donderdag 31 oktober 2013

97. Vechtscheidingen kennen niet alleen maar verliezers

Actualiteit en privé - Scheiden - Rechtspaak en (On)Rechtvaardigheid (2/2)



Kwalijke rol van advocaten bij vechtscheidingen

Een nieuw voorbeeld van hoe vaak advocaten zich maar al te graag verschuilen achter regels (zie mijn vorige column 96), zag ik laatst in een aflevering van het VARA-programma Zembla over vechtscheidingen. De centrale boodschap was duidelijk: bij vechtscheidingen zijn de ouders alleen maar bezig met zichzelf en met wraak en boosheid richting de ander waardoor ze het belang van de kinderen volledig uit het oog verliezen.
Interessant aan de uitzending vond ik vooral om te zien wat voor kwalijke rol niet alleen de ouders maar ook de betrokken advocaten bij dergelijke vechtscheidingszaken (kunnen) spelen. De negatieve associaties die ik al met advocaten heb, werden hierbij helaas opnieuw bevestigd.
 

Het zinloze modder gooien

Bij vechtscheidingen draait het veelal om gefrustreerde ouders die jarenlang de ene na de andere nutteloze rechtszaak tegen elkaar aanspannen om maar hun gelijk te halen. Over en weer worden er in de rechtszaal via de advocaten de wildste beschuldigingen geuit zonder dat er iemand ook maar een haar beter van wordt. Integendeel; vraag dat maar aan de kinderen.
In het programma werd de vraag opgeworpen of er door de betrokken advocaten niet iets aan dat zinloze modder gooien kon worden gedaan. De geïnterviewde deken van de Amsterdamse orde van advocaten gaf aan dat een advocaat in feite eindeloos beschuldigingen mag inbrengen mits het maar voor zijn cliënt “van nut” (?) is. En nee, die beschuldigingen hoeven niet waar te zijn, want een advocaat is geen rechter en houdt zich dus niet met waarheidsvinding bezig. Bovendien kan, “al klinkt dat raar”, zelfs iets dat door een cliënt verzonnen is, hem helpen in zijn rechtszaak (!).
 

Zo is het leven

In de uitzending vertelde een vader dat hij de advocaat van zijn ex-vrouw wilde aanklagen voor “proces-stalking” omdat hij gek werd van de steeds voortdurende stroom van nutteloze rechtszaken die zij tegen hem aanspande.
Volgens de deken was deze aanklacht zinloos omdat de relatie tussen een advocaat en zijn cliënt heilig is waarbij strategiebepaling iets is waar de wederpartij volledig buiten dient te blijven. Op de vraag wat iemand dan tegen dit soort praktijken kan doen, antwoordde de deken: “Zo is het leven. Daar is niets aan te doen. Het ligt niet aan de advocaat. Over het algemeen gesproken.” (?!)
 

Een bijdrage leveren aan de verharding van de strijd

Een klinische psychologe die met ouders en kinderen werkt aan het vinden van oplossingen binnen vechtscheidingen, concludeerde dat als een scheidingszaak eenmaal overgaat in een vechtscheiding veel advocaten niet in de gaten hebben waar ze mee bezig zijn. Waardoor ze in feite een bijdrage leveren aan een verharding van de strijd.
Volgens haar was dat overigens niet omdat advocaten slechte mensen zijn, maar "omdat ze niet weten wat ze aan het doen zijn" (wat me aan Jezus doet denken). Ik ben harder in mijn oordeel, al zal je mij nooit horen zeggen dat alle advocaten slechte mensen zijn. Maar ik denk wel degelijk dat die er tussen zitten en dat dit soort advocaten drommels goed beseffen waar ze mee bezig zijn.
 

Een kwestie van niet willen zien

De te verwachten eindconclusie van de uitzending was voor mij dat kinderen kapot gemaakt worden door vechtscheidingen. Waarbij de ouders nog het - overigens zeer slappe - excuus hebben dat ze in al hun negatieve emoties kennelijk niet beseffen wat ze aanrichten (terwijl zij natuurlijk wel dé sleutel zijn tot de oplossing), maar waarbij elke overige weldenkende derde partij wel degelijk goed kan zien wat een schade dit alles tot stand brengt en daarom dus beter meteen zou moeten worden gestopt.
Zeggen dat de betrokken advocaten dit niet zien, vind ik persoonlijk nogal denigrerend en beledigend voor een groep hoogopgeleide mensen waarvan je toch mag verwachten dat ze een goed ontwikkeld gezond verstand hebben.
Ik vrees dat het vaak meer een kwestie is van niet willen zien, waarbij het echt geen gewaagde uitspraak is (een understatement van een understatement) om te veronderstellen dat de factor geld een grote rol van betekenis speelt. Hoe meer rechtszaken, hoe meer geld in het laatje van de betrokken advocaten komt tenslotte.
Eigenlijk valt het allemaal heel simpel samen te vatten: vechtscheidingen kennen niet alleen maar verliezers. De advocaten zijn de grote winnaars...
 

Een steeds harder wordende strijd is nooit in het belang van de kinderen

Bovendien behoudt een advocaat altijd de geruststellende gedachte dat hij zich ten alle tijden kan verschuilen achter de o zo fijne regels van zijn beroep: een advocaat moet altijd handelen in het belang van zijn cliënt.
We vergeten hierbij maar even voor het gemak dat als je even doordenkt je ook kunt bedenken dat een steeds harder wordende strijd tussen de ouders nooit in het belang van de kinderen is en dus automatisch ook nooit in het belang van de cliënt van de advocaat.
Ook bij vechtscheidingszaken draait het dus wederom niet om rechtvaardigheid, maar om het winnen, om de ego’s van de “betrokken” ouders en ook die van de advocaten met hun vette salaris.
Ik durf hier gerust te stellen dat als vechtscheidingen uitlopen op persoonlijke drama’s ook de betrokken advocaten zich wel eens achter de oren mogen krabben over hun rol en verantwoordelijkheid in dit geheel. Waarbij ik echter wel wil benadrukken dat (bei)de ouders natuurlijk altijd in de eerste plaats hoofdverantwoordelijk zijn en blijven.
 

Iets structureels mis met de rechtspraak

Mijn conclusie uit mijn eerdere columns dat er iets structureels mis is met de rechtspraak blijft in stand: in mijn ogen zou iedereen in de juridische wereld rechtvaardigheid als ultiem einddoel moeten hebben.
Natuurlijk hebben rechters, openbare aanklagers en advocaten ieder hun eigen invalshoek (waarbij de advocaten uiteraard moeten opkomen voor de belangen van hun cliënten) en dat is ook noodzakelijk. Maar mijn voorstel zou zijn om te komen tot een constructie waarbij zij gezamenlijk moeten streven naar hetzelfde einddoel: het tot stand brengen van rechtvaardige uitspraken waar de maatschappij het meest bij gebaat is.
 
Mijn God, wat ben ik blij dat mijn ex en ik onze scheiding destijds zonder advocaat geregeld hebben…
 


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.




96. Rechtvaardigheid moet de weg wijzen! (1/2)

DE VERDEDIGING VAN ROBERT M. - TAALGEBRUIK JURISTEN

 

Reactie lezer

Onderstaande reactie ontving ik een paar weken geleden van een lezer na mijn column over de verdediging van Robert M. 
 
“Dag Tonko,
 
Meestal vind ik je columns goed doordacht en dito geschreven. Ik geloof echter dat je hier een steekje laat vallen. De reputatie van de Ankers is die van een gewetensvol kantoor en in mijn beleving kwam dat ook naar voren in de film. Maar dat is beeldvorming zul je zeggen.

Wat je onderwaardeert zijn twee belangrijke systeemelementen in de rechtsstaat:

1. Tegenover alle machts-, recherche-, en aanklaagmiddelen van de gemeenschap, heeft de verdachte recht op hulp en bijstand, de advocaat. Wat die doet is de verdediging voeren zoals de verdachte zijn belang ziet. Hij is letterlijk zijn woordvoerder, met gebruikmaking van juridische kennis. Moordenaars, verkrachters, oplichters - onverschillig de persoon of de aard van de zaak. Er zijn genoeg fouten van OM en rechtbanken in grote zaken naar voren gekomen, om het grote en principiële belang van die bijstand te waarderen.
 
2. Als advocaten om gewetensredenen zouden weigeren vormfouten in hun verdediging mee te nemen, zetten we de deur wagenwijd open voor verder machtsmisbruik door de instanties en overheden. Ja, de overheid mag namens ons allen iemand vervolgen, arresteren, onderzoeken. Maar als dat niet volgens veilige regels gaat, zijn we allemaal bedreigd. En de overheid eigent zich toch al steeds meer informatie- en opsporingsruimte toe.
 
Verdediging van de rechtsstaat is eigenlijk nog belangrijker dan een individuele straf. Mijns inziens was dat het standpunt van de Ankers. Terecht. In ons aller belang.”

 
Bedankt lezer voor je reactie en ik wil op mijn beurt hier graag op ingaan.
 

Nazi-rechter Roland Freisler: Sie sind ja ein schäbiger Lump!

Om misverstanden te voorkomen, benadruk ik hier - naar ik hoop onnodig - dat ik, net als ieder weldenkend mens, van mening ben dat iedereen recht heeft op een goede verdediging ongeacht de zwaarte van zijn begane misdaad. Ik vind het zelfs één van de belangrijkste pijlers van een beschaving die haar onderscheidt van bijvoorbeeld een dictatuur.
Waarbij ik even moet denken aan de actiebeelden van de beruchte Duitse nazi-rechter Roland Freisler die gedurende de Tweede Wereldoorlog voor het gemak de rol van rechter en openbaar aanklager combineerde op een manier die je het gevoel gaf alsof je naar een driftkikker uit een Laurel en Hardy-filmpje zat te kijken.
Helaas voor de verdachten was het de bittere waarheid. Verdacht waren ze overigens al lang niet meer op het moment dat ze Freisler’s rechtszaal betraden. Freisler vernederde ze, schold ze de huid vol (“Sie sind ja ein schäbiger Lump!” = armzalige schoft) en maakte hen duidelijk dat hij tegen zulke “verträter” geen wetboek nodig had, want Hij was de Wet. Het mag niet verbazen dat de tierende Hitler-imitator Freisler tijdens zijn showprocessen 90% van de verdachten ter dood veroordeelde (ongeveer 2600 personen) of levenslang gaf. 
 

Medelijden met een pedofiel

Waarschijnlijk zullen er een hoop PVV-stemmers zijn die Robert M. een Freisler-achtige rechter hadden gegund. Ik niet.
Ook Robert M. is een mens en verdient als ieder ander een goede verdediging. Daar komt nog bij dat ik ook nog iets van medelijden kan voelen voor een pedofiel die worstelt met zijn pedofiele gevoelens, maar die niet de kracht en het gezonde verstand heeft om daar in de praktijk richting onschuldige kinderen niets mee te doen.
In mijn ogen heeft deze man dubbele pech: én hij wijkt op een pijnlijk punt genetisch af van een gemiddeld persoon én zijn kwade genen (om het maar zo te zeggen) zijn tijdens zijn opvoeding niet “uit” gebleven maar juist op de een of andere manier getriggerd en “aan” gezet met alle kwalijke gevolgen van dien. 
 

Een goed functionerend "Checks and balances"-systeem

Natuurlijk moet er binnen de rechtspraak van een beschaafd land een goed functionerend “checks and balances”-systeem werkzaam zijn waarin men elkaar controleert op fouten en waarmee machtsmisbruik wordt voorkomen. Als dat er niet is, wordt de deur inderdaad wijd open gezet voor misbruik en is het eind zoek.
Maar desalniettemin ben en blijf ik van mening dat alles binnen de rechtspraak altijd ondergeschikt dient te zijn aan wat in mijn ogen het allerbelangrijkste is: rechtvaardigheid. Het verdedigen van de rechtsstaat beschouw ik zelf dan ook vooral als het verdedigen van de rechtvaardigheid waar zij voor staat. Een rechtvaardigheid die volgens mij iedereen (op sommige verdachten na dan) graag wil terugzien in de individuele straffen die uiteindelijk worden uitgedeeld. 
 

Doodergeren aan continu verschuilen achter regels

Ik vind het jammer dat Matthijs van Nieuwkerk die avond de advocaten niet de volgende vraag voorlegde: “Wat is kijkend naar de verdachte het belangrijkst in de rechtspraak: dat hij koste wat het kost een zo laag mogelijke straf krijgt (inclusief vrijspraak) of dat hij een straf krijgt die rechtvaardig is en past bij zijn begane misdaad?” Waarbij Van Nieuwkerk dan wel even had moeten benadrukken dat er maar één keuze mogelijk was en een gelikt advocatenantwoord (waarmee geen antwoord wordt gegeven op de vraag) niet was toegestaan.
Hoe goed de reputatie van het advocatenkantoor van de Ankers ook mag zijn en hoe gewetensvol ze voor hun gevoel ook mogen handelen, ergerde ik me in de documentaire vooral dood aan die advocatenmentaliteit van je continu maar verschuilen achter de regels. Ik heb het niet zo op volgzame mensen die overal maar klakkeloos de regeltjes volgen en zich er steeds – en zeker als het ze uitkomt - achter verschuilen zonder dat ze een keer kritisch (willen) kijken of die regels eigenlijk (nog) wel deugen of dat ze misschien juist afleiden van de kern waar het om draait. En zeker in dat hele conservatieve wereldje van de juristen vrees ik dat het stikt van dit soort mensen.
 

Ingewikkelde taal kost de economie heel veel geld

Zo heb ik bijvoorbeeld ook nooit een jurist op zien staan om voor te stellen om dat vreselijke hoogdravende en ouderwetse taalgebruik nou eindelijk eens voorgoed uit de juridische wereld te verbannen en te vervangen door een normale, klantvriendelijke en efficiënte variant.
Elke keer als ik weer eens een juridisch document onder ogen krijg, ga ik over mijn nek van al die deftige interessantdoenerij. Ik ben hoogopgeleid en begrijp (uiteindelijk) wel wat er staat, maar ik ben ook slim genoeg om te begrijpen dat je twee vliegen in één klap kunt slaan door gewoon goed leesbaar taalgebruik te gebruiken: én je bent veel minder woorden/papier/mails/tijd/geld kwijt én het is voor iedereen veel makkelijker en sneller te begrijpen.
Pikant detail is dat ik in het Tijdschrift over taal en taalbeleid las dat de kredietcrisis in de Verenigde Staten, waar alle ellende van de economische crisis in feite is begonnen, er met begrijpelijke taal nooit zou zijn geweest. In dat geval hadden de Amerikaanse hypotheeknemers en riskmanagers namelijk beter begrepen welke risico’s ze dreigden te lopen. Conclusie: ingewikkelde taal kost de economie gewoon ontzettend veel geld. Iets om over na te denken…
 

Ben je daarvoor advocaat geworden?

Dat nog geen jurist zich hiervoor heeft gemeld, verbaast mij dan ook niet. Zo’n verandering is niet bepaald in zijn belang. Ik schat dat als het huidige juridische taalgebruik plaats moet maken voor een klantvriendelijke variant de tijd die juristen aan zaken besteden minimaal wordt gehalveerd. En we weten allemaal hoe goed de uitspraak “Tijd is geld” nou juist voor (klanten van) juristen van toepassing is…
Terugkomend op de zaak van Robert M.: denk toch na, neem een keer afstand en bekijk het geheel eens vanuit een andere positie, liefst zo ver mogelijk van de bekende doos/box.
Wil je oprecht meewerken aan het vrij krijgen van een schuldige misdadiger alleen maar omdat het bewijs niet helemaal volgens de regels is verkregen? En als je antwoord hierop is dat je als advocaat niet anders kan, vraag je je dan niet bij jezelf af waar je in godsnaam mee bezig bent? Ik zou het naar mezelf in elk geval niet kunnen verantwoorden als ik op deze wijze een schuldige pedofiel vrij zou krijgen met als risico dat hij zich straks opnieuw aan baby’s en peuters gaat vergrijpen. Ben je daarvoor advocaat geworden? Om als puntje bij paaltje komt en de rechtvaardigheid op de stoep staat, de deur voor zijn voeten dicht te slaan en je je veilig terug te trekken en te verschuilen achter de regeltjes van de advocaat?
 
Een vormfout moet niet de richting bepalen waarheen een rechtszaak gaat, rechtvaardigheid moet de weg wijzen. Punt.
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
 

Roland Freisler (foto: internet
 

maandag 7 oktober 2013

95. Dé ultieme kick voor een advocaat

Actualiteit - Rechtspraak en (On)Rechtvaardigheid - Waarheid




De verdediging van Robert M.

Ik vermoed dat Matthijs van Nieuwkerk mijn column over Gerard Spong (zie column 85) gelezen heeft nadat de beroemde advocaat eind mei bij hem in DWDD te gast was om te praten over zijn boek “De Breuk”. Het zou zomaar kunnen, want wie “Column Gerard Spong” intikt op internet, komt snel terecht bij een van mijn meest gelezen columns van mijn weblog.
In elk geval had Van Nieuwkerk opnieuw een advocaat te gast of beter gezegd twee advocaten: Wim Anker en Tjalling van der Goot. Aanleiding was de documentaire “De Verdediging van Robert M.” die later op dezelfde avond werd uitgezonden. Anker en Van der Goot hebben de afgelopen jaren de verdediging gevoerd van Robert M., de man die meer dan tachtig baby’s en peuters heeft misbruikt en daarvoor uiteindelijk werd veroordeeld tot negentien jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging.
 

Behoorlijk kritisch

Waar Van Nieuwkerk destijds vol ontzag en bewondering tegenover Gerard Spong zat, was hij dit keer voor zijn doen behoorlijk kritisch al had hij er wat mij betreft nog wel een schepje bovenop mogen doen.
Zo zei Van Nieuwkerk op een gegeven moment “… en toch keur ik dat niet af…” waar ik graag zou hebben gezien dat hij de ballen had gehad om het juist wél hardop af te keuren. Waarbij ik er dan voor het gemak maar even van uitga dat dat eigenlijk was wat Van Nieuwkerks écht voelde, maar wat hij niet durfde uit te spreken omdat hij zich veilig wilde beperken tot datgene waar hij het best in is: het voeren van onderhoudende gesprekken met leuke, tevreden gasten.
 

Vormfoutje

Centraal in de documentaire staat het spanningsveld tussen de letter van de wet aan de ene kant en rechtvaardigheid aan de andere kant. Hierbij draait het om de vraag wat je als advocaat moet doen als je een pedofiel als cliënt hebt die heeft bekend tientallen baby’s en peuters te hebben misbruikt en je bovendien ook weet dat hij schuldig is. Eenvoudigweg omdat je zelf de video-opnamen ervan hebt gezien, maar waarbij je ook weet dat het openbaar ministerie onrechtmatig aan deze banden is gekomen en je op basis daarvan bij de rechter om vrijspraak voor je cliënt zou kunnen vragen.
Het mag niet verbazen dat de twee advocaten in deze zaak ervoor kozen om laatst genoemd verweer - overigens zonder succes - aan de rechter op te voeren.
Het viel Van Nieuwkerk te prijzen dat hij tegenover de advocaten zich hardop afvroeg of het niet brutaal was om in deze zaak op basis van een “vormfoutje” om vrijspraak te vragen voor hun cliënt.
Maar zoals je kunt verwachten van advocaten kwamen ze met gelikte antwoorden als: “Een van de taken van een advocaat is om te kijken of het proces op een rechtmatige werkwijze is uitgevoerd en of de betrokken partijen zich hierbij aan de wet hebben gehouden”; “Wij moeten de rechter wijzen op gemaakte fouten, dat is onze taak en plicht en zo doen we dat in alle zaken” etc.
Op de vraag van Van Nieuwkerk wat er nou zou zijn gebeurd als Robert M. hierdoor was vrijgekomen, antwoordden de twee dat dat een deel van hun vak is waar ze achter staan en “we vinden dat we dat moeten doen”. Ondanks dat ze het niet hardop zeiden, kwam het er eigenlijk op neer dat in dat geval de verantwoordelijkheid of schuld voor de uitspraak geheel bij de rechter lag en niet bij hun.
 

Er is iets grondig mis met onze rechtspraak

Zoals ik al schreef in mijn column over Gerard Spong (klik hier) is er naar mijn mening iets grondig mis met onze rechtspraak in het algemeen. Uitgangspunt van rechtspraak zou ten alle tijden moeten zijn dat we de mensen die een misdaad hebben begaan op basis van zoveel mogelijk feiten (waarheidsvinding) een rechtvaardige straf geven die passend is bij wat ze hebben misdaan. Een ieder die in de juridische wereld werkt en die het hier niet mee eens is, heeft er naar mijn mening niets te zoeken.
In mijn “ideale”rechtstaat zouden zowel openbare aanklagers als advocaten moeten streven naar hetzelfde doe (zie het hierboven genoemde uitgangspunt) waarbij de een zich richt op het aanklagen van de verdachte en de ander zich bezighoudt met de verdediging. 
 

De kick van het vrij krijgen van een guilty-as-hell verdachte

Dat de heren Anker en Van der Goot wederom het beeld bevestigen dat advocaten goed moeten kunnen liegen, stoort mij het meest.
Stel je nou eens voor dat de heren door een vloek zouden zijn gedwongen om tijdens dit interview alleen maar de waarheid te spreken in plaats van er zo omzichtig omheen te draaien. Man, wat zou dat grappig zijn geweest.
Dan zouden ze ongetwijfeld iets hebben geroepen in de richting van: “Matthijs beste vent, tussen jou en ons gezegd interesseert ons de term rechtvaardigheid helemaal niets. Daar zijn we helemaal niet mee bezig. Wij zien zo’n zaak gewoon als een enorme uitdaging maar vooral in de eerste plaats als een spel dat we koste wat het kost willen winnen en laten we eerlijk zijn: wat is er nou mooier dan het vrij krijgen van een verdachte die “guilty as hell” is? Besef wel dat dát voor een advocaat de ultieme kick is Matthijs! Je cliënt is blij, wij zijn blij en iedereen om ons heen vindt ons fantastische advocaten en kijkt, net als jij, huizenhoog tegen ons op waardoor we nóg meer geweldige opdrachten krijgen van nóg grotere boeven en we nóg meer geld kunnen verdienen. Kortom Matthijs, wat denk je zelf: doen we dit werk uit idealisme of handelen we puur vanuit ons ego? Voor de kick, voor het geld!”

Ik hoop dat Matthijs van Nieuwkerk ook deze column leest en hij er inspiratie uit put voor zijn volgende gast-advocaat. Ditmaal verwacht ik een knock-out.




Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.