niet weten, is dat een videocamera het incident heeft geregistreerd waaruit blijkt dat man A juist man B heeft geslagen en niet andersom: de objectieve waarheid.
Over het hoe en waarom van het incident zullen de meningen tussen beiden ongetwijfeld enorm uiteenlopen en daarom noemen we dat de subjectieve waarheid; een waarheid die moeilijk zo niet onmogelijk tot een objectieve waarheid te herleiden valt.
 

Aanslag op John F. Kennedy

Als iemand door een vuurwapen om het leven is gebracht op een plek waar alles eindeloos tot in detail gefilmd is, kan de objectieve waarheid over wie hem heeft vermoord dus worden achterhaald. Maar als dat niet het geval is en het slachtoffer is niet alleen een van de machtigste mannen op aarde met heel veel vijanden die allen potentiële moordenaars zijn, maar het incident vindt ook nog plaats in het bijzijn van honderden getuigen die ieder hun eigen (subjectieve) waarheid hebben, dan is de kans niet ondenkbaar dat men het vijftig jaar later nog niet eens is over wie hem nou vermoord heeft en wat de objectieve waarheid precies was.
Ik heb het hier natuurlijk over de moord die van de week precies vijftig jaar geleden plaatsvond en de ideale voedingsbodem vormde voor diverse complottheorieën: de "geslaagde" moordaanslag op president John F. Kennedy op 22 november 1963 in Dallas.
 

Malle complottheorieën

Hoe idioot ik ook altijd complottheorieën heb gevonden, was de moord op Kennedy de enige zaak waarvoor ik bereid was een slag om de arm te houden als het gaat om de mogelijkheid tot een samenzwering.
Met name door de (beperkte) kennis die ik erover had en door de onvermijdelijke beïnvloeding van boeken, documentaires en films als “JFK” (1991) van Oliver Stone, leek de moord op Kennedy eenvoudigweg teveel vragen op te roepen om de officiële lezing van de Commissie-Warren₁ voor waar aan te nemen.
Niet dat ik meteen helemaal meeging met die malle complottheorieën, maar ik hield er toch wel ergens rekening mee dat er meer of andere daders waren geweest dan alleen de opgepakte Lee Harvey Oswald. Al was het alleen maar stiekem vanwege de, bewust dan wel onbewuste, opwindende gedachte erachter: een écht complot, stel je eens voor…
Dat Oswald bovendien twee dagen na de dood van Kennedy zelf werd doodgeschoten door nachtclubeigenaar Jack Ruby was voor de echte diehard complottheoriegelovigen natuurlijk helemaal een godsgeschenk.
 

Van nobody naar dead body

Het ironische aan dit alles is dat ik niet alleen weinig vertrouwen heb in de geloofwaardigheid van de aanhangers van wilde complottheorieën, maar dat hetzelfde geldt voor alle voor- en tegenstanders op hoge machtsposities rondom de Amerikaanse president.
Gevolg hiervan is dat ik bij gebrek aan een duidelijke objectieve waarheid nooit wist welke versie van de “waarheid” rondom de moord op Kennedy ik nou eigenlijk moest geloven.
Hoe ik het spreekwoord “Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel” ook zou willen geloven, werkt het helaas niet altijd zo. Soms is de leugen wel degelijk te snel en kan de waarheid het schudden.
Maar toch acht ik niet uitgesloten dat er een dag komt waarop de echte, objectieve waarheid over de moordenaar(s) van Kennedy boven water komt. Grappig daarbij is dat inmiddels de kans steeds groter geworden is dat als dat ooit mocht gebeuren de simpelste en meest voor de hand liggende waarheid wel eens de ware zou kunnen blijken te zijn: Lee Harvey Oswald heeft helemaal alleen en zonder hulp president Kennedy doodgeschoten. Niks geen CIA, FBI, maffia, Sovjet-Unie, Cuba, vice-president Lyndon Johnson, James Files₂  of aliens, maar slechts een gefrustreerde man die aardig gericht kon schieten en met zijn actie van een nobody een somebody hoopte te worden. Helaas voor hem werd het een “van nobody naar dead body” verhaal en eindigde hij binnen 48 uur even dood als zijn slachtoffer president Kennedy.
 

Magic bullet theory

Zelfs de door de complottheorie-aanhangers eens zo bejubelde “magic bullet theory” blijkt in deze tijd geen stand meer te houden.
Volgens deze theorie moesten er wel meer schoten gelost zijn - en dus meer daders zijn - dan de drie die door Oswald zouden zijn afgevuurd, omdat één van die drie kogels onmogelijk in één schot meerdere wonden kon hebben veroorzaakt bij president Kennedy en de voor hem in de auto zittende gouverneur John Connelly die ook werd geraakt.
Tenzij het dus een “magische kogel” zou zijn.
Na reconstructie van de aanslag met behulp van de modernste computeranimatietechnieken blijkt echter dat één “single bullet” dit wel degelijk kan hebben aangericht (zie filmpje hieronder). Sterker nog, de reconstructie laat zien dat als je de lijn van dat ene schot dat zowel Kennedy als Connelly raakte doortrekt, je uitkomt bij de zesde etage van het schoolboekenmagazijn waar Lee Harvey Oswald werkte en waar vandaan hij zou hebben geschoten met zijn geweer dat er na de aanslag ook was aangetroffen.
 

Terugkerende patronen

Naar mijn mening spelen hier hetzelfde soort terugkerende patronen een rol als bij de wijze waarop mensen omgaan met het begrip toeval of lot (zie column 50): de mens heeft moeite te accepteren dat het leven soms gewoon loopt zoals het loopt en dat er dingen gebeuren zonder diepere betekenis en zonder dat men er controle op heeft.
De waarheid is in zijn eenvoud soms moeilijk te begrijpen. In het leven krijgen sommige mensen nu eenmaal ongeneeslijke ziektes of ze verongelukken of ze worden vermoord en je kan alleen maar hopen dat dat jou en je naasten nooit zal overkomen. Vanuit dit gevoel van onbegrip en onmacht ontstaat de sterke behoefte aan controle, bijvoorbeeld in de vorm van het verzinnen van complottheorieën.
Eén tip: word in elk geval geen president van de Verenigde Staten of een andere machthebber of dictator. Dat verkleint het risico op een aanslag aanzienlijk.



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
₁ De Commissie-Warren onderzocht onder leiding van rechter Earl Warren de moord op Kennedy en concludeerde dat Lee Harvey Oswald de president had gedood met drie schoten vanuit de zesde etage van de Texas School Book Depository. 
₂ James Files is een ex-CIA/maffia-huurmoordenaar die beweert de echte moordenaar van president Kennedy te zijn.

John F. Kennedy vlak voor de aanslag (foto: internet)


 
The Magic Bullet Theory onderuit gehaald

(bron: YouTube)

zondag 24 november 2013

101. Zelfs leugenaars vertellen soms de waarheid

Actualiteit - Liegen en bedriegen/Hypocrisie - Sport - Doping

 


De beerput is al lang open

Gelukkig laat Lance Armstrong weer van zich horen. Ik begon de ex-wielrenner al te missen, al ben ik niet van plan om nog veel columns te wijden aan het onderwerp doping in de wielrennerij. Hoeveel nieuwe bekentenissen er in de nabije toekomst ook nog zullen volgen, is voor mij niet relevant omdat die toch weinig meer zullen toevoegen.
De beerput is al lang open en kan niet meer gesloten worden. Het verhaal is verteld en voor iedereen wel duidelijk. Behalve dan voor die groep diehard-wielerfans die op elke nieuwe onthulling hetzelfde zal reageren: ogen dicht, handen stevig over de oren gedrukt en keihard schreeuwen van “La, la, la, la, la, ik heb lekker niets gehoord!”
 

Waarom zouden we een leugenaar moeten geloven?

Wat wel nieuw is, is dat Armstrong voor het eerst uithaalt richting de internationale wielerbond UCI. Hij beweert dat voormalig UCI-voorzitter Hein Verbruggen hem geholpen heeft door een positieve dopingtest van Armstrong  in de Tour de France van 1999 te verdoezelen. "Ik ga niet liegen om deze kerels te beschermen. Ik haat ze, ze hebben me onder de bus gegooid, ik ben er klaar mee." Ik voorspelde het al in mijn column 66 van 22 januari: “Helaas voor hen (o.a. Hein Verbruggen) vrees ik dat het slechts een kwestie van tijd is voordat de beerput verder open gaat en de corruptie bij de UCI zich definitief openbaart." 
Natuurlijk reageert Verbruggen voorspelbaar: "Armstrong heeft iedereen jarenlang voorgelogen en waarom zouden we nu een leugenaar moeten geloven?" Dat de UCI zich achter Verbruggen schaart, zal ook niemand verbazen. Laat de buitenwereld maar weer voor de zoveelste keer lekker raden wie liegt en wie niet.
 

Denk na en oordeel zelf

Ok, ik wil wel een poging wagen en een voorzet geven om over na te denken. Wat is waarschijnlijker: (A) een wielrenner wordt betrapt op jarenlang dopinggebruik en bijpassende leugens en besluit hierna niet alleen door te gaan met liegen maar vindt het daarbij ook nog nodig om zelfs onschuldige mensen te gaan beschuldigen van strafbare feiten of (B) een wielrenner is betrapt op dopinggebruik en na zijn eerste gedwongen bekentenissen, waarin hij slechts een tip van de dopingsluier heeft onthuld, wordt hij het zat om als enige het boetekleed te dragen terwijl medeschuldigen zich blijven hullen in onschuld en besluit hij uit wrok en frustratie alsnog meer te gaan vertellen?
Denk na en oordeel zelf. Voor mij is het in elk geval wederom klaar als een klontje. Zelfs leugenaars als Lance Armstrong vertellen soms de waarheid. Zeker als ze toch niets meer te verliezen hebben.
Kijkend naar het afgelopen jaar is het echter de vraag wie Armstrong nu nog bereid is te geloven. Aristoteles zei het al meer dan 2300 jaar geleden: “Het enige wat je met liegen bereikt, is dat je niet geloofd wordt als je de waarheid spreekt.”

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


woensdag 20 november 2013

100. Mijn persoonlijke top 10 columns

Honderdste column - Oproep tot reacties

 

Eigenwijze columnist

Mijn honderdste column wil ik niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Ten eerste grijp ik deze gelegenheid aan om te vertellen wat ik zelf mijn favoriete tien columns tot nu toe vind. Ten tweede zou ik het erg op prijs stellen als ik van jullie wat reacties krijg over mijn columns.
Natuurlijk zijn complimenten zeer welkom, maar hetzelfde geldt voor kritische op- of aanmerkingen. Niet dat ik als eigenwijze columnist (column 4) me hier ook maar iets van zal aantrekken uiteraard, maar het cliché dat je van kritiek veel kunt leren zou geen cliché zijn als er niet een kern van waarheid in zat. Dus schroom niet en reageer!

Kortere columns en meer humor

Om qua kritiek alvast flauw wat gras onder jullie voeten weg te maaien, brengt mijn zelfkritiek me tot twee goede voornemens: meer kortere columns en meer humor.
Ik weet dat veel van mijn columns nogal lang zijn en dat heeft twee redenen. De eerste is, gek genoeg, tijdgebrek: “Deze brief is nogal lang uitgevallen omdat ik geen tijd had om hem korter te maken.” (Franse filosoof Blaise Pascal 1623-1662). Alle columns die ik plaats, heb ik al ingekort. Maar als ik meer tijd zou hebben en nemen, kan er nog wel meer van af.
De tweede reden is een hele andere. Soms ontkom ik voor mijn gevoel gewoon niet aan een lange(re) column, omdat ik vind dat ik geen gemiddelde columns schrijf. Hoofddoel van mijn columns is om jullie aan het denken te zetten, maar daarbij hoop ik ook dat jullie er en passant nog wat van opsteken.
Ik leer zelf ook veel van het schrijven van mijn columns, omdat ik niet zomaar links en rechts wat ongenuanceerde uitgesproken meningen wens te spuien. Wat ik zeg en beweer moet goed onderbouwd zijn vind ik, waardoor het onontkoombaar is dat ik regelmatig zaken ga uitzoeken en deze ook in mijn column vermeld.
Nadeel is dat ik hierdoor soms moeite heb om bepaalde passages weg te laten of in te korten, omdat ik vind dat dat ten koste gaat van de essentie van mijn verhaal.

Minst en meest gelezen columns

Interessant detail is dat ik kan zien dat mijn kortere columns over het algemeen het minst gelezen worden. Wat er hopelijk op wijst dat mijn lange(re) columns toch meer aanspreken. Mijn kortste column is bijvoorbeeld vrij weinig gelezen, terwijl ik ‘m persoonlijk wel kon waarderen omdat het je toch aan het denken zet: “Een overpeinzing voor Kerst” (58).
Juist omdat ik met mijn columns de intentie heb om meer te brengen dan alleen maar een leuk kort stukje waar je om moet glimlachen, kom ik op mijn tweede zelfkritiekpunt: te weinig humor. Mijn humor beschouw ik als een sterk punt (zie column 19), maar ik merk dat als ik serieuze onderwerpen wil “behandelen” het niet altijd makkelijk is om deze erin te verwerken omdat het dan misplaatst is. Toch neem ik me voor om tussendoor wat meer ruimte te gaan maken voor kortere columns waarin ik meer mijn humor kwijt kan dan tot nu toe is gebeurd.
Een ander voornemen van me is om weer wat meer columns te gaan schrijven over mijn privéleven. Ondanks dat ik besef dat die veel minder gelezen worden dan mijn columns over actuele onderwerpen. De top drie van mijn best gelezen columns betreffen niet voor niets actuele onderwerpen: Ruben en Julian (84), Gerard Spong (85) en IDFA Docu Rawer (49). Verder scoren bijvoorbeeld goed mijn columns over Selectief Mutisme (16), TV-serie Divorce (80), HSP (18), Onschendbaarheid (6) en Wapenbeleid VS (21).
Mijn voornemen om meer over mijn privéleven te gaan schrijven is logisch als je bedenkt dat dat mijn belangrijkste uitgangspunt was om dit weblog te beginnen. De bekende menselijke behoefte om iets voor te stellen, iets na te laten en herinnerd te worden, zit kennelijk ook in mij.
Leuk straks voor mijn kinderen, was mijn eerste gedachte toen ik het plan opvatte om columns te gaan schrijven. Dan kunnen ze later - als ik er bijvoorbeeld niet meer ben - nog eens lezen wie hun vader precies was, wat hem bezighield in het leven en wat zijn ideeën, gedachten en normen en waarden waren. Al verwacht ik eerlijk gezegd niet dat ze nou enorm verbaasd en verrast zullen zijn. Sterker nog: ik vermoed dat ze heel veel verhalen al lang kennen. Ik ben tenslotte bepaald geen Stille Willie en ik denk dat mijn kinderen mij wel beschouwen als een (hopelijk boeiende) verhalenverteller.   
Ik kan me voorstellen dat de columns waarin ze zelf voorkomen het leukst zijn voor mijn kinderen om later terug te lezen. Wel fascinerend trouwens die menselijke angst om vergeten te worden. Grote onzin uiteraard, want daar hoef ik helemaal niet bang voor te zijn. Dat gebeurt toch wel. Tenzij je Albert Einstein of Adolf Hitler heet(te). Al zou de een wat sneller vergeten mogen worden dan de ander...

Behoorlijk tevreden

Wat ik het meest opvallend vind als ik mijn columns teruglees, is dat ik gelukkig constateer dat ik over het algemeen behoorlijk tevreden ben. Het opvallende hieraan is dat de mensen die mij goed kennen, mij nou niet bepaald zullen omschrijven als iemand die snel tevreden over zichzelf is. Dus ik zie dit als een goed teken.
Mijn tevredenheid sluit in elk geval mooi aan op wat ik al vermoedde en hoopte bevestigd te krijgen over mezelf, namelijk dat ik echt een type voor een columnist ben: ik heb uitgesproken meningen, ik ben breed geïnteresseerd, ik kan schrijven en ik heb humor. Omdat daar nog het niet onbelangrijke gegeven bijkomt dat ik het leuk vind om de columns te schrijven, denk ik dat ik er voorlopig nog maar even mee doorga.
Hoewel ik sommige van mijn columns niet bijzonder vind, heb ik bij de meeste toch het prettige gevoel dat ik tijdens het lezen denk van: ja verdomd, dat klopt helemaal. Ook dat maakt mij natuurlijk een geschikte columnist: ik denk niet alleen dat ik altijd gelijk heb, maar het klopt ook nog… (zie ook column 4 Het E-woord - eigenwijs)

De Top 10

Ik vind het heel moeilijk om uit mijn columns er tien te kiezen waar ik het meest tevreden over ben, maar ik heb een poging gedaan. Hierbij heb ik rekening proberen te houden met de lengte van de columns door met name wat kortere columns in de top tien te zetten. De volgorde beschouw ik overigens als willekeurig, al heb ik wel nummer 16 niet voor niets op 1 gezet.

1. Column 16: "Ik had geen zin om te praten")
Toen ik dit weblog begon, wist ik meteen dat ik daarin iets zou gaan schrijven over het selectief mutisme van mijn tweede zoon. Het blijft een leuk verhaal voor op feesten en recepties (voor het geval ik ooit mocht besluiten om daar een keer heen te gaan), maar mijn zoon wil er absoluut niet meer aan herinnerd worden - of over praten! - dus hij zal niet blij zijn met deze nummer 1 notering.

2. Column 10 Logica van likmevestje)
Ik geef toe dat ik dat gevoel vaker heb, maar zeker bij het lezen van deze column over verjaring in de rechtspraak denk ik maar één ding: ik heb helemaal gelijk. Hetzelfde geldt overigens voor deel 2 van tenenkrommende woorden: column 6 (Het vrouwtje Piggelmee-syndromm). Onlangs moest ik hier weer aan denken met dat incident rondom die sukkel van een Russische diplomaat die maar bleef hameren op zijn diplomatieke onschendbaarheid bij het fout parkeren. Walgelijk!

3. Column 12 Lekker wat olifantjes neerknallen)
Deze column is niet zoveel gelezen, maar ik vind ‘m zelf één van mijn grappigst geschreven columns. Ook “grappig” (?) maar dan meer vanwege de verhalen erin, is column 72 Mythe of waarheid?(Chimpanzee) die ook over dieren gaat.

4. Column 75 Duivelse meisjes (Stuur mij dan maar direct naar de hel)
Ondanks dat de meeste columns van mij gaan over zaken waar ik me over opwind (en dat bij deze column ook speelt) en ondanks dat ik niet snel mensen bewonder (zie ook column 7 A Saint is a sinner who keeps on trying), beschouw ik Malala wel als een echte held en alleen daarom mag zij in mijn top tien niet ontbreken. Nog een (anti)held van me is Sixto Rodriguez waar ik twee columns later over schrijf: column 77 Lang leve de anti-helden!)

5. Column 11 Het leven is niet rechtvaardig)
Samen met column 35 (Only the Good Die Young) is dit wel mijn ontroerendste column over de dood. Ik houd niet van taboes en dus zal ik over onderwerpen als de dood en zelfmoord altijd blijven schrijven omdat het me fascineert en ontroert. Zie ook mijn droevige column 45 Ik haat taboes).

6. Column 82 Wow mam, dad, a rifle, thanks Santa!
Wie mijn columns trouw leest, weet hoe kritisch ik de Verenigde Staten volg. Bijvoorbeeld op het gebied van het wapenbeleid daar. Wie meer columns erover (terug) wil lezen, kan kijken naar 21, 54, en 63

7. Column 2 Net een wijf!
Samen met column 5 Ik moet liedjesschrijver worden vind ik dit mijn beste column over vriendschap. Het zal zeker niet mijn laatste hierover zijn, net als dat ik over het persoonlijke onderwerp scheiden (column 80 Je doet het voor de kinderen!) ook nog wel eens verwacht iets te gaan schrijven.   

8. Columns 42, 43 en 44 (drieluik) Is God goed? (Filosofie - bewijs voor bestaan God)
Ik ben zeer geïnteresseerd in filosofie en wie mijn columns volgt, kan een filosofische draad zien lopen door alle onderwerpen die aan bod komen. Heerlijk vond ik het om mijn gedachten over dit onderwerp in dit drieluik op papier te zetten.
Daarnaast beschouw ik columns 50 Om geluk af te dingen, heb je geluk nodig) en 61 Geloof en wetenschap gaan niet samen) als mijn beste filosofische columns. Over mijn tweeluik over mediteren ben ik trouwens ook tevreden: column 39 Mijn wil om te geloven verliest het van mijn wil om weten en 40 Wie maar genoeg van zichzelf houdt, zal nooit ziek worden

9. Column 57 Get over it Pope!
Over de paus gesproken: ik heb daar wel meer columns over geschreven, zie verder ook 69 en 74. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de huidige paus in elk geval een verbetering vind ten opzichte van de vorige, dus misschien schrijf ik nog een keer een optimistische column hierover.

10. Column 3 Waarom hoor je de nummers 2 nooit?)
“Last but not least” mag in mijn top tien natuurlijk niet het onderwerp ontbreken waar ik veel columns aan heb gewijd (24, 34, 38, 58, 64, en 66) omdat het in het afgelopen jaar veel in het nieuws was: wielrennen en doping. Ik kies hier bewust voor mijn eerste column over dit onderwerp, omdat Lance Armstrong toen nog niet was gepakt, maar ik wel alle ellende voelde aankomen.

Voor wie mijn columns met plezier leest en volgt: bedankt en ik hoop dat je dat blijft doen! En misschien dat je uit waardering wat reclame voor me in je omgeving zou kunnen maken. Ik heb weliswaar een Facebook-pagina maar daar is ook alles mee gezegd. Voor het echt verspreiden van mijn columns kan ik alle hulp gebruiken.

Reacties welkom!



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.