vrijdag 20 mei 2016

248. COLUMN SPOTPRENTENWEDSTRIJD IN IRAN OVER DE HOLOCAUST, REACTIE OP CHARLIE HEBDO, VRIJHEID VAN MENINGSUITING, METEN MET TWEE MATEN, HYPOCRISIE, ACTUALITEIT: Vrijheid van meningsuiting werkt twee kanten op

HOLOCAUST SPOTPRENTENWEDSTRIJD IN IRAN - HYPOCRISIE

 

Spotprenten Holocaust als reactie op Charlie Hebdo

Momenteel is er in de Iraanse hoofdstad Teheran een tentoonstelling en wedstrijd te zien met spotprenten over de Holocaust. De wedstrijd is georganiseerd als reactie op de spotprenten over Mohammed door Charlie Hebdo van afgelopen jaar.
Ironisch genoeg (en uiteraard mede ingegeven door schuld- en schaamtegevoelens vanuit een historisch besef) heeft nou juist Duitsland de wedstrijd in felle bewoordingen veroordeeld. Een woordvoerder van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken, met wellicht (groot) ouders die het nazibeleid destijds steunden en dus direct dan wel indirect medeverantwoordelijk waren voor alle ellende, verklaarde: "De moord op zes miljoen mannen, vrouwen en kinderen tijdens de Holocaust mag geen onderwerp zijn van spot." 
 

Meten met twee maten

OK, dus als ik het goed begrijp mogen we wel de spot drijven met Mohammed, maar niet met de Holocaust. De Holocaust is heilig en daar moeten we vanaf blijven, maar Mohammed is dat blijkbaar niet en dus mogen we ons daar lekker op blijven uitleven.
Dat is net zoiets als dat Geert Wilders wel vindt dat hij alles over Marokkanen mag zeggen, maar dat als iemand hem met Adolf Hitler vergelijkt hij hem onmiddellijk voor de rechter zal slepen.

Ja, het zou een “mooie” wereld zijn als ik alles mocht zeggen wat ik wil, maar dat dat andersom niet voor anderen zou gelden naar mij toe en zij zich alleen mogen uiten op een manier die mij bevalt en die voor mij niet gevoelig of beledigend overkomt. Als ik dat zo graag wil, moet ik maar snel gaan solliciteren op een vacature voor dictator of lijsttrekker worden van een partij voor de "vrijheid".
Een klassiek voorbeeld van meten met twee maten. Joden mogen gevoelig zijn over de Tweede Wereldoorlog, maar moslims moeten niet zo aanstellerig en overdreven reageren op spotprenten over hun heilige profeet. Wat een vreselijke hypocrisie.
 

Van mij mag je spotprenten maken

Vrijheid van meningsuiting werkt twee kanten op. Of je bent voor (een vergaande vorm van) vrijheid van meningsuiting voor iedereen ongeacht over wat voor soort mening het gaat (over grenzen hierin kom ik terug) of je bent tegen vrijheid van meningsuiting maar dan ook consequent voor iedereen. Op een moment dat je voor een selectieve, inconsequente vorm van (wel of geen) vrijheid van meningsuiting bent, ben je in mijn ogen per definitie fout bezig, punt.
Voordat er een misverstand ontstaat, benadruk ik nog maar eens dat ik zelf voor een zeer vergaande vrijheid van meningsuiting ben. Oftewel, van mij mag je spotprenten maken van Mohammed, Jezus, Allah/God, Boeddha, de Holocaust, Obama, Adolf Hitler, Nelson Mandela, de Verenigde Staten, I.S., negers, blanken, indianen, Aziaten, moslims, joden, christenen, Zwarte Piet, Sinterklaas, columnisten enz. Het maakt mij werkelijk helemaal niets uit.
Zeg ik hiermee dat ik beledigen OK vind? Beweer ik nu dat ik me niet kan voorstellen dat bepaalde uitingen beledigend en kwetsend kunnen zijn? Nee, natuurlijk niet. Waar het mij echter om gaat, is dat bij de vrijheid van meningsuiting nu eenmaal hoort dat je daarbij ook de vrijheid hebt om dingen te zeggen die een ander niet kan bevallen of die zelfs als beledigend kunnen worden ervaren.
 

Gebied van beledigen is enorm grijs gebied

Natuurlijk zou ik ook wel in een wereld willen wonen waarin iedereen lief en eerlijk en integer tegen elkaar is en er nooit iemand wordt beledigd of gekwetst, maar laten we eerlijk zijn: dat is niet bepaald realistisch. Kijk maar naar de social media waarin dagelijks heel veel mensen druk bezig zijn met het over en weer beledigen van elkaar. Opvallend hierbij is dat waar de een zich bij het minste geringste meteen enorm gekwetst en beledigd voelt, de ander zijn schouders erover ophaalt en zich nergens iets van aantrekt. Het gebied van beledigen en kwetsen is dan ook een enorm groot grijs, subjectief gebied wat je juridisch gezien op geen enkele manier kunt dichttimmeren.
Zijn er dan geen grenzen? Ja, natuurlijk stuit zelfs de grootste voorstander van vrijheid van meningsuiting vroeg of laat op een grens (zie ook column 245). En ik besef heel goed dat die grens per persoon verschilt waardoor het moeilijk, zeg maar gerust ondoenlijk is om één gezamenlijke grens vast te stellen. Iets wat per wet uiteraard wel is getracht te doen bij bijvoorbeeld haat zaaien, discriminatie en bedreiging van de veiligheid.
 

Wisselwerking tussen pesters en gepesten

Kijkend naar de gevoeligheid rondom de Holocaust spotprentenwedstrijd in Iran kun je denk ik een vergelijking trekken met pestgedrag. Als iedereen die gepest wordt, de kracht zou hebben om het te negeren of zijn schouders erover op te halen, zou er een stuk minder worden gepest.
Het probleem is echter dat het gaat om een wisselwerking tussen de pesters en de gepesten waarbij beide groepen met elkaar het patroon in stand houden. Pesters door vaak vanuit een of andere vorm van frustratiegedrag steeds maar weer opnieuw kwetsbare slachtoffers uit te kiezen en gepesten door vanuit hun meestal gevoelige inslag (waar ze uiteraard niets aan kunnen doen) zo ongelukkig op het pestgedrag te reageren dat het de pesters alleen maar aanmoedigt om er mee door te gaan omdat het blijkbaar “succes” heeft. 
 

Wat is de lol van provoceren als niemand hapt?

Daar waar het zeker voor gevoelige, kwetsbare kinderen bij face-to-face contact op een schoolplein helaas vrijwel onmogelijk is om pestgedrag te negeren, zijn de mogelijkheden voor volwassenen als het gaat om bijvoorbeeld kwetsende mails, telefoontjes, apps, tweets, spotprenten, boeken, (internet) artikelen en televisieprogramma’s natuurlijk veel groter. Mails, telefoontjes, apps en tweets kun je negeren, verwijderen of blokkeren en spotprenten, boeken, (internet) artikelen en televisieprogramma’s hoef je niet te bekijken als het je niet bevalt. Hierdoor heb je vanzelf invloed als het gaat om het doorbreken van een negatief patroon.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat als niemand aandacht besteedt aan het nieuws van een spotprentenwedstrijd over de Holocaust het veel minder impact zal hebben dan als iedereen er kwaad en beledigd op gaat reageren. Wat is tenslotte de lol van provoceren (vergelijk het met pesten)  als niemand hapt? Om die reden vermoed ik dat de tentoonstelling in Iran door de internationale ophef alleen maar meer kijkers zal trekken. De afkeurende reactie van Duitsland en - uiteraard - ook Israël vind ik dan ook niet bepaald slim. 
 

We leven in een harde wereld

Overigens geef ik onmiddellijk toe dat als Teheran om de hoek was geweest ik wellicht ook even een kijkje was gaan nemen. Ten eerste gewoon uit nieuwsgierigheid en daarnaast vanwege het feit dat ik om de spotprenten over Mohammed tenslotte ook best kon lachen. Dus waarom zou dat niet kunnen bij spotprenten over de Holocaust?
Dat ik me hierover niet schuldig zou voelen, komt voort uit een simpele reden: we leven in een harde wereld en als je niet af en toe ook mag lachen om de hardheid ervan wordt het allemaal zo’n trieste bedoeling.
Daar komt nog bij dat niemand mij hoeft bij te spijkeren over (de ernst van) de Holocaust, want er zijn genoeg joden die daar minder over weten dan ik. Mijn fascinatie voor de tweede Wereldoorlog en het bijbehorende thema goed en vooral kwaad, heb ik aan mijn vader te danken. Net als mijn humor overigens, al zou mijn vader uiteraard (net als ik) een sterke voorkeur hebben gehad voor spotprenten over Hitler.
 

Tonko

 

Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.

 
Tekening: Carlos Latuff (2006)
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten