zondag 9 augustus 2015

206. COLUMN PUBERS, SCHOOLDROPOUTS, TOEKOMSTPERSPECTIEF HOOGBEGAAFDEN, HOOGBEGAAFD VS. HOOGINTELLIGENT, WIE WIL WETEN WIE HIJ IN DE KERN IS, MOET TERUGKEREN NAAR ZIJN VROEGE JEUGD, PRIVÉ (DEEL 2, SLOT): Écht slim zijn kun je alleen maar als je ook beseft dat je het bent

ONDERWERP: HOOGBEGAAFD VS. HOOGINTELLIGENT

 

Genieën met brilletjes

Om een paar redenen verbaasde het verhaal van de vader mij totaal niet. Ten eerste natuurlijk omdat mijn zoon de laatste jaren ook zeer ongemotiveerd op school bezig is en we al hadden vastgesteld dat hij diverse overeenkomsten vertoonde met zijn zoon. Ten tweede omdat ik inmiddels genoeg kennis over het onderwerp hoogbegaafdheid heb dat ik weet dat je onder hoogbegaafden dit soort verhalen veel vaker hoort.
Wie bij hoogbegaafde kinderen denkt aan genieën met brilletjes die in alles wat ze doen uitblinken, die her en der klassen overslaan en uiteindelijk het gymnasiumdiploma binnenhalen met waanzinnig hoge cijfers vergist zich. Zo dacht ik eerst ook over hoogbegaafden toen ik er nog helemaal niets vanaf wist.
 

Onderhuidse frustraties

Niet dat er niet van dit soort hoogbegaafde kinderen zullen rondlopen, maar dat is in elk geval wel een kleine minderheid. Zo blijkt om te beginnen slechts veertig procent van hoogbegaafden op VWO of gymnasium te zitten. Anders gezegd: zestig procent is lager opgeleid dan je op basis van hun intelligentie zou mogen verwachten.
Nee, een garantie op een rooskleurig toekomstperspectief met een vooruitzicht op een glansrijke carrière met veel succes, roem en rijkdom hebben (ook) hoogbegaafden bepaald niet.
Weliswaar is de verwachting dat ongeveer een derde van alle hoogbegaafden een goede en succesvolle baan zal krijgen, maar daar staat tegenover dat een derde deel een onopvallend leven met een hele gemiddelde baan zal leiden. Waar overigens natuurlijk helemaal niets mis mee is. Al denk ik persoonlijk wel dat het voor mens en maatschappij het best zou zijn als iedereen werk verricht dat zoveel mogelijk aansluit bij zijn kwaliteiten en potentie. Daar wordt iedereen tenslotte een stuk gelukkiger van. Maar dat is in Nederland - laat staan in de rest van de wereld - natuurlijk sowieso een illusie.
Deze groep hoogbegaafden loopt echter wel kans om “op latere leeftijd” alsnog tegen problemen aan te lopen. Bijvoorbeeld omdat het om hoogbegaafden gaat die niet eens weten dat ze hoogbegaafd zijn en jarenlang rondlopen met onderhuidse frustraties die ze niet kunnen plaatsen. Totdat ze stap voor stap steeds meer zelfkennis krijgen en er ineens puzzelstukjes op hun plek beginnen te vallen. Met als gevolg dat ze naar hun omgeving toe veranderen. Ze krijgen meer zelfvertrouwen, worden mondiger en durven meer. Wat echter weer als nadeel heeft dat dit ook vaak gepaard gaat met meer conflicten en problemen.
Het resterende derde deel van de hoogbegaafden komt er het slechtst vanaf: zij leiden een soort twaalf-ambachten-dertien-ongelukken leven waarin ze regelmatig te maken krijgen met problemen, conflicten, ontslagen en depressies. Waardoor sommigen zelfs helemaal aan de rand van de maatschappij belanden.
Dit beeld komt overigens overeen met mijn eigen ervaringen. Bij de mensen om mij heen waarvan ik vermoed of weet dat ze hoogbegaafd zijn, zie ik weinig tot geen indrukwekkende carrières.  
 

Negatieve associaties

Wie als ouder een ontzettend intelligent kind wil omdat hij verwacht dat dan de wereld aan zijn voeten ligt, kan beter hopen op een hoogintelligent kind dan op een hoogbegaafde koter.
Toen ik jaren geleden tot mijn verbazing erachter kwam dat hoogbegaafdheid een rol speelde in mijn leven, was ik in de eerste plaats vooral opgelucht omdat het zoveel verklaarde. Maar aan de andere kant besefte ik ook dat hoogbegaafdheid een zwaarbeladen term is die bij veel mensen negatieve associaties oproept (arrogant, zelfingenomen etc.). Dan kun je nog beter hoogintelligent zijn, dacht ik. Maar toen ik eenmaal de verschillen tussen hoogbegaafd (hb) en hoogintelligent (hi) onder ogen kreeg, wist ik in elk geval zeker dat ik niet in de laatste groep kon worden geplaatst.
 

Verschillen hoogbegaafd (hb) en hoogintelligent (hi)

Zo las ik bijvoorbeeld dat hi-kinderen vooral de antwoorden weten, geïnteresseerd zijn, rustig luisteren, goed opletten, uitstekend presteren, goede ideeën hebben, sociaal goed omgaan met leeftijdgenoten en tevreden zijn met zichzelf en zelfvertrouwen hebben. Terwijl hb-kinderen daarentegen vooral de vragen stellen, nieuwsgierig zijn, in discussie gaan, soms afwezig en dromerig zijn, lang niet altijd goed presteren, aparte ideeën hebben, sociaal vaak moeite hebben met leeftijdgenoten en zeer zelfkritisch en faalangstig kunnen zijn. 
 

Het ideale schoonzoontype

Zoals ik dit lees en interpreteer gaan hoogintelligente mensen lekker met de flow mee, blijven ze overal keurig binnen de lijntjes en behoren ze overal tot de besten. Het zijn geen eigenzinnige types die regelmatig dwars tegen de stroom inzwemmen, regels en autoriteiten ter discussie stellen en met zeer afwijkende (out-of-the-box: vreselijke modeterm) ideeën komen.
Ze worden niet gehinderd door zaken als faalangst, tactloosheid, non-conformistische gedachten, een extreem rechtvaardigheidsgevoel en een onvermogen tot het beheersen van smalltalkgesprekken.
Gechargeerd gezegd zijn het mensen die alles perfect volgens het boekje doen: ze halen de hoogste CITO-scores, de hoogste cijfers op het gymnasium, waarna een succesvolle carrière volgt waarin men van ideale werknemer al snel opklimt naar de top van het bedrijf. Een hoogintelligent persoon zou je misschien het best kunnen omschrijven als het ideale schoonzoontype.
Gezien de vele voordelen van hoogintelligentie kan ik mij goed voorstellen dat de meeste mensen het liefst zo zouden zijn en/of zulke kinderen hebben. De meesten van ons zouden ervoor tekenen als alles op rolletjes loopt en er geen vervelende problemen en conflicten spelen.
 

De zoveelste zinloze vader-zoondiscussie

Dat mijn oudste zoon - net als de oudste zoon van de vader die ik ontmoette - heel anders is, mag duidelijk zijn. Als zijn vader had ik ook niet anders verwacht.
Mijn zoon zit op dit moment zelfs in een fase dat hij zich afzet tegen alles wat met slim te maken heeft. Hij heeft niets met nerds die school leuk vinden en fantastische cijfers halen en hij beweert zich meer verbonden te voelen met HAVO-  en VMBO-leerlingen dan met VWO’ers. De tijd dat hij bij testen rond hb-niveau scoorde (zie column 138), ligt ver achter hem. Het is duidelijk dat hij zichzelf op dit moment allesbehalve als slim beschouwt. Wat je kijkend naar zijn resultaten hem misschien niet eens kunt verwijten.
Als zijn vader nu tegen hem zeggen dat hij een stuk slimmer is dan hij beseft, heeft totaal geen zin. Dan krijg ik alleen maar de zoveelste zinloze vader-zoondiscussie. Toch is het doodzonde. Écht slim zijn kun je alleen maar als je ook beseft dat je het bent en ernaar handelt. Op basis van mijn ervaring ben ik daar inmiddels van overtuigd.  
 

Nogal een verschil

Het grootste deel van mijn leven heb ik mezelf nooit als slim beschouwd en dus ook niet als slim gedragen. Wat niet vreemd is als je ooit HAVO en VWO met zesjes hebt doorlopen en je altijd eenvoudig werk op uitvoerend niveau hebt gedaan waarin je niet bepaald uitblonk (ook zesjes). Pas vanaf het moment dat het woord hoogbegaafd met mij in verband werd gebracht en ik erachter kwam dat ik veel slimmer was dan ik dacht, werd ik wakker en begon ik ook meer slim te doen (met al zijn voor- en nadelen, waaronder ontslag).
Het is nogal een verschil of je diverse gedachten en ideeën hebt die je niet hardop durft uit te spreken omdat je weinig herkenning en begrip proeft of dat je dat ongeacht de response wel durft omdat je weet dat dat juist jouw kracht is. Het is nogal een verschil of je denkt dat jouw neiging tot veel vragen stellen wijst op domheid (en je het dus vaak maar laat) of dat je weet dat dat juist een teken van slimheid is.   
 

Terugkeren naar zijn vroege jeugd

Ik verwacht dat alles goed komt met mijn zoon. Net als met de zoon van die andere vader, die ik in de toekomst nog wel eens vaker tegen het lijf hoop te lopen.
Wat mijn zoon voor heeft op mij op die leeftijd is dat hij ondanks zijn ontkenningsfase drommels goed weet dat hij behoorlijk slim is. En dit besef zal hem later verdomd goed van pas komen. Ook verwacht ik dat hij een stuk sneller in de fase zal belanden waarin ik pas na mijn veertigste terechtkwam. De verstandige fase waarin hij terugkeert naar de knul die hij voor zijn tiende was: nieuwsgierig, creatief, breed geïnteresseerd, betweterig en eigenwijs. Want wie wil weten wie hij in de kern is, moet terugkeren naar zijn vroege jeugd.

Ik spreek mijn zoon hierover later nog wel. En ik hoop dan op een pittige discussie. Wat een goed teken zou zijn...
 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
₁ Zie artikel "Hoogbegaafdheid werkt niet altijd goed" van Friederike de Raat in archief van NRC.nl (2002): http://vorige.nrc.nl/krant/article1526238.ece   
 
Bron: Fokke en Sukke zie http://www.foksuk.nl/ 
 

1 opmerking:

  1. Ik herken hier veel in. Meer als iemand van 26 die al jaren thuis zit en bij elke poging om vooruit te komen en wat van het leven te maken, waarvan een stukje staatsexamen de laatste was, bevestigd krijgt dat hij niet in het systeem past. Bij mij was vooral de beperkte manier van toetsing bij rekenen een issue waarbij het niet gaat of je de sommen goed hebt gemaakt, maar de hoeveelheid die je binnen het gegeven tijdsbestek af weet te krijgen je cijfer bepaald. Gooi er bij de altijd uber-lumineuze verhaaltjesvragen wat inschattingsvragen door (ik dacht dat rekenen een exact vak was) waarbij je bijvoorbeeld de reistijd moet schatten van jantje die, en ik quote, 'niet te snel en niet te langzaam fietst' dan heb ik last van een enorme snelheidsdrempel waardoor ik eindigde met een 3 terwijl ik het vak absoluut goed kan.

    Zodoende ben ik van mening dat het systeem past niet bij iedereen en vind ik het dan ook onmenselijk om te verwachten dat iedereen succes heeft met 1 enkel systeem zoals het in met onderwijs (dat woord wat indiceert dat het niks met werkelijke wijsheid te maken heeft) het geval is. In gesprekken met familie, vooral veel met mijn eigen moeder, is het mij duidelijk geworden dat het over het algemeen ouder-eigen is om het beste te willen voor hun kind (al zitten hier helaas natuurlijk ook uitzonderingen bij, immers is het vaak ook een maatschappelijke standaard en verwachting die de groep stelt van de betrokken individuen). Maar uit eigen ervaring weet ik dat koppigheid goed bedoel advies averechts doet werken met als gevolg dat de hakken van het kind nog dieper in het zand gaan. Zelf had ik als tiener geen overzicht of inzicht in de toekomst. Immers alleen de resultaten van school tellen NU in de maatschappij (lees MAATschappij, dus geen SAMENLEVING). Niet de mening van je ouders en eventuele andere betrokkenen die je vermogens positief in zien maar het gegeven dat je presteert binnen de regels&grenzen die worden gesteld waaraan jij je niet kan aanpassen puur omdat je bent wie jij bent.

    Ik ken u en uw zoon niet dus, nog de werkelijke situatie naast wat u allemaal geschreven heeft in uw blog. Zodoende ben ik helemaal niet in staat om in te schatten of dit allemaal van toepassing is of kan zijn. Ik kan alleen mijn eigen ervaring en inzichten delen. Daarnaast besef ik mij ook dat de verschillen tussen hoogbegaafden enorme zijn vergeleken met andere intelligenties omdat er zo weinig van ons zijn. Dat heeft mijn tijd op het Centrum Voor Creatief Leren mij wel duidelijk gemaakt. Desalniettemin hoop ik dat u hier iets mee kan.

    BeantwoordenVerwijderen