zondag 17 januari 2016

230. COLUMN SOLLICITEREN, SOLLICITATIE-ADVIEZEN, HET SPEL MEESPELEN OF NIET, JEZELF ZIJN ÉN JEZELF MOOIER VOORDOEN DAN JE BENT, HOOGBEGAAFD, PRIVÉ: "OK, je hebt de baan dus niet"

ONDERWERPEN: SOLLICITEREN - HET SPEL MEESPELEN OF NIET

 

Sollicitatiegesprek

Sinds lange tijd had ik van de week weer eens een sollicitatiegesprek. Het gesprek was tot stand gekomen door een vrouw die mij coacht. Die invloed kon zij uitoefenen omdat ze bij – weliswaar een andere vestiging van - hetzelfde bedrijf werkt van waaruit deze vacature kwam.
Ondanks dat ze me anders wil doen geloven, weet ik heus wel dat ik anders nooit zou zijn uitgenodigd. Dat is niet zozeer cynisch als wel realistisch. Ik weet hoe die dingen gaan.
 

Eerste selectie van cv's

In het algemeen maar met name in economisch mindere tijden zoals nu verloopt de werkwijze waarop vacatures worden ingevuld eigenlijk heel simpel. Ik praat hier overigens over de vacatures die je op internet tegenkomt, want nog altijd worden verreweg de meeste vacatures gewoon via via ingevuld.
Je hebt een vacature geplaatst met een lijst met functie-eisen waaraan de kandidaten moeten voldoen. Vervolgens krijg je een hoop brieven met cv’s binnen waarbij je de brieven voorlopig even opzij schuift. Je maak een eerste selectie op basis van de cv’s waarbij je de kandidaten eruit pikt die het meest aan de functie-eisen voldoen. Dus als je iemand zoekt voor functie A met functie-eisen B en C dan gaat je voorkeur uit naar kandidaten die op dit moment bij een ander bedrijf al functie A met functie-eisen B en C uitoefenen. Dat is wel zo makkelijk en efficiënt want dan kan die kandidaat straks zonder problemen instromen in zijn nieuwe baan.
Pas in economisch florerende tijden waarin het heel moeilijk is om aan personeel te komen, zal men noodgedwongen verder moeten gaan kijken. Dan komen ook kandidaten in beeld die een andere achtergrond hebben en die misschien in functie D hebben gewerkt met functie-eisen E en F.
 

Een hekel aan sollicitatiegesprekken

Naarmate ik ouder word, krijg ik steeds meer een hekel aan sollicitatiegesprekken. Wat niet los gezien kan worden van het simpele feit dat ik om diverse redenen - afwijkend zijn is vermoed ik de belangrijkste - gedurende mijn leven tijdens sollicitatieprocedures waarbij men kon kiezen uit meerdere kandidaten nog nooit ben aangenomen (zie ook column 141).
Waar ik in het dagelijks leven enorm van spelletjes als scrabble of mastermind houd, heb ik voor de rest helemaal niets met alle sociale en politieke spelletjes die er in de wereld worden gespeeld. Het sollicitatiegesprek is daar een van.
Ik kan er lang of kort over praten, maar ik beheers het spel van het solliciteren gewoon niet. En de vraag of ik met mijn bijna vijftig jaar het überhaupt nog zal óf wil gaan beheersen, is een interessante. 
 

Doe jezelf beter voor dan je bent

Om te beginnen is de situatie bij een sollicitatiegesprek natuurlijk nooit gelijkwaardig. De werkgever staat altijd boven de sollicitant. Zij hebben de macht in handen om de eenvoudige reden dat zij iets hebben dat jij (normaal gesproken) graag wilt terwijl zij andersom voor jou zo tien of twintig anderen kunnen krijgen.
Hierdoor kunnen zij heel relaxed het spel aangaan waarbij zij het bewust dan wel onbewust niet zullen nalaten om je door middel van het stellen van lastige vragen te testen om te kijken of jij je in het sollicitatiespel wel goed staande weet te houden. Het is vervolgens aan de sollicitant om het spel zo goed mogelijk mee te spelen door de vragen op zo’n - bij voorkeur sociaal wenselijke - wijze te beantwoorden dat het de goedkeuring van de sollicitatiecommissie kan verdragen.
Iedereen die zich regelmatig begeeft in het wereldje van de sollicitatieprocedures weet dat er een aantal ongeschreven wetten gelden waaraan je je dient te houden om je kansen te behouden en te vergroten: kom op tijd, kleed je netjes, let op je non-verbale communicatie, kijk de anderen aan, stel zelf ook vragen etc.
De meest simpele ongeschreven wet daarvan is er een die bijvoorbeeld ook bij daten geldt (en wie deze wet ontkent, jokt): doe jezelf beter voor dan je bent. Uit eigen ervaring weet ik dat je bij sollicitatietrainingen bijvoorbeeld te horen krijgt dat als je gevraagd wordt naar je negatieve eigenschappen je natuurlijk nooit zomaar je échte negatieve eigenschappen moet opsommen. Je moet dan een zogenaamd “negatieve” eigenschap noemen die ook positief kan worden opgevat. “Ik ben nogal perfectionistisch” is misschien wel het beste en tevens meest sociaal wenselijke antwoord.

Grootste dooddoener onder sollicitatieadviezen

De grootste dooddoener onder de sollicitatieadviezen vind ik wel het advies “Blijf altijd jezelf”, aangezien ik het persoonlijk met geen mogelijkheid voor elkaar krijg om én helemaal mezelf te zijn én mezelf mooier voor te doen dan ik ben.
Natuurlijk kan ik hier meteen een filosofische draai aan geven door de vraag op te werpen wat “jezelf zijn” nou eigenlijk precies inhoudt. Maar dat is een heel ander (lang) verhaal, of discussie beter gezegd.

Een filosofische discussie die ik overigens wel alvast een beetje kan opstarten door het geven van mijn eenvoudige verklaring voor het feit dat veel mensen - in tegenstelling tot mezelf - wel degelijk zowel zichzelf kunnen zijn als zichzelf beter kunnen voordoen dan ze zijn. Als jezelf beter voordoen dan je bent bij jou past, is het onderdeel van wie jij bent en dus ben je gewoon jezelf als je dat doet.
Zo bekeken valt er ook wel wat te zeggen voor de stelling dat je eigenlijk per definitie altijd gewoon jezelf bent. Waarbij ik overigens wel meteen moet toegeven dat ik zelf niet zover wil gaan. Vooral door mijn enorm toegenomen zelfkennis van de laatste jaren vind ik dat ik nu meer mezelf ben dan ooit, met alle voor- en nadelen (zie ook hieronder).
 

Weinig zelfkennis

Niet dat ik nou heel veel sollicitatiegesprekken in mijn leven heb gehad, maar daar waar ik er eentje had, probeerde ik toch altijd in meer of mindere mate het spel maar een beetje tactisch mee te spelen zoals het hoorde. Ik deed dat vooral om twee redenen.
Ten eerste omdat ik heel lang weinig zelfkennis heb gehad en niet doorhad dat ik veel meer afweek van de meeste mensen om mij heen dan ik dacht (zie bijvoorbeeld mijn columns onder de labels "Privé Tonko Achtluik" en "hoogbegaafd").
En ten tweede omdat ik wel zag dat als ik voor mijn gevoel maar eventjes iets meer mezelf was, ik niet goed overkwam en sowieso meteen kansloos was.

Wat hierbij trouwens ook niet hielp, was dat ik nog nooit tijdens een sollicitatiegesprek de intrinsieke motivatie en drang voelde om de betreffende baan koste wat het kost binnen te slepen. Alleen vanwege het geld en om af te zijn van alle onzekerheid hoopte ik op een succesvolle sollicitatie. Iets wat meer mensen zullen hebben die zichzelf slecht kennen en daardoor geneigd zijn om regelmatig de verkeerde te maken... 
Hoe meer ik me iets aantrok van alle tips die ik kreeg over hoe ik mij moest gedragen en waar ik allemaal aan moest denken tijdens een sollicitatiegesprek, hoe vervelender en geforceerder het allemaal overkwam. Bovendien bleef het resultaat toch steeds hetzelfde.
 

In veel humor zit een kern van waarheid

Omdat het spel meespelen mij nooit ergens had gebracht en omdat ik inmiddels gerust durf te stellen dat zelfkennis een van mijn grootste kwaliteiten is geworden, had ik me voorgenomen om het bij dit sollicitatiegesprek anders te gaan doen. En dat lukte. Ik was behoorlijk mezelf (honderd procent is nooit realistisch) met al mijn kwaliteiten én bijbehorende valkuilen. Die ik overigens ook eerlijk benoemde: mijn breedsprakigheid en eigenzinnige karakter kwamen kort aan bod.
Toen ik wegliep was ik trots op mezelf. Iemand die het spel meespeelt omdat dat nu eenmaal bij hem past, moet het doen. Bij mij past het echter niet en dus moest ik het wel op een dag over een andere boeg gaan gooien.
Eenmaal thuiskomend vroeg mijn dochter van twaalf hoe het was gegaan. Vol trots zei ik dat dit ik net mijn eerste sollicitatiegesprek ooit had gehad waarbij ik gewoon mezelf was geweest. Mijn dochter keek me kort aan en merkte droog op: “OK, je hebt de baan dus niet.”
Omdat mijn dochter mijn humor heeft en ik deze opmerking ook zelf zou hebben kunnen gemaakt, moest ik hard lachen. Maar zoals wel vaker geldt, zit er in veel humor een kern van waarheid. Een dag later kreeg ik de afwijzing al. Maar mijn les heb ik wel geleerd: ik ga liever strijdend en mezelf zijnd ten onder dan dat ik ooit nog het spel ga meespelen.
 

Tonko


Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie. 

 

2 opmerkingen:

  1. Solliciteren is een spelletje, dat kun je leren als je de regels van het spel een beetje door hebt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heel herkenbaar dit verhaal. Ik doe ook niet mee aan het spelletje. Als het zo'n typische procedure is, dan pas ik niet bij dat bedrijf. Wanneer kreeg ik de baan wel? Bij een afwijkende procedure, bij een nog te verzinnen vacature, bij gewoon een leuk gesprek waar er al dan niet een klik was. En dat betekent ook vaak geen baan, of niet eens een gesprek, want "je hebt zoveel verschillende dingen gedaan". Tja, als je niet in een hokje past en ook niet WIL passen, is een "gewone" baan niet evident.

    BeantwoordenVerwijderen