dinsdag 30 juni 2015

201. COLUMN JEUGDSENTIMENT (DEEL 2, SLOT), TENNIS ALS UITLAATKLEP, PRIVÉ, PUBERS DIE HARDOP AANDACHT WEIGEREN, ZIJN VAAK DEZELFDE DIE ER IN STILTE HET MEEST BEHOEFTE AAN HEBBEN: Het Tennisfeestdilemma

JEUGDSENTIMENT - HET TENNISFEESTDILEMMA

 

Een typische nukkige puber

Dat mijn ouders erbij waren toen ik clubkampioen werd, was overigens bijzonder als je bedenkt dat zij nooit onderdeel waren geweest van mijn tennisleven. Als een typische nukkige puber die zich voor zijn ouders schaamt, wilde ik nooit dat zij kwamen kijken en daar hadden zij zich altijd braaf aan gehouden. Wat mij achteraf overigens bevreemdt. Nu ik inmiddels zelf vader ben, kan ik me niet voorstellen dat ik me daar veel van aan zou trekken. Ik wil tenslotte zoveel mogelijk betrokken zijn bij het leven van mijn kinderen en daar hoort het kijken naar hun sportwedstrijden vanzelfsprekend bij.
Al besef ik wel dat dat voor mij een stuk makkelijker is dan dat het voor mijn ouders was. Waar ik zelf een sportliefhebber ben, geldt dat allesbehalve voor de rest van mijn a-sportieve familie. Bovendien heb ik sportieve kinderen die het allemaal prima vinden als ik naar hun sportwedstrijden kom kijken. Dus dat ik vanuit mijn eigen jeugdfrustratie - pubers die hardop aandacht weigeren, zijn vaak dezelfde die er in stilte het meest behoefte aan hebben - al meer dan eens tegen mijn kinderen stoer heb geroepen dat ik met sportwedstrijden naar ze kom kijken of ze willen of niet, is wel heel makkelijk gezegd.
Gelukkig voelde ik me naar mijn ouders toe later wel schuldig over mijn puberale houding van toen waardoor ik ze uitnodigde om erbij te zijn als ik (hopelijk) eindelijk clubkampioen zou worden.
 

Steeds terugkerende droom

Na mijn afscheid van mijn tennisclub en jeugd gebeurde er iets wat met mijn sentimentele inslag te verwachten was: ik kreeg eens in de zoveel tijd steeds dezelfde terugkerende droom. In die droom, die tot op de dag van vandaag soms opduikt, wandel ik het laantje op richting mijn oude tennisclub alwaar ik mistroostig constateer dat alles is veranderd en ik vrijwel niets meer herken.
Hoe moeilijk droominterpretatie ook kan zijn, hoef je bepaald geen Sigmund Freud te zijn om van mijn droom chocola te kunnen maken.
Het laantje kun je zien als symbool voor het verloop van de tijd. Of - wat dramatischer gezegd - als de weg naar het einde, de dood, de hemel (?). Het nieuwe clubhuis in mijn droom (in plaats van het oude vertrouwde gebouw) staat voor het heden dat het verleden onomkeerbaar heeft afgesloten. Het maakt duidelijk dat “nothing lasts forever” of - opnieuw dramatischer geformuleerd - dat het leven vergankelijk is. De droom lijkt te suggereren dat ik iemand ben die moeite heeft met het verloop van de tijd, met het ouder worden en met het accepteren dat niets blijvend is; ik vrees dat dat allemaal klopt.


Depressieve buien

Creatieve en filosofische mensen blijken meer vatbaar te zijn voor melancholische en depressieve buien en ik geloof dat ik daarop geen uitzondering ben. Waar ik overigens zachtjes gezegd niet blij mee ben, aangezien het doodzonde is om te moeten constateren dat elke keer als ik tennis er continu door mijn hoofd heen gaat dat alles minder is geworden: de passie, de beleving, mijn niveau, de hoeveelheid tennismaatjes etc.
Genieten van tennis zoals vroeger zit er dan ook echt niet meer in. Met de weinige zelfkennis die ik toen had, wist ik als twintiger al dat dit in me zat en vertelde ik mijn tennismaatjes dat ik niet iemand was die tot mijn tachtigste door zou blijven tennissen. Op de dag dat ik merk dat het contrast met vroeger mij te groot is geworden, stop ik meteen. Dan wordt het tijd voor een nieuwe hobby; bridgen of zo.
 

Het tennisfeestdilemma

Het meeste wat ik aan tennis te danken heb, ligt denk ik op het sociale vlak. Zeker als ik terugkijk met de kennis die ik nu heb, begrijp ik meer van het sociale verkeer en van mijn rol hierin.
Het tennisfeestdilemma waar ik toen mee worstelde, is een dilemma waar ik tot op de dag van vandaag nog steeds mee worstel. In dit dilemma draait het om de keus tussen meegaan met de flow maar je er niet op je gemak voelen of je eraan onttrekken maar je daar (ook) niet gelukkig bij voelen. De interessante vraag hierbij is met welke keus je het best kunt leven.
Als er op de tennisclub een feest was, hoorde ik dat vanuit mijn bed. Zo dichtbij woonde ik. Bij het horen van de feestgeluiden kreeg ik altijd gemengde gevoelens: aan de ene kant zou ik erbij willen zijn omdat iedereen daar plezier had, maar aan de andere kant wist ik heel goed dat als ik erbij was, ik me niet op mijn gemak zou voelen met al die groepen mensen, de smalltalkgesprekken, het bier drinken en het gedans waar ik helemaal niets mee had. Uiteraard koos ik altijd voor de meest veilige weg: thuisblijven. Een keus die ik tot op de dag van vandaag ook meestal maak omdat ik ‘m de minst kwade of pijnlijke van de twee vind. Vaak is eenzaamheid in gezelschap erger dan als je alleen bent.
 

Veranderingen hebben ook voordelen

Gespannen liep ik na meer dan vijftien jaar het bekende laantje weer op in de hoop geen bekenden te treffen die me zouden confronteren met de goede oude tijd van toen. Dat viel honderd procent mee. Veranderingen hebben ook zo zijn voordelen. Het tennisledenbestand in Nederland is de laatste jaren enorm afgenomen. Daar waar vroeger op deze club overdag alle banen steevast bezet waren door dezelfde groepjes senioren was het er nu uitgestorven. Er was geen hond. Behalve dan de broer die me stond op te wachten. We hebben heel relaxed getennist en gepraat.
 
Misschien kom ik toch nog vaker terug.
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten