dinsdag 31 december 2013

108. Diepzinnige gesprekken tussen seks door

Privé - Vriendschap/Liefde - Plato

 

Romantisch droombeeld

Met dank aan een Amerikaanse dominee  kondigde ik kort geleden (column 99) aan dat ik mij voorgenomen had om de romanticus in me te temperen en voor 2014 geen verwachtingen meer te hebben. Slechts een paar weken later betrapte ik me alweer op een romantisch droombeeld dat ik juist kosten wat het kost wilde zien te vermijden.
Zoals Marco Borsato ooit zong zijn de meeste dromen bedrog. Al vervolgde hij het lied dan wel romantisch met “Maar als ik wakker word naast jou dan droom ik nog (...) Je bent een droom die naast me ligt… etc.” Ik weet niet hoe Marco nu naast vrouwlief Leontine wakker wordt, maar na al die huwelijksjaren denkt hij misschien wel van Jezus, ik wou dat ik nog sliep.
Het romantische beeld ontstond toen ik bij een goede vriendin was en zij mij vertelde dat ze verliefd was geworden op een man die ze nog maar net had ontmoet, maar waarmee ze op de een of andere vreemde manier een enorme klik voelde.
Nou klinkt dat voor veel mensen misschien niet heel bijzonder, ware het niet dat deze vriendin net als ik zelden tot nooit verliefd wordt. Een vriendin, midden veertig, die vanuit het niets opeens geconfronteerd wordt met een verliefdheidsgevoel dat ze nog nooit eerder heeft ervaren, is natuurlijk prachtig nieuws. Niet alleen voor haar maar ook voor het geloof in de liefde in het algemeen. Voor het in slaap gevallen romantische engeltje op mijn schouder was het in elk geval reden om meteen wakker te worden en mij een “zie je nu wel dat het nog mogelijk is”-preek te geven.
 

De menselijke neiging om zo graag te willen geloven

Of het nou komt door mijn eigen scheiding, observaties van relaties om me heen of mijn interesse in wetenschappelijke onderzoeken₁ maakt niet uit, maar uit realiteitsbesef en zelfbescherming weet ik inmiddels dat ik er goed aan doe om de romanticus in me zoveel mogelijk in te dammen. Zoals de Amerikaanse dominee al terecht constateerde, leiden (te) hoge verwachtingen tot teleurstellingen en word je er alleen maar ongelukkig van. Toch is dat indammen makkelijker gezegd dan gedaan, want ik blijf van nature toch behoorlijk romantisch en idealistisch ingesteld.
Zelfs na mijn scheiding is mijn hoop nooit helemaal vervlogen dat ik op een dag iemand zal tegenkomen waarbij ik meteen voel dat zij “het is”. Waar ik deze hoop in hemelsnaam op baseer, weet ik ook niet. Nee, dat is niet waar. Ik lieg. Eigenlijk weet ik het maar al te goed. Ik baseer het op een menselijk trekje dat ik nota bene in meer van mijn columns expliciet heb vermeld en waartegen ik me zelfs afzet: de menselijke neiging, of moet ik zeggen zwakte, om zo graag te willen geloven.
De romanticus in me wil blijkbaar zo graag geloven dat daar ergens buiten die ene vrouw rondloopt die mijn "soulmate" is. Iets wat ik meteen voel als ik haar ontmoet en wat uiteraard geheel wederzijds is zucht...
De analytische wetenschapper in me is echter er heilig van overtuigd dat dit allemaal slechts “wishful thinking” is. Niet dat er op deze aarde geen vrouw kan bestaan die (bijna) perfect bij mij past, maar ik moet dan wel verdomd veel geluk hebben om die toevallig tegen het lijf te lopen. Voor hetzelfde geld loopt zij op dit moment ergens in het dunbevolktste land ter wereld, Groenland, ijs te krabben of zo.

Plato als grondlegger voor het bestaan van een soulmate

Tussendoor heb ik nog een leuk weetje over de grondlegger van het idee van het bestaan van een soulmate. Deze komt van de Griekse filosoof Plato die in zijn werk Symposium (± 385 v. Chr.) een dialoog schrijft over de liefde.
In Symposium laat Plato beroemde mannen uit en voor zijn tijd aan het woord over hun visie op de liefde. Een van hen is de beroemde Griekse schrijver Aristophenes die een mythe introduceert waarin hij stelt dat de eerste mensen op aarde bolvormige wezens waren met vier armen, vier benen en twee gezichten. Uit angst voor hun kracht splitste Zeus deze wezens echter in twee. En sindsdien zoekt elke helft zijn andere helft om weer heel en compleet te worden: de soulmate! Aristophenes beschrijft de liefde aldus als een verlangen naar eenheid.
 

Zoeken naar die ene soulmate

Als er van de honderd stellen tien tussen zitten die oprecht het gevoel hebben dat zij in de ander hun ware, hun soulmate hebben gevonden dan is dat veel. Voor alle duidelijkheid: dan praat ik dus over langdurige relaties, want al die schattige mensen die in de beginjaren van hun relatie de naïeve overtuiging hebben dat ze hun soulmate al hebben getroffen, geloof ik wel. Of geloof ik niet, beter gezegd.
Pas als al die stofjes die opborrelen bij verliefdheid na een aantal jaren helemaal uit het lichaam zijn verdwenen, kun je langzaam maar zeker gaan beoordelen of je met een echte soulmate te maken hebt of dat ook jij niet onder de conclusie uit kan dat je in een hele gemiddelde relatie bent terechtgekomen. Zo eentje dus waarvoor je gewoon hard moet werken om 'm in stand te houden.
Mocht ik besluiten om als romanticus door te gaan met zoeken naar die ene soulmate, dan kan ik er alvast rekening mee houden dat ik tot mijn dood tevergeefs zal blijven zoeken. In dat geval kan ik er natuurlijk altijd nog een mooie spirituele draai aan geven door te stellen dat de zoektocht naar de ware mooier is geweest dan haar te vinden. Albert Einstein zei ooit over de waarheid overigens precies hetzelfde.
 

Spirituele datingsite

Over spiritualiteit gesproken: als ik ooit die ware via een datingsite hoop te vinden dan zal dat op dit moment moeten gebeuren via een spirituele datingsite.
Ooit heb ik een paar datingsites uitgeprobeerd, maar daar ben ik al jaren geleden mee gestopt omdat ik het maar niets vond. Bij één site bleef ik echter ingeschreven staan en dat was nota bene een spirituele datingsite. Niet omdat ik spiritueel ben overigens (wat de trouwe lezer al vermoedt - zie columns 39 en 40), maar omdat het toch gratis was en de profielen vergeleken met andere datingsites veel uitgebreider waren en ik niet zo’n liefhebber ben van al die oppervlakkige datingsites waarop het profiel van een vrouw soms beperkt is tot de mededeling “leuke, spontane vrouw zoekt dito man om gezellige dingen mee te doen”.
Ik ken mijn ware (nog) niet, maar ik mag toch hopen dat als ze opeens opduikt ze iets meer te melden heeft dan dat. Ja, ik begrijp dat het oog ook wat wil, maar dat geldt minstens net zo goed voor mijn brein. Noem me veeleisend, maar tussen de seks door zou ik graag ook af en toe nog diepzinnige gesprekken willen voeren. 
 

De gemiddelde spirituele vrouw

In al die jaren heb ik maar een aantal keren gereageerd op een vrouw. Helaas voordat ik de speech van de Amerikaanse dominee gezien had waardoor ik nog heel naïef bepaalde verwachtingen had van de spirituele vrouw. Kijkend naar de profielen presenteert de gemiddelde spirituele vrouw zich als gevoelig, empathisch, lief, eerlijk, creatief en houdt ze van een open communicatie met haar partner. Vaak is “De Alchemist” van Paulo Coelho haar favoriete boek en “Le Fabuleux Destin d’Amélie Poutain” haar favoriete film. Allemaal prima, al haak ik eerlijk gezegd af als het te zweverig en occult wordt en ze bijvoorbeeld waarde hecht aan nonsens als astrologie, numerologie of reiki. Ik blijf daarvoor teveel het type wetenschapper en filosoof.
Dat ik een aantal keren besloot om te reageren op een vrouw kwam omdat ik in de combinatie van de getoonde foto’s en het profiel genoeg aantrekkingskracht en vooral overeenkomsten zag om de sprong te wagen. Nooit schreef ik daarbij een standaardberichtje. Altijd nam ik er ruim de tijd voor om te reageren op een aantal concrete punten uit haar profiel die mij aantrokken en altijd gebruikte ik daarbij en passant voorzichtig mijn humor om af te tasten of ze die begreep en, liefst, waardeerde.
Hoezeer ik me ook altijd voornam om relaxt en zonder enige verwachting de reactie van deze eerlijke, inlevende, gevoelige vrouwen af te wachten, was het toch altijd spannend. Zou ze op zo’n manier reageren dat je meteen voelde dat het klikte en dat de romanticus in me wel degelijk een reden tot bestaan bleek te hebben?

Helaas.
 

Meer empathie in mijn vinger dan zij in hun hele lichaam

Zoals wel vaker bleek ook hier de werkelijkheid minder mooi dan gepresenteerd en gehoopt. Over de vrouwen die keurig kort lieten weten dat ze om wat voor reden dan ook geen klik zagen, niets dan respect: that’s all in the game van de datingwereld en zo hoort het ook. Maar voor al die vrouwen die niet eens de moeite namen om iets terug te schrijven, heb ik geen goed woord over.
Wie in haar profiel eerlijk schrijft dat ze attentheid en inlevingsvermogen niet tot haar sterkste kwaliteiten rekent, mag niets van zich laten horen. Maar wie niet reageert op attente berichtjes en zich op haar profiel ondertussen wel presenteert als lieve, gevoelige en inlevende spirituele vrouw doet er goed aan om deze begrippen eens in het woordenboek op te zoeken alvorens ze te gebruiken. Ik heb meer empathie in mijn vinger dan zij in hun hele lichaam. Eén keer kon ik het niet laten en schreef ik zo’n zogenaamd lieve, integere, spirituele muts dat ze haar profiel moest aanpassen omdat het niet klopte. Uiteraard reageerde ze zoals verwacht: (opnieuw) niet.

Ontsnappen aan de werkelijkheid

Door mijn goede vriendin blijf ik echter de hoop op romantiek behouden. Misschien tegen beter weten in. Ook voor mijn goede vriendin geldt dat haar romantisch droombeeld helaas vooralsnog een droom blijft: haar prins op het witte paard zit al in een relatie. In een moeizame weliswaar, maar blijkbaar nog te waardevol om te laten schieten voor een of andere soulmate. Als het een (romantische) film was geweest, had ik wel geweten hoe die was afgelopen. Maar niet voor niets kijken we graag naar films om voor even te ontsnappen aan de werkelijkheid.
Hopelijk levert haar onbereikbare liefde in 2014 haar, en in één moeite door mij ook, alsnog het bewijs voor het bestaan van echte romantiek. Ik gun het mijn goede vriendin van harte.
Ze heeft het al heel lang erg moeilijk gehad met het feit dat ze altijd graag kinderen wilde, maar het er om diverse redenen niet van kwam. Waaronder dus vanwege het simpele feit dat zij de juiste partner maar niet wist te vinden. Haar hoop is nu gericht op adoptie, maar dat blijkt als alleenstaande vrouw niet bepaald een makkelijk traject.
Dat ze af en toe last heeft van dipfases kan ik goed begrijpen. Die heb ik zelf ook, wat ons als vrienden bindt en wat soms ook leidt tot grappige momenten. Zo gingen we ooit een keer onvoorbereid naar een filmhuisfilm waar de ellende aan alle kanten van het doek af droop (We Need to Talk about Kevin). Het ging over een depressieve moeder met een depressieve zoon die op een dag met een voor zijn verjaardag gekregen pijl en boog zijn vader, zus en een aantal kinderen op school doodschoot. "Echt een film voor ons", zei ik lachend. Zoals je bij 3D-films een 3D-brilletje bij de ingang krijgt, was bij deze film een stuk touw en een krukje op zijn plaats geweest.
Als echte romantiek bestaat, meldt de man van de geheimzinnige klik zich snel bij mijn goede vriendin. Het lijkt me wel wat: wakker worden na een mooie droom, naast je kijken en dan denken dat je nog droomt.
Maar of daar in mijn geval dan een lieve, gevoelige, spirituele vrouw ligt, betwijfel ik ten zeerste...
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

₁ De “opposites attract”-theorie klinkt bijvoorbeeld heel leuk, maar onderzoeken wijzen uit dat je voor een langdurige en harmonieuze relatie je toch echt op zoek moet naar iemand die op je lijkt.
Foto: Tonko
 

donderdag 26 december 2013

107. Lang leve de westerse beschaving!

Actualiteit - Moord en doodslag/Verkrachting - Goed/Kwaad

 


Misplaatst superioriteitsgevoel

De westerse beschaving is voor ons een begrip. Er bestaat ook een oosterse beschaving al zou het mij niet verbazen als ze in het oosten nog steeds opkijken tegen het westen en onze "beschaving". Bewust dan wel onbewust hebben veel van ons in het rijke westen een soort van superioriteitachtig gevoel over al die "minder beschaafde" landen ver weg van ons.
Kijkend naar alle internationale problemen op het gebied van bijvoorbeeld armoede, oorlog en politieke instabiliteit kunnen wij met een gerust hart constateren dat wij het gelukkig een stuk beter voor elkaar hebben. Ook het gevoel dat hoe armer een land is, hoe groter de natuurrampen zijn die het overkomt, is heel geruststellend. Wat boffen wij toch maar weer met onze westerse beschaving.
Dat het westen voor een groot deel medeverantwoordelijk is voor het in stand houden van deze scheve verhouding en ons superioriteitsgevoel dus eigenlijk hartstikke misplaatst en hypocriet is, vergeten we voor het gemak maar even. Als wij consumenten alle kennis zouden hebben over hoe we precies aan al onze mooie en goedkope producten komen dan zouden we ons al snel een stuk minder beschaafd voelen. Dan zien we namelijk opeens dat er een lineair verband is tussen hoe goed het met ons gaat en hoe slecht met de rest. Een manier bedenken waarop we het met z’n allen goed kunnen hebben op deze aarde is blijkbaar nog te hoog gegrepen voor de (egoïstische) mens.
 

Negatieve associaties met Afrika

Desalniettemin betrap ik mij soms ook op een gevoel dat ik blij ben dat ik in het westen woon, omdat het hier beschaafder is dan op veel andere plekken in de wereld. Zo las ik vorige week een klein berichtje dat ergens in Congo twintig mensen waren vermoord waaronder vrouwen en kinderen. “Drie meisjes waren verkracht en onthoofd.”  
Dat het hier gaat om een klein berichtje is veelzeggend. Dit soort praktijken komt helaas vaker voor in Afrika waardoor het blijkbaar amper het nieuws haalt. Hard om te zeggen maar dit “incident” past geheel in het rijtje van negatieve associaties dat ik helaas met Afrika heb: armoede, honger, dictators, kindsoldaten, burgeroorlogen, geweld, moordpartijen, machetes (met als dieptepunt de genocide in Rwanda in 1994).
Stel je eens voor dat ergens in Nederland drie meisjes worden verkracht en onthoofd. Ik denk niet dat dat als klein berichtje op pagina vier van de krant terecht komt. Integendeel, dat nieuws zal nog heel lang ons land beheersen. En terecht.
Ik kan niet ontkennen dat toen ik het bericht las er een woede over me heen kwam tegen die onbeschaafde wilden daar in Afrika die dit gedaan hebben. Natuurlijk kan men mij nu betichten van racisme, maar wie in deze tijd meisjes verkracht en onthoofdt is voor mij niets anders dan een primitieve wilde, en dan zeg ik het nog aardig. Of je nu uit Afrika komt - waar overigens de anatomisch moderne mens is ontstaan - of niet.
 

Barbaarse methode

Het meest cynisch aan dit alles is nog wel de constatering dat mijn verontwaardiging vooral voortkomt uit de barbaarse methode van onthoofding die hier is toegepast. Dat zowel in het westen als elders in de wereld regelmatig vrouwen en meisjes worden verkracht en vermoord, is blijkbaar niet genoeg reden voor een vergelijkbare hoeveelheid woede en verontwaardiging. Zelfs in een “beschaving” wordt ook “gewoon” gevochten, gemoord, verkracht, gestolen en bedrogen. Dat is inherent aan de mens en hoort dus ook tot vervelens toe in onze nieuwsberichten.
Hoe hypocriet de westerse beschaving ook mag zijn, ben ik toch blij dat ik leef in een werelddeel waarin we met elkaar van mening zijn dat de barbaarse tijd ver achter ons ligt waarin mensen nog werden onthoofd, geradbraakt, gekliefd, gevierendeeld, gekruisigd, gestenigd, gevild, gespietst en levend verbrand. Al verlang je er misschien stiekem naar terug op het moment dat men de daders van deze verschrikkelijke misdaad zou pakken. Wie zich als nabestaande op zo'n moment wijselijk weet te beheersen, is een bewonderenswaardig persoon zoals wijlen Nelson Mandela was.

Lang leve de westerse beschaving!



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


 

woensdag 25 december 2013

106. Tien keer liever verstandig dan koppig

Actualiteit en privé - Familie/Gezin - Scheiden 



Tien jaar dood in je eigen woning

Vlak voor Kerst vorig jaar schreef ik mijn kortste column (57) over de eenzame parachutist die negen dagen dood in een weiland had gelegen voordat hij toevallig door een paar jagers werd gevonden. Omdat het hier naar alle waarschijnlijkheid om zelfmoord ging en tot dat moment niemand de man blijkbaar had gemist, omschreef ik hem als een soort van symbool van onze steeds individualistischer wordende maatschappij.
Negen dagen onopgemerkt dood in een weiland liggen is één, maar tien jaar dood in je eigen woning liggen zonder dat er ook maar één haan naar kraait, is toch hele andere koek. Als die parachutist al een symbool genoemd mag worden, hoe moeten we de vrouw die een paar weken geleden werd gevonden na tien jaar dood in haar woning in Rotterdam te hebben gelegen dan wel niet omschrijven? Een levende legende lijkt me niet de juiste benaming, maar bijzonder (triest en eenzaam) is het wel.
Zoals te verwachten, lag er een enorme stapel post achter de voordeur van de vrouw. “Zelfs met een TV-gids waar Katja Schuurman nog op de cover stond”. Katja zal dit leuk vinden om te horen. Als ze al twijfel had over het verloop van haar carrière dan is deze opmerking wel de doodsteek. Misschien lag er ook nog een blad tussen waar PSV met de kampioensschaal, een trotse Lance Armstrong met zijn zeven gele truien of Theo van Gogh met zijn gast Antonie Kamerling de cover sierden.
De 84-jarige - toen ze dood gevonden werd - dan wel 74-jarige vrouw - toen ze moet zijn overleden - bleek in elk geval nog een dochter te hebben. Deze inmiddels 68-jarige dochter meldde zich even later met de mededeling dat ze een paar jaar geleden met Moederdag nog tevergeefs met een bosje bloemen voor haar moeders deur had gestaan. Ze bleek ondanks diverse toenaderingspogingen al twintig jaar geen contact meer met haar moeder te hebben. Haar moeder was van haar zwanger geraakt toen ze pas zestien was. “Ik was een ongewenst kind.”
 

Breuken binnen families eerder regel dan uitzondering

Zonder de details te (hoeven) kennen over hun relatie weet ik wel hoe ongelofelijk vaak het voorkomt dat directe familieleden onderling geen contact meer hebben. Of het nou gaat om broers en zussen die elkaar niet meer kunnen luchten of zien of om ouders en kinderen die elk contact met elkaar hebben verbroken, breuken binnen families lijken soms eerder regel dan uitzondering in deze wereld.
Reden ook waarom TV-programma’s als “Het Familiediner” (EO) zo succesvol kunnen bestaan. Het programma waarin mensen directe familieleden die onderling het contact hebben verbroken weer bij elkaar pogen te brengen.
Volgens mij zouden we schrikken als we statistieken zouden hebben over hoe vaak breuken binnen families voorkomen. Zelf heb ik regelmatig dit soort verhalen om me heen gehoord, tot aan mijn directe omgeving toe. Niet binnen mijn eigen familie overigens, maar die is zo klein dat er weinig aan valt te breken. Maar mijn ex-vrouw had bijvoorbeeld al voordat ik haar leerde kennen iets van vijftien jaar geen contact meer met haar vader, waardoor ik mijn schoonvader nooit heb gekend.
 

Schreeuwend om een assertiviteitscursus

Op een dag lag er een rouwkaart in de bus. Ik moest even goed kijken voordat ik besefte om wie het ging. “Ik heb slecht nieuws voor je, want je vader is overleden”, zei ik tegen mijn vrouw toen ze thuiskwam. Ze reageerde kort maar veelzeggend: “Ach, voor mij was hij toch al lang dood” en dat was het dan. Maar nee, natuurlijk was dat het niet.
In de twee jaar daarna ging het in ons huwelijk steeds slechter en kon ik voor mijn gevoel niets goed doen bij mijn vrouw, omdat ze in mijn beleving continu boos en chagrijnig was. Ik reageerde zoals de lieve Leonard uit de comedyserie The Big bang Theory ook zou doen: denken dat het aan jou ligt en proberen het beter te doen ook al weet je niet precies wat je nou eigenlijk fout doet. Ontzettend slap en soft en schreeuwend om een assertiviteitscursus kortom. Waarbij je dan ongetwijfeld het advies zou krijgen om je vrouw duidelijk te maken dat ze onmiddellijk moet stoppen met haar onredelijk gedrag en je niet zo behandeld wenst en verdient te worden.
Pas toen we waren gescheiden, liet ze ooit los dat haar kwaadheid begonnen was met de dood van haar vader. Ik voelde me dom, omdat ik dat verband nooit gezien had. De dood van haar vader had haar aan het denken gezet, zo ook over haar huwelijk en de scheiding was een van de gevolgen hiervan.
Niet dat ik nu mijn wijlen schoonvader onze scheiding verwijt noch mijn ex-schoonmoeder waarmee hij jarenlang in en buiten de rechtszaal een (v)echtscheiding uitvocht, want mijn ex-vrouw en ik pasten gewoon niet bij elkaar en dan is een scheiding vroeg of laat onvermijdelijk. Tenzij je er natuurlijk voor kiest om nog lang en ongelukkig bij elkaar te blijven, iets waar veel stellen door gewenning of angst ook voor kiezen. Bovendien had ik kunnen weten dat toen ik een kind van gescheiden ouders trouwde mijn eigen kans op een scheiding in een klap werd verdubbeld; een statistiek die helaas nu ook voor mijn kinderen zal gelden.
 

Pure koppigheid

Iemand met een verbroken relatie met een direct familielid maakt veel kans om de rest van zijn leven bewust dan wel onbewust een hoop verdriet, woede en frustratie met zich mee te dragen met alle ellende van dien.
We kunnen er lang of kort over praten, maar ik denk dat bij dit soort drama’s vooral één karaktereigenschap een groot deel van deze ellende veroorzaakt: koppigheid. Je kosten wat het kost willen blijven vasthouden aan je eigen gelijk en daardoor niet open staan voor het standpunt van de ander. En ook al heb je gelijk dan niet in het belang van de relatie bereid zijn om water bij de wijn doen en het los te laten, al is het alleen maar omdat dat het allemaal niet waard is.  
Koppigheid stond ook centraal in het familiedrama rondom mijn ex-vrouw. Ongetwijfeld zullen er mensen zijn die mij behalve eigenwijs ook koppig zullen noemen (wellicht door het verschil niet te kennen: zie column 4), maar mijn ex-vrouw heeft mij qua koppigheid altijd met speels gemak overtroffen. Niet dat ik hiermee een geheim verklap, want zij was de eerste die dit hardop erkende. Zo beweerde ze ooit dat als ze net als mijn zoon zich als kind zou hebben voorgenomen om uit pure koppigheid een paar jaar niet te praten, ze dit ook zou hebben gedaan en ik heb geen reden om haar niet te geloven (zie ook column 16).
Luisterend naar de verhalen over haar vader vrees ik dat hij op het gebied van koppigheid zijn dochter op zijn beurt weer de baas was. Wat ook meteen verklaart waarom een verzoening tussen die twee altijd is uitgebleven. Ondanks een paar dappere pogingen van mijn ex-vrouw waarin ze haar hand uitstak en ze moest constateren dat die steeds opnieuw hardhandig werd weg geduwd.
Het is dat “Het Familiediner” toen nog niet bestond anders had ik misschien serieus overwogen om het in te schakelen. Met als risico dat deze inmenging mijn scheiding een aantal jaren had vervroegd en ik nu een of twee kinderen minder had gehad.
 

Liever verstandig dan koppig

Als je als familieleden teveel op elkaar lijkt, kan dit onvermijdelijk tot botsingen leiden en zeker daar waarbij wederzijdse koppigheid in het spel is, is een breuk dan snel gemaakt.
Met mijn “geloof” in de grote rol van erfelijkheid en genen heb ik me wel eens afgevraagd of het risico op breuken bij mijn kinderen ook aanwezig zal zijn. Zeker in die fases waarin ze onderling vaak heftige ruzie hadden en ze duidelijk maakten totaal geen klik met elkaar te voelen.
Gelukkig is het aantal ruzies de afgelopen jaren behoorlijk afgenomen, wat mede komt doordat mijn zoons inmiddels pubers zijn geworden en meer hun eigen levens leiden en minder op elkaars lip zitten. Maar ik heb het onderwerp niet voor niets tegenover mijn kinderen wel eens ter sprake gebracht aan de hand van “Het familiediner”.
Dan gaf ik bijvoorbeeld aan dat ik het onbegrijpelijk en doodzonde vind als mensen blijven hangen in hun koppigheid waardoor bepaalde familiecontacten worden verbroken. Waarna ik de hoop uitsprak dat zij, ongeacht wat er gebeurt, wel altijd een goede familieband met elkaar zullen behouden.
Mijn kinderen weten ook dat mijn zus en ik elkaar vorig jaar een paar maanden niet hebben gesproken (wat meevalt als je bedenkt dat we elkaar hooguit eens per maand zien) na een onbenullige ruzie waar overigens, zoals altijd het geval is, dieperliggende gevoeligheden achter lagen. Maar ze weten ook dat ik al die tijd heus wel besefte dat het tijdelijk was. Om één simpele reden: ik ben tien keer liever verstandig dan koppig. Hoe gelijk ik in de ruzie met mijn zus “uiteraard” ook had…
Misschien lezen mijn kinderen deze column ooit in de toekomst een keer terug en schiet het ze te binnen dat ze hun broer of zusje weer eens moeten bellen na die laatste ruzie. Of bedenken ze opeens dat ze hun vader alweer tien jaar niet meer hebben gesproken en dat het hoog tijd wordt voor een bosje bloemen op Vaderdag...



Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.


Afbeelding: internet
 

dinsdag 24 december 2013

105. De dood, ik zal er nooit aan wennen...

Privé - De Dood - Dieren

 

Mijn favoriete kattenkoppel is niet meer

Met Kerst ben ik alleen, maar helaas wat “allener” dan verwacht. Na bedriegen is nu liegen ook dood (zie column 72). Ik heb mijn poes Ly begraven in het rijtje waar ook mijn vier eerder overleden katten liggen: Stan (1996), Dagobert en Simba (2009) en zusje Cheet (2013). Ik heb nu alleen nog Ollie en Dony over, die tot overmaat van ramp ook nog eens niet met elkaar overweg kunnen. Al komt dat vooral door de prikkelbare Ollie. Mijn favoriete kattenkoppel, de zachtaardige zusjes Cheet en Ly, is niet meer. Het leven is hard, maar de dood is nog altijd ietsje harder.
Vorige week was ik nog met Ly naar de dierenarts geweest. Ze was oud (zestien jaar), zwak en dun en had verschillende ouderdomskwaaltjes. Het bezoek aan de dierenarts had ik uitgesteld omdat ik al voelde aankomen wat de dierenarts zou gaan opperen: je kunt haar ook laten inslapen. Omdat Ly echter nog geen tekenen van lijden vertoonde en ze ondanks haar krakkemikkige toestand thuis nog steeds hartstikke lief liep te spinnen, ging ik met wat extra blikjes kattenvoer om aan te sterken weer naar huis. Misschien tegen beter weten in. Mijn ervaring met katten zei me al dat Ly niet lang meer te leven zou hebben.

Ly gaat maar één keer dood

Net als met haar zusje Cheet was het van de ene op de andere dag afgelopen. Zaterdag at ze nog gewoon en lag ze spinnend bij me op de bank; een dag later was ze op. Ze kon niet meer op haar pootjes staan, piepte heel zielig en wilde niet meer eten. Ik belde meteen de dierenarts waar ik gelukkig een uurtje later terecht kon. Omdat mijn kinderen bij mijn ex waren, belde ik hen ook op.
Alle drie hebben ze Ly hun hele leven meegemaakt dus kon ik wel op de nodige steun rekenen. Zeker van mijn dochter die net als ik van dieren houdt en dan met name van katten en tijgers. Mijn dochter wist echter nog niet of ze bij het moment van inslapen aanwezig wilde zijn; iets wat ze negen maanden geleden bij Cheet ook niet had aangekund. Ondanks dat mijn tweede zoon niet zoveel met dieren heeft, voelde hij de plicht om ook mee te gaan.
Mijn oudste zoon liet echter weten dat hij liever even wilde gaan sporten, want ik moest wel beseffen hoe belangrijk dat voor hem was. Mijn opmerking dat Ly maar één keer dood gaat in haar leven en hij nog genoeg kon sporten, mocht niet baten. Ondanks dat ik besef dat ik hier met een puber(reactie) te maken heb, deed zijn reactie me erg denken aan die van zijn moeder een paar jaar geleden.
 

Denken aan een assertiviteitscursus

Mijn vader was net als Ly oud, krakkemikkig en dement (Ly poepte de laatste weken in huis, net als Cheet aan het eind van haar leven) en ik werd op een zaterdagochtend vroeg door mijn zus gebeld dat mijn vader in de nacht opnieuw een beroerte had gehad en hij met spoed naar het ziekenhuis was gebracht.
Mijn vader had al een paar keer eerder een beroerte gehad en omdat we natuurlijk niet wisten wanneer het echt afgelopen was, wilde ik er zo snel mogelijk heen. Omdat de kinderen bij mij waren, belde ik mijn ex om de situatie uit te leggen en te vragen of zij de kinderen kon opvangen zodat ik naar het ziekenhuis kon gaan. Mijn ex reageerde nuchter als altijd door te zeggen dat ze in de ochtend eerst nog een uurtje wilde sporten en dat ik de kinderen daarna naar haar kon brengen.
Omdat ik toen al wel zat te denken aan een assertiviteitscursus maar ik - niet gek natuurlijk - nog niet zo assertief was geweest om me er ook echt voor op te geven, hing ik op voordat ik goed en wel besefte wat er net was gebeurd. Toen ik een paar uur later dan eindelijk naar het ziekenhuis reed, kwamen mijn gevoelens van assertiviteit en boosheid opeens op als mosterd na de maaltijd. Net als  dat er een dag na een vervelende opmerking van iemand je opeens een “ad rem” antwoord te binnen schiet. Met mijn sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel realiseerde ik me maar al te goed dat als dit andersom zou zijn gebeurd, ik tegen mijn ex had gezegd dat ze meteen moest gaan en dat ze zich over de kinderen geen zorgen hoefde te maken omdat ik er aan kwam.
 

Meer kwaad in de mens

Heel zielig was te zien hoe Ly bij de dierenarts weer begon te spinnen waardoor ik haast de neiging kreeg om te spreken van een vergissing en haar snel weer mee naar huis te nemen. Maar Ly was op, ze kon niet meer staan en dus restte ons niets anders dan afscheid van haar te nemen.
Ging mijn “Ach Gossie” bij de dood van Nelson Mandelan nog gepaard met wat tranen in mijn ogen, bij Ly’s heengaan moest ik net als mijn dochter gewoon huilen. Wat tevens het verschil aangeeft tussen het overlijden van een oude wijze doch onbekende man op tienduizend kilometer afstand en het overlijden van je eigen vertrouwde poes.
Later had ik het met mijn kinderen nog over dit soort verschillen. Ik vertelde ze dat ik als kind meer moest huilen toen mijn kat overleed dan toen mijn oma dood ging en dat dat niet vreemd is of iets om je over te schamen. Je kat is elke dag bij je thuis terwijl je je oma of opa maar eens in de zoveel tijd ziet en dat is toch een groot verschil. Bovendien kun je van een dier net zoveel houden als van een mens. Ik kan me ook best iets voorstellen bij mensen die meer van dieren houden dan van soortgenoten in die zin dat veel dieren trouwer en liever zijn en ze niet doen aan bijvoorbeeld liegen, bedriegen en hypocriet gedrag. De vraag of dat ook zou gelden als we met de dieren konden communiceren, is uiteraard een interessante. Maar dat er meer kwaad zit in de mens dan in welk ander dier ook staat voor mij als een paal boven water. Ik heb altijd al een zwak voor de (kwetsbare) dieren op aarde gehad wat ook mede verklaart waarom ik al heel lang vegetariër ben.
 

Wat gebeurt er na onze dood?

De dood, ik zal er nooit aan wennen. Ik kan er uren over nadenken. Zo erg zelfs dat ik me er oprecht over kan verbazen dat iedereen op deze aarde maar zo druk bezig is met al die triviale dingen terwijl er al die tijd zo’n enorm groot mysterie boven ons hoofd zweeft waar niemand enig benul van heeft: wat gebeurt er na onze dood?
Hoe intelligent wij ook zijn en hoeveel genieën wij ook nog mogen voortbrengen, zal deze vraag (naar alle waarschijnlijkheid) altijd onbeantwoord blijven voor de levenden. In dat opzicht heb ik iets van de filosoof in me waar Theo Maassen ooit over zei: “Filosofen zijn mensen die de hele dag nadenken over de zin van het leven. Ik weet niet wat de zin van het leven is, maar volgens mij in elk geval niet iets om de hele dag over na te lopen denken.” Ik snap Theo helemaal, maar dat zit in je of niet.
Mijn God, wat ben ik jaloers op overtuigde gelovigen die denken dat ze hun geliefden straks weer gaan terugzien. Ik wou dat ik zo was. Maar mijn analytisch vermogen en rationaliteit voorkomen dat helaas. Ik vrees echter dat ik gelijk heb dat ik geen van mijn overleden geliefden, mens of kat, ooit nog zal terugzien. Maar God, wat hoop ik dat ik het mis heb. Eén ding weet ik zeker: als er een hemel is dan liggen Cheet en Ly daar nu ergens heerlijk op een wolk te slapen…
 


Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Ly (foto: Tonko)
 

zondag 15 december 2013

104. "Anger? I've seen him in a rage!"

NELSON MANDELA - ZELFBEHEERSING - WIJSHEID - BJÖRN BORG

 


Nelson Mandela overleden

“Ach gossie” was mijn eerste reactie toen ik hoorde dat Nelson Mandela was overleden. Ik kon gemakkelijk huilen, maar beheerste me toch maar om het beperkt te houden tot wat tranen in mijn ogen. Wat me overigens meteen brengt tot een van de grootste kwaliteiten van Mandela, maar daar kom ik op terug.
Natuurlijk zou ik deze column geheel kunnen wijden aan lofuitingen aan deze bijzondere man waarbij alle superlatieven tekort zouden schieten. Maar dat doe ik niet. Niet omdat ik dat niet zou kunnen of omdat Mandela dat niet zou verdienen, maar gewoon omdat bewonderen niet mijn ding is (
zie column 7).
Al schreef ik in deze column ook dat als ik dan toch ooit één iemand als mijn held zou moeten aanwijzen het dan - cliché of niet - Mandela zou zijn. Hiervoor is één simpele reden: Mandela is veruit de meest wijze persoon die ik ken uit mijn tijd. Als het om wijsheid gaat, ken ik niemand die ook maar enigszins in zijn buurt komt.

Persoonlijke definitie wijsheid

Voor mij is wijsheid het ultieme niveau dat je als mens kunt bereiken. Dat ontstijgt alles. Mensen kunnen alle succes, roem, geld, status, en macht van de wereld hebben, maar dat doet mij helemaal niets. Wijsheid staat daar ver boven.
Intelligentie daarentegen kan mij wel boeien. En zeker als het gaat om (zeer) hoge intelligentie. Al is ook intelligentie uiteindelijk maar een relatief begrip dat zijn beperkingen heeft en aldus lang niet altijd zo interessant is als het lijkt. Om te beginnen zijn er al veel verschillende soorten intelligentie: cognitieve, sociale, emotionele, creatieve, praktische etc. Daarnaast bestaan er in deze wereld "briljante" mensen die voor een standaard IQ-test weliswaar super hoog zullen scoren maar die tegelijk op het gebied van rationele intelligentie (= logische weloverwogen beslissingen nemen op basis van redenering en feiten) juist weer laag scoren, waardoor ze bijvoorbeeld allerlei idiote complottheorieën kunnen aanhangen die kant noch wal raken (zie column 93). Iets wat een wijs persoon nooit zal doen. 
Samengevat kun je denk ik stellen dat alhoewel een algemene hoge intelligentie wel een voorwaarde voor wijsheid is, dat wijsheid veel verder gaat dan dat. 
Natuurlijk rijst hierbij de vraag wat wijsheid dan eigenlijk precies is. “Wijs” is nou typisch zo’n woord waar iedereen wel een beeld bij heeft, maar waar niet snel een consensus over zal bestaan, vermoed ik. Volgens de Van Dale betekent het: “verstandig, door ervaring geleerd”.
Mijn persoonlijke definitie van wijsheid gaat verder en luidt als volgt: “eventueel (ik houd er ergens voorzichtig rekening mee dat iemand van nature heel wijs kan zijn) mede door ervaring opgedane intelligentie waarmee iemand in staat is om objectief en los van het ego naar de wereld te kijken en op basis van redenering en feiten tot verstandige inzichten en beslissingen te komen.”
 

Uiterst domme opmerking

Deze kwaliteit is maar zeer weinigen gegeven en dan vooral omdat er behalve een objectieve ook een los van het ego staande kijk voor is vereist. Om deze reden vond ik het ook een uiterst domme opmerking van cabaretier Hans Dorrestijn om tijdens de uitzending van Pauw&Witteman op donderdag 5 december president Obama te omschrijven als een soort opvolger van Nelson Mandela. Wie die mening is toegedaan, begrijpt er werkelijk helemaal niets van.
Behalve dat Obama en Mandela beiden een donkere huidskleur hebben en leiders van hun land zijn (geweest), zie ik weinig overeenkomsten. Ik ben haast geneigd om deze opmerking van Dorrestijn te omschrijven met het in deze tijd o zo populaire woord “racistisch”, maar positief discriminerend is natuurlijk veel beter verwoord. Als Obama een blanke president zou zijn geweest, had Dorrestijn deze vergelijking tenslotte nooit gemaakt.
Kijkend naar het beleid waar Obama voor staat, zie ik echter allesbehalve een beleid dat de voor Mandela zo kenmerkende wijsheid en verzoening uitstraalt. Kijk alleen al naar de grote toename van drone-aanvallen onder Obama’s beleid en het aantal onschuldige burgers dat daarbij jaarlijks wordt gedood. Het enige doel dat hiermee wordt bereikt, is dat het een voedingsbodem creëert voor een nieuwe generatie van terroristen. Nou ja “enige” doel, er is natuurlijk een ander doel dat wel degelijk wordt gehaald: wraak. Als dat wijsheid is, was president Nixon zeker een van de voorgangers van Mandela...
 

Temperamentvolle en driftige kant

Wat ik bij Mandela fascinerend vind, is te achterhalen hoe deze man zo’n unieke persoonlijkheid is geworden. Ik heb daar wel mijn eigen eenvoudige theorie over.
Voorop staat bij mij dat Mandela van nature natuurlijk helemaal niet die lieve, zachtaardige, rustige, beheerste  man was waarvoor velen hem - zeker in de laatste fasen van zijn leven - aanzagen. Zo had ik Mandela wel eens van dichtbij willen meemaken vlak voor zijn gevangenschap in 1963 en vlak daarna in 1990. Namelijk in zijn rol van respectievelijk vrijheidsstrijder voor het ANC tijdens hun sabotageacties en van de man van zijn vrouw Winnie tijdens hun huwelijkscrisis die uiteindelijk uitmondde in een scheiding.
Zonder erbij aanwezig te zijn geweest, is het niet gewaagd te veronderstellen dat Mandela in beide situaties vaker dan eens ook zijn harde, temperamentvolle en driftige kant zal hebben getoond. Het zou mij in elk geval niet verbazen als er tijdens de ruzies tussen Nelson en Winnie de nodige borden zijn gesneuveld. En voor alle duidelijkheid: dan bedoel ik niet alleen door de felle Winnie.
 

Monumentale zelfbeheersing

Dat Nelson Mandela wel degelijk een driftige kant bezat, was ook te zien in de documentaire “De magie van Mandela” (2011) van Astrid Joosten waarin filmmaker Jo Menell een interessante anekdote over hem vertelt.
Voor zijn documentaire “Mandela” (1996) mocht Menell de levende legende acht maanden lang volgen met zijn camera en zo ook tijdens zijn voorbereiding op het in ontvangst nemen van de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo in 1993. Vlak voordat Mandela samen met de toenmalige Zuid-Afrikaanse president De Klerk de prijs in ontvangst zou nemen, ontving hij een telegram waarin een bewijs werd vermeld van iets wat Mandela al vermoedde. Namelijk dat de steeds ontkennende De Klerk wel degelijk afwist van het door zijn geheime dienst manipuleren van bloedige rellen in Zuid-Afrika.
 “Anger? I’ve seen him in a rage”, aldus Menell over Mandela. “His face went black and he stormed off into his bedroom and slammed the door.” Ondanks dat driftkikker Mandela als een dwars kind aankondigde niet naar de prijsuitreiking te zullen gaan, stond hij een uur later dankzij zijn “monumentale zelfbeheersing” alweer breed glimlachend naast De Klerk op het podium. Omdat dat nu eenmaal het beste voor de toekomst van Zuid-Afrika was. En dát noem ik dus wijsheid…
 

Net een sprookje

Het levensverhaal van Mandela is natuurlijk net een sprookje: van levenslang opgesloten terrorist tot president van Zuid-Afrika.
Het ironische aan dit verhaal is dat je achteraf kunt concluderen dat Mandela’s grootste tegenslag in de vorm van zijn veroordeling tot levenslange gevangenschap wellicht het beste is wat hem in zijn leven is overkomen. Ik zal niet zeggen dat zonder deze gebeurtenis het apartheidsregime in Zuid-Afrika nog zou hebben bestaan, maar het zou er zeker heel anders hebben kunnen uitzien.
De basis van de wijsheid van Mandela werd gelegd op Robbeneiland waar hij het merendeel van zijn 27 jaar durende gevangenschap vast zat. We weten dat Mandela zich daar intellectueel flink ontwikkelde door veel te lezen, waaronder het dagboek van Anne Frank. Bovendien nam hij er het verstandige besluit  om zich te gaan verdiepen in de geschiedenis van de Afrikaners (boeren); de blanke Afrikaanstalige heersende minderheid in Zuid-Afrika. Zo leerde hij hun taal en probeerde hij de mentaliteit van de Afrikaners te doorgronden.
 

A saint is a sinner who keeps on trying

Toch vermoed ik dat niet zozeer zijn intellectuele als wel zijn geestelijke ontwikkeling de grootste prestatie van Mandela is geweest op Robbeneiland. Vanuit een mooie combinatie van verstand en een sterk karakter en met behulp van dagelijkse meditatie wist Mandela in deze periode de innerlijke kracht naar boven te krijgen die noodzakelijk was om te komen tot zijn verstandige (wijze) inzichten: behoud onder alle omstandigheden je waardigheid, laat je niet leiden door haat en verbittering, wees altijd dankbaar en nederig, toon respect voor je tegenstanders, beheers je emoties wanneer de situatie erom vraagt etc.
De kunst van Mandela om zijn innerlijke woede als een volleerd acteur te verbergen achter zijn glimlach om een hoger doel te dienen, kan natuurlijk ook negatief worden uitgelegd. Als iedereen wijs zou zijn die zichzelf dagelijks inhoudt en toneel loopt te spelen dan zou het hier tenslotte stikken van de wijze mensen.
Maar er is één significant verschil: die mensen doen dat vanuit hun ego geheel uit eigen belang, terwijl Mandela zichzelf wegcijferde voor een hoger doel in de vorm van een meer rechtvaardige en vredelievende maatschappij. Empathisch, nederig en bescheiden als een ware held; dat onderscheidt een wijs man van een gewone sterveling.
Prachtige woorden, al zou Mandela de eerste zijn die ze zou relativeren: “A Saint is a sinner who keeps on trying.” Hem als held vereren, was wel het laatste wat Mandela wilde.
 

Hét geheim achter Mandela's zelfbeheersing

Mijn visie op (het bereiken van) wijsheid zal een schop tegen het zere been zijn van al die mensen die gevoel verkiezen boven verstand: wijsheid kun je alleen maar bereiken vanuit het verstand.
Een niveau halen waarin je in staat bent om geheel objectief en los van het ego naar zaken te kijken door puur en alleen uit te gaan van je gevoel en bijbehorende emoties is naar mijn mening onmogelijk. Ieder mens heeft tenslotte een ego. En ieder ego kan behalve gestreeld ook geprikkeld en uit zijn tent gelokt worden.
Alleen door jarenlange lichamelijke en (vooral) geestelijke training in zelfbeheersing zal een mens in staat zijn om dat ego op elk gewenst moment opzij te zetten ten faveure van het gezonde verstand. Wie daar 27 jaar gedisciplineerd de tijd voor neemt, kan een eind komen en dat zal dus ongetwijfeld hét geheim achter Mandela’s (monu)mentale zelfbeheersing zijn geweest.
 

De Zweedse tennisheld Björn Borg

De zelfbeheersing van Mandela doet me denken aan een verhaal op een heel ander niveau, namelijk dat van de Zweedse tennisheld uit de jaren zeventig Björn Borg.
Als jonge knul was ik fan van Borg. Wat vooral aansprak, was de rust die Borg uitstraalde in zijn spel. Of Borg voor of achter stond, kon je niet aan hem zien. Zonder enige emotie te tonen, won hij zijn potjes. Tegenpool en grote concurrent van Borg was de temperamentvolle driftkikker John McEnroe (VS) die uit respect voor Borg zich overigens nooit misdroeg als ze tegen elkaar speelden. “Sommige mensen noemen mijn gedrag abnormaal, maar kijk eens naar Borg; dat gedrag noem ik pas echt abnormaal!”, aldus McEnroe. En natuurlijk had hij gelijk.
Zijn stoïcijnse gedrag leverde Borg de bijnaam “IceBorg” op (ijsberg). Ooit las ik in een interview met Borg dat hij niet altijd zo was geweest. Als jonge knul was Borg zelfs een enorme driftkikker die regelmatig vloekte en met zijn rackets smeet. Pikant detail is dat precies hetzelfde geldt voor de huidg tenniswereldtopper Roger Federer.
Op een dag besloot zijn tennisclub Borg voor zijn wangedrag een halfjaar te schorsen. Erger hadden ze de jonge Björn niet kunnen straffen, want tennis was alles voor hem. Toen Borg na een halfjaar terugkeerde, deed hij precies wat hij zich plechtig had voorgenomen: hij beheerste zich.
De rest is geschiedenis. De mensen die hem vol bewondering zo rustig bezig zagen op de tennisbaan beseften niet dat hij van binnen kookte van woede als hij een eenvoudige bal miste. Zijn coach Lennart Bergelin verklaarde ooit: “I think Björn's greatest victory was not the way he came to master his ground strokes, but the change he underwent, with terrible determination, to tame his passionate spirit.”
Hoe Borg was geworden als hij 27 jaar zou zijn geschorst, zullen we nooit weten. Maar om als IceBorg in een column te worden vergeleken met de grote wijze Madiba is ook niet mis natuurlijk. Hij zal er trots op zijn. 
Ik hoop dat mijn kinderen ooit ook een wijze man als Mandela als grote held kunnen gaan zien.
 
Ik doe mijn best…
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
 
Foto: internet

Foto: Tonko