Actualiteit - Arm-Rijk verschillen - Toeval en Geluk
Geweldige uitvinding
Waar ik me bij een bepaald soort rijke mensen vooral enorm aan kan storen, is hun neiging om het kapitalisme te bejubelen alsof het een of andere geweldige uitvinding is waarbij iedereen gelijke kansen krijgt en waarbij alleen maar die winnaars (lees: zijzelf) komen bovendrijven die het (geld) ook letterlijk en figuurlijk het meest hebben verdiend. Omdat zij het hardst zouden hebben gewerkt van iedereen en omdat zij de economie evenredig aan hun eigen inkomens en vermogens het meest hebben laten groeien.
Retorische vraag
Over het feit dat er op deze wereld heel veel mensen zijn die even hard of zelfs harder werken dan zij, maar die helaas de (o.a. nature en nurture) omstandigheden minder mee hebben, omdat ze bijvoorbeeld in een arm land leven met weinig mogelijkheden (en wie zij - met wat pech - dus zelf ook hadden kunnen zijn), zul je ze niet horen. Net als dat ze er zelf niet over zullen beginnen dat hun eigen vermogens toch wel een stuk sneller groeien dan de economie om hen heen. Iets waarvan Piketty in zijn boek heeft aangetoond dat dat gewoon een feit is: de vermogens van de rijksten zijn de afgelopen decennia gemiddeld drie tot vier keer sneller gegroeid dan de economie!
En het zijn natuurlijk niet alleen de vermogens die buitenproportioneel zijn gestegen. Toen in de Verenigde Staten de crisis in 2009 bijvoorbeeld op haar dieptepunt zat, ging 95% van de inkomensgroei naar de rijkste één procent. Interessante (maar retorische) vraag: zou dat zijn omdat de kwaliteit van de arbeid van die één procent nu eenmaal veel hoger was dan die van de overige 99 procent of zou het ermee te maken kunnen hebben dat die één procent in een positie zat waarin ze zeggenschap hadden over de verdeling van de inkomens én bonussen?
En het zijn natuurlijk niet alleen de vermogens die buitenproportioneel zijn gestegen. Toen in de Verenigde Staten de crisis in 2009 bijvoorbeeld op haar dieptepunt zat, ging 95% van de inkomensgroei naar de rijkste één procent. Interessante (maar retorische) vraag: zou dat zijn omdat de kwaliteit van de arbeid van die één procent nu eenmaal veel hoger was dan die van de overige 99 procent of zou het ermee te maken kunnen hebben dat die één procent in een positie zat waarin ze zeggenschap hadden over de verdeling van de inkomens én bonussen?
Materialistische vriend
Het doet me denken aan een goede, doch materialistische vriend van me die als manager bij een bank werkt en die mij vertelde dat hij er hard om moest lachen toen daar onder druk van buitenaf bepaalde bonussen werden afgeschaft. Het grappige voor hem was dat als dit gebeurde, de leiding er wel op toezag dat de afgeschafte bonussen ruimschoots werden gecompenseerd door riante salarisverhogingen waardoor ze er zelf allemaal per saldo alleen maar op vooruitgingen.
De factor geluk
In mijn ogen zou het dit soort rijke mensen sieren als ze wat meer bescheidenheid, nederigheid en dankbaarheid zouden tonen vanuit het besef dat ze in het leven veel dingen mee hebben, wat niet iedereen op deze wereld gegeven is. Tja, als je opgroeit in een of ander rijk, democratisch, land met ouders met goede banen en veel vermogen en dergelijke, heb je makkelijk praten. Zelfs binnen zo'n rijk westers land kun je op het gebied van nature en nurture omstandigheden nog veel geluk hebben ten opzichte van anderen. Laten we eerlijk zijn: of je in Nederland nou opgroeit in Bloemendaal met ouders waarvan de een bankdirecteur is en de ander huisarts of je groeit op in een of andere arme wijk in Rotterdam met een moeder in de bijstand en een drugsverslaafde vader die verdwenen is, dat scheelt nogal een slok op een borrel. Dat hierbij al vanaf de geboorte bij de één de statistische kans op succes en rijkdom "ietsje groter" zal zijn dan bij de ander hoef ik verder niet toe te lichten.
Een prachtig voorbeeld van hoe belangrijk de rol van geluk kan zijn, liet Twan Huys twee weken geleden zien in DWDD. Het betreft een fragment uit een speech van Melinda Gates op de Stanford University in San Fransisco waarin ze het heeft over de rol die geluk heeft gespeeld in de carrière van haar beroemde man Bill Gates. Waarmee ze in feite de kern van mijn columns hierover perfect samenvat:
"(...) But there's another essential ingrediant of succes and that is luck. Absolute and total luck. When were you born? Who are your parfents? Where did you grow up? None of us earn these things. These things were given to us. So when we strip away all of our luck and our privilege and we consider where we would be without them, it becomes someone much easier to see someone who is poor and say that could be me. And that's empathy."
Een prachtig voorbeeld van hoe belangrijk de rol van geluk kan zijn, liet Twan Huys twee weken geleden zien in DWDD. Het betreft een fragment uit een speech van Melinda Gates op de Stanford University in San Fransisco waarin ze het heeft over de rol die geluk heeft gespeeld in de carrière van haar beroemde man Bill Gates. Waarmee ze in feite de kern van mijn columns hierover perfect samenvat:
"(...) But there's another essential ingrediant of succes and that is luck. Absolute and total luck. When were you born? Who are your parfents? Where did you grow up? None of us earn these things. These things were given to us. So when we strip away all of our luck and our privilege and we consider where we would be without them, it becomes someone much easier to see someone who is poor and say that could be me. And that's empathy."
Een recht-van-de-sterkste-strijd
Ondanks dat ik er zelf totaal anders over denk, zou ik nog wel enigszins respect kunnen opbrengen voor rijke mensen die in plaats van dat ze een vorm van gepaste nederigheid tonen er gewoon hardop voor uitkomen dat zij alleen maar bezig zijn met zichzelf, overleven en een recht-van-de-sterkste-strijd. Waarbij het heel egoïstisch ieder voor zich is en je het je echt niet kunt permitteren om, behalve aan je gezin en familie, aan de rest te denken. In feite valt er natuurlijk ook best iets voor te zeggen dat je als zoogdier vindt dat het je goed recht is om dit standpunt in te nemen. Kijkend naar het dierenrijk is dat tenslotte compleet normaal: het is doden of gedood worden.
Sociale consensus
Maar toch hoor ik gek genoeg weinig rijke mensen zoiets zeggen. De fascinerende vraag is waarom niet? Ik denk dat dit simpelweg komt doordat er onder de mensen een sociale consensus heerst die samengevat erop neerkomt dat wij vinden dat wij het niveau zijn ontstegen waarop dit soort primair, dierlijk gedrag plaatsvindt. Wij mensen hebben empathie en kunnen wél (of méér) aan anderen denken! Om die reden is het onder de mensen toch behoorlijk “not done” om ervoor uit te komen dat je alleen maar aan jezelf denkt en dat de rest je maar weinig kan schelen.
Het is precies als een wielrenner a la Lance Armstrong die op de vraag of hij ooit doping heeft gebruikt, slim antwoordt dat hij heel vaak is gecontroleerd en dat er nooit iets is gevonden. Zo’n wielrenner kan ook gewoon “Nee” zeggen, maar omdat liegen in onze maatschappij wordt gezien als sociaal onwenselijk beantwoordt hij de vraag op zo’n manier dat hij niet liegt wat hem een beter gevoel geeft.
Het is precies als een wielrenner a la Lance Armstrong die op de vraag of hij ooit doping heeft gebruikt, slim antwoordt dat hij heel vaak is gecontroleerd en dat er nooit iets is gevonden. Zo’n wielrenner kan ook gewoon “Nee” zeggen, maar omdat liegen in onze maatschappij wordt gezien als sociaal onwenselijk beantwoordt hij de vraag op zo’n manier dat hij niet liegt wat hem een beter gevoel geeft.
Ontzettend hypocriet
Ik weet niet of ik nou blij moet zijn met dit soort vormen van sociaal wenselijk gedrag of juist kwaad. Ik kan blij zijn, omdat het de indruk (beter: illusie) wekt dat er onder de mensen een soort objectief goed-en-kwaadbesef leeft waarbij we het er allemaal over eens zijn dat liegen onder het kwade valt en denken aan anderen onder het goede. Maar ik kan ook boos worden, omdat het allemaal zo ontzettend hypocriet is.
De gemiddelde mens liegt ongelofelijk vaak (zie bijvoorbeeld column 73) en is over het algemeen niet zo’n liefhebber van eerlijk delen. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar hoe vaak kinderen liegen en hoeveel moeite zij hebben met (eerlijk) delen. Je kunt dit afdoen met de opmerking dat het nog kinderen zijn die nog een boel moeten leren. Maar de interessante vraag is of als (!?) ze later als volwassenen minder liegen en meer delen ze dit doen a. omdat ze van gedachten zijn veranderd of b. omdat ze beseffen dat dat sociaal wenselijk gedrag is wat er van hun verwacht wordt. Maar waarvan je je ondertussen kunt afvragen of ze diep in hun hart eigenlijk niet stiekem net zo primair zouden willen reageren als dat ze als kind deden...
De gemiddelde mens liegt ongelofelijk vaak (zie bijvoorbeeld column 73) en is over het algemeen niet zo’n liefhebber van eerlijk delen. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar hoe vaak kinderen liegen en hoeveel moeite zij hebben met (eerlijk) delen. Je kunt dit afdoen met de opmerking dat het nog kinderen zijn die nog een boel moeten leren. Maar de interessante vraag is of als (!?) ze later als volwassenen minder liegen en meer delen ze dit doen a. omdat ze van gedachten zijn veranderd of b. omdat ze beseffen dat dat sociaal wenselijk gedrag is wat er van hun verwacht wordt. Maar waarvan je je ondertussen kunt afvragen of ze diep in hun hart eigenlijk niet stiekem net zo primair zouden willen reageren als dat ze als kind deden...
Onbewoond eiland
Over de discussie rondom delen en sociale druk/wenselijkheid heb ik ooit een simpel gedachte-experiment verzonnen. Stel eens voor dat een groep van honderd mensen aanspoelt op een onbewoond eiland waarop zich één grote kist met voedingsmiddelen en andere nuttige dingen en producten bevindt. De groep is qua samenstelling een perfecte afspiegeling van de mensheid (man, vrouw, regio, ras, geloof, seksualiteit, intelligentie, kracht etc.).
Hoe zal de groep de inhoud van de kist met elkaar gaan verdelen?
Wat er vervolgens ook gebeurt, durf ik gerust te stellen dat niemand van de groep het alleen of met één of twee anderen in zijn hoofd zal halen om zich snel negentig procent van de voorraad toe te eigenen. Iets wat kijkend naar de verdeling tussen arm en rijk in de wereld in het gewone leven volstrekt normaal is, zal op dit eiland niet snel gebeuren. Waarom eigenlijk niet?
Ten eerste simpelweg omdat dit soort gedrag als sociaal onwenselijk zal worden gezien. En het aldus ook nooit door de groep zal worden geaccepteerd. Sterker nog, ik denk dat als je zo'n egoïstisch plan hebt je serieus moet uitkijken dat je niet meteen wordt gelyncht.
De tweede reden waarom dit soort asociaal gedrag niet zal plaatsvinden, heeft ermee te maken dat het nogal uitmaakt of je ergens in de luwte kunt graaien ten koste van anderen of dat je in het zicht van deze mensen je hebzucht zo open en bloot tentoonspreidt.
Schaamte
Misschien hard om te zeggen, maar het is een beetje te vergelijken met de keus tussen het één voor één doodschieten van allemaal joodse vrouwen en kinderen die je aankijken voordat je de trekker overhaalt of dat je ze allemaal tegelijk "mag" vergassen door een blik Zyklon B-korrels door een dakluik leeg te gooien.
Vanuit egoïstische redenen ben je druk bezig om je eigen hachje te redden of te verbeteren, maar je voelt ergens (door sociale druk van buitenaf of is het toch gewoon je geweten?) toch iets van schaamte in wat je doet en dus doe je dat liever zoveel mogelijk onopvallend en buiten beeld.
Vanuit egoïstische redenen ben je druk bezig om je eigen hachje te redden of te verbeteren, maar je voelt ergens (door sociale druk van buitenaf of is het toch gewoon je geweten?) toch iets van schaamte in wat je doet en dus doe je dat liever zoveel mogelijk onopvallend en buiten beeld.
Waarmee ik weer terugkom op mijn stelling in deel 1 (klik hier) dat je tijdens het door en door analyseren van het menselijk gedrag uiteindelijk steeds weer op het ego zult stuiten.
Conclusie
Wil jij leven in een wereld waarin de verhouding tussen arm en rijk zo scheef is dat de 85 rijkste mensen evenveel geld hebben als de helft van de totale wereldbevolking en waarbij het duidelijk is dat deze kloof tussen arm en rijk alleen maar nóg groter en groter zal gaan worden?
Dàt is wat mij betreft de (voor mij persoonlijk retorische) kernvraag hier.
Voor degenen die hierop “Ja” antwoorden vanuit de overtuiging dat dit nu eenmaal het gevolg is van de recht-van-de-sterkste-strijd waarmee we allen te maken hebben, kan ik nog wel enig respect opbrengen.
Voor degenen die hetzelfde antwoord geven vanuit de overtuiging dat het kapitalisme voor de economie het meest eerlijke en rechtvaardige systeem is waarin iedereen gelijke kansen heeft, kan ik dat niet.
In dat geval ben je in mijn ogen op zijn zachtst gezegd heel naïef. Of je vindt het systeem vooral eerlijk en rechtvaardig omdat je weet dat jij in elk geval toch als een van de "winnaars" eruit zult komen. Waarbij je jezelf voorhoudt dat jouw kwaliteiten en werklust het verschil zullen maken en de anderen er dan maar harder voor hadden moeten werken.
In dat geval ben je in mijn ogen op zijn zachtst gezegd heel naïef. Of je vindt het systeem vooral eerlijk en rechtvaardig omdat je weet dat jij in elk geval toch als een van de "winnaars" eruit zult komen. Waarbij je jezelf voorhoudt dat jouw kwaliteiten en werklust het verschil zullen maken en de anderen er dan maar harder voor hadden moeten werken.
Beste slotwoord
Ach, het beste slotwoord komt van Thomas Piketty zelf: “Met ongelijkheid is niets mis. Met extreme ongelijkheid wel.”
Tonko
Wil je reageren op deze column? Ik hoor graag jouw mening!
Klik onderaan dit blog op "(Geen) opmerkingen" en plaats je reactie.
Bill and Melinda Gates
2014 Commencement Speech
Stanford University
2014 Commencement Speech
Stanford University
Melinda Gates over de rol van geluk (22:20 - 23:10)